← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 156/2007 du 19 décembre 2007 Numéro du rôle : 4099 En cause
: le recours en annulation du décret de la Région wallonne du 8 juin 2006 modifiant le Code de la démocratie
locale et de la décentralisation, introduit par S La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, des juges P. Marte(...)"
Extrait de l'arrêt n° 156/2007 du 19 décembre 2007 Numéro du rôle : 4099 En cause : le recours en annulation du décret de la Région wallonne du 8 juin 2006 modifiant le Code de la démocratie locale et de la décentralisation, introduit par S La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, des juges P. Marte(...) | Uittreksel uit arrest nr. 156/2007 van 19 december 2007 Rolnummer 4099 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 8 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentrali Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, de rechters P(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 156/2007 du 19 décembre 2007 | Uittreksel uit arrest nr. 156/2007 van 19 december 2007 |
Numéro du rôle : 4099 | Rolnummer 4099 |
En cause : le recours en annulation du décret de la Région wallonne du | In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse |
8 juin 2006 modifiant le Code de la démocratie locale et de la | Gewest van 8 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van de |
décentralisation, introduit par Serge Vanbergen. | plaatselijke democratie en de decentralisatie, ingesteld door Serge Vanbergen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, de rechters |
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, | P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. |
J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, et, conformément à | Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, en, overeenkomstig |
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989, du président | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus |
émérite A. Arts, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le | voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
président M. Melchior, | voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 15 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 15 december |
décembre 2006 et parvenue au greffe le 18 décembre 2006, Serge | 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 18 |
Vanbergen, demeurant à 6000 Charleroi, rue Motte 56, a introduit un | december 2006, heeft Serge Vanbergen, wonende te 6000 Charleroi, rue |
Motte 56, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het | |
recours en annulation du décret de la Région wallonne du 8 juin 2006 | Waalse Gewest van 8 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van de |
modifiant le Code de la démocratie locale et de la décentralisation | plaatselijke democratie en de decentralisatie (bekendgemaakt in het |
(publié au Moniteur belge du 15 juin 2006). | Belgisch Staatsblad van 15 juni 2006). |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à l'objet du recours | Ten aanzien van het onderwerp van het beroep |
B.1.1. Le requérant demande l'annulation du décret de la Région | B.1.1. De verzoeker vordert de vernietiging van het decreet van het |
wallonne du 8 juin 2006 modifiant le Code de la démocratie locale et | Waalse Gewest van 8 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van de |
de la décentralisation. | plaatselijke democratie en de decentralisatie. |
La Cour doit déterminer l'étendue du recours en annulation en tenant | Het Hof moet de draagwijdte van het beroep tot vernietiging |
compte du contenu de la requête et en particulier de l'exposé des | vaststellen, rekening houdend met de inhoud van het verzoekschrift en |
moyens. Les moyens étant exclusivement dirigés contre l'article 2, | in het bijzonder met de uiteenzetting van de middelen. Aangezien de |
points 2 et 3, du décret précité, la Cour limite son examen à cette | middelen uitsluitend zijn gericht tegen artikel 2, punten 2 en 3, van |
disposition. | het voormelde decreet, beperkt het Hof zijn toetsing tot die bepaling. |
B.1.2. L'article 2 du décret du 8 juin 2006 modifie et complète | B.1.2. Artikel 2 van het voormelde decreet van 8 juni 2006 wijzigt |
l'article L1123-14, § 1er, du Code de la démocratie locale et de la | artikel L1123-14, § 1, van het Wetboek van de plaatselijke democratie |
décentralisation, qui organise la motion de méfiance constructive | en de decentralisatie, dat voorziet in de gemeentelijke constructieve |
motie van wantrouwen. Krachtens die bepaling is het college, net zoals | |
communale. En vertu de cette disposition, le collège, de même que | elk van zijn leden, verantwoordelijk voor de gemeenteraad, en kan |
chacun de ses membres, est responsable devant le conseil communal, et | laatstgenoemde een constructieve motie van wantrouwen aannemen ten |
ce dernier peut adopter une motion de méfiance constructive à l'égard | aanzien van het college in zijn geheel of ten aanzien van een of meer |
du collège dans son ensemble ou à l'égard d'un ou de plusieurs de ses | leden ervan. Het debat en de stemming over de motie van wantrouwen |
membres. Le débat et le vote sur la motion de méfiance sont inscrits à | worden op de agenda gezet van de eerstvolgende gemeenteraad na |
l'ordre du jour du plus prochain conseil qui suit son dépôt entre les | overhandiging ervan aan de gemeentesecretaris, met een minimumtermijn |
mains du secrétaire communal, avec un délai minimum de sept jours | van zeven volle dagen tussen de indiening van de motie en de |
francs entre le dépôt de la motion et la séance du conseil. | vergadering van de raad. |
Le point 2 de l'article 2 du décret précité du 8 juin 2006 insère dans | Punt 2 van artikel 2 van het voormelde decreet van 8 juni 2006 voegt |
cette disposition un alinéa 8 ainsi rédigé : | in die bepaling een achtste lid in, dat luidt als volgt : |
« Lorsque la motion de méfiance est dirigée contre un ou plusieurs | « Indien de motie van wantrouwen tegen één of meerdere leden van het |
membres du collège, ceux-ci, s'ils sont présents, disposent de la | college gericht is, beschikken laatstgenoemden, indien zij aanwezig |
faculté de faire valoir, en personne, leurs observations devant le | zijn, over de mogelijkheid om in persoon hun opmerkingen ten overstaan |
conseil, et en tout cas, immédiatement avant que n'intervienne le vote | van de raad te gelde te maken en in ieder geval, vóór er gestemd wordt |
». | ». |
Le point 3 de l'article 2 du décret précité du 8 juin 2006 complète | Punt 3 van artikel 2 van het voormelde decreet van 8 juni 2006 vult |
l'alinéa 9 du même article, qui dispose que la motion de méfiance ne | het negende lid van hetzelfde artikel, dat bepaalt dat de motie van |
peut être adoptée qu'à la majorité des membres du conseil, par la | wantrouwen slechts bij meerderheid van de leden van de raad kan worden |
phrase : | aangenomen, aan met de zin : |
« Le conseil communal apprécie souverainement, par son vote, les | « De gemeenteraad beoordeelt in hoogste feitelijke aanleg door zijn |
motifs qui le fondent ». | stemming de redenen waarop ze berust ». |
Quant à l'intérêt | Ten aanzien van het belang |
B.2.1. Le requérant, qui était échevin à Charleroi lors de l'entrée en | B.2.1. Ten aanzien van de verzoeker, die schepen was te Charleroi bij |
vigueur du décret précité du 8 juin 2006, a fait l'objet d'une motion | de inwerkingtreding van het voormelde decreet van 8 juni 2006, is een |
de méfiance individuelle, adoptée le 29 juin 2006 en application de | individuele motie van wantrouwen ingediend, die met toepassing van die |
ces dispositions. Il a introduit au Conseil d'Etat, en invoquant | bepalingen is aangenomen op 29 juni 2006. Hij heeft, met aanvoering |
l'extrême urgence, une demande de suspension de l'exécution de cette | van de uiterste dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State een |
motion de méfiance qui a été rejetée par un arrêt du 11 juillet 2006. | vordering tot schorsing ingesteld van de tenuitvoerlegging van die |
motie van wantrouwen, vordering die bij een arrest van 11 juli 2006 | |
Il a également introduit au Conseil d'Etat un recours en annulation de | werd verworpen. Hij heeft tevens bij de Raad van State een beroep tot |
nietigverklaring van die motie van wantrouwen ingesteld. Die procedure | |
cette motion de méfiance. Cette procédure est toujours pendante à la | is op de datum van de uitspraak van dit arrest nog steeds hangende. |
date du prononcé du présent arrêt. Il ne s'est pas porté candidat lors | Hij heeft zich geen kandidaat gesteld bij de gemeenteraadsverkiezingen |
des élections communales du 8 octobre 2006 et n'occupait en | van 8 oktober 2006 en bekleedde bijgevolg niet langer een gemeentelijk |
conséquence plus aucun mandat communal lors de l'introduction du | mandaat bij de indiening van onderhavig beroep. |
présent recours. | |
B.2.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 imposent à | B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereisen |
toute personne physique ou morale qui introduit un recours en | dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot |
vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste | |
annulation de justifier d'un intérêt. Ne justifient de l'intérêt | belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de |
requis que les personnes dont la situation pourrait être affectée | bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. |
directement et défavorablement par la norme attaquée. | B.2.3. Het staat niet aan het Hof vooruit te lopen op de afloop van |
B.2.3. Il n'appartient pas à la Cour de préjuger de l'issue du recours | het beroep tot nietigverklaring dat is gericht tegen de ten aanzien |
en annulation dirigé contre la motion de méfiance dont le requérant a | van de verzoeker genomen motie van wantrouwen en dat thans hangende is |
fait l'objet et qui est actuellement pendant devant le Conseil d'Etat. | voor de Raad van State. Aangezien de in dat beroep bestreden motie van |
La motion de méfiance attaquée par ce recours ayant été adoptée en | wantrouwen met toepassing van de in het geding zijnde bepaling is |
application de la disposition en cause, celle-ci est de nature à | aangenomen, is die bepaling van die aard dat zij de situatie van de |
affecter directement et défavorablement la situation du requérant tant | verzoeker rechtstreeks en ongunstig kan raken zolang het voor de Raad |
que le recours introduit au Conseil d'Etat n'est pas définitivement tranché. | van State ingestelde beroep niet definitief is beslecht. |
B.2.4. Le recours est recevable. | B.2.4. Het beroep is ontvankelijk. |
Quant au premier moyen | Ten aanzien van het eerste middel |
B.3. Le premier moyen fait grief à l'article 2, points 2 et 3, du | B.3. Het eerste middel verwijt artikel 2, punten 2 en 3, van het |
décret précité du 8 juin 2006 d'empiéter sur les compétences du | voormelde decreet van 8 juni 2006 dat het de bevoegdheden van de |
législateur fédéral, d'une part, en soustrayant la catégorie d'actes | federale wetgever schendt, enerzijds, door een categorie van |
administratifs unilatéraux constituée des motions de méfiance | eenzijdige bestuurshandelingen, namelijk de gemeentelijke individuele |
constructives individuelles communales en Région wallonne à | constructieve moties van wantrouwen, in het Waalse Gewest, te |
l'obligation de motivation formelle imposée par la loi du 29 juillet | onttrekken aan de verplichting van uitdrukkelijke motivering opgelegd |
1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs, et, | bij de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering |
d'autre part, en excluant tout contrôle juridictionnel, et | van de bestuurshandelingen en, anderzijds, door elke jurisdictionele |
singulièrement le contrôle exercé par le Conseil d'Etat, sur cette | toetsing uit te sluiten, in het bijzonder de door de Raad van State |
même catégorie d'actes. | uitgeoefende toetsing op diezelfde categorie van handelingen. |
B.4.1. Le législateur fédéral, en vertu de sa compétence résiduelle, a | B.4.1. Krachtens zijn residuaire bevoegdheid heeft de federale |
réglementé l'obligation de motivation formelle des actes | wetgever de verplichting van uitdrukkelijke motivering van de |
administratifs en vue d'assurer la protection de l'administré à | bestuurshandelingen geregeld teneinde de bescherming van de bestuurde |
l'égard des actes émanant de toutes les autorités administratives. Les | te verzekeren ten aanzien van handelingen die van alle administratieve |
législateurs régionaux ou communautaires peuvent compléter ou préciser | overheden uitgaan. De gewest- en gemeenschapswetgevers kunnen de bij |
la protection offerte par la loi du 29 juillet 1991 en ce qui concerne | de wet van 29 juli 1991 geboden bescherming aanvullen of preciseren |
les actes pour lesquels les communautés et les régions sont | met betrekking tot de handelingen waarvoor de gewesten en de |
compétentes. | gemeenschappen bevoegd zijn. |
B.4.2. En vertu de l'article 160 de la Constitution, les législateurs | B.4.2. Krachtens artikel 160 van de Grondwet kunnen de gewest- en |
régionaux et communautaires ne pourraient, sans porter atteinte à la | gemeenschapswetgevers, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van |
compétence du législateur fédéral, empêcher le Conseil d'Etat de | de federale wetgever, de Raad van State niet verhinderen kennis te |
connaître de recours dirigés contre des actes qui, en vertu des lois | nemen van beroepen die zijn gericht tegen handelingen die, krachtens |
coordonnées sur le Conseil d'Etat, relèvent de sa compétence. | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, onder zijn bevoegdheid vallen. |
B.4.3. Tant dans les développements qui précèdent la proposition de | B.4.3. Zowel in de uiteenzetting die voorafgaat aan het voorstel van |
décret qui allait devenir le décret attaqué (Doc. parl., Parlement | decreet dat het bestreden decreet is geworden (Parl. St., Waals |
wallon, 2005-2006, n° 369/1, p. 2) que dans l'exposé fait par l'un des | Parlement, 2005-2006, nr. 369/1, p. 2) als in de uiteenzetting door |
auteurs de cette proposition et dans les débats auxquels elle a donné | een van de auteurs van dat voorstel en in de debatten waartoe dat |
voorstel aanleiding heeft gegeven (Parl. St., Waals Parlement, | |
lieu (Doc. parl., Parlement wallon, 2005-2006, n° 369/2, pp. 3 à 14), | 2005-2006, nr. 369/2, pp. 3 tot 14), is de wil geuit zo te handelen |
la volonté a été affirmée de faire en sorte que la motion de méfiance | dat de constructieve motie van wantrouwen een beslissing van politieke |
constructive soit une décision de nature politique qui relève de | aard is die onder de soevereine beoordelingsbevoegdheid van de |
l'appréciation souveraine du conseil communal, qu'elle ne soit pas | gemeenteraad valt, dat zij niet als een administratieve beslissing |
considérée comme une décision administrative et qu'elle échappe en | wordt beschouwd en dat zij bijgevolg ontsnapt aan de |
conséquence à la compétence d'annulation du Conseil d'Etat. Il a | |
également été déclaré « que l'on soustrait de manière évidente l'acte | vernietigingsbevoegdheid van de Raad van State. Ook werd verklaard « |
politique qu'est la motion de méfiance à l'application de la loi de | dat men op evidente wijze de politieke handeling die de motie van |
1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs » | wantrouwen is, onttrekt aan de toepassing van de wet van 1991 |
betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen » | |
(ibid., p. 7). | (ibid., p. 7). |
B.4.4. Toutefois, le Conseil d'Etat, siégeant en référé, a été saisi à | B.4.4. Bij de Raad van State, zitting houdend in kort geding, zijn |
plusieurs reprises de requêtes visant des motions de méfiance | evenwel reeds meermaals verzoekschriften aanhangig gemaakt met |
constructive individuelles et il n'a pas décliné sa compétence pour en | betrekking tot individuele constructieve moties van wantrouwen, en hij |
heeft zijn bevoegdheid om daarvan kennis te nemen niet afgewezen | |
connaître (CE, Brynaert, n° 156.078, 8 mars 2006, et Maniscalco, n° | (RvSt, Brynaert, nr. 156.078, 8 maart 2006, en Maniscalco, nr. |
158.939, 17 mai 2006). Il a estimé que, comme tout acte juridique | 158.939, 17 mei 2006). Hij heeft geoordeeld dat, zoals elke eenzijdige |
unilatéral de portée individuelle émanant d'une autorité | rechtshandeling met individuele draagwijdte die uitgaat van een |
administrative, la motion de méfiance paraissait devoir faire l'objet | administratieve overheid, de motie van wantrouwen uitdrukkelijk leek |
d'une motivation formelle. Il a maintenu cette jurisprudence, après | te moeten worden gemotiveerd. Hij heeft die rechtspraak gehandhaafd na |
l'entrée en vigueur de la disposition attaquée, dans l'arrêt par | de inwerkingtreding van de bestreden bepaling, in het arrest waarmee |
lequel il a rejeté la demande de suspension d'extrême urgence | hij het door de verzoeker ingediende verzoek tot schorsing, bij |
introduite par le requérant contre la motion de méfiance du conseil | uiterst dringende noodzakelijkheid, van de motie van wantrouwen van de |
communal de Charleroi du 29 juin 2006 (CE, Vanbergen, n° 161.253, 11 | gemeenteraad van Charleroi van 29 juni 2006 heeft verworpen (RvSt, |
juillet 2006). Il a rejeté l'exception d'irrecevabilité déduite, par | Vanbergen, nr. 161.253, 11 juli 2006). De Raad van State heeft de |
la ville de Charleroi, de ce que la motion de méfiance constructive ne serait pas un acte susceptible de recours, au motif qu'elle apparaissait comme un acte accompli par une autorité administrative, destiné à produire des effets et faisant grief. Il a estimé qu'il ne paraissait pas nécessaire, dans le cadre de la procédure de référé, de poser à la Cour la question préjudicielle proposée par la ville de Charleroi. B.4.5. Dans le même arrêt du 11 juillet 2006, le Conseil d'Etat a considéré que la motivation formelle de l'acte mettant un terme au mandat d'un échevin en raison d'une rupture du lien de confiance peut ne pas être nécessairement fondée sur des faits précis, qu'elle peut être, en raison de la nature de cet acte, fortement réduite, et qu'elle pourrait même se limiter à une formule stéréotypée. Il a ainsi jugé que cet acte peut faire l'objet du contrôle de légalité exercé par le Conseil d'Etat et qu'il doit comporter une motivation formelle, fût-elle sommaire. B.4.6. Il découle des arrêts précités du Conseil d'Etat, sans qu'en l'espèce la Cour ait à se prononcer sur la compétence de celui-ci, que les dispositions attaquées n'ont pas pour effet d'empêcher tout contrôle juridictionnel à l'égard d'une motion de méfiance constructive individuelle adoptée par un conseil communal ou de soustraire de tels actes à l'obligation de motivation formelle imposée | exceptie van onontvankelijkheid verworpen die door de stad Charleroi was afgeleid uit het feit dat de constructieve motie van wantrouwen geen akte vatbaar voor beroep zou zijn, omdat zij een handeling is die door een administratieve overheid is gesteld, bestemd om rechtsgevolgen te hebben en griefhoudend is. Hij heeft geoordeeld dat het niet nodig leek, in het kader van de procedure van kort geding, aan het Hof de prejudiciële vraag te stellen die door de stad Charleroi werd voorgesteld. B.4.5. In hetzelfde arrest van 11 juli 2006 heeft de Raad van State geoordeeld dat de uitdrukkelijke motivering van de handeling waarbij een einde wordt gemaakt aan het mandaat van een schepen vanwege een breuk van de vertrouwensband niet noodzakelijkerwijze op precieze feiten kan zijn gebaseerd, dat zij, vanwege de aard van die handeling, zeer beknopt kan zijn en dat zij zou kunnen worden beperkt tot een stereotiepe formule. Hij heeft aldus geoordeeld dat die handeling vatbaar is voor de wettigheidstoetsing van de Raad van State en dat zij uitdrukkelijk moet worden gemotiveerd, zij het bondig. B.4.6. Uit de voormelde arresten van de Raad van State vloeit voort, zonder dat het Hof zich te dezen over diens bevoegdheid hoeft uit te spreken, dat de bestreden bepalingen niet tot gevolg hebben dat zij elke jurisdictionele toetsing van een individuele constructieve motie van wantrouwen die door een gemeenteraad is aangenomen verhinderen, of dat dergelijke handelingen worden onttrokken aan de verplichting van |
par la loi du 29 juillet 1991. | uitdrukkelijke motivering, opgelegd bij de wet van 29 juli 1991. |
B.5. Dès lors qu'il se fonde sur une interprétation des dispositions | B.5. Aangezien het eerste middel steunt op een andere interpretatie |
attaquées qui n'est pas celle que leur a donnée le Conseil d'Etat, le | van de bestreden bepalingen dan die welke de Raad van State eraan |
premier moyen n'est fondé en aucune de ses deux branches. | heeft gegeven, is het in geen van zijn beide onderdelen gegrond. |
Quant au second moyen | Ten aanzien van het tweede middel |
B.6. Le deuxième moyen fait grief à l'article 2 du décret du 8 juin | B.6. Het tweede middel verwijt artikel 2 van het decreet van 8 juni |
2006 de violer les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément | 2006 dat het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, al dan |
ou en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des | niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor |
droits de l'homme, avec le principe général de droit du respect des | de rechten van de mens, met het algemeen rechtsbeginsel van de |
droits de la défense et avec le principe général de droit audi alteram | eerbiediging van de rechten van verdediging en met het algemeen |
partem, en ce qu'il interdit à l'avocat de la personne contre laquelle | rechtsbeginsel audi alteram partem, doordat het de advocaat van de |
est dirigée la motion de méfiance de faire valoir ses observations | persoon tegen wie de motie van wantrouwen is gericht, verbiedt zijn |
devant le conseil communal. | opmerkingen te laten gelden voor de gemeenteraad. |
B.7. L'adoption par le conseil communal d'une motion de méfiance | B.7. De aanneming door de gemeenteraad van een constructieve motie van |
constructive à l'égard d'un échevin est considérée par la section | wantrouwen ten aanzien van een schepen wordt door de afdeling |
d'administration du Conseil d'Etat comme un acte administratif | administratie van de Raad van State beschouwd als een eenzijdige |
unilatéral destiné à produire des effets de droit. | bestuurshandeling, die wordt gesteld met het oog op het creëren van |
rechtsgevolgen. | |
Cet acte est dépourvu de caractère disciplinaire et ne porte ni sur | Die handeling heeft geen tuchtrechtelijk karakter en betreft noch een |
une contestation sur des droits et obligations de caractère civil ni | betwisting over burgerlijke rechten of verplichtingen, noch de |
sur le bien-fondé d'une accusation en matière pénale. Pour cette | gegrondheid van een ingestelde strafvervolging. Om die reden valt ze |
raison, il ne relève pas du champ d'application de l'article 6 de la | niet onder het toepassingsgebied van artikel 6 van het Europees |
Convention européenne des droits de l'homme ou du principe général du | Verdrag voor de rechten van de mens of van het algemeen rechtsbeginsel |
respect des droits de la défense. | van de eerbiediging van de rechten van verdediging. |
B.8. La disposition attaquée prévoit la possibilité pour l'échevin qui | B.8. De bestreden bepaling voorziet in de mogelijkheid voor de schepen |
fait l'objet d'une motion de méfiance de faire valoir ses | die het voorwerp uitmaakt van een motie van wantrouwen, om zijn |
observations, mais elle l'empêche de se faire assister par un avocat. | argumenten te laten gelden, maar verhindert hem om zich daarbij te |
laten bijstaan door een advocaat. | |
B.9. Bien que le principe de droit audi alteram partem soit un | B.9. Hoewel het rechtsbeginsel audi alteram partem een beginsel van |
principe de bonne administration, le législateur décrétal peut, dans | behoorlijk bestuur is, vermag de decreetgever, in de uitoefening van |
l'exercice de ses compétences, prévoir une règle qui déroge à ce | zijn bevoegdheden, te voorzien in een regeling die afwijkt van dat |
principe, pour autant qu'elle ne soit pas incompatible avec les | beginsel, voor zover die niet onbestaanbaar is met de artikelen 10 en |
articles 10 et 11 de la Constitution. B.10. La disposition attaquée crée une différence de traitement entre, d'une part, les personnes qui, dans leurs rapports avec l'administration, peuvent se faire assister par un avocat et, d'autre part, les échevins qui ne peuvent bénéficier d'une telle assistance lorsqu'ils font valoir leurs observations devant le conseil communal qui envisage d'adopter à leur égard une motion de méfiance constructive. Cette différence de traitement repose sur un critère objectif, à savoir la nature du rapport entre les échevins et le conseil communal. B.11. L'impossibilité pour un échevin de se faire assister par un avocat, au cours du débat mené à l'occasion d'une motion de méfiance, trouve sa justification dans la nature particulière de ce débat. La motion de méfiance constructive réglée par le Code de la démocratie locale et de la décentralisation est un instrument qui permet au conseil communal d'exercer sa compétence de contrôle politique à | 11 van de Grondwet. B.10. De bestreden bepaling creëert een verschil in behandeling tussen, enerzijds, personen die zich in hun relatie tot het bestuur kunnen laten bijstaan door een advocaat, en, anderzijds, schepenen, die een dergelijke bijstand niet kunnen genieten wanneer zij hun opmerkingen laten gelden voor de gemeenteraad die overweegt jegens hen een constructieve motie van wantrouwen aan te nemen. Dat verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk de aard van de verhouding tussen de schepenen en de gemeenteraad. B.11. De onmogelijkheid voor een schepen om zich tijdens het naar aanleiding van een motie van wantrouwen gevoerde debat te laten bijstaan door een advocaat, vindt haar verantwoording in de bijzondere aard van dat debat. De in het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie geregelde constructieve motie van wantrouwen is een instrument dat de gemeenteraad toelaat zijn politieke controlebevoegdheid uit te oefenen |
l'égard du collège communal ou à l'égard d'échevins à titre | ten aanzien van het gemeentecollege of ten aanzien van individuele |
individuel. Le débat qui est mené à l'occasion d'une telle motion est, | schepenen. Het debat dat naar aanleiding van zulk een motie wordt |
de par sa nature, axé sur la question de savoir si l'organe élu | gevoerd, is inherent gericht op de vraag of het democratisch verkozen |
démocratiquement entend ou non maintenir sa confiance à l'organe | orgaan al dan niet zijn vertrouwen wil handhaven in het uitvoerend |
exécutif ou à un membre de cet organe et suppose que celui qui porte | orgaan of in een lid ervan, en veronderstelt dat wie politieke |
une responsabilité politique se justifie en personne devant l'organe | verantwoordelijkheid draagt, zich persoonlijk verantwoordt voor het |
élu démocratiquement, même lorsque la question de confiance est dictée | democratisch verkozen orgaan, ook wanneer de vertrouwenskwestie is |
par son comportement personnel. | ingegeven door zijn persoonlijk gedrag. |
B.12. Il découle de ce qui précède que la différence de traitement | B.12. Uit wat voorafgaat vloeit voort dat het in B.10 beschreven |
décrite en B.10 n'est pas incompatible avec les articles 10 et 11 de | verschil in behandeling niet onbestaanbaar is met de artikelen 10 en |
la Constitution. | 11 van de Grondwet. |
B.13. Le moyen n'est pas fondé. | B.13. Het middel is niet gegrond. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
rejette le recours | verwerpt het beroep. |
Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en | Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, |
langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op |
janvier 1989, à l'audience publique du 19 décembre 2007. | de openbare terechtzitting van 19 december 2007. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |