← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 40/2006 du 15 mars 2006 Numéro du rôle : 3695 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 492bis du Code pénal, posée par le Tribunal correctionnel
de Termonde. La Cour d'arbitrage, composée des pr après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I.
Objet de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 40/2006 du 15 mars 2006 Numéro du rôle : 3695 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 492bis du Code pénal, posée par le Tribunal correctionnel de Termonde. La Cour d'arbitrage, composée des pr après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 40/2006 van 15 maart 2006 Rolnummer 3695 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 492bis van het Strafwetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Dendermonde. Het Arbitragehof, samengestel wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 40/2006 du 15 mars 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 40/2006 van 15 maart 2006 |
Numéro du rôle : 3695 | Rolnummer 3695 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 492bis du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 492bis van het |
Code pénal, posée par le Tribunal correctionnel de Termonde. | Strafwetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Dendermonde. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges M. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, assistée | M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 7 mars 2005 en cause du ministère public contre A.B., | Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen |
A.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 3 | ingekomen op 3 mei 2005, heeft de Correctionele Rechtbank te |
mai 2005, le Tribunal correctionnel de Termonde a posé la question préjudicielle suivante : | Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 492bis du Code pénal, inséré par l'article 142 de la loi | « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door |
du 8 août 1997 sur les faillites, viole-t-il le principe de légalité | artikel 142 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het door de |
en matière pénale garanti par les articles 12 et 14 de la | artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde wettigheidsbeginsel in |
Constitution, en faisant dépendre le caractère punissable de | strafzaken, door de strafbaarheid van het misdrijf misbruik van |
vennootschapsgoederen te laten afhangen van de voorwaarde dat het | |
l'infraction ' abus de biens sociaux ' de la condition que l'usage qui | gebruik dat werd gemaakt van de goederen of van het krediet van de |
a été fait des biens ou du crédit de la personne morale était ' | rechtspersoon, 'op betekenisvolle wijze' in het nadeel was van de |
significativement ' préjudiciable aux intérêts patrimoniaux de la | vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn |
personne morale et à ceux de ses créanciers ou associés et de la | schuldeisers of vennoten en van de wetenschap van de dader omtrent |
connaissance qu'avait l'auteur de ce préjudice ' significatif ' ? ». | deze 'op betekenisvolle wijze' benadeling ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 492bis du Code pénal, inséré par l'article 142 de la | B.1. Artikel 492bis van het Strafwetboek, ingevoegd door artikel 142 |
loi du 8 août 1997 sur les faillites, dispose : | van de faillissementswet van 8 augustus 1997, bepaalt : |
« Sont punis d'un emprisonnement d'un mois à cinq ans et d'une amende | « Met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van |
de cent francs à cinq cent mille francs, les dirigeants de droit ou de | honderd frank tot vijfhonderdduizend frank worden gestraft de |
fait des sociétés commerciales et civiles ainsi que des associations | bestuurders, in feite of in rechte, van burgerlijke en |
sans but lucratif qui, avec une intention frauduleuse et à des fins | handelsvennootschappen, alsook van verenigingen zonder winstoogmerk, |
personnelles, directement ou indirectement, ont fait des biens ou du | die met bedrieglijk opzet en voor persoonlijke rechtstreekse of |
crédit de la personne morale un usage qu'ils savaient | indirecte doeleinden gebruik hebben gemaakt van de goederen of van het |
