Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 26/2007 du 30 janvier 2007 Numéro du rôle : 3956 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 6, § 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1988 portant réforme de l'impôt sur les revenus et modification des ta La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 26/2007 du 30 janvier 2007 Numéro du rôle : 3956 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 6, § 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1988 portant réforme de l'impôt sur les revenus et modification des ta La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) Uittreksel uit arrest nr. 26/2007 van 30 januari 2007 Rolnummer 3956 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, § 2, 1°, van de wet van 7 december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelasting en wijziging van de met h Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 26/2007 du 30 janvier 2007 Uittreksel uit arrest nr. 26/2007 van 30 januari 2007
Numéro du rôle : 3956 Rolnummer 3956
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 6, § 2, 1°, In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, § 2, 1°, van de
de la loi du 7 décembre 1988 portant réforme de l'impôt sur les wet van 7 december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelasting
revenus et modification des taxes assimilées au timbre, posée par la en wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen, gesteld door
Cour d'appel de Bruxelles. het Hof van Beroep te Brussel.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A.
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels,
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt du 30 mars 2006 en cause de P. Jans contre l'Etat belge, Bij arrest van 30 maart 2006 in zake P. Jans tegen de Belgische Staat,
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 5 5 april 2006, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende
avril 2006, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question
préjudicielle suivante : prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 6, § 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1988 portant réforme « Schendt artikel 6, § 2, 1°, van de wet van 7 december 1988 houdende
de l'impôt sur les revenus et modification des taxes assimilées au hervorming van de inkomstenbelasting en wijziging van de met het zegel
timbre viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans gelijkgestelde taksen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de
l'interprétation selon laquelle les montants exemptés d'impôt fixés au interpretatie dat de in § 1 van dat artikel 6 vastgestelde
paragraphe 1er de l'article 6 sont augmentés de 35 000 francs belges belastingvrije bedragen worden verhoogd met 35 000 BEF voor de
pour le veuf ou la veuve non remarié ainsi que pour le père ou la mère niet-hertrouwde weduwnaar of weduwe, alsook voor de ongehuwde vader of
célibataire ayant un ou plusieurs enfants à charge, alors que le moeder die één of meer kinderen ten laste heeft, terwijl de gescheiden
parent divorcé, même s'il n'est pas remarié, n'est pas célibataire au ouder, ook al is die niet hertrouwd, niet-ongehuwd is in de zin van
sens de cette disposition ? ». die bepaling ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 6, § 2, 1°, de la B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 6, § 2, 1°, van de wet van
loi du 7 décembre 1988 portant réforme de l'impôt sur les revenus et 7 december 1988 houdende hervorming van de inkomstenbelasting en
modification des taxes assimilées au timbre, qui énonce : wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen, dat luidt :
« § 2. En outre, il est ajouté aux montants précités [sont visés, les « § 2. Bovendien worden de voornoemde bedragen [bedoeld zijn de
montants correspondant à la partie du revenu imposable qui est bedragen betreffende het gedeelte van het belastbaar inkomen dat van
exemptée d'impôt] un complément : belasting wordt vrijgesteld] verhoogd :
1° de 35 000 francs pour le veuf ou la veuve, non remarié, ainsi que 1° met 35 000 frank voor de niet-hertrouwde weduwnaar of weduwe,
pour le père ou la mère célibataire ayant un ou plusieurs enfants à alsook voor de ongehuwde vader of moeder die één of meer kinderen ten
charge ». laste heeft ».
B.2. La juridiction a quo demande à la Cour si cette disposition viole B.2. Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of
les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'elle établirait die bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre
zij een verschil in behandeling zou instellen tussen, enerzijds, de
une différence de traitement entre, d'une part, le veuf non remarié, niet-hertrouwde weduwnaar, de niet-hertrouwde weduwe, de ongehuwde
la veuve non remariée, le père célibataire et la mère célibataire qui vader en de ongehuwde moeder die één of meer kinderen ten laste hebben
ont un ou plusieurs enfants à charge et bénéficient d'une majoration en een verhoging van het belastingvrije inkomen genieten, en,
du revenu exempté d'impôt et, d'autre part, le parent divorcé, même anderzijds, de gescheiden ouder, ook al is die niet hertrouwd, die één
s'il n'est pas remarié, ayant un ou plusieurs enfants à charge et qui of meer kinderen ten laste heeft en dat voordeel niet geniet.
ne bénéficie pas de cette majoration. B.3. De in het geding zijnde bepaling gaat terug op artikel 21 van de
B.3. La disposition litigieuse remonte à l'article 21 de la loi du 8 wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen
août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980 (Moniteur 1979-1980 (Belgisch Staatsblad , 15 augustus 1980; err. Belgisch
belge , 15 août 1980; err. Moniteur belge , 9 septembre 1980), qui Staatsblad , 9 september 1980), dat een belastingvermindering
accordait une réduction d'impôt aux veufs et veuves non remariés ayant verleende aan de niet-hertrouwde weduwnaars en weduwen met één of meer
un ou plusieurs enfants à charge (insertion de l'article 81, § 1er, kinderen ten laste (invoeging van artikel 81, § 1, 9°, van het Wetboek
9°, du Code des impôts sur les revenus 1964). L'article 10 de la loi van de inkomstenbelastingen 1964). Dat voordeel werd bij artikel 10
de redressement du 10 février 1981 relative aux dispositions fiscales van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake de fiscale en financiële
et financières (Moniteur belge , 14 février 1981) a étendu cet bepalingen (Belgisch Staatsblad , 14 februari 1981), met ingang van
avantage, à partir de l'exercice d'imposition 1982, au parent het aanslagjaar 1982, uitgebreid tot de niet-gehuwde ouder die één of
célibataire ayant un ou plusieurs enfants à charge (modification de meer kinderen ten laste heeft (wijziging van het voormelde artikel 81,
l'article 81, § 1er, 9°, précité). § 1, 9°).
B.4. L'exclusion, fondée sur les travaux préparatoires précités, du B.4. De uitsluiting, op grond van voormelde parlementaire
conjoint vivant séparé de fait et du parent divorcé ou séparé de corps voorbereiding, van de feitelijk gescheiden levende en de van tafel en
bed of uit de echt gescheiden ouder met één of meer kinderen ten
ayant un ou plusieurs enfants à charge, de la réduction d'impôt laste, van de voormelde belastingvermindering (parlementaire vraag nr.
précitée (question parlementaire n° 238 du 12 avril 1985, Bull. Q.R., 238 van 12 april 1985, Bull. Vr. en Antw., nr. 25, Kamer, 1984-1985,
n° 25, Chambre, 1984-1985, p. 2812), sauf s'il s'agit d'un parent p. 2812), tenzij het gaat om een uit de echt gescheiden,
divorcé, non remarié, qui a à sa charge un ou plusieurs enfants conçus niet-hertrouwde ouder die één of meer na de echtscheiding verwekte
après le divorce (question parlementaire n° 160 du 6 mars 1987, Bull. kinderen ten laste heeft (parlementaire vraag nr. 160 van 6 maart
Q.R., n° 19, Chambre, 1986-1987, p. 1912, à partir de l'exercice 1987, Bull. Vr. en Antw., nr. 19, Kamer, 1986-1987, p. 1912, met
d'imposition 1987, sur la base de la circulaire Ci.RH.331/374.682, ingang van het aanslagjaar 1987 op basis van de circulaire
Bull. contr., juin 1986, n° 651, p. 1080), n'a pas échappé au Ci.RH.331/374.682, Bull. Belastingen, juni 1986, nr. 651, p. 1115), is
législateur au cours de la phase d'adoption de la disposition de wetgever niet ontgaan bij de voorbereiding van de in het geding
litigieuse, qui a remplacé la réduction d'impôt par une augmentation zijnde bepaling, waarbij de belastingvermindering werd vervangen door
du revenu exonéré d'impôt : een verhoging van het van belasting vrijgestelde inkomen :
« M. Defosset se demande pourquoi la majoration de 35 000 F de la « De heer Defosset vraagt zich af waarom de in artikel 6, § 2, 1°
partie du revenu exemptée d'impôt, prévue à l'article 6, § 2, 1°, ne bepaalde verhoging van het van belasting vrijgesteld inkomen met 35
s'applique pas au conjoint divorcé ou séparé de fait ayant charge 000 frank aan de uit de echt gescheiden of feitelijk gescheiden
d'enfants. echtgenoot met kinderlast wordt onthouden.
M. Clerfayt présente un amendement (n° 46) procédant d'un souci De heer Clerfayt heeft vanuit dezelfde bekommernis een amendement (nr.
identique et visant à combler cette lacune. Il convient, selon lui, 46) ingediend dat deze leemte poogt op te vullen. Iedere discriminatie
d'éviter toute discrimination entre les familles monoparentales. tussen de één oudergezinnen dient zijns inziens te worden vermeden.
[...] [...]
Le Ministre estime que, d'une matière plus générale et en particulier Meer in het algemeen en bijvoorbeeld in de situatie als bedoeld in
dans la situation visée à l'article 6, § 2, 1°, on pourrait affirmer artikel 6, § 2, 1° zou men, aldus de Minister, kunnen stellen dat
que le divorce ou la séparation de fait constituent des événements echtscheiding of feitelijke scheiding evenzeer brutale of plotse
tout aussi pénibles ou soudains. Il demande néanmoins le rejet de gebeurtenissen zijn. Hij vraagt niettemin de verwerping van het
l'amendement n° 46 de M. Clerfayt » (Doc. parl., Chambre, 1988-1989, amendement (nr. 46) van de heer Clerfayt » (Parl. St., Kamer,
n° 597/7, pp. 108-109). B.5. La différence de traitement entre, d'une part, le veuf non remarié, la veuve non remariée, le père célibataire et la mère célibataire ayant un ou plusieurs enfants à charge et, d'autre part, le parent divorcé non remarié ayant un ou plusieurs enfants à charge repose sur un critère objectif, à savoir l'état civil du contribuable en question. B.6. La disposition litigieuse vise à accorder un avantage fiscal aux bénéficiaires en raison du fait qu'ils seraient seuls à se charger de leurs enfants. En vertu du critère de distinction, il s'agit exclusivement de contribuables qui ont perdu leur conjoint par suite d'un décès ou qui n'ont jamais eu de conjoint. B.7. Le critère de distinction, qui est fondé sur l'état civil du parent contribuable, est de nature à priver une partie des contribuables du bénéfice de la majoration du revenu exonéré d'impôt pour la seule raison qu'ils ont été mariés. Or, l'on ne peut nullement exclure que le parent contribuable divorcé doive, tout comme la catégorie des contribuables bénéficiaires, se charger seul d'un enfant. Les travaux préparatoires de la disposition litigieuse ne font 1988-1989, nr. 597/7, pp. 108-109). B.5. Het verschil in behandeling tussen, enerzijds, de niet-hertrouwde weduwnaar, de niet-hertrouwde weduwe, de ongehuwde vader en de ongehuwde moeder die één of meer kinderen ten laste hebben en, anderzijds, de niet-hertrouwde uit de echt gescheiden ouder die één of meer kinderen ten laste heeft, berust op een objectief criterium, namelijk de burgerlijke staat van de betrokken belastingplichtige. B.6. De in het geding zijnde bepaling strekt ertoe de begunstigden een fiscaal voordeel toe te kennen vanwege het feit dat zij alleen zouden instaan voor hun kinderen. Op grond van het onderscheidingscriterium betreft het uitsluitend belastingplichtigen die hun huwelijkspartner door overlijden hebben verloren of nooit een huwelijkspartner hebben gehad. B.7. Het op de burgerlijke staat van de belastingplichtige ouder gebaseerde onderscheidingscriterium is van dien aard dat een deel van de belastingplichtigen het voordeel van de verhoging van de belastingvrije inkomsten wordt ontnomen om de enkele reden dat zij voordien gehuwd zijn geweest. Nochtans valt geenszins uit te sluiten dat de uit de echt gescheiden belastingplichtige ouder, net zoals de categorie van de begunstigde belastingplichtigen, alleen moet instaan voor een kind. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding
nullement apparaître - et la Cour n'aperçoit pas - en vertu de quelle zijnde bepaling blijkt geenszins - en het Hof ziet evenmin in - op
considération cet avantage est refusé à ce parent, qui, en devant grond van welke overweging aan die ouder, die, door alleen te moeten
s'occuper seul d'un enfant, peut se trouver dans une situation instaan voor een kind, in een situatie kan verkeren die vergelijkbaar
comparable à celle des catégories de contribuables bénéficiaires. Le is met die van de begunstigde categorieën van belastingplichtigen, dat
voordeel wordt ontzegd. Het onderscheidingscriterium is derhalve niet
critère de distinction n'est donc pas pertinent pour pouvoir justifier pertinent om het in het geding zijnde verschil in behandeling te
la différence de traitement en cause. kunnen verantwoorden.
B.8. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. B.8. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 6, § 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1988 portant réforme de Artikel 6, § 2, 1°, van de wet van 7 december 1988 houdende hervorming
l'impôt sur les revenus et modification des taxes assimilées au timbre van de inkomstenbelasting en wijziging van de met het zegel
viole les articles 10 et 11 de la Constitution. gelijkgestelde taksen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 janvier 2007. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 januari 2007.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^