← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 42/2006 du 15 mars 2006 Numéro du rôle : 3738 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posée par
la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, comp après en avoir délibéré, rend
l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 42/2006 du 15 mars 2006 Numéro du rôle : 3738 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posée par la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, comp après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 42/2006 van 15 maart 2006 Rolnummer 3738 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 42/2006 du 15 mars 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 42/2006 van 15 maart 2006 |
Numéro du rôle : 3738 | Rolnummer 3738 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 82 de la loi | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82 van de |
du 8 août 1997 sur les faillites, posée par la Cour d'appel de Liège. | faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée | L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 16 juin 2005 en cause de A. Ruelle contre la s.a. | Bij arrest van 16 juni 2005 in zake A. Ruelle tegen de n.v. Credimo, |
Credimo, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
d'arbitrage le 24 juin 2005, la Cour d'appel de Liège a posé la | 24 juni 2005, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende |
question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« N'existe-t-il pas une discrimination injustifiée au regard des | |
articles 10 et 11 de la Constitution entre la situation de l'affectant | « Bestaat er, ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
een onverantwoorde discriminatie tussen de situatie van de | |
hypothécaire et celle de la caution dès lors que l'article 82 de la | hypotheekgever en die van de borg, aangezien artikel 82 van de |
loi sur les faillites fait profiter la seconde de l'excusabilité | faillissementswet laatstgenoemde de door de gefailleerde verkregen |
obtenue par le failli alors qu'il ne prévoit pas la libération du | verschoonbaarheid laat genieten, terwijl het niet in de bevrijding van |
premier, bien que tous les deux, personnes physiques, aient accepté de | eerstgenoemde voorziet, hoewel beiden, natuurlijke personen, hebben |
soutenir le failli à titre gratuit ? ». | aanvaard de gefailleerde kosteloos te steunen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la recevabilité de la question préjudicielle | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag |
B.1.1. La s.a. Credimo soutient que la réponse à la question | B.1.1. De n.v. Credimo betoogt dat het antwoord op de prejudiciële |
préjudicielle n'est pas nécessaire à la résolution du litige à | vraag niet noodzakelijk is voor de oplossing van het geschil naar |
l'occasion duquel elle est posée et que le juge a quo considère à tort | aanleiding waarvan die vraag wordt gesteld en dat de verwijzende |
que l'article 82 de la loi du 8 août 1997 avant sa modification par la | rechter onterecht oordeelt dat artikel 82 van de wet van 8 augustus |
loi du 4 septembre 2002 n'est pas applicable au litige dont il est | 1997, vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 september 2002, niet |
saisi. | van toepassing is op het hem voorgelegde geschil. |
B.1.2. La question préjudicielle n'indique pas si la rédaction dans | B.1.2. In de prejudiciële vraag wordt niet aangegeven of de |
laquelle l'article 82, dont l'alinéa 1er est seul en cause, est soumis | formulering waarin artikel 82, waarvan enkel het eerste lid in het |
geding is, ter toetsing aan het Hof wordt voorgelegd, de formulering | |
au contrôle de la Cour est celle qui lui a été donnée par la loi du 8 | is van de wet van 8 augustus 1997 of die van de wet van 4 september |
août 1997 ou par la loi du 4 septembre 2002. La motivation de l'arrêt | 2002. Uit de motivering van het arrest blijkt echter dat de |
montre cependant que le juge a quo, tout en considérant que la date du | verwijzende rechter, alhoewel hij van oordeel is dat de datum van het |
jugement d'excusabilité rendu en l'espèce (6 juin 2002) pourrait | te dezen gewezen vonnis van verschoonbaarheid (6 juni 2002) zou kunnen |
impliquer que la première rédaction soit prise en compte, constate que | impliceren dat de eerste formulering in aanmerking wordt genomen, |
celle-ci a été censurée par l'arrêt n° 69/2002 rendu sur question | vaststelt dat die formulering is afgekeurd bij het arrest nr. 69/2002 |
dat is gewezen op prejudiciële vraag en hij wijst die formulering af | |
préjudicielle et l'écarte au profit de la deuxième, même si elle a | ten voordele van de tweede formulering, ofschoon die eveneens door het |