significativement préjudiciable aux intérêts patrimoniaux de celle-ci | krediet van de rechtspersoon, hoewel zij wisten dat zulks op |
et à ceux de ses créanciers ou associés. | betekenisvolle wijze in het nadeel was van de vermogensbelangen van de |
Les coupables peuvent, de plus, être condamnés à l'interdiction, | rechtspersoon en van die van zijn schuldeisers of vennoten. |
De schuldigen kunnen daarenboven veroordeeld worden tot ontzetting van | |
conformément à l'article 33 ». | hun rechten overeenkomstig artikel 33 ». |
B.2. Le juge a quo demande si cette disposition est compatible avec | B.2. De verwijzende rechter vraagt of die bepaling bestaanbaar is met |
les articles 12 et 14 de la Constitution, en tant qu'elle fait | de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in zoverre zij de strafbaarheid |
dépendre le caractère punissable de l'infraction d'« abus de biens | van het misdrijf « misbruik van vennootschapsgoederen » laat afhangen |
sociaux » de la condition, d'une part, que l'usage qui a été fait des | van de voorwaarden, enerzijds, dat het gebruik dat werd gemaakt van de |
biens ou du crédit de la personne morale était « significativement » | goederen of van het krediet van de rechtspersoon, « op betekenisvolle |
préjudiciable aux intérêts patrimoniaux de cette dernière et à ceux de | wijze » in het nadeel was van de vermogensbelangen van de |
ses créanciers ou associés et de la condition, d'autre part, que | rechtspersoon en van die van zijn schuldeisers of vennoten en, |
l'auteur savait que cet usage était significativement préjudiciable. | anderzijds, dat de dader dat wist. |
B.3. L'article 12, alinéa 2, de la Constitution dispose : | B.3. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : |
« Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et | « Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en |
dans la forme qu'elle prescrit ». | in de vorm die zij voorschrijft ». |
L'article 14 de la Constitution énonce : | Artikel 14 van de Grondwet bepaalt : |
« Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ». | « Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». |
B.4.1. En attribuant au pouvoir législatif la compétence, d'une part, | B.4.1. Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen, |
de déterminer dans quels cas et sous quelle forme des poursuites | enerzijds, om te bepalen in welke gevallen en in welke vorm |
pénales sont possibles et, d'autre part, d'adopter la loi en vertu de | strafvervolging mogelijk is en, anderzijds, om een wet aan te nemen op |
laquelle une peine peut être établie et appliquée, les articles 12, | grond waarvan een straf kan worden bepaald en toegepast, waarborgen de |
alinéa 2, et 14 de la Constitution garantissent à tout citoyen qu'aucun comportement ne sera punissable et qu'aucune peine ne sera infligée qu'en vertu de règles adoptées par une assemblée délibérante, démocratiquement élue. Le principe de légalité en matière pénale procède en outre de l'idée que la loi pénale doit être formulée en des termes qui permettent à chacun de savoir, au moment où il adopte un comportement, si celui-ci est ou non punissable. Il exige que le législateur indique, en des termes suffisamment précis, clairs et offrant la sécurité juridique, quels faits sont sanctionnés, afin, d'une part, que celui qui adopte un comportement puisse évaluer préalablement, de manière satisfaisante, quelle sera la conséquence pénale de ce comportement et afin, d'autre part, que ne soit pas laissé au juge un trop grand pouvoir d'appréciation. Toutefois, le principe de légalité en matière pénale n'empêche pas que la loi attribue un pouvoir d'appréciation au juge. Il faut en effet tenir compte du caractère de généralité des lois, de la diversité des situations auxquelles elles s'appliquent et de l'évolution des comportements qu'elles répriment. | artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet aan elke burger dat geen enkele gedraging strafbaar zal worden gesteld en geen enkele straf zal worden opgelegd dan krachtens regels aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering. Het legaliteitsbeginsel in strafzaken gaat bovendien uit van de idee dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of dat gedrag al dan niet strafbaar is. Het eist dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat, enerzijds, degene die een gedrag aanneemt, vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het strafrechtelijke gevolg van dat gedrag kan zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsvrijheid wordt gelaten. Het legaliteitsbeginsel in strafzaken staat evenwel niet eraan in de weg dat de wet aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid toekent. Er dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen. |
