← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 157/2005 du 20 octobre 2005 Numéro du rôle : 3412 En cause
: le recours en annulation de l'article 3, 12°, du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 établissant
des exigences et mesures de maintien en matière de pe La
Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges R. Henneuse,
(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 157/2005 du 20 octobre 2005 Numéro du rôle : 3412 En cause : le recours en annulation de l'article 3, 12°, du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 établissant des exigences et mesures de maintien en matière de pe La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 157/2005 van 20 oktober 2005 Rolnummer 3412 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3, 12°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters R. Henn(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 157/2005 du 20 octobre 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 157/2005 van 20 oktober 2005 |
| Numéro du rôle : 3412 | Rolnummer 3412 |
| En cause : le recours en annulation de l'article 3, 12°, du décret de | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3, 12°, van het |
| la Région flamande du 7 mai 2004 établissant des exigences et mesures | decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 houdende eisen en |
| de maintien en matière de performance énergétique et de climat | handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het |
| intérieur de bâtiments et portant instauration d'un certificat de | binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een |
| performance énergétique, introduit par G. Timmermans. | energieprestatiecertificaat, ingesteld door G. Timmermans. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges R. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
| Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, | R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, |
| assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 januari |
| janvier 2005 et parvenue au greffe le 31 janvier 2005, G. Timmermans, | 2005 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 31 |
| demeurant à 2970 's Gravenwezel, Eekhoornlaan 17, a introduit un | januari 2005, heeft G. Timmermans, wonende te 2970 's Gravenwezel, |
| recours en annulation de l'article 3, 12°, du décret de la Région | Eekhoornlaan 17, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 3, 12°, |
| flamande du 7 mai 2004 établissant des exigences et mesures de | van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 houdende eisen |
| maintien en matière de performance énergétique et de climat intérieur | en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het |
| binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een | |
| de bâtiments et portant instauration d'un certificat de performance | energieprestatiecertificaat (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad |
| énergétique (publié au Moniteur belge du 30 juillet 2004, troisième édition). | van 30 juli 2004, derde uitgave). |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. La partie requérante demande l'annulation de l'article 3, 12°, | B.1.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 3, |
| du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 établissant des | 12°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 houdende |
| exigences et mesures de maintien en matière de performance énergétique | eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties |
| et de climat intérieur de bâtiments et portant instauration d'un | en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een |
| certificat de performance énergétique (ci-après : décret sur la | energieprestatiecertificaat (hierna : energieprestatiedecreet) wegens |
| performance énergétique), pour cause de violation du principe | schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. |
| d'égalité et de non-discrimination. | |
| B.1.2. Le décret précité règle la détermination, la mise en oeuvre et | B.1.2. Het voormelde decreet regelt de bepaling, de uitvoering en |
| le contrôle des conditions auxquelles les bâtiments doivent répondre | handhaving van de voorwaarden waaraan gebouwen inzake energetische |
| en matière de performance énergétique, d'isolation thermique, de | prestaties, thermische isolatie, binnenklimaat en ventilatie (de |
| climat intérieur et de ventilation (les « exigences PEB »). Le décret | zogenaamde « EPB-eisen ») moeten voldoen. Het decreet geeft tevens |
| met également en oeuvre la directive 2002/91/CE du Parlement européen | uitvoering aan de richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en |
| et du Conseil du 16 décembre 2002 sur la performance énergétique des | de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van |
| bâtiments. | gebouwen. |
| Le chapitre III - « Mesures d'exécution et de maintien » prévoit | In hoofdstuk III - « Uitvoerings- en handhavingsmaatregelen » wordt |
| l'intervention d'un « rapporteur » dans le cadre des travaux effectués | voorzien in het optreden van een « verslaggever » bij werkzaamheden |
| à des bâtiments soumis aux exigences PEB. Ces travaux requièrent, au | aan gebouwen waarvoor EPB-eisen gelden. Voor dergelijke werkzaamheden |
| plus tard six mois après la mise en service du bâtiment (article 15), | moet uiterlijk zes maanden na de ingebruikneming van het gebouw |
| une déclaration sur la performance énergétique et le climat intérieur, | (artikel 15) een energieprestatie- en binnenklimaataangifte worden |
| dans laquelle le rapporteur décrit toutes les mesures mises en oeuvre | gedaan waarin de verslaggever alle uitgevoerde maatregelen tot |
| afin de respecter les exigences PEB et les déclare conformes ou non à | naleving van de EPB-eisen beschrijft en ze al dan niet conform |
| ces exigences (article 3, 11°). Le rapporteur est désigné par la | verklaart met die eisen (artikel 3, 11°). De verslaggever wordt door |
| personne soumise à déclaration avant le début des travaux (article 10, | de aangifteplichtige vóór de aanvang van de werkzaamheden aangesteld |
| § 1er). | (artikel 10, § 1). |
| En vertu de l'article 3, 12°, attaqué, le rapporteur doit disposer | Krachtens het bestreden artikel 3, 12°, moet de verslaggever |
| d'un diplôme d'architecte, d'ingénieur civil architecte, d'ingénieur | beschikken over een diploma van architect, burgerlijk ingenieur |
| civil ou d'ingénieur industriel. La disposition entreprise énonce : | architect, burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur. De bestreden |
| « Article 3.Dans le présent décret, on entend par : |
bepaling luidt : « In dit decreet wordt verstaan onder : |
| [...] | [...] |
| 12° rapporteur : toute personne physique qui établit la déclaration | 12° verslaggever : een natuurlijke persoon die in opdracht van een |
| EPB, pour le compte d'une personne soumise à déclaration et qui est | aangifteplichtige de EPB-aangifte opstelt en die beschikt over een |
| titulaire d'un diplôme d'architecte, d'ingénieur civil ou d'ingénieur | diploma van architect, burgerlijk ingenieur architect, burgerlijk |
| industriel; la fonction de rapporteur peut aussi être assumée par | ingenieur of industrieel ingenieur; de functie van verslaggever kan |
| ook waargenomen worden door de architect die belast is met het ontwerp | |
| l'architecte qui est chargé de la conception du bâtiment ou du | van het gebouw of met de controle op de uitvoering van de |
| contrôle sur l'exécution des travaux; ». | werkzaamheden; ». |
| Quant à la recevabilité | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
| B.2.1. La partie requérante fait référence à sa formation académique - | B.2.1. De verzoekende partij verwijst naar haar academische vorming - |
| docteur en sciences - et à son expérience professionnelle dans le | doctor in de wetenschappen - en haar beroepservaring op het vlak van |
| domaine de la gestion de l'énergie et de l'isolation thermique. Malgré | het energiebeheer en de thermische isolatie. Ondanks die kwalificaties |
| ses qualifications, elle ne pourrait exercer la fonction de rapporteur | zou zij niet in aanmerking komen om als verslaggever in de zin van het |
| au sens du décret sur la performance énergétique, puisque la | energieprestatiedecreet op te treden, aangezien de bestreden bepaling |
| disposition attaquée requiert pour ce faire la possession d'un diplôme | daarvoor het bezit van een diploma van architect, burgerlijk ingenieur |
| d'architecte, d'ingénieur civil architecte, d'ingénieur civil ou | architect, burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur vereist. |
| d'ingénieur industriel. | |
| En tant que la disposition attaquée lui interdit, sur la base de son | In zoverre de verzoekende partij op grond van haar diploma door de |
| diplôme, d'exercer la fonction de rapporteur, la partie requérante | bestreden bepaling wordt uitgesloten om als verslaggever op te treden, |
| considère justifier de l'intérêt requis à l'annulation de cette | zou zij volgens haar van het vereiste belang bij de vernietiging van |
| disposition. | die bepaling doen blijken. |
| B.2.2. Selon le Gouvernement flamand, l'intérêt invoqué par la partie | B.2.2. Volgens de Vlaamse Regering kan het belang dat door de |
| requérante ne saurait fonder l'annulation de la disposition attaquée; | verzoekende partij wordt aangevoerd, de vernietiging van de bestreden |
| au contraire, en cas d'annulation de la disposition entreprise, le | bepaling niet schragen; integendeel, in geval van vernietiging van de |
| Gouvernement flamand estime que plus aucune expertise ne serait | bestreden bepaling zou volgens de Vlaamse Regering in het geheel geen |
| requise des rapporteurs. Le Gouvernement flamand est dès lors d'avis | deskundigheid van de verslaggevers zijn vereist. De Vlaamse Regering |
| que le recours ne serait recevable qu'en tant qu'il a pour objet | is dan ook van oordeel dat het beroep slechts ontvankelijk zou zijn |
| l'annulation de la disposition entreprise parce que cette disposition | voor zover het strekt tot de vernietiging van de bestreden bepaling in |
| ne permettrait pas aux titulaires du diplôme de docteur en sciences, | zoverre die bepaling de houders van het diploma van doctor in de |
| plus spécifiquement dans le domaine de la science de l'isolation, | wetenschappen, meer specifiek in het vakgebied van de isolatieleer, |
| d'exercer la fonction de rapporteur visée dans le décret sur la | niet zou toestaan op te treden als verslaggever, bedoeld in het |
| performance énergétique. | energieprestatiedecreet. |
| B.2.3. Vu les qualifications académiques et professionnelles de la | B.2.3. Gelet op de academische en professionele kwalificaties van de |
| partie requérante en matière de gestion de l'énergie et d'isolation | verzoekende partij op het vlak van het energiebeheer en de thermische |
| thermique, sa situation peut être directement et défavorablement | isolatie, kan haar situatie rechtstreeks en ongunstig worden geraakt |
| affectée par une disposition décrétale qui ne lui permet pas, à défaut | door een decreetsbepaling die haar niet toestaat, bij ontstentenis van |
| du diplôme requis, d'exercer la fonction de rapporteur dans des | het vereiste diploma, op te treden als verslaggever in aangelegenheden |
| matières qui relèvent de sa spécialité. Une annulation éventuelle offrirait à la partie requérante une nouvelle chance de voir réglée plus favorablement sa situation. B.2.4. L'exception est rejetée. Quant au fond B.3. La partie requérante invoque un moyen unique, puis de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la disposition entreprise exclurait sans la moindre justification les titulaires du diplôme de docteur en sciences - plus spécifiquement dans le domaine de la science de l'isolation - de la possibilité d'exercer la fonction de rapporteur au sens du décret sur la performance énergétique, alors que les titulaires de ce diplôme ne pourraient être traités différemment des titulaires du diplôme d'architecte, d'ingénieur civil architecte, d'ingénieur civil ou d'ingénieur industriel. B.4.1. Selon le Gouvernement flamand, le moyen est dénué de fondement, dès lors que, malgré les diplômes mentionnés dans la disposition entreprise, les titulaires d'autres diplômes pourraient encore être associés aux activités du rapporteur. B.4.2. Dès lors, puisque la disposition attaquée autorise les seuls titulaires des diplômes qu'elle mentionne à exercer personnellement la fonction de rapporteur, le fait que les titulaires d'un autre diplôme puissent, le cas échéant, être associés indirectement aux activités du rapporteur n'a pas pour effet que le moyen soit infondé. B.5. Les travaux préparatoires révèlent que le but poursuivi par le législateur décrétal au moyen de la disposition entreprise consiste en ce que le rapporteur dispose d'un diplôme attestant une certaine expertise, ce qui s'inscrit au demeurant dans la ligne de la directive 2002/91/CE du 16 décembre 2002 précitée. L'exposé des motifs de la disposition entreprise précise : « Le rapporteur aide la personne soumise à déclaration à faire le rapport des mesures mises en oeuvre afin de respecter les exigences PEB. Il ou elle dispose d'un diplôme attestant une certaine expertise en la matière. L'architecte qui conçoit le projet et/ou est chargé du contrôle des travaux peut également être désigné en tant que rapporteur. La personne soumise à déclaration peut cependant choisir d'impliquer un tiers en tant que rapporteur dans le projet afin de l'aider à remplir son obligation décrétale » (Doc. parl., Parlement flamand, 2002-2003, n° 1379/1, p. 22). B.6. Le critère de distinction utilisé par le législateur décrétal est la possession d'un diplôme déterminé : seuls les titulaires d'un diplôme d'architecte, d'ingénieur civil architecte, d'ingénieur civil ou d'ingénieur industriel remplissent les conditions pour exercer la fonction de rapporteur visée dans le décret sur la performance énergétique. Ce critère a un caractère objectif. B.7.1. La partie requérante en conteste toutefois la pertinence par rapport au but poursuivi par le législateur décrétal. Elle affirme également que la mesure entreprise serait disproportionnée à ce but. B.7.2. L'article 142 de la Constitution ne confère pas à la Cour un pouvoir d'appréciation et de décision qui soit comparable à celui du législateur décrétal. Il n'appartient pas à la Cour de substituer sa propre appréciation à celle du législateur décrétal en ce qui concerne le choix du critère de distinction, pour autant que ce choix ne procède pas d'une appréciation manifestement erronée. La Cour ne peut sanctionner une réglementation que lorsque celle-ci établit une distinction pour laquelle il n'existe aucune justification objective et raisonnable. Lorsque le législateur décrétal exige une certaine expertise pour pouvoir exercer la fonction de rapporteur visée dans le décret sur la performance énergétique, il peut, au moyen d'une règle générale, exiger que le rapporteur soit titulaire d'un diplôme déterminé, susceptible d'attester l'expertise ou tout au moins une présomption d'expertise dans une matière afférente aux activités de ce rapporteur. Certes, la mesure entreprise pourrait, dans certains cas, avoir pour effet, d'une part, que des personnes titulaires du diplôme requis semblent ne pas disposer de l'expertise souhaitée mais puissent pourtant, en droit - pas nécessairement en fait -, exercer la fonction de rapporteur et, d'autre part, d'exclure de l'exercice personnel de la fonction de rapporteur des personnes qui ne sont pas titulaires du diplôme requis mais qui disposent malgré tout, comme la partie requérante, de l'expertise souhaitée. Ces circonstances ne sont toutefois pas de nature à priver la distinction attaquée de son caractère objectivement et raisonnablement justifié, puisque le législateur décrétal peut appréhender la diversité des situations en faisant usage de catégories - en l'espèce être ou non titulaire d'un diplôme déterminé - qui ne correspondent aux réalités que de manière simplifiée et approximative. B.8. Le moyen ne peut être accueilli. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 20 octobre 2005. Le greffier, L. Potoms. Le président, | die tot het specialisatiedomein van de verzoekende partij behoren. Ten gevolge van een eventuele vernietiging zou de verzoekende partij een nieuwe kans krijgen om haar situatie gunstiger geregeld te zien. B.2.4. De exceptie wordt verworpen. Ten gronde B.3. De verzoekende partij voert een enig middel aan, afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de bestreden bepaling zonder enige verantwoording de houders van het diploma van doctor in de wetenschappen - meer specifiek in het vakgebied van de isolatieleer - zou uitsluiten van de mogelijkheid om als verslaggever in de zin van het energieprestatiedecreet op te treden, terwijl houders van dat diploma niet anders zouden mogen worden behandeld dan houders van het diploma van architect, burgerlijk ingenieur architect, burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur. B.4.1. Volgens de Vlaamse Regering mist het middel grondslag, nu ondanks de in de bestreden bepaling vermelde diploma's, de houders van andere diploma's alsnog bij de werkzaamheden van de verslaggever zouden kunnen worden betrokken. B.4.2. Nu de bestreden bepaling enkel de houders van de daarin vermelde diploma's toestaat de functie van verslaggever rechtstreeks waar te nemen, heeft het gegeven dat in voorkomend geval houders van een ander diploma indirect bij de werkzaamheden van de verslaggever zouden kunnen worden betrokken, niet tot gevolg dat het middel grondslag mist. B.5. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat het doel dat de decreetgever met de bestreden bepaling nastreeft erin bestaat dat de verslaggever over een diploma beschikt dat wijst op een zekere deskundigheid, zulks overigens in de lijn van de voormelde richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002. De toelichting bij de bestreden bepaling vermeldt : « De verslaggever staat de aangifteplichtige bij bij het rapporteren over de uitgevoerde maatregelen om te voldoen aan de EPB-eisen. Hij of zij beschikt over een diploma dat wijst op een zekere deskundigheid terzake. Ook de architect die het ontwerp opmaakt en/of belast is met de controle van de werkzaamheden, kan aangesteld worden als verslaggever. De aangifteplichtige kan er evenwel voor opteren een derde als verslaggever bij het project te betrekken om hem bij te staan in het vervullen van zijn decretale verplichting » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1379/1, p. 22). B.6. Als onderscheidingscriterium hanteert de decreetgever het beschikken over een bepaald diploma : enkel degenen die houder zijn van een diploma van architect, burgerlijk ingenieur architect, burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur komen in aanmerking om de functie van verslaggever, bedoeld in het energieprestatiedecreet, te kunnen uitoefenen. Dat criterium heeft een objectief karakter. B.7.1. De verzoekende partij betwist evenwel de pertinentie ervan ten aanzien van het door de decreetgever nagestreefde doel. Zij betoogt tevens dat de bestreden maatregel onevenredig zou zijn met dat doel. B.7.2. Artikel 142 van de Grondwet verleent aan het Hof niet een beoordelings- en beslissingsbevoegdheid die vergelijkbaar is met die van de decreetgever. Het komt het Hof niet toe zijn beoordeling in de plaats te stellen van het oordeel van de decreetgever wat het gekozen differentiatiecriterium betreft voor zover die keuze niet op een kennelijk verkeerde beoordeling berust. Het Hof kan een regeling slechts afkeuren voor zover een onderscheid wordt gemaakt waarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat. Wanneer de decreetgever een zekere deskundigheid vereist om de functie van verslaggever, bedoeld in het energieprestatiedecreet, te kunnen uitoefenen, vermag hij, bij wege van een algemene regel, het vereiste op te leggen dat de verslaggever houder is van een bepaald diploma, waaruit de deskundigheid of minstens een vermoeden van deskundigheid blijkt in een aangelegenheid waarop de werkzaamheden van die verslaggever betrekking hebben. Weliswaar zou de bestreden maatregel ertoe kunnen leiden dat er in bepaalde gevallen, enerzijds, houders zijn van het vereiste diploma die niet over de beoogde deskundigheid blijken te beschikken, maar toch in rechte - niet noodzakelijkerwijze in feite - in aanmerking komen om als verslaggever op te treden en, anderzijds, personen die geen houder zijn van het vereiste diploma en toch, zoals de verzoekende partij, over de beoogde deskundigheid beschikken, maar niet in aanmerking komen om zelf als verslaggever te fungeren. Die omstandigheden zijn evenwel niet van die aard dat zij het bestreden onderscheid zijn objectief en redelijk verantwoord karakter ontnemen, nu de decreetgever de verscheidenheid van toestanden vermag op te vangen in categorieën - te dezen al dan niet houder zijn van een bepaald diploma - die met de werkelijkheid slechts op vereenvoudigende en benaderende wijze overeenstemmen. B.8. Het middel kan niet worden aangenomen. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 oktober 2005. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, |
| A. Arts. | A. Arts. |