Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 70/2005 du 20 avril 2005 Numéro du rôle : 3002 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 524bis du Code d'instruction criminelle, posées par le Tribunal correctionnel de Gand. La Cour d'arbitrag composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges M. Bossuyt, L. Lavrysen, J.-P. Snappe,(...)"
Extrait de l'arrêt n° 70/2005 du 20 avril 2005 Numéro du rôle : 3002 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 524bis du Code d'instruction criminelle, posées par le Tribunal correctionnel de Gand. La Cour d'arbitrag composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges M. Bossuyt, L. Lavrysen, J.-P. Snappe,(...) Uittreksel uit arrest nr. 70/2005 van 20 april 2005 Rolnummer 3002 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 524bis van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Gent. Het Arbitragehof, sam wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 70/2005 du 20 avril 2005 Uittreksel uit arrest nr. 70/2005 van 20 april 2005
Numéro du rôle : 3002 Rolnummer 3002
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 524bis In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 524bis van het
du Code d'instruction criminelle, posées par le Tribunal correctionnel Wetboek van Strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank te
de Gand. Gent.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges M. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
Bossuyt, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et J. Spreutels, M. Bossuyt, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en J. Spreutels,
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van
Arts, voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
Par jugement du 30 avril 2004 en cause du ministère public et des Bij vonnis van 30 april 2004 in zake het openbaar ministerie en de
parties civiles C.L. et autres contre M.G., dont l'expédition est burgerlijke partijen C.L. en anderen tegen M.G., waarvan de expeditie
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 18 mai 2004, le Tribunal ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 mei 2004, heeft de
correctionnel de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes : Correctionele Rechtbank te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld :
1. « L'article 524bis, § 1er, du Code d'instruction criminelle 1. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering
viole-t-il les principes d'égalité et de non-discrimination garantis het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel zoals
par les articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de samen gelezen met de artikelen 6 EVRM en artikel 14 BUPO, schendt
l'homme et l'article 14 du Pacte international relatif aux droits doordat het bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42,
civils et politiques, en ce que le fait d'ordonner une enquête 3°, en 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen
particulière sur les avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°,
et 43bis, du Code pénal est subordonné à une réquisition du ministère afhankelijk wordt gesteld van een vordering van het openbaar
public, à l'exclusion de la partie civile, ce qui peut avoir pour ministerie met uitsluiting van de burgerlijke partij, wat tot gevolg
effet qu'une partie civile obtienne la confiscation avec attribution à kan hebben dat de ene burgerlijke partij een verbeurdverklaring met
la partie civile et qu'une autre partie civile ne l'obtienne pas, en toewijzing aan de burgerlijke partij kan bekomen en de andere
fonction simplement de la décision du ministère public de requérir ou burgerlijke partij niet, louter afhankelijk van de beslissing van het
non une enquête particulière ? »; openbaar ministerie om een bijzonder onderzoek te vorderen of niet ?
2. « L'article 524bis du Code d'instruction criminelle viole-t-il les »; 2. « Schendt artikel 524bis van het Wetboek van Strafvordering het
principes d'égalité et de non-discrimination garantis par les articles gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel zoals gewaarborgd
10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen
6 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 14 du met de artikelen 6 EVRM en artikel 14 BUPO, doordat de burgerlijke
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce que
les plaignants qui se sont portés partie civile devant le juge
d'audience, conformément à l'article 67 du Code d'instruction partijen die zich overeenkomstig artikel 67 van het Wetboek van
criminelle, ne peuvent demander ni une enquête particulière sur les Strafvordering voor de zittingsrechter stelden geen bijzonder
avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, et 43bis, du Code onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek
pénal ni des actes d'instruction complémentaires au cas où une telle bedoelde vermogensvoordelen kunnen vragen en wanneer een dergelijk
enquête aurait été ordonnée sur réquisition du ministère public, alors onderzoek op vordering van het openbaar ministerie zou zijn bevolen,
que les parties civiles qui se sont constituées telles devant le juge geen bijkomende onderzoekshandelingen kunnen vragen, terwijl de
d'instruction, conformément à l'article 63 du Code d'instruction burgerlijke partijen die zich overeenkomstig artikel 63 van het
criminelle, peuvent demander une enquête sur les avantages Wetboek van Strafvordering voor de onderzoeksrechter stelden wel een
patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, et 43bis, du Code pénal ainsi onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek
que des actes d'instruction complémentaires, ce qui peut avoir pour bedoelde vermogensvoordelen en bijkomende onderzoekshandelingen kunnen
effet que les parties civiles soient traitées de manière inégale les vragen, wat tot gevolg kan hebben dat de burgerlijke partijen
unes par rapport aux autres, simplement en fonction de l'instance onderling ongelijk worden behandeld louter in functie van de instantie
devant laquelle elles font valoir leurs droits ? »; voor dewelke zij hun rechten laten gelden ? »;
3. « L'article 524bis, § 1er, du Code d'instruction criminelle 3. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering
viole-t-il les dispositions de l'article 13 de la Constitution, lues de bepalingen van artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang
ou non en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des met artikel 6 EVRM en artikel 14 BUPO doordat het bevelen van een
droits de l'homme et l'article 14 du Pacte international relatif aux bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het
droits civils et politiques, en ce que le fait d'ordonner une enquête Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk wordt gesteld van
particulière sur les avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, een vordering van het openbaar ministerie, wat tot gevolg kan hebben
et 43bis, du Code pénal est subordonné à une réquisition du ministère dat de burgerlijke partij tegen haar wil zou worden afgetrokken van de
public, ce qui peut avoir pour effet que la partie civile soit bevoegde, onpartijdige en onafhankelijke rechter die de wet haar
distraite contre son gré du juge compétent, impartial et indépendant toekent met betrekking tot de beslissing over een bijzonder
que la loi lui assigne, en ce qui concerne la décision relative à une vermogensonderzoek en een eventuele verbeurdverklaring met toewijzing
enquête particulière sur le patrimoine et à une éventuelle
confiscation avec attribution à la partie civile ? »; aan de burgerlijke partij ? »;
4. « L'article 524bis, § 1er, du Code d'instruction criminelle 4. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering
viole-t-il les principes d'égalité et de non-discrimination garantis het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel zoals
par les articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de
l'homme et l'article 14 du Pacte international relatif aux droits samen gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14 BUPO, doordat het
civils et politiques, en ce que le fait d'ordonner une enquête bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en
particulière sur les avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk
et 43bis, du Code pénal est subordonné à une réquisition du ministère wordt gesteld van een vordering van het openbaar ministerie met
public, à l'exclusion de la partie civile, ce qui peut avoir pour uitsluiting van de burgerlijke partij, wat tot gevolg kan hebben dat
effet que la partie publique puisse intervenir en vue de défendre ses de publieke partij kan opkomen voor haar belangen en de burgerlijke
intérêts et que la partie civile ne le puisse pas, en fonction de partij niet, afhankelijk van opportuniteitsoverwegingen door het
considérations d'opportunité émises par le ministère public ? ». openbaar ministerie ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
Les dispositions en cause De in het geding zijnde bepalingen
B.1.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 524bis, § 1er, B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 524bis, §
du Code d'instruction criminelle, inséré par la loi du 19 décembre 1, van het Wetboek van Strafvordering, ingevoegd bij de wet van 19
2002 portant extension des possibilités de saisie et de confiscation december 2002 tot uitbreiding van de mogelijkheden tot inbeslagname en
en matière pénale, qui énonce : verbeurdverklaring in strafzaken, dat luidt :
« Le juge qui déclare le prévenu coupable pour le fait qui lui est « De rechter die de beklaagde schuldig verklaart aan het ten laste
imputé peut, sur réquisition du ministère public, ordonner une enquête gelegde feit kan, op vordering van het openbaar ministerie, beslissen
particulière sur les avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, dat een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, artikel 43bis
43bis et 43quater, du Code pénal en vue de déterminer ces avantages patrimoniaux. Cette enquête particulière sur les avantages patrimoniaux n'est toutefois possible que si le ministère public démontre, sur la base d'indices sérieux et concrets, que le condamné a tiré de l'infraction ou de faits identiques au sens de l'article 43quater du Code pénal, des avantages patrimoniaux de quelque intérêt. La réquisition du ministère public pour mener une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux ne peut jamais être introduite pour la première fois en degré d'appel ». en 43quater, van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen zal worden gevoerd met het oog op het bepalen van deze vermogensvoordelen. Het voeren van dit bijzonder onderzoek naar de vermogensvoordelen is evenwel enkel mogelijk indien het openbaar ministerie door middel van ernstige en concrete aanwijzingen aantoont dat de veroordeelde uit het misdrijf of uit identieke feiten in de zin van artikel 43quater van het Strafwetboek, vermogensvoordelen van enig belang heeft behaald. De vordering van het openbaar ministerie tot het instellen van een bijzonder onderzoek naar de vermogensvoordelen kan nooit voor het eerst in tweede aanleg worden gesteld ».
B.1.2. Les questions préjudicielles renvoient également aux articles B.1.2. De prejudiciële vragen verwijzen eveneens naar de artikelen 42,
42, 3°, et 43bis du Code pénal, qui énoncent : 3°, en 43bis van het Strafwetboek, die bepalen :
«

Art. 42.La confiscation spéciale s'applique :

«

Art. 42.Bijzondere verbeurdverklaring wordt toegepast :

[...] [...]
3° aux avantages patrimoniaux tirés directement de l'infraction, aux 3° Op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn
biens et valeurs qui leur ont été substitués et aux revenus de ces verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn
avantages investis ». «

Art. 43bis.La confiscation spéciale s'appliquant aux choses visées à l'article 42, 3°, pourra toujours être prononcée par le juge, mais uniquement dans la mesure où elle est requise par écrit par le procureur du Roi. Si ces choses ne peuvent être trouvées dans le patrimoine du condamné, le juge procédera à leur évaluation monétaire et la confiscation portera sur une somme d'argent qui leur sera équivalente. Lorsque les choses confisquées appartiennent à la partie civile, elles lui seront restituées. Les choses confisquées lui seront de même attribuées lorsque le juge en aura prononcé la confiscation pour le motif qu'elles constituent des biens ou des valeurs substitués par le condamné à des choses appartenant à la partie civile ou parce qu'elles constituent l'équivalent de telles choses au sens de l'alinéa 2 du présent article. Tout autre tiers prétendant droit sur la chose confisquée pourra faire valoir ce droit dans un délai et selon des modalités déterminés par le Roi ». Quant aux questions préjudicielles B.2.1. En vertu de l'article 524bis du Code d'instruction criminelle, après la décision au sujet de la culpabilité, le juge pénal peut autoriser le ministère public à mener une enquête particulière sur les

gesteld en op de inkomsten uit de belegde voordelen ». «

Art. 43bis.Bijzondere verbeurdverklaring toepasselijk op de zaken bedoeld in artikel 42, 3°, kan door de rechter in elk geval worden uitgesproken, maar slechts voorzover zij door de procureur des Konings schriftelijk wordt gevorderd. Indien de zaken niet kunnen worden gevonden in het vermogen van de veroordeelde, raamt de rechter de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend bedrag. Ingeval de verbeurdverklaarde zaken aan de burgerlijke partij toebehoren, zullen zij aan haar worden teruggegeven. De verbeurdverklaarde zaken zullen haar eveneens worden toegewezen ingeval de rechter de verbeurdverklaring uitgesproken heeft omwille van het feit dat zij goederen en waarden vormen die door de veroordeelde in de plaats gesteld zijn van de zaken die toebehoren aan de burgerlijke partij of omdat zij het equivalent vormen van zulke zaken in de zin van het tweede lid van dit artikel. Iedere andere derde die beweert recht te hebben op de verbeurdverklaarde zaak, zal dit recht kunnen laten gelden binnen een termijn en volgens modaliteiten bepaald door de Koning ». Over de prejudiciële vragen B.2.1. Op grond van artikel 524bis van het Wetboek van Strafvordering heeft de strafrechter, na de uitspraak over de schuldvraag, de mogelijkheid het openbaar ministerie toe te staan een bijzonder onderzoek te voeren naar de vermogensvoordelen bedoeld in de artikelen

avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, 43bis et 43quater du Code pénal. 42, 3°, 43bis en 43quater van het Strafwetboek.
B.2.2. Le juge a quo demande à la Cour si la disposition litigieuse B.2.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding
viole les articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en zijnde bepaling een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het
l'homme et avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 14 van het
civils et politiques, en ce que l'enquête particulière sur les Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,
avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, et 43bis, n'est doordat het bijzonder onderzoek naar de in de artikelen 42, 3°, en
possible que sur réquisition du ministère public, ce qui implique que 43bis bedoelde vermogensvoordelen enkel mogelijk is op vordering van
: het openbaar ministerie, waardoor :
- la partie publique peut défendre ses intérêts, contrairement à la - de publieke partij kan opkomen voor haar belangen en de burgerlijke
partie civile; partij niet;
- une partie civile peut obtenir la confiscation avec attribution à la - de ene burgerlijke partij een verbeurdverklaring met toewijzing aan
partie civile et une autre ne pas l'obtenir, en fonction de la de burgerlijke partij kan verkrijgen en de andere niet, afhankelijk
décision du ministère public de requérir ou non une enquête van de beslissing van het openbaar ministerie om al dan niet een
particulière; bijzonder onderzoek te vorderen;
- les parties civiles sont traitées de manière inégale selon qu'elles - de burgerlijke partijen ongelijk worden behandeld naargelang zij
déposent plainte auprès du juge d'instruction ou auprès du juge du klacht doen bij de onderzoeksrechter dan wel bij de rechter ten
fond. gronde.
B.2.3. En corrélation avec ce qui précède, il est également demandé à B.2.3. Daarmee samenhangend wordt het Hof ook gevraagd of de in het
la Cour si la disposition litigieuse viole l'article 13 de la Constitution, lu ou non en combinaison avec les dispositions conventionnelles précitées, en ce que la partie civile serait distraite du juge que la loi lui assigne. B.2.4. Les questions préjudicielles peuvent faire l'objet d'une réponse commune. Quant au fond B.3.1. La disposition en cause s'inscrit dans une approche du crime organisé et du grand banditisme qui est axée sur le butin. Le législateur entend élaborer un système plus performant, afin de mieux déceler les avantages patrimoniaux tirés de ces formes de criminalité geding zijnde bepaling een schending inhoudt van artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de voormelde verdragsbepalingen, doordat de burgerlijke partij zou worden afgetrokken van de rechter die de wet haar toekent. B.2.4. De prejudiciële vragen kunnen samen worden beantwoord. Ten gronde B.3.1. De in het geding zijnde bepaling past in het kader van een « buitgerichte » aanpak van de zware of de georganiseerde criminaliteit. De wetgever beoogt een performanter systeem uit te werken om de vermogensvoordelen uit die vormen van criminaliteit beter op te sporen
et d'augmenter considérablement la possibilité de les confisquer. On en de kans op verbeurdverklaring ervan drastisch te verhogen. Aldus
tente ainsi de frapper le criminel ou l'organisation criminelle dans wordt getracht de misdadiger of de misdadige organisatie te treffen in
ses moyens financiers et dans les résultats de ses actes criminels, zijn of haar financiële middelen en in de resultaten van zijn of haar
avec comme objectif final le démantèlement de la structure criminelle, misdadig optreden, met als uiteindelijk doel de criminele structuur,
qui peut fortement déstabiliser la société (Doc. parl., Chambre, die een ernstig maatschappijontwrichtend karakter kan hebben, te
2001-2002, DOC 50-1601/001, pp. 3 et 5-6). ontmantelen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1601/001, pp. 3 en
Selon le législateur, cette approche a deux fonctions. Son but premier 5-6). Volgens de wetgever heeft die benadering twee functies. Allereerst
est de rétablir la situation telle qu'elle existait avant wordt het herstel beoogd in de toestand zoals die bestond vóór het
l'infraction. L'accaparement illicite de patrimoine est ainsi mis à plegen van het misdrijf. De onrechtmatige vermogenswerving wordt op
néant. En outre, un effet préventif général et particulier est die wijze tenietgedaan. Daarnaast wordt een algemeen en een bijzonder
recherché, tant à l'égard de la société dans son ensemble qu'à l'égard preventief effect beoogd, zowel ten aanzien van de maatschappij in
du condamné en particulier (ibid., p. 6). haar geheel, als ten aanzien van de veroordeelde in het bijzonder (ibid., p. 6).
B.3.2. Afin d'éviter que le procès relatif au délit sous-jacent soit B.3.2. Om te vermijden dat het proces over het basismisdrijf nodeloos
inutilement retardé par l'examen des avantages patrimoniaux découlant wordt vertraagd door het onderzoek naar de vermogensvoordelen die het
du délit, la décision sur la culpabilité et celle relative à la misdrijf heeft voortgebracht, wordt de uitspraak over de schuld en
confiscation sont scindées et il est créé une procédure distincte, over de verbeurdverklaring gescheiden en wordt een aparte procedure in
grâce à laquelle le juge peut, après avoir déclaré le prévenu coupable het leven geroepen, waarbij de rechter, nadat hij de beklaagde aan de
ten laste gelegde feiten schuldig heeft verklaard, het openbaar
des faits qui lui sont imputés, autoriser le ministère public à mener ministerie kan toestaan een bijzonder onderzoek te voeren naar het
une enquête particulière sur l'existence d'avantages patrimoniaux bestaan van vermogensvoordelen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC
(Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1601/001, p. 3). 50-1601/001, p. 3).
B.3.3. Cette enquête particulière ne peut être ordonnée d'office par B.3.3. Dat bijzonder onderzoek kan niet ambtshalve door de rechter
le juge, mais doit être requise par le ministère public. Elle n'est worden gelast, maar dient door het openbaar ministerie te worden
possible que si le ministère public démontre, « sur la base d'indices gevorderd. Het is enkel mogelijk indien het openbaar ministerie « door
sérieux et concrets, que le condamné a tiré de l'infraction [...] des avantages patrimoniaux de quelque intérêt ». Le législateur a dès lors entendu réserver la possibilité de mener une procédure complémentaire aux cas où les avantages patrimoniaux présumés sont relativement considérables. B.3.4. Lorsque le ministère public estime que l'enquête particulière sur les avantages patrimoniaux est terminée, il porte l'action en confiscation devant le tribunal ou la cour qui a ordonné l'enquête particulière. Il le fait en citant directement le condamné et, le cas échéant, la partie civile. Sauf prorogation, le tribunal doit, à peine middel van ernstige en concrete aanwijzingen aantoont dat de veroordeelde uit het misdrijf [...], vermogensvoordelen van enig belang heeft behaald ». Aldus is het de bedoeling van de wetgever geweest om de mogelijkheid tot het voeren van een bijkomende procedure voor te behouden voor die gevallen waarin de vermoedelijke vermogensvoordelen relatief omvangrijk zijn. B.3.4. Wanneer het openbaar ministerie oordeelt dat het bijzonder onderzoek naar de vermogensvoordelen voltooid is, maakt het de vordering tot verbeurdverklaring aanhangig bij de rechtbank of het hof dat het bijzonder onderzoek heeft gelast. Dit gebeurt door een dagvaarding rechtstreeks gericht aan de veroordeelde, en in voorkomend
de déchéance de cette action, être saisi de l'action en confiscation geval aan de burgerlijke partij. Behoudens verlenging dient de
avant l'expiration d'un délai de deux ans, qui court à dater du jour aanhangigmaking van de vordering tot verbeurdverklaring op straffe van
où l'enquête particulière sur les avantages patrimoniaux a été verval te geschieden vóór het verstrijken van een termijn van twee
ordonnée par le juge, pour autant que le prononcé rendu sur la jaar vanaf de dag waarop het bijzonder onderzoek naar de
culpabilité soit déjà passé en force de chose jugée (article 524bis, § vermogensvoordelen door de rechter werd gelast, voor zover de
uitspraak over de schuld reeds in kracht van gewijsde is gegaan
§ 6 et 7). (artikel 524bis, §§ 6 en 7).
B.3.5. En raison du délai maximum de deux ans, le législateur a estimé B.3.5. Vanwege de maximumtermijn van twee jaar achtte de wetgever het
qu'il ne convenait pas d'assurer aussi pendant l'enquête particulière niet aangewezen om de waarborgen die aan de veroordeelde en de
les garanties offertes au condamné et à la partie civile au cours de burgerlijke partij worden geboden tijdens het opsporingsonderzoek en
l'information et de l'instruction (Doc. parl., Sénat, 2002-2003, n° het gerechtelijk onderzoek ook te verlenen tijdens het bijzonder
1197/3, p. 27). onderzoek (Parl. St., Senaat, 2002-2003, nr. 1197/3, p. 27).
B.4.1. Il existe entre le ministère public et la partie civile une B.4.1. Er bestaat tussen het openbaar ministerie en de burgerlijke
différence fondamentale qui repose sur un critère objectif. Le ministère public est chargé, dans l'intérêt de la société, de la recherche, de la poursuite et de la répression des infractions et il exerce l'action publique. La partie civile défend son intérêt personnel et vise à obtenir la réparation du dommage que lui a causé l'infraction. B.4.2. A la lumière des objectifs poursuivis par le législateur, il n'est pas dénué de justification raisonnable que le droit d'initiative pour requérir l'enquête particulière soit réservé au ministère public. Bien que l'enquête puisse finalement profiter à la partie civile, c'est, en effet, un objectif d'intérêt général qui est poursuivi avant tout, celui de rétablir l'équilibre social que l'acte criminel a perturbé. En raison de sa mission, le ministère public est également le plus à même d'apprécier si l'enquête particulière est opportune et a des chances d'aboutir dans le délai légal de deux ans. B.4.3. Le fait que l'enquête particulière n'est possible que si le juge a déclaré le prévenu coupable des faits mis à sa charge et qu'elle peut permettre le prononcé d'une peine complémentaire justifie aussi la différence de traitement entre la partie civile et le ministère public. B.5.1. La Cour doit cependant vérifier si la disposition litigieuse, en réservant au ministère public le droit d'initiative pour requérir une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux visés aux articles 42, 3°, et 43bis du Code pénal, ne limite pas de manière disproportionnée les droits de la partie civile. partij een fundamenteel verschil dat op een objectief criterium berust. Het openbaar ministerie is in het belang van de maatschappij belast met de opsporing, de vervolging en de bestraffing van misdrijven en vordert de toepassing van de strafwet. De burgerlijke partij behartigt haar persoonlijk belang en beoogt bij de burgerrechtelijke vordering de vergoeding te verkrijgen van de schade die haar door het misdrijf werd toegebracht. B.4.2. In het licht van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen is het niet zonder redelijke verantwoording dat het initiatiefrecht voor het bijzonder onderzoek wordt voorbehouden aan het openbaar ministerie. Hoewel het onderzoek uiteindelijk de burgerlijke partij ten goede kan komen, wordt immers in de eerste plaats een doelstelling van algemeen belang nagestreefd, namelijk het herstellen van het maatschappelijk evenwicht dat verstoord werd door crimineel handelen. Het openbaar ministerie is uit hoofde van zijn taak ook het meest geschikt om te oordelen of het bijzonder onderzoek aangewezen is en enige kans op slagen heeft binnen de door de wet voorgeschreven termijn van twee jaar. B.4.3. Ook het feit dat het bijzonder onderzoek slechts mogelijk is nadat de rechter de beklaagde schuldig heeft bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten en kan leiden tot een bijkomende straf, verantwoordt het verschil in behandeling tussen de burgerlijke partij en het openbaar ministerie. B.5.1. Het Hof dient evenwel na te gaan of de in het geding zijnde bepaling, door het initiatiefrecht voor het vorderen van een bijzonder onderzoek naar de in de artikelen 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen voor te behouden aan het openbaar ministerie, niet op onevenredige wijze de rechten van de burgerlijke partij beperkt.
B.5.2. L'enquête particulière visée à l'article 524bis n'est qu'une B.5.2. Het bijzonder onderzoek bedoeld in artikel 524bis is slechts
possibilité accessoire pour déceler les avantages patrimoniaux een bijkomende mogelijkheid om de bijzondere vermogensvoordelen op te
particuliers et elle laisse intacts les droits dont disposait auparavant la partie civile pour obtenir la confiscation de choses qui lui appartiennent ou qui en constituent l'équivalent ou s'y substituent. B.5.3. La possibilité de mener encore une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux après le prononcé sur la culpabilité n'exclut pas que le ministère public ou le juge d'instruction recherche déjà les avantages patrimoniaux au stade de l'information ou de l'instruction. Si la partie civile suspecte l'existence de tels avantages, elle peut, au cours de l'instruction, demander des actes d'instruction complémentaires et insister pour que l'enquête patrimoniale soit terminée avant la fin de l'instruction même. B.5.4. Si une enquête particulière est menée et démontre l'existence d'avantages patrimoniaux, le ministère public saisit le tribunal qui a ordonné l'enquête d'une action en confiscation. L'action est mue par citation adressée au condamné et à la partie civile (article 524bis, § 6, alinéa 1er), qui peut ainsi faire valoir ses droits. B.5.5. Lorsque les choses à confisquer appartiennent à la partie civile, elles lui seront restituées. Si la partie civile n'obtient pas de confiscation à son avantage, elle peut toujours obtenir la réparation du dommage à charge du condamné, de sorte que ses droits sont également préservés sans enquête particulière et sans confiscation spéciale. B.5.6. Il résulte de ce qui précède que la mesure litigieuse n'a pas d'effets disproportionnés à l'égard de la partie civile. Elle n'est sporen en laat de rechten onverlet waarover de burgerlijke partij voordien beschikte om de verbeurdverklaring te verkrijgen van zaken die haar toebehoren of die daarvan het equivalent of het vervangmiddel vormen. B.5.3. De mogelijkheid om na de uitspraak over de schuld nog een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen te voeren sluit niet uit dat het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter al in de fase van het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek naar vermogensvoordelen speurt. Indien de burgerlijke partij het bestaan van dergelijke voordelen vermoedt, kan zij binnen het gerechtelijk onderzoek om bijkomende onderzoekshandelingen verzoeken en aandringen op de afronding van het vermogensonderzoek binnen het gerechtelijk onderzoek zelf. B.5.4. Indien een bijzonder onderzoek wordt gevoerd dat het bestaan van vermogensvoordelen aantoont, maakt het openbaar ministerie de vordering tot verbeurdverklaring aanhangig bij de rechtbank die het onderzoek heeft gelast. De vordering wordt aanhangig gemaakt bij dagvaarding die wordt gericht aan de veroordeelde en aan de burgerlijke partij (artikel 524bis, § 6, eerste lid), die alzo haar rechten kan laten gelden. B.5.5. Wanneer de verbeurd te verklaren zaken aan de burgerlijke partij toebehoren, zullen zij haar worden teruggegeven. Indien de burgerlijke partij geen verbeurdverklaring in haar voordeel verkrijgt, kan zij nog steeds herstel van haar schade vorderen ten laste van de veroordeelde, zodat haar rechten ook zonder bijzonder onderzoek en zonder bijzondere verbeurdverklaring worden gevrijwaard. B.5.6. Uit het bovenstaande volgt dat de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige gevolgen heeft ten aanzien van de burgerlijke partij. Zij wordt niet « tegen haar wil afgetrokken van de
pas « distraite contre son gré du juge que la loi lui assigne » et rechter die de wet haar toekent » noch is zij « louter afhankelijk van
elle ne dépend pas simplement « de la décision du ministère public de de beslissing van het openbaar ministerie om een bijzonder onderzoek
requérir ou non une enquête particulière ». Qu'il soit décidé, tantôt te vorderen ». Dat in het ene geval besloten wordt tot het voeren van
de mener une enquête particulière, tantôt de ne pas le faire, tient een bijzonder onderzoek en in het andere geval niet, hangt samen met
aux caractéristiques de chaque affaire individuelle et n'est pas de eigen kenmerken van elke individuele zaak en houdt geen
discriminatoire. La liberté d'appréciation qui est laissée en la discriminatie in. De beoordelingsvrijheid die ter zake aan het
matière au ministère public ne méconnaît pas le droit à un procès openbaar ministerie wordt gelaten, maakt geen miskenning uit van het
équitable. recht op een eerlijk proces.
B.5.7. Enfin, la disposition litigieuse ne viole pas davantage les B.5.7. Tenslotte schendt de in het geding zijnde bepaling evenmin de
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle traite différemment artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij de burgerlijke partijen
verschillend behandelt naargelang zij klacht doen bij de
les parties civiles selon qu'elles déposent plainte auprès du juge onderzoeksrechter dan wel bij de rechter ten gronde. De partij die
d'instruction ou du juge du fond. La partie qui se prétend lésée par beweert door een misdaad of een wanbedrijf te zijn benadeeld, kan zich
un crime ou un délit peut se constituer partie civile devant le juge burgerlijke partij stellen voor de onderzoeksrechter, voor het
d'instruction, devant la juridiction d'instruction ou devant la onderzoeksgerecht of voor het vonnisgerecht. Het verschil in
juridiction de jugement. La différence de traitement au sujet de behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd vloeit voort uit de
laquelle la Cour est interrogée découle du choix personnel de la persoonlijke keuze van de burgerlijke partij, aan wie het geheel vrij
partie civile, qui peut opérer ce choix en toute liberté. Une telle staat voor de ene of de andere weg te kiezen. Een dergelijk
distinction ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus onderscheid is niet strijdig met de artikelen 10 en 11 van de
ou non en combinaison avec les dispositions conventionnelles Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de in de prejudiciële
mentionnées dans les questions préjudicielles. vragen vermelde verdragsbepalingen.
B.6. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. B.6. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 524bis, § 1er, du Code d'instruction criminelle ne viole pas Artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering schendt niet
les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus ou non en de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang
combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de
l'homme et avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits Mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake
civils et politiques. burgerrechten en politieke rechten.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 20 avril 2005. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 april 2005.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^