B.4.2. Ce n'est que dans le cadre de l'examen d'une disposition pénale | B.4.2. Het is slechts bij het onderzoek van een specifieke |
spécifique qu'il est possible de déterminer, compte tenu des éléments | strafbepaling dat het mogelijk is om, rekening houdend met de |
propres aux infractions qu'elle entend sanctionner, si les termes | elementen eigen aan de misdrijven die zij wil bestraffen, te bepalen |
employés par le législateur sont à ce point imprécis qu'ils | of de door de wetgever gehanteerde bewoordingen zo vaag zijn dat ze |
violeraient le principe de légalité consacré par l'article 12, alinéa | het door artikel 12, tweede lid, van de Grondwet gewaarborgde |
2, de la Constitution. | legaliteitsbeginsel zouden schenden. |
B.5. L'infraction d'« abus de biens sociaux » est commise par les | B.5. Het misdrijf « misbruik van vennootschapsgoederen » wordt |
dirigeants de droit ou de fait des sociétés commerciales et civiles | gepleegd door de bestuurders, in feite of in rechte, van burgerlijke |
ainsi que des associations sans but lucratif qui, avec une intention | en handelsvennootschappen, alsook van verenigingen zonder |
frauduleuse et à des fins personnelles, directement ou indirectement, | winstoogmerk, die met bedrieglijk opzet en voor persoonlijke |
ont fait des biens ou du crédit de la personne morale un usage qu'ils | rechtstreekse of indirecte doeleinden gebruik hebben gemaakt van de |
savaient significativement préjudiciable aux intérêts patrimoniaux de | goederen of van het krediet van de rechtspersoon, hoewel zij wisten |
celle-ci et à ceux de ses créanciers ou associés. | dat zulks op betekenisvolle wijze in het nadeel was van de |
vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn | |
schuldeisers of vennoten. | |
L'un des éléments constitutifs de l'infraction est que leur | Eén van de constitutieve elementen van het misdrijf is dat hun |
comportement ait été « significativement » préjudiciable aux intérêts | handelen « op betekenisvolle wijze » in het nadeel was van de |
patrimoniaux de la personne morale et à ceux de ses créanciers ou | vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn |
associés. | schuldeisers of vennoten. |
B.6. La condition d'incrimination en vertu de laquelle le préjudice | B.6. De voorwaarde voor strafbaarstelling dat het nadeel « |
doit être « significatif » implique, selon les travaux préparatoires | betekenisvol » moet zijn, impliceert volgens de parlementaire |
du projet de loi qui a abouti à la disposition litigieuse, que les | voorbereiding van het wetsontwerp dat tot de in het geding zijnde |
petits faits (« vétilles ») ne relèvent pas du droit pénal (Doc. | bepaling heeft geleid, dat kleine feiten (« bagatelzaken ») niet onder |
parl., Sénat, 1996-1997, n° 1-499/18, pp. 4 et 6; Chambre, 1995-1996, | de strafwet vallen (Parl. St., Senaat, 1996-1997, nr. 1-499/18, pp. 4 |
n° 330/24, pp. 21 et 22). | en 6; Kamer, 1995-1996, nr. 330/24, pp. 21 en 22). |
B.7. La notion d'usage « significativement préjudiciable » signifie, | B.7. Het begrip « betekenisvol » wijst taalkundig erop dat het nadeel |
d'un point de vue linguistique, que le préjudice causé par l'usage des | dat door het gebruik van de goederen of van het krediet van de |
biens ou du crédit de la société doit être considérable pour les | vennootschap is veroorzaakt, gewichtig is voor de vermogensbelangen |
intérêts patrimoniaux de la personne morale et pour ceux de ses | van de rechtspersoon en voor die van zijn schuldeisers of vennoten. |
créanciers ou associés. C'est ce sens que le groupe de travail créé | Die taalkundige betekenis werd onderschreven door de werkgroep die |
par la commission de la Justice du Sénat a retenu. En effet, ce groupe | door de commissie voor de Justitie van de Senaat werd opgericht. Die |
de travail a estimé que la notion « illustre le rapport entre l'abus | werkgroep was immers van oordeel dat het begrip « iets [zegt] over de |
et le résultat de cet abus » (Doc. parl., Sénat, 1996-1997, n° | verhouding van het misbruik tot het resultaat ervan » (Parl. St., |
1-499/18, p. 6). | Senaat, 1996-1997, nr. 1-499/18, p. 6). |
Contrairement à la notion de « préjudice grave » - qui n'a pas été | Anders dan het begrip « ernstig » - dat niet werd aanvaard -, houdt |
admise -, la notion de « préjudice significatif » n'implique pas que | het begrip « betekenisvol » geen absolute waarde van het veroorzaakte |
le préjudice causé soit estimé en valeur absolue - ce qui est | nadeel in - wat van belang is voor bedrijven waarvan het |
important pour les entreprises à faible capital social (ibid. ) -, | vennootschapskapitaal vrij gering is (ibid. ) -, doch veeleer een |
mais plutôt en valeur relative, laquelle doit s'apprécier concrètement | relatieve waarde, die in ieder van de gevallen concreet dient te |
dans chaque cas, eu égard notamment à la réalité économique. En raison | worden beoordeeld, mede op basis van de economische realiteit. Vanwege |
du principe même de la généralité des lois, il arrive souvent que les | het beginsel zelf van de algemeenheid van de wetten, kunnen de |
termes de celles-ci ne présentent pas une précision absolue. C'est | bewoordingen ervan vaak geen absolute precisie vertonen. Daarom dient |
pourquoi il convient parfois de faire usage de critères qui, comme en | soms gebruik te worden gemaakt van criteria die, zoals te dezen, het |
l'espèce, permettent d'apprécier dans chaque cas concret la gravité | mogelijk maken in elk concreet geval de zwaarwichtigheid van de |
des faits dénoncés et de déterminer l'importance du préjudice pour les | aangeklaagde feiten te beoordelen en het gewicht van het nadeel voor |
intérêts patrimoniaux en cause, compte tenu de tous les autres | de bedoelde vermogensbelangen te bepalen, rekening houdend met alle |
éléments de la cause et en particulier de la réalité économique. | andere elementen van de zaak en in het bijzonder de economische realiteit. |
On peut considérer que le dirigeant en droit ou en fait, compte tenu | Van de bestuurder - in rechte of in feite - mag worden aangenomen dat |
de l'exposé précité fait au cours des travaux préparatoires, est | hij, rekening houdend met de voormelde toelichting tijdens de |
raisonnablement capable, en tant que premier intéressé, d'évaluer ce | parlementaire voorbereiding, als eerste betrokkene redelijkerwijze kan |
que signifie concrètement la notion d'usage « significativement | inschatten wat het begrip « op betekenisvolle wijze » in concreto |
préjudiciable » lorsqu'il s'agit du préjudice causé aux intérêts | inhoudt wanneer dat het nadeel betreft dat wordt berokkend aan de |
patrimoniaux de la personne morale dont il est le dirigeant et à ceux | vermogensbelangen van de rechtspersoon waarvan hij bestuurder is, en |
des créanciers ou associés de cette personne morale. Le juge répressif | aan die van de schuldeisers of vennoten van die rechtspersoon. Van de |
est censé faire une application raisonnable de cette disposition | strafrechter wordt verwacht dat hij de strafbepaling op een redelijke |
pénale (Doc. parl., Chambre, 1995-1996, n° 330/24, p. 23). L'insertion | wijze toepast (Parl. St., Kamer, 1995-1996, nr. 330/24, p. 23). De |
de la notion de « préjudice significatif » introduit en outre un | toevoeging van het begrip « betekenisvol » dient de rechter |
élément d'appréciation pour le juge du fond (Doc. parl., Sénat, | daarenboven een houvast te bieden bij zijn beoordeling (Parl. St., |
1996-1997, n° 1-499/18, p. 4). Le juge répressif n'a dès lors qu'un | Senaat, 1996-1997, nr. 1-499/18, p. 4). Aldus wordt aan de |
pouvoir d'appréciation limité, ce qui ne méconnaît pas le principe de | strafrechter slechts een beperkte beoordelingsbevoegdheid verleend, |
légalité en matière pénale. | hetgeen het legaliteitsbeginsel in strafzaken niet schendt. |
B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 492bis du Code pénal ne viole pas les articles 12 et 14 de | Artikel 492bis van het Strafwetboek schendt de artikelen 12 en 14 van |
la Constitution. | de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 mars 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 maart 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |