← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 89/2006 du 24 mai 2006 Numéro du rôle : 3834 En cause : les
questions préjudicielles relatives aux articles 6 et 21, §§ 1 er et 2,
de la loi du 15 mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les r La Cour d'arbitrage, composée des présidents
A. Arts et M. Melchior, et des juges L. Lavrysen, J(...)"
Extrait de l'arrêt n° 89/2006 du 24 mai 2006 Numéro du rôle : 3834 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 6 et 21, §§ 1 er et 2, de la loi du 15 mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les r La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. Lavrysen, J(...) | Uittreksel uit arrest nr. 89/2006 van 24 mei 2006 Rolnummer 3834 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 6 en 21, §§ 1 en 2, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelin Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Lavr(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 89/2006 du 24 mai 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 89/2006 van 24 mei 2006 |
Numéro du rôle : 3834 | Rolnummer 3834 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 6 et | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 6 en 21, §§ |
21, §§ 1er et 2, de la loi du 15 mai 1984 portant mesures | 1 en 2, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot |
d'harmonisation dans les régimes de pensions, posées par le Tribunal | harmonisering in de pensioenregelingen, gesteld door de Rechtbank van |
de première instance de Gand. | eerste aanleg te Gent. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, | L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
Arts, | voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 12 décembre 2005 en cause de E. Martin contre l'Etat | Bij vonnis van 12 december 2005 in zake E. Martin tegen de Belgische |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
le 21 décembre 2005, le Tribunal de première instance de Gand a posé | ingekomen op 21 december 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
les questions préjudicielles suivantes : | Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « Les dispositions de l'article 21, §§ 1er et 2, de la loi du 15 | 1. « Schenden de bepalingen van artikel 21, §§ 1 en 2, van de wet van |
mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions | 15 mei 1984 houdende de maatregelen tot harmonisering in de |
violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elles | pensioenregelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door het |
font dépendre l'ouverture d'office, par l'Office des Pensions, d'un | ambtshalve openen van een overlevingspensioendossier door de |
dossier de pension de survie au nom du conjoint divorcé de l'existence | Administratie der Pensioenen op naam van de uit de echt gescheiden |
echtgenoot afhankelijk te stellen van het al dan niet bestaan van een | |
ou non d'un conjoint survivant ? »; | langstlevende echtgenoot ? »; |
2. « L'article 6 de la loi du 15 mai 1984 portant mesures | 2. « Schendt artikel 6 van de wet van 15 mei 1984 houdende de |
d'harmonisation dans les régimes de pensions viole-t-il les articles | maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen de artikelen 10 |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'il subordonne le droit subjectif | en 11 van de Grondwet door het subjectief recht van de uit de echt |
du conjoint divorcé à une pension de survie à l'introduction d'une | gescheiden echtgenoot op een overlevingspensioen afhankelijk te |
demande dans l'année, à compter du jour du décès de l'ex-conjoint, | stellen van een aanvraag binnen het jaar na de overlijdensdatum van de |
lorsqu'il y a également un conjoint survivant, alors qu'aucune | ex-echtgenoot indien er eveneens sprake is van een langstlevende |
echtgenoot terwijl er geen enkele termijnvereiste geldt indien er geen | |
condition de délai n'est émise s'il n'y a pas de conjoint survivant ? »; | sprake is van een langstlevende echtgenoot ? »; |
3. « L'article 6, alinéa 2, de la loi du 15 mai 1984 portant mesures | 3. « Schendt artikel 6, tweede lid, van de wet van 15 mei 1984 |
d'harmonisation dans les régimes de pensions viole-t-il les articles | houdende de maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen de |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prive le conjoint divorcé du | artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de uit de echt gescheiden |
droit subjectif à une pension de survie après le décès de | echtgenoot te beroven van het subjectief recht op een |
l'ex-conjoint au motif qu'une demande de pension doit être introduite | overlevingspensioen na het overlijden van de ex-echtgenoot op grond |
van een criterium dat een pensioenaanvraag moet worden ingediend bij | |
auprès de l'Office des Pensions dans l'année qui suit le décès de | de Administratie der Pensioenen binnen het jaar volgend op het |
l'ex-conjoint lorsqu'il y a un conjoint survivant, même si le conjoint | overlijden van de ex-echtgenoot indien er sprake is van een |
divorcé n'a, dans les faits, pas connaissance du décès de | langstlevende echtgenoot ook al heeft de uit de echt gescheiden |
l'ex-conjoint, ce qui a pour conséquence que le conjoint survivant | echtgenoot geen feitelijke kennis van het overlijden van de |
reçoit alors une pension de survie complète, qui constitue purement et | ex-echtgenoot waardoor de langstlevende echtgenoot alsdan een volledig |
overlevingspensioen, zijnde een louter bijkomend financieel voordeel, | |
simplement un avantage financier supplémentaire, au détriment et en | bekomt ten nadele en bij gebreke van enige rechtsbescherming van de |
l'absence de toute protection juridique des droits subjectifs du | subjectieve rechten van de uit de echt gescheiden echtgenoot terwijl |
conjoint divorcé, alors que l'Office des Pensions dispose de toutes | de Administratie der Pensioenen over alle mogelijkheden beschikt de |
les possibilités pour offrir la protection juridique requise ? ». | vereiste rechtsbescherming wel te bieden ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La loi du 15 mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les | B.1.1. De wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering |
régimes de pensions règle l'octroi d'une pension de survie aux ayants droit des personnes assujetties à un régime de pension de retraite dans le secteur public (article 1er). Le conjoint survivant a droit, sous certaines conditions, à une pension de survie (article 2), mais le conjoint divorcé qui n'a pas contracté un nouveau mariage avant le décès de son ex-conjoint bénéficie également de ce droit (article 6, alinéa 1er). S'il y a simultanément un conjoint survivant et un conjoint divorcé, la pension de survie est répartie au prorata de la durée du mariage avec le conjoint divorcé. Le conjoint survivant reçoit le montant | in de pensioenregelingen regelt de toekenning van een overlevingspensioen aan de rechtverkrijgenden van personen die onderworpen zijn aan een stelsel inzake rustpensioenen in de openbare sector (artikel 1). De langstlevende echtgenoot heeft onder bepaalde voorwaarden recht op een overlevingspensioen (artikel 2), maar ook de uit de echt gescheiden echtgenoot die geen nieuw huwelijk heeft aangegaan vóór het overlijden van zijn of haar gewezen echtgenoot geniet een dergelijk recht (artikel 6, eerste lid). Wanneer er tegelijk een langstlevende echtgenoot en een uit de echt gescheiden echtgenoot is, dan wordt het overlevingspensioen verdeeld naar rata van de duur van het huwelijk met de uit de echt gescheiden echtgenoot. De langstlevende echtgenoot krijgt het resterende bedrag, |
restant, sans que celui-ci puisse être inférieur à la moitié de la | zonder dat dit evenwel lager kan zijn dan de helft van het totale |
pension globale (article 8). | pensioen (artikel 8). |
B.1.2. L'octroi de la pension de survie est en règle générale | B.1.2. De toekenning van het overlevingspensioen is in de regel |
subordonné à l'introduction d'une demande (article 21, § 2). | afhankelijk van het indienen van een aanvraag (artikel 21, § 2). |
Le conjoint survivant n'est toutefois pas tenu d'introduire une | De langstlevende echtgenoot is evenwel niet verplicht een aanvraag |
demande de pension de survie lorsque le conjoint décédé était déjà | voor een overlevingspensioen in te dienen als de overleden echtgenoot |
titulaire d'une pension de retraite servie par l'Administration des | reeds gerechtigd was op een rustpensioen dat werd beheerd door de |
pensions (article 21, § 1er, alinéa 1er). La même exception vaut pour le conjoint divorcé lorsque l'Administration, sur la base des renseignements disponibles au Registre national des personnes physiques, est en mesure de constater que le conjoint divorcé est le seul ayant droit potentiel (article 21, § 1er, alinéa 2). S'il y a simultanément un conjoint survivant et un conjoint divorcé, ce dernier est déchu de son droit à la pension de survie si sa demande de pension n'est pas parvenue à l'Administration des pensions dans l'année qui suit le décès de son ex-conjoint. Dans ce cas, la pension est entièrement attribuée au conjoint survivant (article 6, alinéa 2). | Administratie der Pensioenen (artikel 21, § 1, eerste lid). Dezelfde uitzondering geldt voor de uit de echt gescheiden echtgenoot indien de Administratie, op basis van de in het Rijksregister van de natuurlijke personen beschikbare gegevens, in staat is vast te stellen dat de uit de echt gescheiden echtgenoot de enige potentiële rechthebbende is (artikel 21, § 1, tweede lid). Wanneer er tegelijk een langstlevende echtgenoot en een uit de echt gescheiden echtgenoot is, dan verliest de laatstgenoemde zijn recht op overlevingspensioen als zijn pensioenaanvraag niet tijdens het jaar volgend op het overlijden van zijn ex-echtgenoot bij de Administratie der Pensioenen is toegekomen. In dat geval wordt het volledige pensioen toegekend aan de langstlevende echtgenoot (artikel 6, tweede lid). |
B.2. La Cour doit examiner si les articles 6 et 21 de la loi du 15 mai | B.2. Het Hof dient te onderzoeken of de artikelen 6 en 21 van de wet |
1984 violent le principe d'égalité en ce qu'ils font dépendre de | van 15 mei 1984 het gelijkheidsbeginsel schenden doordat zij het |
l'existence ou non d'un conjoint survivant l'ouverture d'office, par | ambtshalve openen van een overlevingspensioendossier door de |
l'Administration des pensions, d'un dossier de pension de survie au | Administratie der Pensioenen op naam van de uit de echt gescheiden |
echtgenoot afhankelijk stellen van het al dan niet bestaan van een | |
nom du conjoint divorcé (première question) et en ce qu'ils | langstlevende echtgenoot (eerste vraag) en doordat zij het recht van |
subordonnent le droit du conjoint divorcé à une pension de survie à | de uit de echt gescheiden echtgenoot op een overlevingspensioen |
l'introduction d'une demande dans l'année qui suit la date du décès de | afhankelijk stellen van een aanvraag binnen het jaar na de |
l'ex-conjoint lorsqu'il y a également un conjoint survivant, alors | overlijdensdatum van de ex-echtgenoot indien er eveneens sprake is van |
qu'aucune condition de délai n'est prévue s'il n'y a pas de conjoint | een langstlevende echtgenoot terwijl er geen enkele termijnvereiste |
survivant (deuxième question), même si le conjoint divorcé n'a pas | geldt indien er geen sprake is van een langstlevende echtgenoot |
connaissance du décès de l'ex-conjoint et alors que l'Administration | (tweede vraag), ook al is de uit de echt gescheiden echtgenoot niet op |
des pensions dispose de toutes les possibilités pour l'en informer de | de hoogte van het overlijden van de ex-echtgenoot en beschikt de |
Administratie der Pensioenen over alle mogelijkheden om hem daarvan op | |
façon à ce qu'il puisse sauvegarder son droit à une pension de survie | de hoogte te brengen zodat hij zijn recht op een overlevingspensioen |
(troisième question). | zou kunnen vrijwaren (derde vraag). |
Dès lors que la troisième question doit de toute évidence être | Nu de derde vraag klaarblijkelijk als een aanvulling op de tweede |
considérée comme un complément de la deuxième, l'exceptio obscuri | vraag dient te worden beschouwd, kan de exceptio obscuri libelli ten |
libelli à l'égard de la troisième question ne peut être accueillie. | aanzien van de derde vraag niet worden aangenomen. |
B.3. La différence de traitement concerne deux catégories de conjoints divorcés qui peuvent prétendre à une pension de survie : ceux qui ont droit à la pension de survie en concurrence avec le nouveau conjoint du défunt et ceux qui sont les seuls ayants droit potentiels. Etant donné qu'on ne saurait sérieusement contester que ces deux catégories sont comparables, l'exception d'irrecevabilité doit être rejetée. B.4. La pension de survie a été instituée, dans le secteur public, pour éviter au conjoint d'un fonctionnaire d'être exposé à des difficultés matérielles après le décès de ce dernier. Financée par un prélèvement opéré sur le traitement des fonctionnaires, qu'ils soient célibataires ou mariés, elle est accordée, dans les limites prévues par la loi, au conjoint marié depuis un an au moins à la date du décès de son époux. Fondée sur un objectif de solidarité, elle ne s'apparente ni à un contrat d'assurance, ni à un traitement différé : par les retenues qu'il subit sur son traitement, le fonctionnaire assure une pension de survie non à son conjoint mais à l'ensemble des veuves et des veufs de fonctionnaires qui, à défaut d'une telle pension, risqueraient de se trouver sans ressources. | B.3. Het verschil in behandeling betreft twee categorieën van uit de echt gescheiden echtgenoten die aanspraak maken op een overlevingspensioen : degenen die samen met de nieuwe echtgenoot van de overledene recht hebben op het overlevingspensioen en degenen die de enige potentiële rechthebbende zijn. Aangezien niet ernstig kan worden betwist dat die twee categorieën vergelijkbaar zijn, dient de exceptie van niet-vergelijkbaarheid te worden verworpen. B.4. Het overlevingspensioen is in de overheidssector ingesteld om te voorkomen dat de echtgenoot van een ambtenaar na diens overlijden voor materiële moeilijkheden komt te staan. Het wordt gefinancierd door een inhouding op de wedde van de gehuwde en ongehuwde ambtenaren en binnen de bij de wet vastgestelde grenzen toegekend aan degene die op de datum van het overlijden van zijn echtgenoot sinds ten minste één jaar gehuwd is. Gebaseerd als het is op het solidariteitsstreven, is het niet verwant met een verzekeringsovereenkomst, noch met een uitgestelde wedde : door de inhoudingen op zijn wedde verzekert de ambtenaar van een overlevingspensioen niet zijn echtgenoot, maar alle weduwen en alle weduwnaars van ambtenaren die, bij ontstentenis van zulk een pensioen, gevaar zouden lopen geen middelen van bestaan meer te hebben. Wanneer de wetgever beslist ook een overlevingspensioen toe te kennen |
Lorsque le législateur décide d'accorder également une pension de | aan de uit de echt gescheiden echtgenoot van een overleden ambtenaar, |
survie au conjoint divorcé d'un fonctionnaire décédé, il le fait dans | doet hij dat om een bepaalde bestaanszekerheid te waarborgen voor de |
le but de garantir une certaine sécurité d'existence aux personnes | personen die, doordat zij minstens ten dele financieel afhankelijk |
qui, parce qu'elles ont dépendu financièrement, au moins | zijn geweest van hun ex-echtgenoot en doordat zij vaak geen eigen |
partiellement, de leur ex-conjoint et parce que, souvent, elles n'ont | inkomsten hebben gehad en niet de mogelijkheid hebben gehad een |
pas eu de revenus propres et n'ont pas eu la possibilité de se | persoonlijk pensioen op te bouwen, ten gevolge van hun echtscheiding |
constituer une retraite personnelle, risquent de se trouver dans une | in een precaire materiële situatie dreigen terecht te komen. |
situation matérielle précaire à la suite de leur divorce. | B.5. De uit de echt gescheiden echtgenoot die de enige potentiële |
B.5. Le conjoint divorcé qui est le seul ayant droit potentiel n'est | rechthebbende is, is niet verplicht een aanvraag in te dienen om het |
pas tenu d'introduire une demande pour pouvoir bénéficier d'une | overlevingspensioen te kunnen ontvangen, terwijl de uit de echt |
pension de survie, alors que le conjoint divorcé qui est ayant droit | gescheiden echtgenoot die samen met een langstlevende echtgenoot |
en concurrence avec un conjoint survivant doit introduire une demande et est en outre déchu de son droit à une pension de survie si cette demande n'a pas été introduite dans l'année qui suit le décès de l'ex-conjoint. B.6. Lorsque le législateur accorde aux conjoints divorcés le droit à une pension de survie, il peut soumettre l'exercice de ce droit à des conditions. Il relève dès lors du pouvoir d'appréciation du législateur de subordonner l'octroi de la pension de survie à l'introduction d'une demande. Toutefois, lorsqu'il impose une telle condition à une catégorie et qu'il en exempte une autre, il doit y avoir, pour ce faire, une justification raisonnable. B.7.1. Dès lors que le législateur accorde le droit à (une part de) la pension de survie tant au conjoint survivant qu'au conjoint divorcé, on n'aperçoit pas pourquoi l'exercice de ce droit doit être rendu plus difficile pour le conjoint divorcé. | rechthebbende is, wel een aanvraag moet indienen en bovendien zijn recht op een overlevingspensioen verliest indien die aanvraag niet binnen het jaar na het overlijden van de gewezen echtgenoot is ingediend. B.6. Wanneer de wetgever de uit de echt gescheiden echtgenoten het recht op een overlevingspensioen verleent, vermag hij de uitoefening van dat recht aan voorwaarden te onderwerpen. Het behoort derhalve tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om de toekenning van het overlevingspensioen afhankelijk te stellen van het indienen van een aanvraag. Wanneer hij evenwel een bepaalde categorie dergelijke voorwaarde oplegt en een andere daarvan vrijstelt, dan moet daarvoor een redelijke verantwoording bestaan. B.7.1. Nu de wetgever zowel aan de langstlevende echtgenoot als aan de uit de echt gescheiden echtgenoot aanspraak verleent op (een deel van) het overlevingspensioen, kan niet worden ingezien waarom het de uit de echt gescheiden echtgenoot moeilijker moet worden gemaakt om die aanspraak te doen gelden. |
B.7.2. Le Conseil des Ministres soutient que la mesure a pour objet de | B.7.2. De Ministerraad voert aan dat de maatregel de langstlevende |
protéger le conjoint survivant. En effet, ce conjoint perd une partie | echtgenoot beoogt te beschermen. Die echtgenoot verliest immers een |
de la pension de survie si le conjoint divorcé fait valoir ses droits. | deel van het overlevingspensioen indien de uit de echt gescheiden |
echtgenoot zijn aanspraak doet gelden. | |
B.7.3. Si le législateur entendait sauvegarder la pension de survie du | B.7.3. Indien de wetgever het overlevingspensioen van de langstlevende |
conjoint survivant, la différence de traitement instaurée constitue | echtgenoot wilde vrijwaren, is het ingevoerde verschil in behandeling |
une mesure peu adéquate pour atteindre cet objectif. En effet, la | een weinig geschikte maatregel om die doelstelling te bereiken. Het |
réalisation de l'objectif poursuivi par le législateur dépend alors, | hangt dan immers, in elk individueel geval, van de uit de echt |
dans chaque cas individuel, du conjoint divorcé, et plus précisément | gescheiden echtgenoot af, meer bepaald van het feit dat hij al dan |
du fait que ce dernier introduit ou non une demande en temps utile. De | niet tijdig een aanvraag heeft ingediend, of de door de wetgever |
surcroît, le législateur a déjà prévu une mesure spécifique à cet | nagestreefde doelstelling wordt bereikt. Bovendien heeft de wetgever |
égard, en disposant que la part revenant au conjoint survivant ne peut | in dat verband reeds in een specifieke maatregel voorzien door te |
jamais être inférieure à la moitié du montant de la pension globale | bepalen dat het aan de langstlevende toegekende gedeelte nooit lager |
(article 8). | mag zijn dan de helft van het totale pensioen (artikel 8). |
B.7.4. Lorsque l'Administration, comme le prescrit l'article 21, § 1er, | B.7.4. Wanneer de Administratie, zoals voorgeschreven bij artikel 21, |
alinéa 2, est en mesure de constater, sur la base des renseignements | § 1, tweede lid, op basis van de in het Rijksregister van de |
natuurlijke personen beschikbare gegevens in staat is vast te stellen | |
disponibles au Registre national des personnes physiques, qui sont les | wie potentiële rechthebbende is op het overlevingspensioen, dient zij |
ayants droit potentiels à la pension de survie, elle doit accorder ce | dat recht toe te kennen of minstens, indien de wetgever ervoor kiest |
droit ou tout au moins, si le législateur choisit de subordonner de | de toekenning op algemene wijze afhankelijk te stellen van het |
manière générale l'octroi à l'introduction d'une demande (voir B.6), | indienen van een aanvraag (zie B.6), de potentiële rechthebbenden aan |
rappeler leurs droits aux ayants droit potentiels. Dans cette dernière | hun aanspraak te herinneren. In dat laatste geval zou, teneinde |
hypothèse, en vue d'éviter l'insécurité juridique, un délai d'un an | rechtsonzekerheid te vermijden, een termijn van één jaar om het recht |
pour demander le droit à une pension de survie ne saurait être jugé | op een overlevingspensioen aan te vragen niet kennelijk onredelijk |
manifestement déraisonnable. | kunnen worden geacht. |
B.8. Les questions préjudicielles appellent une réponse affirmative. | B.8. De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 6, alinéa 2, et 21, § 1er, alinéa 2, de la loi du 15 mai | De artikelen 6, tweede lid, en 21, § 1, tweede lid, van de wet van 15 |
1984 portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions | mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de |
violent les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'ils ont | pensioenregelingen schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in |
pour effet que les conjoints divorcés qui sont ayants droit à une | zoverre zij tot gevolg hebben dat de uit de echt gescheiden |
pension de survie concurremment avec un conjoint survivant sont déchus | echtgenoten die samen met een langstlevende echtgenoot rechthebbende |
de leur droit à cette pension s'ils n'ont pas introduit une demande de | zijn op een overlevingspensioen, hun recht op dat pensioen verliezen |
pension dans l'année qui suit le décès de l'ex-conjoint. | indien zij niet binnen het jaar na het overlijden van de gewezen |
echtgenoot een pensioenaanvraag hebben ingediend. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 mai 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 mei 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |