← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 116/2006 du 5 juillet 2006 Numéro du rôle : 3827 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 202 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par
la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, com après en avoir délibéré,
rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 116/2006 du 5 juillet 2006 Numéro du rôle : 3827 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 202 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, com après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 116/2006 van 5 juli 2006 Rolnummer 3827 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 202 van het Wetboek van de inkomensbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof, same wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 116/2006 du 5 juillet 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 116/2006 van 5 juli 2006 |
Numéro du rôle : 3827 | Rolnummer 3827 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 202 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 202 van het |
des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d'appel de Liège. | Wetboek van de inkomensbelastingen 1992, gesteld door het Hof van |
Beroep te Luik. | |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Henneuse, M. Bossuyt, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, | R. Henneuse, M. Bossuyt, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 16 novembre 2005 en cause de la SA Peltzer contre l'Etat | Bij arrest van 16 november 2005 in zake de n.v. Peltzer tegen de |
belge, S.P.F. Finances, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Belgische Staat, F.O.D. Financiën, waarvan de expeditie ter griffie |
Cour d'arbitrage le 8 décembre 2005, la Cour d'appel de Liège a posé | van het Arbitragehof is ingekomen op 8 december 2005, heeft het Hof |
la question préjudicielle suivante : | van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 202 CIR viole-t-il les articles 10 et 11 de la | « Schendt artikel 202 van het W.I.B. de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet, in zoverre het het voordeel van het stelsel van de D.B.I.'s | |
Constitution en ce qu'il réserve le bénéfice du régime des RDT aux | uitsluitend voorbehoudt aan de vennootschappen die een deelneming |
seules sociétés détenant une participation s'élevant à 5 % au moins et | bezitten van ten minste 5 pct. en aan de kredietinstellingen, |
aux sociétés de banque, d'assurances, ou de bourse, quel que soit le | verzekeringsondernemingen en beursvennootschappen, ongeacht het bedrag |
montant de leur participation ? ». | van hun deelneming ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La question préjudicielle concerne le régime dit des revenus | B.1.1. De prejudiciële vraag betreft het zogenaamde stelsel van de |
définitivement taxés (ci-après : R.D.T.), tel qu'il est organisé par | definitief belaste inkomsten (hierna : D.B.I.), zoals het is geregeld |
les articles 202 à 205 du Code des impôts sur les revenus 1992 | bij de artikelen 202 tot 205 van het Wetboek van de |
(ci-après : C.I.R. 1992), dans leur version applicable aux exercices | inkomstenbelastingen 1992 (hierna : W.I.B. 1992), in de versie ervan |
d'imposition 1998 et 1999. | die op de aanslagjaren 1998 en 1999 van toepassing was. |
B.1.2. Dans cette version, l'article 202 du C.I.R. 1992, tel qu'il a | B.1.2. In die versie bepaalde artikel 202 van het W.I.B. 1992, |
été successivement modifié par l'article 19 de la loi du 28 juillet | achtereenvolgens gewijzigd bij artikel 19 van de wet van 28 juli 1992 |
1992 « portant des dispositions fiscales et financières », par | « houdende fiscale en financiële bepalingen », bij artikel 3 van de |
l'article 3 de la loi du 22 mars 1995 « entérinant la convention du 1er | wet van 22 maart 1995 « tot bekrachtiging van de overeenkomst van 1 |
juin 1994 entre le Gouvernement fédéral, le Gouvernement flamand, le | juni 1994 tussen de federale Regering, de Vlaamse Regering, de Waalse |
Gouvernement régional wallon et le Gouvernement de la Région de | Gewestregering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
Bruxelles-Capitale relative au règlement des dettes du passé et | betreffende de regeling van de schulden van het verleden en de ermede |
charges s'y rapportant en matière de logement social, et contenant | verband houdende lasten inzake sociale huisvesting, en houdende |
certaines dispositions fiscales et financières en vue de l'application | sommige fiscale en financiële bepalingen ten einde de genoemde |
de ladite convention », et par l'article 25 de l'arrêté royal du 20 | overeenkomst te kunnen toepassen » en bij artikel 25 van het |
décembre 1996 « portant des mesures fiscales diverses en application | koninklijk besluit van 20 december 1996 « houdende diverse fiscale |
des articles 2, § 1er, et 3, § 1er, 2° et 3° de la loi du 26 juillet | maatregelen, met toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2° en |
1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation | 3°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de |
de la Belgique à l'Union économique et monétaire européenne », | budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese |
confirmé par la loi du 13 juin 1997, disposait : | Economische en Monetaire Unie », bekrachtigd bij de wet van 13 juni |
« § 1. Des bénéfices de la période imposable sont également déduits, | 1997 : « § 1. Van de winst van het belastbare tijdperk worden mede |
dans la mesure où ils s'y retrouvent : | afgetrokken, in zover zij erin voorkomen : |
1° les dividendes, à l'exception des revenus qui sont obtenus à | 1° dividenden met uitzondering van inkomsten die zijn verkregen naar |
l'occasion de la cession à une société de ses propres actions ou parts | aanleiding van de afstand aan een vennootschap van haar eigen aandelen |
ou lors du partage total ou partiel de l'avoir social d'une société; | of naar aanleiding van de gehele of gedeeltelijke verdeling van het |
vermogen van een vennootschap; | |
2° dans la mesure où il constitue un dividende auquel les articles | 2° in zover het een dividend betreft waarop de artikelen 186, 187 of |
186, 187 ou 209 ou des dispositions analogues de droit étranger ont | 209 of gelijkaardige bepalingen naar buitenlands recht zijn toegepast, |
été appliquées, l'excédent que présentent les sommes obtenues ou la | het positieve verschil tussen de verkregen sommen of de waarde van de |
valeur des éléments reçus, sur la valeur d'investissement ou de | ontvangen bestanddelen en de aanschaffings- of beleggingsprijs van de |
revient des actions ou parts acquises, remboursées ou échangées par la | aandelen die worden verkregen, terugbetaald of geruild door de |
société qui les avait émises, éventuellement majorée des plus-values y | vennootschap die ze had uitgegeven, eventueel verhoogd met de |
afférentes, antérieurement exprimées et non exonérées; | desbetreffende voorheen uitgedrukte en niet vrijgestelde meerwaarden; |
[...] | [...] |
§ 2. Les revenus visés au § 1er, 1° et 2°, ne sont déductibles que | § 2. De in § 1, 1° en 2°, vermelde inkomsten zijn slechts aftrekbaar |
pour autant qu'à la date d'attribution ou de mise en paiement de | in zoverre op de datum van toekenning of betaalbaarstelling van deze |
ceux-ci, la société qui en bénéficie détienne dans le capital de la | inkomsten, de vennootschap die de inkomsten verkrijgt in het kapitaal |
société qui les distribue une participation de 5 p.c. au moins ou dont | van de vennootschap die ze uitkeert, een deelneming bezit van ten |
la valeur d'investissement atteint au moins 50 millions de francs. | minste 5 pct. of met een aanschaffingswaarde van ten minste 50 miljoen frank. |
Cette condition ne s'applique toutefois pas aux revenus : | Deze voorwaarde is evenwel niet van toepassing op de inkomsten : |
1° recueillis par des établissements de crédit visés à l'article 56, § | 1° die worden verkregen door kredietinstellingen vermeld in artikel |
1er; | 56, § 1; |
2° recueillis par des entreprises d'assurances visées à l'article 56, | 2° die worden verkregen door verzekeringsondernemingen vermeld in |
§ 2, 2°, h; | artikel 56, § 2, 2°, h; |
3° recueillis par des sociétés de bourse visées à l'article 47 de la | 3° die worden verkregen door beursvennootschappen vermeld in artikel |
loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des | 47 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het |
entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et | statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de |
conseillers en placements; | bemiddelaars en beleggingsadviseurs; |
4° recueillis par des sociétés d'investissement; | 4° die worden verkregen door beleggingsvennootschappen; |
5° alloués ou attribués par les intercommunales régies par la loi du | 5° die worden verleend of toegekend door intercommunales beheerst door |
22 décembre 1986; | de wet van 22 december 1986; |
6° alloués ou attribués par des sociétés d'investissement ». | 6° die worden verleend of toegekend door beleggingsvennootschappen ». |
B.2.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité avec les articles | B.2.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de |
10 et 11 de la Constitution de cette disposition, en ce qu'elle | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van die bepaling, in zoverre zij |
réserve le régime des R.D.T., d'une part, aux seules sociétés détenant | het D.B.I.-stelsel voorbehoudt aan, enerzijds, uitsluitend de |
une participation s'élevant à 5 p.c. au moins, et, d'autre part, aux | vennootschappen die een deelneming bezitten van ten minste 5 pct. en, |
sociétés de banque, d'assurances, ou de bourse, quel que soit le | anderzijds, de banken, verzekeringsondernemingen of |
montant de leur participation. | beursvennootschappen, ongeacht het bedrag van hun deelneming. |
B.2.2. La question préjudicielle ne porte dès lors que sur l'article | B.2.2. De prejudiciële vraag betreft derhalve alleen artikel 202, § 2, |
202, § 2, du C.I.R. 1992, auquel la Cour limite par conséquent son examen. | van het W.I.B. 1992, waartoe het Hof zijn onderzoek bijgevolg beperkt. |
En ce qui concerne l'exigence d'un seuil de participation | Ten aanzien van de vereiste van een deelnemingsdrempel |
B.3.1. La première partie de la question préjudicielle porte sur | B.3.1. Het eerste deel van de prejudiciële vraag betreft artikel 202, |
l'article 202, § 2, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, qui établit une | § 2, eerste lid, van het W.I.B. 1992, dat voorziet in een voorwaarde |
condition de participation minimale afin de pouvoir bénéficier du régime des R.D.T. | van een minimale deelneming om het D.B.I.-stelsel te kunnen genieten. |
B.3.2. Contrairement à ce qu'énonce la question préjudicielle, | B.3.2. In tegenstelling tot wat in de prejudiciële vraag wordt |
l'article 202, § 2, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, dans sa version | verklaard, behield artikel 202, § 2, eerste lid, van het W.I.B. 1992, |
applicable au litige, ne réservait pas le bénéfice du régime des | in de versie ervan die op het geschil van toepassing is, het voordeel |
R.D.T. aux seules sociétés détenant dans le capital de la société | van het D.B.I.-stelsel niet uitsluitend voor aan de vennootschappen |
die in het kapitaal van de vennootschap die dividenden uitkeert, een | |
distributrice de dividendes une participation de 5 p.c. au moins, | deelneming van ten minste 5 pct. bezitten, vermits het ook de |
puisqu'il permettait également aux sociétés dont la valeur | |
d'investissement dans ce capital atteignait 50 millions de francs de | vennootschappen met een « aanschaffingswaarde » van ten minste 50 |
bénéficier du régime des R.D.T. | miljoen frank in dat kapitaal het D.B.I.-stelsel liet genieten. |
B.3.3. La Cour doit examiner si cette condition de participation | B.3.3. Het Hof moet nagaan of die voorwaarde van een minimale |
minimale viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | deelneming de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. |
B.4. Il ressort des faits de la cause et des motifs de la décision de | B.4. Uit de feiten van het geding en de motieven van de |
renvoi que la Cour est invitée à comparer la situation des sociétés | verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht de situatie |
qui satisfont à la condition de participation minimale imposée par | van de vennootschappen die voldoen aan de bij artikel 202, § 2, eerste |
l'article 202, § 2, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, et qui peuvent | lid, van het W.I.B. 1992 opgelegde voorwaarde van een minimale |
bénéficier du régime des R.D.T., avec la situation des sociétés qui ne | deelneming en die het D.B.I.-stelsel kunnen genieten, te vergelijken |
satisfont ni à cette condition, ni à l'article 202, § 2, alinéa 2, du C.I.R. 1992, et qui ne peuvent dès lors bénéficier du régime des R.D.T. B.5. C'est le propre d'un seuil de créer une différence de traitement entre les personnes qui atteignent ce seuil, et celles qui ne l'atteignent pas. Dans le cadre de son examen de la compatibilité d'un seuil avec le principe d'égalité et de non-discrimination, la Cour doit tenir compte du fait que, lorsque le législateur décide d'instaurer un seuil, il dispose en la matière d'une large marge d'appréciation. La Cour doit dès lors se limiter à vérifier l'absence de disproportion manifeste entre les effets de ce seuil et l'objectif poursuivi par le législateur. B.6.1. Le régime dit des R.D.T., tel qu'il est organisé par les articles 202 à 205 du C.I.R. 1992, est un mécanisme correcteur qui tend à éviter la double imposition économique des dividendes. Ce régime permet aux sociétés de déduire de leurs bénéfices imposables à l'impôt des sociétés les dividendes qu'elles ont perçus, et ce à | met de situatie van de vennootschappen die niet voldoen aan die voorwaarde, noch aan artikel 202, § 2, tweede lid, van het W.I.B. 1992, en die het D.B.I.-stelsel derhalve niet kunnen genieten. B.5. Het is eigen aan een drempel een verschil in behandeling tot stand te brengen tussen de personen die die drempel bereiken en diegenen die die niet bereiken. In het kader van zijn onderzoek naar de verenigbaarheid van een drempel met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie moet het Hof ermee rekening houden dat de wetgever, wanneer hij beslist een drempel in te voeren, ter zake over een grote beoordelingsruimte beschikt. Het Hof moet zich derhalve ertoe beperken de ontstentenis van een duidelijke onevenredigheid tussen de gevolgen van die drempel en het door de wetgever nagestreefde doel na te gaan. B.6.1. Het D.B.I.-stelsel, zoals het is geregeld bij de artikelen 202 tot 205 van het W.I.B. 1992, is een corrigerend mechanisme dat ertoe strekt de economische dubbele belasting van de dividenden te voorkomen. Dat stelsel maakt het de vennootschappen mogelijk de door hen |
concurrence de 95 p.c. de leur montant. | verkregen dividenden ten belope van 95 pct. van het bedrag ervan af te |
trekken van hun in de vennootschapsbelasting belastbare winsten. | |
B.6.2. Toutefois, s'il est présenté comme une mesure visant à éviter | B.6.2. Hoewel het D.B.I.-stelsel wordt voorgesteld als een maatregel |
une double imposition économique, le régime des R.D.T. n'a jamais été | die ertoe strekt een economische dubbele belasting te voorkomen, is |
accordé de manière absolue et il a fait l'objet de modifications | het nooit op absolute wijze toegekend en heeft het opeenvolgende |
successives, qui ont eu pour objectif de renforcer les conditions | wijzigingen ondergaan die tot doel hadden de voorwaarden om dat |
exigées pour pouvoir bénéficier du régime des R.D.T., et qui en ont | stelsel te kunnen genieten, strenger te maken en die het |
dès lors restreint le champ d'application. | toepassingsgebied ervan derhalve hebben beperkt. |
Ces modifications doivent par ailleurs s'envisager en tenant compte du | Die wijzigingen moeten overigens worden beschouwd in de context van de |
contexte des réformes dans lesquelles elles s'inscrivent. | hervormingen waarin zij zich situeren. |
B.7.1. Ainsi, les articles 111 à 113 du Code des impôts sur les | B.7.1. De artikelen 111 tot 113 van het Wetboek van de |
revenus 1964 (ci-après : C.I.R. 1964) prévoyaient déjà pour les | inkomstenbelastingen 1964 (hierna : W.I.B. 1964) voorzagen voor de |
dividendes un régime de R.D.T. qui trouve son origine dans l'article | dividenden aldus in een D.B.I.-stelsel dat zijn oorsprong vindt in |
34 de la loi du 20 novembre 1962 « portant réforme des impôts sur les | artikel 34 van de wet van 20 november 1962 « houdende hervorming van |
revenus ». | de inkomstenbelastingen ». |
Cette déduction n'opérait toutefois initialement qu'à concurrence de | |
85 p.c. du montant encaissé, sauf pour les sociétés industrielles pour | Die aftrek gebeurde aanvankelijk echter slechts ten belope van 85 pct. |
van het geïncasseerde bedrag, behalve voor de industriële | |
lesquelles ce pourcentage était porté à 95 p.c. | vennootschappen, waarvoor dat percentage op 95 pct. was gebracht. |
B.7.2. Les articles 111 à 113 du C.I.R. 1964 ont été modifiés par | B.7.2. De artikelen 111 tot 113 van het W.I.B. 1964 zijn gewijzigd bij |
l'article 32 de la loi du 25 juin 1973 « modifiant le Code des impôts | artikel 32 van de wet van 25 juni 1973 « tot wijziging van het Wetboek |
van de inkomstenbelastingen met betrekking tot, inzonderheid, de | |
sur les revenus, en ce qui concerne, notamment, la taxation des | belastingheffing over meerwaarden, de grondslag en de berekening van |
plus-values, l'assiette et le calcul de l'impôt des sociétés et de | de vennootschapsbelasting en de belasting der niet-verblijfhouders, |
l'impôt des non-résidents, ainsi que la répression de certaines formes | zomede tot de beteugeling van sommige vormen van belastingontduiking |
de fraude et d'évasion fiscales ». | en -ontwijking ». |
Les travaux préparatoires de la loi précitée du 25 juin 1973 | In de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van 25 juni |
constataient : | 1973 werd vastgesteld : |
« En matière d'impôt des sociétés, la déduction, au titre de ' revenus | « Inzake vennootschapsbelasting worden de door een Belgische |
définitivement taxés ', des dividendes ou revenus de capitaux investis | vennootschap geïncasseerde dividenden of inkomsten van belegde |
encaissés par une société belge, est opérée même si : | kapitalen, als ' definitief belastbare inkomsten ' afgetrokken zelfs indien : |
[...] | [...] |
b) la société bénéficiaire ne détient pas une participation | b) de verkrijgende vennootschap geen relatief belangrijke en vaste |
relativement importante ou permanente dans le capital social de la | deelneming in het maatschappelijk kapitaal van de uitkerende |
société distributrice » (Doc. parl., Chambre, 1972-1973, n° 521/1, p. 19). | vennootschap bezit » (Parl. St., Kamer, 1972-1973, nr. 521/1, p. 19). |
La loi précitée du 25 juin 1973 a donc choisi d'instaurer l'exigence « | De voormelde wet van 25 juni 1973 heeft dus ervoor gekozen de vereiste |
que les participations dont découlent les dividendes ou revenus de | in te voeren « dat de deelnemingen die de dividenden of inkomsten van |
capitaux investis présentent un certain degré de ' permanence ', | belegde kapitalen opbrengen, een bepaalde ' vastheid ' vertonen d.w.z. |
c'est-à-dire qu'elles soient, en principe, détenues par la société | dat ze in principe in het bezit van de vennootschap moeten zijn |
pendant toute la période imposable au cours de laquelle les dividendes | gedurende het gehele belastbaar tijdperk waarin de dividenden of |
ou les revenus de capitaux investis ont été encaissés » (Doc. parl., | inkomsten van belegde kapitalen werden geïncasseerd » (Parl. St., |
Chambre, 1972-1973, n° 521/7, pp. 39-40). | Kamer, 1972-1973, nr. 521/7, pp. 39-40). |
B.7.3. Les articles 275 et suivants de la loi du 22 décembre 1989 « | B.7.3. De artikelen 275 en volgende van de wet van 22 december 1989 « |
portant des dispositions fiscales » ont à nouveau modifié les articles | houdende fiscale bepalingen » hebben de artikelen 111 tot 113 van het |
111 à 113 du C.I.R. 1964 : | W.I.B. 1964 opnieuw gewijzigd : |
« [...] pour éviter que certains revenus n'échappent à toute taxation, | « Om [...] te voorkomen dat bepaalde inkomens aan elke vorm van |
le régime des R.D.T. sera désormais réservé aux revenus qui auront été | belasting zouden ontsnappen, zal het stelsel van de DBI's voortaan |
effectivement imposés dans un stade antérieur » (Doc. parl., Sénat, | worden voorbehouden voor de inkomens die in een vroeger stadium |
1989-1990, n° 806/1, p. 3). | werkelijk werden belast » (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 806/1, p. |
Pour bénéficier du régime des R.D.T., les revenus devaient donc être | 3). Om het D.B.I.-stelsel te genieten, moesten de inkomsten dus worden |
octroyés par des sociétés « soumises à l'impôt des sociétés ou - en ce | verleend door vennootschappen « welke onderworpen zijn aan de |
qui concerne les sociétés étrangères - à un impôt analogue à l'impôt | vennootschapsbelasting of - voor wat de buitenlandse vennootschappen |
betreft - aan een belasting gelijkaardig aan de vennootschapsbelasting | |
des sociétés » (ibid., p. 74). | » (ibid., p. 74). |
B.7.4. La loi du 23 octobre 1991 « transposant en droit belge la | B.7.4. De wet van 23 oktober 1991 « tot omzetting in het Belgische |
recht van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van | |
Directive du Conseil des Communautés européennes du 23 juillet 1990 | 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor |
concernant le régime fiscal commun applicable aux sociétés mères et | moedermaatschappijen en dochterondernemingen » heeft de voorwaarde van |
filiales » a supprimé la condition de permanence de la participation, | de vastheid van de deelneming afgeschaft, het percentage van de aftrek |
fixé uniformément le pourcentage de la déduction à 95 p.c. du montant | op uniforme wijze op 95 pct. van het verkregen bedrag gebracht en de |
recueilli et renforcé la condition de taxation des revenus perçus. | voorwaarde van de belasting van de geïnde inkomsten strenger gemaakt. |
Il était ainsi prévu que les « mesure d'élimination de la double | Zo werd bepaald dat « de maatregelen inzake D.B.I. ter voorkoming van |
dubbele belastingen [...] zowel voor binnenlandse als voor | |
imposition par le régime des R.D.T. s'appliquent tant aux flux de | grensoverschrijdende - zowel in de E.E.G. als daarbuiten - |
dividendes internes au pays, qu'aux flux en provenance de la C.E.E. ou | dividendenoverdrachten [gelden] » (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. |
hors C.E.E. » (Doc . parl., Sénat, 1991-1992, n° 1454/2, p. 3). | 1454/2, p. 3). |
Les travaux préparatoires de la loi précitée du 23 octobre 1991 | In de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van 23 oktober |
précisaient : | 1991 is gepreciseerd : |
« Aucune condition de participation minimale n'est requise dans le | « Geen vereiste minimumparticipatie werd door de Belgische overheid in |
projet du Gouvernement belge » (ibid. ). | aanmerking genomen » (ibid. ). |
B.7.5. Il résulte de ce qui précède qu'avant même l'instauration d'une | B.7.5. Uit hetgeen voorafgaat, blijkt dat zelfs vóór de invoering van |
condition de participation minimale, le législateur n'a jamais | een voorwaarde van een minimale deelneming, de wetgever nooit heeft |
considéré que le régime des R.D.T. devait s'appliquer de manière | gesteld dat het D.B.I.-stelsel op onvoorwaardelijke wijze van |
inconditionnelle dans toutes les hypothèses de distribution de | toepassing moest zijn in alle gevallen waar dividenden worden |
dividendes. | uitgekeerd. |
B.8.1. C'est l'article 9, 1°, de la loi du 28 décembre 1992 « portant | B.8.1. Artikel 9, 1°, van de wet van 28 december 1992 « houdende |
des dispositions fiscales, financières et diverses » qui a introduit | fiscale, financiële en diverse bepalingen » heeft in artikel 203 van |
dans l'article 203 du C.I.R. 1992 la condition de participation | het W.I.B. 1992 de bekritiseerde voorwaarde van een minimale |
minimale critiquée. | deelneming ingevoegd. |
Cette condition quantitative au niveau de la participation requise | Die kwantitatieve voorwaarde op het vlak van de vereiste deelneming |
sera reprise ultérieurement, sans modification de fond, dans l'article | zal later, zonder fundamentele wijziging, worden overgenomen in |
202, § 2, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, à la suite de sa modification | artikel 202, § 2, eerste lid, van het W.I.B. 1992, na de wijziging |
par l'article 25 de l'arrêté royal du 20 décembre 1996 « portant des | ervan bij artikel 25 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 « |
mesures fiscales diverses en application des articles 2, § 1er, et 3, | houdende diverse fiscale maatregelen, met toepassing van de artikelen |
§ 1er, 2° et 3° de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les | 2, § 1, en 3, § 1, 2° en 3°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende |
tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België | |
conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union | aan de Europese Economische en Monetaire Unie », bekrachtigd bij de |
économique et monétaire européenne », confirmé par la loi du 13 juin | wet van 13 juni 1997. |
1997. B.8.2. Les travaux préparatoires de la loi précitée du 28 décembre | B.8.2. In de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van 28 |
1992 exposaient : | december 1992 is uiteengezet : |
« L'accès au régime fiscal des revenus définitivement taxés est freiné | « De toegang tot het fiscaal stelsel van de definitief belaste |
par l'introduction d'une condition supplémentaire » (Doc. parl., | inkomsten wordt bemoeilijkt door het invoeren van een bijkomende |
Chambre, 1992-1993, n° 717/1, p. 4). | voorwaarde » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 717/1, p. 4). |
En ce qui concerne cette condition, le ministre des Finances a fait | In verband met die voorwaarde heeft de Minister van Financiën |
remarquer : | opgemerkt : |
« [...] la directive du Conseil du 23 juillet 1990 concernant le | « [...] de richtlijn van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de |
gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en | |
régime fiscal commun applicable aux sociétés mères et filiales d'Etats | dochterondernemingen in verschillende lidstaten (90/435/EEG) [biedt] |
membres différents (90/435/CEE) ouvre la faculté aux Etats membres de | de lidstaten de mogelijkheid [...] een voorwaarde te stellen waarbij |
fixer une condition de participation minimale. Au moment de transposer | een minimumparticipatie wordt gevraagd. Bij de omzetting van de |
la directive européenne en droit belge (loi du 23 octobre 1991 - | Europese richtlijn in het Belgische recht (wet van 23 oktober 1991 - |
Moniteur belge du 15 novembre 1991), le Gouvernement n'avait pas | Belgisch Staatsblad van 15 november 1991) heeft de Regering geen |
retenu cette possibilité. | voorwaarde ingeschreven. |
Comme plusieurs Etats membres ont instauré une telle condition, le | Aangezien verscheidene lidstaten thans wel een dergelijke voorwaarde |
Gouvernement a finalement décidé de faire de même. Les montants | hebben ingesteld, heeft de Regering uiteindelijk beslist dat ook te |
retenus sont ceux en vigueur dans nos pays voisins (10 % au | doen. De vastgestelde bedragen zijn dezelfde als in onze buurlanden |
grand-duché de Luxembourg et 5 % aux Pays Bas) » (Doc. parl., Chambre, | (10 % in het Groothertogdom Luxemburg en 5 % in Nederland) » (Parl. |
1992-1993, n° 717/5, pp. 69-70). | St., Kamer, 1992-1993, nr. 717/5, pp. 69-70). |
B.8.3. Lors des travaux préparatoires de la loi précitée du 23 octobre | B.8.3. Tijdens de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van |
1991, le ministre des Finances avait en effet constaté : | 23 oktober 1991 had de Minister van Financiën immers vastgesteld : |
« La transposition de la directive européenne ' sociétés | « De omzetting van de Europese ' moeder-dochter '-richtlijn drukt |
mères-filiales ' entraîne en effet un coût inévitable pour le budget | onvermijdelijk op de Rijksbegroting. De Regering zag zich bijgevolg |
de l'Etat, ce qui impose au Gouvernement de dégager des compensations | gedwongen voor compensaties te zorgen opdat de omzetting voor de |
begroting uiteindelijk in een nul-operatie kon uitmonden. Er bestaat | |
fin d'assurer la neutralité budgétaire de l'opération. Les mesures | dan ook een logisch verband tussen de voorgestelde |
compensatoires ont dès lors un lien logique avec l'objet de la | begeleidingsmaatregelen en het doel van de EG-Richtlijn. |
directive précitée. | Het spreekt vanzelf dat dit ontwerp op geen enkel ogenblik vooruit |
Il est évident que ce projet ne préjuge en rien d'autres mesures que | loopt op de maatregelen omtrent de fiscaliteit van de ondernemingen |
pourrait adopter le prochain gouvernement en matière de fiscalité des | die de volgende regering eventueel zou nemen » (Parl. St., Kamer, |
entreprises » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 1784/3, p. 9). | 1991-1992, nr. 1784/3, p. 9). |
La modification du régime des R.D.T. par la loi du 28 décembre 1992 | De wijziging van het D.B.I.-stelsel door de wet van 28 december 1992 |
est ainsi apparue nécessaire « afin de maintenir ou de réaliser | is aldus noodzakelijk gebleken « om het verwachte effect van vroegere |
l'effet attendu des mesures antérieures » (Doc. parl., Chambre, | maatregelen te kunnen behouden of alsnog te realiseren » (Parl. St., |
1992-1993, n° 717/5, p. 43). | Kamer, 1992-1993, nr. 717/5, p. 43). |
B.8.4. Si la condition de participation minimale poursuivait des | B.8.4. Hoewel de voorwaarde van een minimale deelneming budgettaire |
objectifs budgétaires de limitation du régime des R.D.T., dans le | doelstellingen nastreefde teneinde het D.B.I.-stelsel te beperken, in |
cadre d'une réforme plus globale de l'impôt des sociétés, elle | het kader van een meer algemene hervorming van de |
s'inscrivait donc essentiellement dans le cadre de la transposition de | vennootschapsbelasting, paste zij dus voornamelijk in het kader van de |
la directive 90/435/CEE du Conseil du 23 juillet 1990 concernant le | omzetting van richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 |
betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor | |
régime fiscal commun applicable aux sociétés mères et filiales d'Etats | moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende |
membres différents. | Lid-Staten. |
B.8.5. Selon le préambule de cette directive, l'objectif est en effet | B.8.5. Volgens de aanhef van die richtlijn bestaat het doel immers |
de favoriser « les regroupements de sociétés d'Etats membres | erin « hergroeperingen van vennootschappen uit verschillende lidstaten |
différents ». | » te bevorderen. |
L'article 4.1 de la directive précitée 90/435/CEE prévoyait en effet : | Artikel 4.1 van de voormelde richtlijn 90/435/EEG bepaalde immers : |
« Lorsqu'une société mère reçoit, à titre d'associée de sa société | « Wanneer een moedermaatschappij als deelgerechtigde van haar |
filiale, des bénéfices distribués autrement qu'à l'occasion de la | dochteronderneming uitgekeerde winst ontvangt, anders dan bij de |
liquidation de celle-ci, l'Etat de la société mère : | liquidatie van de dochteronderneming, moet de Lid-Staat van de moedermaatschappij : |
- soit s'abstient d'imposer ces bénéfices, | - of wel zich onthouden van het belasten van deze winst; |
- soit les impose, tout en autorisant cette société à déduire du | - of wel de winst belasten, maar in dat geval de moedermaatschappij |
montant de son impôt la fraction de l'impôt de la filiale afférente à | toestaan dat gedeelte van de belasting van de dochteronderneming dat |
op deze winst betrekking heeft van haar eigen belasting af te trekken | |
ces bénéfices et, le cas échéant, le montant de la retenue à la source | en, in voorkomend geval, het bedrag dat, ingevolge de |
perçue par l'Etat membre de résidence de la filiale en application des | uitzonderingsbepalingen van artikel 5, door de Lid-Staat waar de |
dochteronderneming gevestigd is aan de bron is ingehouden, zulks | |
dispositions dérogatoires de l'article 5, dans la limite du montant de | binnen de grenzen van het bedrag van de overeenstemmende nationale |
l'impôt national correspondant ». | belasting ». |
L'article 3.1. de la même directive définissait : | Artikel 3.1 van dezelfde richtlijn definieerde : |
« Aux fins de l'application de la présente directive : | « Voor de toepassing van deze richtlijn : |
a) la qualité de société mère est reconnue au moins à toute société | a) wordt de hoedanigheid van moedermaatschappij ten minste toegekend |
d'un Etat membre qui remplit les conditions énoncées à l'article 2 et | aan iedere vennootschap van een lidstaat die voldoet aan de |
qui détient, dans le capital d'une société d'un autre Etat membre | voorwaarden van artikel 2 en die een deelneming van ten minste 25 % |
remplissant les mêmes conditions, une participation minimale de 25 % ; | bezit in het kapitaal van een vennootschap van een andere lidstaat die |
aan dezelfde voorwaarden voldoet; | |
b) on entend par ' société filiale ' la société dans le capital de | b) wordt verstaan onder dochteronderneming, de vennootschap in het |
laquelle la participation visée au point a) est détenue ». | kapitaal waarvan de onder a) bedoelde deelneming wordt gehouden ». |
La directive précitée 90/435/CEE définissait donc son champ | De voormelde richtlijn 90/435/EEG definieerde haar toepassingsgebied |
d'application en référence à un seuil de participation de 25 p.c., les | dus door te verwijzen naar een deelnemingsdrempel van 25 pct., waarbij |
Etats membres restant libres de transposer la directive en prévoyant | de lid-staten vrij bleven de richtlijn om te zetten en in een lagere |
un seuil de participation inférieur. | deelnemingsdrempel te voorzien. |
B.8.6. Quand il instaure des règles relatives à la fiscalité des | B.8.6. Wanneer een wetgever regels met betrekking tot de fiscaliteit |
entreprises, un législateur ne peut, compte tenu du risque de | van de ondernemingen invoert, moet hij, gelet op het gevaar van |
concurrence fiscale et de la globalisation de l'économie, faire | fiscale concurrentie en globalisering van de economie, rekening houden |
abstraction des règles fiscales existant dans les autres pays | met de in de andere Europese landen bestaande fiscale regels, in het |
européens, en particulier quand il transpose une directive européenne. | bijzonder wanneer hij een Europese richtlijn omzet. |
Le législateur belge a dès lors tenu compte de la manière dont les | De Belgische wetgever heeft derhalve rekening gehouden met de wijze |
autres Etats membres ont transposé cette directive, et plus | waarop de andere lidstaten die richtlijn hebben omgezet en meer |
précisément de l'existence d'un seuil de participation dans neuf pays | bepaald met het bestaan van een deelnemingsdrempel in negen Europese |
européens - dont le montant variait entre 25 p.c. (Danemark, Irlande, | landen - waarvan het bedrag varieerde tussen 25 pct. (Denemarken, |
Italie, Espagne), 10 p.c. (France, Allemagne, Luxembourg, Royaume-Uni) | Ierland, Italië, Spanje), 10 pct. (Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, |
et 5 p.c. (Pays-Bas). | Verenigd Koninkrijk) en 5 pct. (Nederland). |
Le législateur a par ailleurs opté pour un seuil dont le pourcentage | De wetgever heeft bovendien gekozen voor een drempel waarvan het |
est le plus bas parmi ceux qui, conformément à la directive | percentage het laagste is van die welke, overeenkomstig de richtlijn |
90/435/CEE, existaient dans les autres pays européens. | 90/435/EEG, in de andere Europese landen bestonden. |
B.8.7. En outre, la partie requérante devant le juge a quo invoque que | B.8.7. De verzoekende partij voor de verwijzende rechter voert |
la condition de participation minimale prévue par l'article 202, § 2, | daarnaast aan dat de voorwaarde van een minimale deelneming waarin |
alinéa 1er, du C.I.R. 1992 s'applique tant pour les dividendes distribués entre des sociétés belges que pour les dividendes distribués entre des sociétés d'Etats membres différents, alors que la directive précitée 90/435/CEE ne prévoit un seuil de participation qu'en ce qui concerne les sociétés mères et filiales d'Etats membres différents. Lorsque le législateur a transposé la directive précitée 90/435/CEE, il a pu choisir d'imposer les mêmes exigences pour pouvoir bénéficier du régime des R.D.T. pour la distribution de dividendes entre sociétés d'Etats membres différents ainsi qu'entre sociétés belges, afin de ne | artikel 202, § 2, eerste lid, van het W.I.B. 1992 voorziet, van toepassing is op zowel de dividenden die onder Belgische vennootschappen worden uitgekeerd als de dividenden die onder vennootschappen van verschillende lidstaten worden uitgekeerd, terwijl de voormelde richtlijn 90/435/EEG alleen voor de moedermaatschappijen en dochterondernemingen van verschillende lidstaten in een deelnemingsdrempel voorziet. Wanneer de wetgever de voormelde richtlijn 90/435/EEG heeft omgezet, vermocht hij ervoor te kiezen dezelfde vereisten op te leggen om het D.B.I.-stelsel te kunnen genieten voor de uitkering van dividenden onder vennootschappen van verschillende lidstaten, alsook onder |
pas créer de différence de traitement entre les situations purement | Belgische vennootschappen, teneinde geen verschil in behandeling in te |
internes et les autres situations, conformément à l'objectif de la | voeren tussen de louter interne situaties en de andere situaties, |
directive précitée, qui était, selon son préambule, de favoriser les | overeenkomstig het doel van de voormelde richtlijn, dat volgens de |
regroupements de sociétés. | aanhef ervan erin bestond de hergroeperingen van vennootschappen te bevorderen. |
B.9. La première partie de la question préjudicielle appelle une | B.9. Het eerste deel van de prejudiciële vraag dient ontkennend te |
réponse négative. | worden beantwoord. |
En ce qui concerne les sociétés de banque, d'assurances et de bourse | T en aanzien van de banken, verzekeringsondernemingen en beursvennootschappen |
B.10. La seconde partie de la question préjudicielle porte sur | B.10. Het tweede deel van de prejudiciële vraag betreft artikel 202, § |
l'article 202, § 2, alinéa 2, 1° à 3°, du C.I.R. 1992, qui prévoit que | 2, tweede lid, 1° tot 3°, van het W.I.B. 1992, dat bepaalt dat de |
la condition de participation minimale visée à l'article 202, § 2, | voorwaarde van een minimale deelneming bedoeld in artikel 202, § 2, |
alinéa 1er, afin de pouvoir bénéficier du régime des R.D.T., ne | eerste lid, teneinde het D.B.I.-stelsel te kunnen genieten, niet van |
s'applique pas aux établissements de crédit, entreprises d'assurances | toepassing is op de kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en |
et sociétés de bourse. | beursvennootschappen. |
B.11.1. Il ressort des faits de la cause et des motifs de la décision | B.11.1. Uit de feiten van het geding en de motieven van de |
de renvoi que la Cour est invitée à comparer la situation des sociétés | verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht de situatie |
qui doivent satisfaire à la condition de participation minimale | van de vennootschappen die moeten voldoen aan de voorwaarde van de |
imposée par l'article 202, § 2, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, pour | minimale deelneming opgelegd bij artikel 202, § 2, eerste lid, van het |
bénéficier du régime des R.D.T., avec la situation de certaines | W.I.B. 1992 om het D.B.I.-stelsel te kunnen genieten, te vergelijken |
sociétés qui sont dispensées de devoir satisfaire à cette condition | met de situatie van sommige vennootschappen die van die voorwaarde |
pour pouvoir bénéficier du régime des R.D.T. | zijn vrijgesteld om het D.B.I.-stelsel te kunnen genieten. |
B.11.2. La Cour doit dès lors déterminer si, au regard de la | B.11.2. Het Hof moet derhalve bepalen of, ten aanzien van de inning |
perception de dividendes et du régime des R.D.T., les établissements | van dividenden en het D.B.I.-stelsel, de kredietinstellingen, de |
de crédit, les entreprises d'assurances et les sociétés de bourse sont | verzekeringsondernemingen en de beursvennootschappen zich bevinden in |
dans une situation comparable à celle des autres sociétés commerciales | een situatie die vergelijkbaar is met die van de andere |
qui bénéficient du régime des R.D.T. | handelsvennootschappen die het D.B.I.-stelsel genieten. |
B.12.1. L'article 9, 2°, de la loi du 28 décembre 1992 « portant des | B.12.1. Artikel 9, 2°, van de wet van 28 december 1992 « houdende |
dispositions fiscales, financières et diverses » a introduit dans | fiscale, financiële en diverse bepalingen » heeft in artikel 203 van |
l'article 203 du C.I.R. 1992 en faveur des établissements de crédit, | het W.I.B. 1992, ten behoeve van de kredietinstellingen, de |
des entreprises d'assurances et des sociétés de bourse une dispense de | verzekeringsondernemingen en de beursvennootschappen, voorzien in een |
condition de participation minimale, reprise ultérieurement dans | vrijstelling van de voorwaarden van een minimale deelneming, |
l'article 202, § 2, alinéa 2, 1° à 3°, du C.I.R. 1992, suite à sa | vrijstelling die later is overgenomen in artikel 202, § 2, tweede lid, |
1° tot 3°, van het W.I.B. 1992, na de wijziging ervan bij artikel 25 | |
modification par l'article 25 de l'arrêté royal du 20 décembre 1996 « | van het koninklijk besluit van 20 december 1996 « houdende diverse |
portant des mesures fiscales diverses en application des articles 2, § | fiscale maatregelen, met toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § |
1er, et 3, § 1er, 2° et 3°, de la loi du 26 juillet 1996 visant à | 1, 2° en 3°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van |
réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique | de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese |
à l'Union économique et monétaire européenne », confirmé par la loi du 13 juin 1997. | Economische en Monetaire Unie », bekrachtigd bij de wet van 13 juni 1997. |
B.12.2. Simultanément à la création d'une condition de participation | B.12.2. Gelijktijdig met de invoering van een voorwaarde van een |
minimale, le législateur a donc estimé nécessaire de ne pas appliquer | minimale deelneming heeft de wetgever het dus noodzakelijk geacht die |
cette condition à certains types de sociétés. | voorwaarde niet toe te passen op sommige soorten van vennootschappen. |
Les travaux préparatoires exposent : | In de parlementaire voorbereiding wordt uiteengezet : |
« [...] cette mesure [l'instauration d'un seuil minimal de | « [...] deze maatregel [de invoering van een minimumparticipatie om in |
participation pour bénéficier du régime des R.D.T.] n'est cependant | aanmerking te kunnen komen voor het stelsel van de DBI] is weliswaar |
pas rendue applicable aux banques et compagnies d'assurances qui ne | niet van toepassing op banken en verzekeringsmaatschappijen, die |
peuvent, en vertu des législations propres à ces activités, détenir | krachtens de wetgeving op hun activiteiten geen belangrijke |
des participations importantes dans d'autres sociétés » (Doc. parl., | participaties in andere vennootschappen mogen hebben; » (Parl. St., |
Chambre, 1992-1993, n° 717/5, p. 5). | Kamer, 1992-1993, nr. 717/5, p. 5). |
Le Gouvernement a ensuite introduit un amendement visant à exclure | De Regering heeft vervolgens een amendement ingediend om ook de |
également de la mesure les sociétés de bourse « afin de ne pas créer | beursvennootschappen van de maatregel uit te sluiten « teneinde geen |
scheeftrekkingen op concurrentieel vlak in het leven te roepen tussen | |
de distorsion de concurrence entre les sociétés de bourse et les | beursvennootschappen en banken » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. |
banques » (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° 717/3, p. 12). | 717/3, p. 12). |
B.13.1. En ce qui concerne les établissements de crédit, l'article 32 | B.13.1. Ten aanzien van de kredietinstellingen beperkt artikel 32 van |
de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des | de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de |
établissements de crédit limite en effet la possibilité pour ces | kredietinstellingen immers de mogelijkheid voor die instellingen om |
établissements de détenir des droits d'associés et des participations. | aandelen en deelnemingen te bezitten. |
De même, l'article 10, § 4, de l'arrêté royal du 22 février 1991 | Evenzo bepaalt artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 22 |
portant règlement général relatif au contrôle des entreprises | februari 1991 « houdende algemeen reglement betreffende de controle op |
d'assurances établit pour les entreprises d'assurances les proportions | de verzekeringsondernemingen » voor de verzekeringsondernemingen de |
maximales des différentes catégories de placements auxquelles doivent | maximale verhoudingen van de verschillende beleggingscategorieën |
appartenir les valeurs représentatives des provisions et dettes | waartoe de dekkingswaarden van de technische voorzieningen en schulden |
techniques imposées par l'article 16 de la loi du 9 juillet 1975 | opgelegd bij artikel 16 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de |
relative au contrôle des entreprises d'assurances. | controle op de verzekeringsondernemingen moeten behoren. |
L'article 76 de la loi du 6 avril 1995 « relative aux marchés | Artikel 76 van de wet van 6 april 1995 « inzake de secundaire markten, |
secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur | |
contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements », devenue | het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de |
la loi du 6 avril 1995 « relative au statut des entreprises | bemiddelaars en beleggingsadviseurs », die de wet van 6 april 1995 « |
d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers | inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, |
en placements », exclut par ailleurs pour les entreprises | de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs » is geworden, sluit voor de |
d'investissement - telles que les sociétés de bourse - la possibilité | beleggingsondernemingen - zoals de beursvennootschappen - overigens de |
de détention de participations dans des sociétés commerciales. | mogelijkheid uit om deelnemingen in handelsvennootschappen te |
B.13.2. L'impossibilité pour les sociétés visées à l'article 202, § 2, | bezitten. B.13.2. Het gegeven dat de in artikel 202, § 2, tweede lid, 1° tot 3°, |
alinéa 2, 1° à 3°, du C.I.R. 1992, de pouvoir détenir des | van het W.I.B. 1992 beoogde vennootschappen geen grote deelnemingen in |
participations importantes dans d'autres sociétés démontre donc | andere vennootschappen mogen bezitten, toont dus aan dat zij zich, ten |
qu'elles sont, en ce qui concerne le seuil de participation nécessaire | aanzien van de deelnemingsdrempel die moet worden bereikt om het |
pour bénéficier du régime des R.D.T., dans une situation | D.B.I.-stelsel te kunnen genieten, in een situatie bevinden die |
essentiellement différente de celle des autres sociétés, pour | wezenlijk verschilt van die van de andere vennootschappen, waarvoor |
lesquelles de pareilles limitations n'existent pas. | dergelijke beperkingen niet bestaan. |
Imposer la condition de participation minimale à ces sociétés | De voorwaarde van een minimale deelneming aan die vennootschappen |
reviendrait en effet à les priver de la possibilité de bénéficier du | opleggen, zou immers erop neerkomen hun de mogelijkheid te ontnemen |
régime des R.D.T., ce qui ne correspond manifestement pas à l'objectif | het D.B.I.-stelsel te genieten, wat kennelijk niet overeenstemt met |
du législateur. | het doel van de wetgever. |
B.14. La seconde partie de la question préjudicielle appelle une | B.14. Het tweede deel van de prejudiciële vraag dient ontkennend te |
réponse négative. | worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 202, § 2, du Code des impôts sur les revenus 1992, dans sa | Artikel 202, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in |
version applicable aux exercices d'imposition 1998 et 1999, ne viole | zijn versie van toepassing op de aanslagjaren 1998 en 1999, schendt de |
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 juillet 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 juli 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |