Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 75/2007 du 10 mai 2007 Numéro du rôle : 4060 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 442bis du Code pénal, posée par la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel d'Anvers. La Cour constit composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...)"
Extrait de l'arrêt n° 75/2007 du 10 mai 2007 Numéro du rôle : 4060 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 442bis du Code pénal, posée par la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel d'Anvers. La Cour constit composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...) Uittreksel uit arrest nr. 75/2007 van 10 mei 2007 Rolnummer 4060 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 442bis van het Strafwetboek, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Antwerpen. Het samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 75/2007 du 10 mai 2007 Uittreksel uit arrest nr. 75/2007 van 10 mei 2007
Numéro du rôle : 4060 Rolnummer 4060
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 442bis du In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 442bis van het
Code pénal, posée par la chambre des mises en accusation de la Cour Strafwetboek, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van
d'appel d'Anvers. het Hof van Beroep te Antwerpen.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A.
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels,
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt du 19 octobre 2006 en cause de la SA « BASF Antwerpen » Bij arrest van 19 oktober 2006 in zake de NV « BASF Antwerpen » tegen
contre Joris Van Gorp, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Joris Van Gorp, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
Cour le 25 octobre 2006, la chambre des mises en accusation de la Cour ingekomen op 25 oktober 2006, heeft de kamer van
d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 442bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 de « Schendt artikel 442bis van het Strafwetboek, de artikelen 10 en 11
la Constitution, lus isolément ou combinés avec les articles 6 et 7 de van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6
en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met
la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 15 du artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, fait à Politieke rechten, opgemaakt te New York, in zoverre het een
New York, en ce qu'il créerait une distinction entre une personne onderscheid in het leven zou roepen tussen een natuurlijk persoon
physique, d'une part, et une personne morale, d'autre part, en offrant enerzijds en een rechtspersoon anderzijds door enkel een natuurlijk
une protection contre le harcèlement à la seule personne physique, persoon bescherming te bieden tegen belaging, terwijl een
alors qu'une personne morale ne bénéficie pas de cette protection ? ». rechtspersoon deze bescherming niet geniet ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. L'article 442bis du Code pénal, inséré par la loi du 30 octobre 1998, qui érige en infraction le harcèlement d'une personne, dispose : « Quiconque aura harcelé une personne alors qu'il savait ou aurait dû savoir qu'il affecterait gravement par ce comportement la tranquillité de la personne visée, sera puni d'une peine d'emprisonnement de quinze jours à deux ans et d'une amende de cinquante euros à trois cents euros, ou de l'une de ces peines seulement. Le délit prévu par le présent article ne pourra être poursuivi que sur la plainte de la personne qui se prétend harcelée ». B.2. Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition, en tant qu'elle ne protégerait du harcèlement que les personnes physiques et non les personnes morales, viole le principe d'égalité et de non-discrimination. B.3. L'article 442bis du Code pénal a pour objectif de réprimer des agissements portant atteinte à la vie privée des personnes en les importunant de manière irritante. La peine prévue par cette disposition n'est applicable que lorsque B.1. Artikel 442bis van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 30 oktober 1998, stelt het belagen van een persoon, beter bekend als stalking, strafbaar. Die bepaling luidt : « Hij die een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met een van die straffen alleen. Tegen het in dit artikel bedoelde misdrijf kan alleen vervolging worden ingesteld op een klacht van de persoon die beweert te worden belaagd ». B.2. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling, in zoverre zij enkel natuurlijke personen en niet rechtspersonen tegen belaging zou beschermen, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt. B.3. Artikel 442bis van het Strafwetboek heeft tot doel handelingen te bestraffen die het privéleven van de personen aantasten door hen lastig te vallen op een wijze die voor de betrokkenen overlast meebrengt. De straf waarin die bepaling voorziet, is alleen van toepassing
toutes les conditions suivantes sont réunies : le caractère harcelant wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan : het belagende
du comportement de la personne poursuivie, une atteinte à la karakter van het gedrag van de vervolgde persoon, een verstoring van
tranquillité de la personne visée par le harceleur, un lien de de rust van de persoon die de belager beoogt, een oorzakelijk verband
causalité entre le comportement de celui-ci et cette perturbation de tussen het gedrag van die persoon en die verstoring van andermans
la tranquillité d'autrui, ainsi que la gravité de cette perturbation. rust, alsook de ernst van die verstoring.
Il appartient en définitive au juge d'apprécier la réalité de Het komt uiteindelijk de rechter toe om te oordelen over de
l'atteinte à la tranquillité d'une personne, sa gravité et le lien de werkelijkheid van de verstoring van de rust van een persoon, de ernst
causalité entre cette perturbation d'une personne déterminée et le ervan en het oorzakelijk verband tussen die verstoring van de rust van
comportement harcelant. Il aura, pour ce faire, égard aux données een bepaalde persoon en het belagende gedrag. Hij zal daartoe rekening
objectives qui lui sont soumises, telles que les circonstances du houden met de objectieve gegevens die hem worden voorgelegd, zoals de
harcèlement, les rapports qu'entretiennent l'auteur du comportement omstandigheden van de belaging, de betrekkingen tussen de dader van
harcelant et le plaignant, la sensibilité ou la personnalité de ce het belagende gedrag en de klager, de gevoeligheid of de
dernier ou la manière dont ce comportement est perçu par la société ou persoonlijkheid van de laatstgenoemde of de wijze waarop dat gedrag
le milieu social concerné. door de maatschappij of het betrokken sociaal milieu wordt ervaren.
B.4. Il relève de l'appréciation du législateur de décider si le B.4. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te
harcèlement réprimé par l'article 442bis du Code pénal concerne beslissen of de belaging die wordt bestraft door artikel 442bis van
uniquement celui dont est victime une personne physique, ou si, comme het Strafwetboek alleen betrekking heeft op die waarvan een
le suggère la partie civile devant le juge a quo, le harcèlement peut natuurlijke persoon het slachtoffer is, dan wel of, zoals de
désigner des agissements portant atteinte, de manière générale, au burgerlijke partij voor de verwijzende rechter suggereert, de belaging
respect de la vie privée dont peuvent bénéficier, dans une certaine handelingen kan betreffen die over het algemeen afbreuk doen aan de
eerbiediging van het privéleven die rechtspersonen in zekere mate
mesure, les personnes morales (CEDH, 16 avril 2002, Société Colas Est kunnen genieten (EHRM, 16 april 2002, Société Colas Est en anderen t.
et autres c. France, § 41). Frankrijk, § 41).
B.5. Le juge a quo ayant interprété l'article 442bis du Code pénal B.5. In zoverre de verwijzende rechter artikel 442bis van het
Strafwetboek in die zin heeft geïnterpreteerd dat het alleen de
comme visant exclusivement le harcèlement dont serait victime une belaging van een natuurlijke persoon beoogt, komt het het Hof niet toe
personne physique, il appartient à la Cour, non de se prononcer sur la zich uit te spreken over de pertinentie van die interpretatie, maar
pertinence de cette interprétation, mais de dire si l'article 442bis, wel na te gaan of artikel 442bis, in die interpretatie, bestaanbaar is
ainsi interprété, est compatible avec les articles 10 et 11 de la met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Constitution. B.6. En raison des différences objectives qui existent entre une B.6. Wegens de objectieve verschillen tussen een natuurlijke persoon
personne physique et une personne morale, il n'est pas discriminatoire en een rechtspersoon, is het niet discriminerend om alleen de belaging
d'ériger en infraction particulière le seul harcèlement dont la waarvan een natuurlijke persoon het slachtoffer is, op specifieke
victime est une personne physique. wijze strafbaar te stellen.
B.7. Le harcèlement peut, en effet, s'entendre comme un comportement B.7. Belaging kan immers worden begrepen als een gedrag dat de
qui trouble la tranquillité affective de la personne harcelée, ce qui gevoelsrust van de belaagde persoon verstoort, hetgeen alleen denkbaar
ne peut se concevoir qu'à l'égard d'une personne physique. Le is ten aanzien van een natuurlijke persoon. Belaging is niet een
harcèlement n'est pas un simple comportement gênant qui perturbe le louter hinderlijk gedrag dat het normaal functioneren van het
fonctionnement normal de la victime, mais un comportement gênant qui slachtoffer verstoort, maar een hinderlijk gedrag dat daarenboven een
occasionne en outre à la victime une sensation de trouble. En décidant gevoelen van onrust veroorzaakt bij het slachtoffer. Door te beslissen
de protéger pénalement, contre le harcèlement, les personnes de natuurlijke personen tegen belaging strafrechtelijk te beschermen,
physiques, le législateur fait usage d'un critère qui est pertinent maakt de wetgever gebruik van een criterium dat pertinent is omdat
puisque seule une personne physique est susceptible d'éprouver un tel trouble. alleen een natuurlijke persoon zulk een onrust kan ervaren.
B.8. La différence de traitement que l'article 442bis, ainsi B.8. Het verschil in behandeling dat artikel 442bis, aldus
interprété, établit entre les deux catégories de personnes, n'est pas geïnterpreteerd, doorvoert tussen de twee categorieën van personen, is
disproportionnée. La personne morale dont le fonctionnement serait niet onevenredig. De rechtspersoon waarvan de werking zou worden
perturbé par des actes ou des comportements s'apparentant au verstoord door handelingen of gedragingen die verwant zijn met
belaging, beschikt over andere rechtsmiddelen, zowel burger- en
harcèlement dispose d'autres voies de droit, tant civiles que sociales sociaalrechtelijke als strafrechtelijke, om ze te doen ophouden. Hij
et pénales, pour les faire cesser. Elle peut notamment, ainsi que le kan onder meer, zoals blijkt uit het geschil dat aan de verwijzende
révèle le litige soumis au juge a quo, obtenir le renvoi de la rechter is voorgelegd, de verwijzing verkrijgen van de persoon die
personne qui a nui à sa tranquillité devant le tribunal correctionnel zijn rust heeft verstoord, voor de correctionele rechtbank, uit hoofde
du chef des préventions de calomnie, de diffamation ou d'injures. van de tenlasteleggingen van laster, eerroof of beledigingen.
B.9. La prise en considération des dispositions conventionnelles B.9. Het in aanmerking nemen van de in de vraag vermelde
mentionnées dans la question ne conduit pas à une autre conclusion. verdragsbepalingen leidt niet tot een ander besluit.
B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 442bis du Code pénal ne viole pas les articles 10 et 11 de Artikel 442bis van het Strafwetboek schendt niet de artikelen 10 en 11
van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6
la Constitution, combinés ou non avec les articles 6 et 7 de la en 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 15 du artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en
Pacte international relatif aux droits civils et politiques. politieke rechten.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare
l'audience publique du 10 mai 2007. terechtzitting van 10 mei 2007.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^