également été censurée par la Cour dans l'arrêt n° 114/2004 rendu sur | Hof werd afgekeurd in het arrest nr. 114/2004 dat werd gewezen op een |
un recours en annulation, la Cour en ayant cependant maintenu les | beroep tot vernietiging, een arrest waarin het Hof echter de gevolgen |
effets jusqu'au 31 juillet 2005. | heeft gehandhaafd tot 31 juli 2005. |
B.1.3. C'est au juge a quo qu'il appartient, en règle, de déterminer | B.1.3. Het staat in de regel aan de verwijzende rechter te bepalen |
les dispositions législatives qu'il soumet au contrôle de la Cour. Il | welke wettelijke bepalingen hij ter toetsing aan het Hof voorlegt. Het |
n'appartient pas aux parties de le contester. | staat niet aan de partijen om dat te betwisten. |
B.2.1. Le Conseil des ministres soutient que la question préjudicielle | B.2.1. De Ministerraad betoogt dat de prejudiciële vraag zonder |
est sans objet dès lors que les effets de la disposition en cause, | voorwerp is aangezien de gevolgen van de in het geding zijnde |
annulée par l'arrêt n° 114/2004, ont cessé d'être maintenus après le | bepaling, die is vernietigd bij het arrest nr. 114/2004, niet langer |
31 juillet 2005 et que cette disposition est dès lors censée n'avoir | werden gehandhaafd na 31 juli 2005 en die bepaling bijgevolg geacht |
jamais existé. | wordt nooit te hebben bestaan. |
B.2.2. Compte tenu du maintien des effets des dispositions en cause et | B.2.2. Gelet op de handhaving van de gevolgen van de in het geding |
de la date à laquelle les faits soumis au juge a quo se sont produits, | zijnde bepaling en op de datum waarop de feiten in het bodemgeschil |
celui-ci est appelé à en faire application dans la solution du litige | zich hebben voorgedaan, moet de verwijzende rechter ze toepassen bij |
qui est pendant devant lui. La Cour se doit donc de répondre à la | de oplossing van het voor hem hangende geschil. Het Hof moet dus de |
question telle qu'elle a été posée. | vraag beantwoorden zoals ze is gesteld. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.3.1. L'article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 disposait, | B.3.1. Artikel 82, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1997 |
dans la rédaction qui lui a été donnée par la loi du 4 septembre 2002 | bepaalde, in de eraan gegeven formulering bij de wet van 4 september |
: | 2002 : |
« Art. 82.L'excusabilité éteint les dettes du failli et décharge les |
« De verschoonbaarheid doet de schulden van de gefailleerde teniet en |
personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution de | ontslaat de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben |
gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde van hun | |
ses obligations ». | verplichtingen ». |
B.3.2. L'article 9 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du | B.3.2. Artikel 9 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de |
8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales | faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale |
diverses », remplace l'article 82, alinéa 1er, précité, par l'alinéa | bepalingen » vervangt het voormelde artikel 82, eerste lid, door het |
suivant : | volgende lid : |
« Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus être poursuivi | « Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet |
par ses créanciers ». | meer vervolgd worden door zijn schuldeisers ». |
La même loi organise, en ce qui concerne les cautions personnelles du | Dezelfde wet voorziet, voor de persoonlijke borgen van de |
failli, un système qui leur permet d'être déchargées de leur | gefailleerde, in een regeling die het hun mogelijk maakt van hun |
engagement par le tribunal, pour autant qu'elles répondent aux | verbintenis te worden ontslagen door de rechtbank, op voorwaarde dat |
conditions prévues par l'article 80, alinéa 3, tel qu'il a été modifié | zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 80, derde lid, zoals |
par l'article 7 de la loi du 20 juillet 2005 précitée. Enfin, | gewijzigd bij artikel 7 van de voormelde wet van 20 juli 2005. Ten |
plusieurs dispositions transitoires règlent la situation des faillites | slotte regelen verschillende overgangsbepalingen de situatie van de |
en cours et non encore clôturées au moment de l'entrée en vigueur de | lopende faillissementen die nog niet zijn afgesloten op het ogenblik |
la loi, soit le 7 août 2005. | dat de wet in werking treedt, namelijk op 7 augustus 2005. |
B.4. Il ressort des éléments de la cause que la question préjudicielle | B.4. Uit de elementen van het geding blijkt dat de prejudiciële vraag |
porte sur le point de savoir si l'article 82, alinéa 1er, de la loi du | betrekking heeft op de vraag of artikel 82, eerste lid, van de wet van |
8 août 1997, tel que le juge a quo le considère applicable au litige pendant devant lui, n'établit pas une différence de traitement qui serait injustifiée en ce qu'il décharge les seules personnes physiques qui se sont engagées comme cautions personnelles à l'exclusion de celles qui ont, en garantie de l'engagement d'un commerçant, consenti une hypothèque sur un immeuble dont elles sont propriétaires. La Cour limite son examen à cette différence de traitement. B.5. Les dispositions en cause font partie de la législation sur les faillites, qui vise essentiellement à réaliser un juste équilibre entre les intérêts du débiteur et ceux des créanciers. La déclaration d'excusabilité constitue pour le failli une mesure de faveur qui lui permet de reprendre ses activités sur une base assainie et ceci, non seulement dans son intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne ses activités sur une telle base, le maintien d'une activité commerciale ou industrielle pouvant en outre servir l'intérêt général (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/1, | 8 augustus 1997, zoals de verwijzende rechter het van toepassing acht op het voor hem hangende geding, geen onverantwoord verschil in behandeling invoert, in zoverre het alleen de natuurlijke personen ontslaat die als persoonlijke borgen gebonden zijn, met uitsluiting van diegenen die, tot waarborg van de verbintenis van een handelaar, een hypotheek hebben toegestaan op een onroerend goed waarvan zij eigenaar zijn. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat verschil in behandeling. B.5. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de faillissementswetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar en de belangen van de schuldeisers. De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen |
pp. 35 et 36). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36). |
Il ressort des travaux préparatoires que le législateur s'est soucié | Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een |
de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts combinés de la | evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde |
personne du failli, des créanciers, des travailleurs et de l'économie | belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers |
dans son ensemble » et d'assurer un règlement humain qui respecte les | en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft |
droits de toutes les parties intéressées (Doc. parl., Chambre, | willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt |
1991-1992, n° 631/13, p. 29). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 29). |
Par la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les | Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet |
van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van | |
faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés, le législateur | vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid |
a entendu atteindre les objectifs originaires avec encore davantage | de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, |
d'efficacité (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). | 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). |
B.6.1. En décidant de faire bénéficier certains coobligés du failli | B.6.1. Door de beslissing bepaalde medeverbondenen van de gefailleerde |
des effets de l'excusabilité accordée à celui-ci, le législateur | het voordeel te laten genieten van de verschoonbaarheid die aan de |
gefailleerde is toegekend, wijkt de wetgever af van het burgerlijk | |
s'écarte du droit patrimonial civil, en vertu duquel « les conventions | vermogensrecht volgens hetwelk « alle overeenkomsten die wettig zijn |
légalement formées tiennent lieu de loi à ceux qui les ont faites » | aangegaan, [...] degenen die deze hebben aangegaan, tot wet [strekken] |
(article 1134, alinéa 1er, du Code civil) et « quiconque est obligé | » (artikel 1134, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en « ieder |
personnellement est tenu de remplir ses engagements sur tous ses biens | die persoonlijk verbonden is, [...] gehouden [is] zijn verbintenissen |
na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, | |
mobiliers ou immobiliers, présents et à venir » (article 7 de la loi | hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige » (artikel 7 van |
hypothécaire du 16 décembre 1851). Il convient d'examiner spécialement si la mesure litigieuse n'a pas de conséquences disproportionnées pour l'une des parties concernées par la faillite. B.6.2. Lorsque, spécialement en matière économique, le législateur estime devoir sacrifier l'intérêt des créanciers au profit de certaines catégories de débiteurs, cette mesure s'inscrit dans l'ensemble de la politique économique et sociale qu'il entend poursuivre. La Cour ne pourrait censurer les différences de traitement qui découlent des choix qu'il a faits que si ceux-ci étaient manifestement déraisonnables. B.7. La différence de traitement critiquée repose sur un critère objectif : la personne qui donne un immeuble en garantie ne risque de perdre que ce bien. Afin notamment que cette personne connaisse la portée de son | de hypotheekwet van 16 december 1851). Inzonderheid moet worden onderzocht of de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige gevolgen doet ontstaan voor één van de bij het faillissement betrokken partijen. B.6.2. Wanneer de wetgever, in het bijzonder in economische aangelegenheden, oordeelt het belang van de schuldeisers te moeten opofferen in het voordeel van bepaalde categorieën van schuldenaars, past die maatregel in het geheel van het economisch en sociaal beleid dat hij wil voeren. Het Hof zou de verschillen in behandeling die het gevolg zijn van de beleidskeuzen die hij heeft gemaakt, alleen kunnen afkeuren indien die beleidskeuzen klaarblijkelijk onredelijk zouden zijn. B.7. Het bekritiseerde verschil in behandeling steunt op een objectief criterium : de persoon die een onroerend goed tot waarborg stelt, loopt enkel het risico dat goed te verliezen. Opdat onder meer die persoon de draagwijdte van zijn verbintenis kent, |
engagement, l'article 76 de la loi hypothécaire prévoit que | bepaalt artikel 76 van de hypotheekwet dat de hypotheek in beginsel |
l'hypothèque doit être consentie en principe par acte notarié. La | bij notariële akte wordt toegestaan. De authentieke vorm is een |
forme authentique est une condition essentielle de la validité de | noodzakelijke voorwaarde voor de geldigheid van de hypotheek, precies |
l'hypothèque en raison précisément de la gravité de l'engagement du | wegens de ernst van de verbintenis van de schuldenaar die een |
débiteur qui exige une protection particulière. L'intervention d'un | bijzondere bescherming vereist. Het optreden van een gespecialiseerd |
officier public spécialisé, et qui a une obligation de conseil et | openbaar ambtenaar, die ertoe gehouden is advies en informatie te |
d'information, est justifiée parce qu'il s'agit d'actes techniques et | verstrekken, is gerechtvaardigd, daar het gaat om technische en |
complexes dont la rédaction ne peut être laissée aux parties. | ingewikkelde akten waarvan de redactie niet aan de partijen kan worden |
B.8. Le critère est pertinent à la lumière des objectifs mentionnés en | overgelaten. B.8. Het criterium is pertinent in het licht van de in B.5 vermelde |
B.5. En permettant que puissent être libérées de leurs obligations les | doelstellingen. Door voor de personen die zich met heel hun vermogen |
personnes qui se sont engagées sur l'ensemble de leur patrimoine, le | hebben verbonden het mogelijk te maken van hun verplichtingen te |
législateur entend protéger une catégorie de personnes qu'il considère | worden ontslagen, wil de wetgever een categorie van personen |
de prime abord comme plus vulnérables que celles qui ne s'engagent | beschermen die hij prima facie kwetsbaarder acht dan de personen die |
qu'à concurrence d'un immeuble déterminé. | alleen ten belope van een bepaald onroerend goed gebonden zijn. |
B.9. Il relève de l'appréciation du législateur de décider si, malgré | B.9. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te |
la différence mentionnée en B.7, il convient de protéger également ces | beslissen of ook deze laatsten moeten worden beschermd, ondanks het in |
dernières. Mais, en raison de cette différence, l'absence d'une telle | B.7 vermelde verschil. Wegens dat verschil kan de ontstentenis van een |
protection ne peut être considérée comme incompatible avec les | dergelijke bescherming niet worden beschouwd als onbestaanbaar met de |
articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, | Artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
tel qu'il a été remplacé par la loi du 4 septembre 2002, en ce qu'il | zoals vervangen bij de wet van 4 september 2002, schendt, in zoverre |
ne s'applique pas aux personnes physiques qui, à titre gratuit, ont | het niet van toepassing is op de natuurlijke personen die kosteloos, |
consenti, en tant que garantie, une hypothèque sur un immeuble, ne | als borg een onroerend goed met hypotheek hebben bezwaard, de |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 mars 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 maart 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |