← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 68/2005 du 13 avril 2005 Numéros du rôle : 3000 et 3008 En
cause : les questions préjudicielles concernant l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 août
2003 relative aux violations graves du droit internationa La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 68/2005 du 13 avril 2005 Numéros du rôle : 3000 et 3008 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 août 2003 relative aux violations graves du droit internationa La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 68/2005 van 13 april 2005 Rolnummers : 3000 en 3008 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal hum Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 68/2005 du 13 avril 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 68/2005 van 13 april 2005 |
Numéros du rôle : 3000 et 3008 | Rolnummers : 3000 en 3008 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 29, § 3, | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 29, § 3, tweede lid, van |
alinéa 2, de la loi du 5 août 2003 relative aux violations graves du | de wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het |
droit international humanitaire et l'article 10, 1°bis, du titre | internationaal humanitair recht en artikel 10, 1°bis, van de |
préliminaire du Code de procédure pénale, posées par la Cour de | voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door |
cassation. | het Hof van Cassatie. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
J.-P. Snappe et J.-P. Moerman, assistée du greffier L. Potoms, | Alen, J.-P. Snappe en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier L. |
présidée par le président M. Melchior, | Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par arrêt du 5 mai 2004 en cause de la s.a. TotalFinaElf et autres, | a. Bij arrest van 5 mei 2004 in zake de n.v. TotalFinaElf en anderen, |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 14 | 14 mei 2004, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag |
mai 2004, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle | |
suivante : | gesteld : |
« Interprété en ce sens qu'il imposerait le dessaisissement de la | |
juridiction belge bien qu'un plaignant au moins soit étranger ayant le | |
statut de réfugié en Belgique au moment de l'engagement initial de | |
l'action publique, l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 août | « Schendt artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 |
2003 relative aux violations graves du droit international humanitaire | betreffende ernstige schendingen van het internationaal humanitair |
viole-t-il les articles 10, 11 et 191 de la Constitution, dès lors | recht, de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, wanneer het zo |
geïnterpreteerd wordt dat het de onttrekking van de zaak aan het | |
Belgisch gerecht zou vereisen, ook al heeft ten minste één klager als | |
vreemdeling in België het statuut van vluchteling op het ogenblik dat | |
qu'il empêche ce dessaisissement lorsqu'au moins un plaignant était de | de strafvordering oorspronkelijk werd ingesteld, terwijl het die |
onttrekking verhindert wanneer er op datzelfde ogenblik ten minste één | |
nationalité belge au même moment ? ». | Belgische klager was ? ». |
b. Par arrêt du 19 mai 2004 en cause de P. Kagame et autres, dont | b. Bij arrest van 19 mei 2004 in zake P. Kagame en anderen, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 1er juin | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 juni |
2004, la Cour de cassation a posé les questions préjudicielles | 2004, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vragen |
suivantes : | gesteld : |
1. « En tant qu'il impose le dessaisissement de la juridiction belge | |
bien qu'un plaignant au moins soit un étranger séjournant légalement | |
en Belgique au moment de l'engagement initial de l'action publique, | |
fût-il candidat réfugié, l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 | 1. « Schendt artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus |
août 2003 relative aux violations graves du droit international | 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal |
humanitaire viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dès | humanitair recht, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
het de onttrekking van de zaak aan het Belgisch gerecht oplegt, hoewel | |
lors qu'il empêche ce dessaisissement lorsqu'au moins un plaignant | minstens één klager een vreemdeling was die wettig in België verbleef |
op het ogenblik dat de strafvordering ingesteld werd, ook al is hij | |
kandidaat-vluchteling, terwijl het die onttrekking verhindert wanneer | |
était un ressortissant belge au même moment ? »; | minstens één klager op datzelfde ogenblik een Belgisch onderdaan was ? |
2. « L'article 10, 1°bis, du titre préliminaire du Code de procédure | »; 2. Schendt artikel 10, 1°bis, van de Voorafgaande Titel van het |
pénale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant | Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
qu'il permet l'exercice de l'action publique du chef d'un crime de | zoverre het toestaat de strafvordering uit te oefenen wegens een in |
droit international humanitaire commis à l'étranger lorsque la victime | het buitenland gepleegde misdaad tegen het internationaal humanitair |
était belge au moment des faits, et ne le permet pas lorsque la | recht, wanneer het slachtoffer Belg was op het ogenblik van de feiten, |
maar zulks niet toestaat wanneer het slachtoffer op datzelfde ogenblik | |
victime était au même moment un étranger séjournant légalement en | een vreemdeling was die sinds [minder dan] drie jaar wettig in België |
Belgique depuis moins de trois ans, fût-il candidat réfugié ? ». | verbleef, ook al is hij kandidaat-vluchteling ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 3000 et 3008 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3000 en 3008 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la portée des dispositions en cause | Ten aanzien van de draagwijdte van de in het geding zijnde bepalingen |
B.1.1. L'article 29, § 3, de la loi du 5 août 2003 relative aux | B.1.1. Artikel 29, § 3, van de wet van 5 augustus 2003 betreffende |
violations graves du droit international humanitaire dispose : | ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht bepaalt : |
« Les affaires pendantes à l'information à la date d'entrée en vigueur | « De aanhangige rechtsgedingen waarvoor een opsporingsonderzoek loopt |
de la présente loi et portant sur des infractions visées au titre | op datum van de inwerkingtreding van deze wet en die betrekking hebben |
Ibis, du livre II, du Code pénal sont classées sans suite par le | op misdrijven zoals omschreven in boek II, titel Ibis, van het |
procureur fédéral dans les trente jours de l'entrée en vigueur de la | Strafwetboek, worden geseponeerd door de federale procureur binnen |
présente loi lorsqu'elles ne rencontrent pas les critères visés aux | dertig dagen na de inwerkingtreding van deze wet wanneer ze niet |
articles 6, 1°bis, 10, 1°bis et 12bis du titre préliminaire du Code de | beantwoorden aan de criteria als bedoeld in de artikelen 6, 1°bis, 10, |
1°bis en 12bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van | |
procédure pénale. | Strafvordering. |
De aanhangige rechtsgedingen waarvoor een gerechtelijk onderzoek loopt | |
Les affaires pendantes à l'instruction à la date d'entrée en vigueur | op datum van de inwerkingtreding van deze wet en die betrekking hebben |
de la présente loi et portant sur des faits visés au titre Ibis, du | op misdrijven zoals omschreven in boek II, titel Ibis, van het |
livre II, du Code pénal, sont transférées par le procureur fédéral au | Strafwetboek, worden binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van |
procureur général près la Cour de cassation endéans les trente jours | deze wet door de federale procureur overgezonden aan de |
après la date d'entrée en vigueur de la présente loi, à l'exception | procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, met uitzondering van de |
des affaires ayant fait l'objet d'un acte d'instruction à la date | zaken waarvoor een onderzoeksdaad was gesteld op datum van de |
d'entrée en vigueur de la présente loi, dès lors que, soit au moins un | inwerkingtreding van deze wet, op voorwaarde dat er ofwel tenminste |
plaignant était de nationalité belge au moment de l'engagement initial | één Belgische klager was op het ogenblik van het instellen van de |
de l'action publique, soit au moins un auteur présumé a sa résidence | strafvordering, ofwel tenminste één vermoedelijke dader in België zijn |
principale en Belgique, à la date d'entrée en vigueur de la présente | hoofdverblijfplaats heeft op datum van de inwerkingtreding van deze |
loi. | wet. |
Dans le même délai, le procureur fédéral transmet un rapport portant | Binnen dezelfde termijn zendt de federale procureur een verslag over |
sur chacune des affaires transférées, dans lequel il indique leur | betreffende ieder van de overgezonden zaken, waarin hij hun |
non-conformité avec les critères visés aux articles 6, 1°bis, 10, | non-conformiteit aangeeft met de criteria als bedoeld in de artikelen |
1°bis et 12bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale. | 6, 1°bis, 10, 1°bis en 12bis van de voorafgaande titel van het Wetboek |
Endéans les quinze jours suivant ce transfert, le procureur général | van Strafvordering. Binnen vijftien dagen na deze overdracht, vordert de |
requiert la Cour de cassation de prononcer dans les trente jours, le | procureur-generaal het Hof van Cassatie de onttrekking aan de |
dessaisissement de la juridiction belge après avoir entendu le | Belgische rechtscolleges uit te spreken binnen de dertig dagen, na de |
procureur fédéral ainsi que, à leur demande, les plaignants et les | federale procureur en, op hun vraag, de klagers en diegenen die in |
personnes inculpées par le juge d'instruction saisi de l'affaire. La | beschuldiging zijn gesteld door de in de zaak geadieerde |
onderzoeksrechter te hebben gehoord. Het Hof van Cassatie doet | |
Cour de cassation se prononce sur base des critères visés aux articles | uitspraak op grond van de criteria als bedoeld in de artikelen 6, |
6, 1°bis, 10, 1°bis et 12bis du titre préliminaire du Code de | 1°bis, 10, 1°bis en 12bis van de voorafgaande titel van het Wetboek |
procédure pénale. | van Strafvordering. |
Pour les affaires qui ne sont pas classées sans suite sur base de | De Belgische rechtscolleges blijven bevoegd voor de zaken die niet |
l'alinéa 1er, du § 3, du présent article ou dont le dessaisissement | zijn geseponeerd op grond van § 3, eerste lid, van dit artikel, of |
n'est pas prononcé sur base du précédent alinéa, les juridictions | waarvan de onttrekking niet werd uitgesproken op grond van het vorige |
belges restent compétentes ». | lid ». |
L'alinéa 2 de la disposition précitée fait l'objet de la question | Het tweede lid van de voormelde bepaling maakt het voorwerp uit van de |
préjudicielle dans l'affaire n° 3000 et de la première question | prejudiciële vraag in de zaak nr. 3000 en van de eerste prejudiciële |
préjudicielle dans l'affaire n° 3008. | vraag in de zaak nr. 3008. |
B.1.2. L'article 10, 1°bis, du titre préliminaire du Code de procédure | B.1.2. Artikel 10, 1°bis, van de voorafgaande titel van het Wetboek |
pénale, qui fait l'objet de la seconde question préjudicielle dans | van Strafvordering, dat het voorwerp uitmaakt van de tweede |
l'affaire n° 3008, dispose : | prejudiciële vraag in de zaak nr. 3008, bepaalt : |
« Hormis dans les cas visés aux articles 6 et 7, § 1er, pourra être | « Een vreemdeling, behoudens deze genoemd in de artikelen 6 en 7, § 1, |
poursuivi en Belgique l'étranger qui aura commis hors du territoire du | kan in België vervolgd worden wanneer hij zich buiten het grondgebied |
Royaume : | van het Rijk schuldig maakt : |
[...] | [...] |
1°bis. une violation grave du droit international humanitaire visée au | 1°bis. aan een ernstige schending van het internationaal humanitair |
livre II, titre Ibis du Code pénal, commise contre une personne qui, | recht, in boek II, titel Ibis van het Strafwetboek omschreven, |
au moment des faits, est un ressortissant belge ou une personne qui, | gepleegd tegen een persoon die, op het moment van de feiten, een |
depuis au moins trois ans, séjourne effectivement, habituellement et | Belgische onderdaan is of een persoon die sedert minstens drie jaar |
légalement en Belgique. | effectief, gewoonlijk en wettelijk in België verblijft. |
[...] ». | [...] ». |
B.2.1. A titre transitoire, l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du | B.2.1. Bij wijze van overgangsregeling bepaalt artikel 29, § 3, tweede |
5 août 2003 précitée dispose que les affaires pendantes à | lid, van de voormelde wet van 5 augustus 2003 dat de aanhangige |
l'instruction et portant sur des violations graves du droit | rechtsgedingen waarvoor een gerechtelijk onderzoek loopt en die |
international humanitaire sont transférées par le procureur fédéral au | betrekking hebben op ernstige schendingen van het internationaal |
procureur général près la Cour de cassation. Toutefois, cette | humanitair recht, door de federale procureur worden overgezonden aan |
disposition n'est pas applicable aux affaires ayant fait l'objet d'un | de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Die bepaling is |
acte d'instruction à la date d'entrée en vigueur de la loi, dès lors | evenwel niet van toepassing op de zaken waarvoor een onderzoeksdaad |
que soit au moins un plaignant était de nationalité belge au moment de | was gesteld op datum van de inwerkingtreding van de wet, op voorwaarde |
dat er ofwel ten minste één Belgische klager was op het ogenblik van | |
l'engagement initial de l'action publique, soit au moins un auteur | het instellen van de strafvordering, ofwel ten minste één |
présumé a sa résidence principale en Belgique, à la date d'entrée en | vermoedelijke dader in België zijn hoofdverblijfplaats heeft op datum |
vigueur de la loi. | van de inwerkingtreding van de wet. |
B.2.2. L'article 10, 1°bis, précité a été inséré par l'article 16, 2°, | B.2.2. Het voormelde artikel 10, 1°bis, is ingevoegd bij artikel 16, |
de la loi du 5 août 2003. Cette disposition n'a pas, à la différence | 2°, van de wet van 5 augustus 2003. Die bepaling is, in tegenstelling |
de l'article 29, § 3, de la même loi, un caractère transitoire. | tot artikel 29, § 3, van dezelfde wet, geen overgangsmaatregel. |
Cependant, lorsque la Cour de cassation est saisie d'une demande de | Wanneer bij het Hof van Cassatie echter een vordering tot onttrekking |
dessaisissement conformément à l'article 29, § 3, elle doit, après | aanhangig wordt gemaakt overeenkomstig artikel 29, § 3, moet het, na |
avoir examiné si les conditions de la recevabilité de cette demande | te hebben onderzocht of de ontvankelijkheidsvoorwaarden van die |
sont réunies en application de l'article 29, § 3, alinéa 2, se | vordering zijn vervuld met toepassing van artikel 29, § 3, tweede lid, |
prononcer en se fondant sur les critères prévus notamment par | zich uitspreken op grond van de criteria waarin met name is voorzien |
l'article 10, 1°bis, du titre préliminaire du Code de procédure pénale | in artikel 10, 1°bis, van de voorafgaande titel van het Wetboek van |
et ce, conformément à l'article 29, § 3, alinéa 4. La Cour de | Strafvordering, en zulks overeenkomstig artikel 29, § 3, vierde lid. |
cassation prononce le dessaisissement de la juridiction belge lorsque | Het Hof van Cassatie spreekt de onttrekking aan de Belgische |
les conditions de recevabilité et les conditions de fond de la demande | rechtscolleges uit indien de ontvankelijkheidsvoorwaarden en de |
de dessaisissement sont réunies. | grondvereisten van die vordering zijn vervuld. |
Quant à la question préjudicielle dans l'affaire n° 3000 et à la | Ten aanzien van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3000 en van de |
première question préjudicielle dans l'affaire n° 3008 | eerste prejudiciële vraag in de zaak nr. 3008 |
B.3. Het Hof van Cassatie vraagt allereerst het Hof of artikel 29, § | |
B.3. La Cour de cassation pose d'abord la question de la compatibilité | 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 bestaanbaar is met de |
au regard des articles 10, 11 et 191 de la Constitution de l'article | artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, in zoverre die bepaling de |
29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 août 2003 en tant que cette | |
disposition imposerait le dessaisissement de la juridiction belge « | onttrekking aan de Belgische rechtscolleges zou opleggen « ook al |
bien qu'un plaignant au moins soit étranger ayant le statut de réfugié | heeft ten minste één klager als vreemdeling in België het statuut van |
en Belgique au moment de l'engagement initial de l'action publique » | vluchteling op het ogenblik dat de strafvordering oorspronkelijk werd |
(affaire n° 3000) ou « bien qu'un plaignant au moins soit un étranger | ingesteld » (zaak nr. 3000) of « hoewel minstens één klager een |
séjournant légalement en Belgique au moment de l'engagement initial de | vreemdeling was die wettig in België verbleef op het ogenblik dat de |
l'action publique, fût-il candidat réfugié » (affaire n° 3008) « dès | strafvordering ingesteld werd, ook al is hij kandidaat-vluchteling » |
lors qu'il empêche ce dessaisissement lorsqu'au moins un plaignant | (zaak nr. 3008), « terwijl het die onttrekking verhindert wanneer |
était de nationalité belge au même moment ». | minstens één klager op datzelfde ogenblik een Belgisch onderdaan was |
B.4.1. Le régime transitoire établi par l'article 29, § 3, dont | ». B.4.1. De overgangsregeling vastgesteld bij artikel 29, § 3, waarvan |
l'alinéa 2 fait l'objet de la question préjudicielle, fut justifié | het tweede lid het voorwerp van de prejudiciële vraag uitmaakt, werd |
comme suit : | als volgt verantwoord : |
« Un régime détaillé s'applique aux affaires en cours : la philosophie | « Op de lopende zaken wordt een nauwkeurig omschreven regeling van |
générale est que les affaires pendantes qui respectent les nouvelles | toepassing : de algemene filosofie hierbij bestaat erin dat de |
règles de compétences territoriale ou extraterritoriale sont maintenues (infraction commise en Belgique, ou par un Belge ou par une personne ayant sa résidence principale en Belgique ou contre une personne de nationalité belge au moment des faits ou contre une personne résidant depuis trois ans de manière effective, habituelle et légale en Belgique au moment des faits ou dans tous les cas ou le droit international impose à la Belgique d'être compétente). Il ne convient pas de prendre en considération dans cet examen le fait que la possibilité de se constituer partie civile a été réduite par rapport au régime juridique antérieur. En outre, lorsque les affaires pendantes ont déjà fait l'objet d'un acte d'instruction, et en raison du lien objectif créé depuis entre cette affaire et la Belgique, certaines affaires ne répondant pas aux conditions de compétence définies pour l'avenir, mais dont les juridictions belges étaient valablement saisies, sont maintenues également. Le régime ainsi créé pour les affaires pendantes à l'instruction veille, comme le suggérait le Conseil d'Etat, à ce que le dessaisissement des juridictions belges saisies s'opère non par l'effet de la loi, mais par décision du pouvoir judiciaire, en l'espèce la Cour de cassation » (Doc. parl., Chambre, S.E. 2003, DOC | hangende zaken waarin de nieuwe territoriale of extraterritoriale bevoegdheidsregels in acht worden genomen, behouden blijven (strafbaar feit gepleegd in België, of door een Belg of een persoon met hoofdverblijfplaats in België of tegen een persoon die op het tijdstip van de feiten de Belgische nationaliteit draagt, of nog tegen een persoon die op het tijdstip van de feiten sedert drie jaar effectief, gewoonlijk of legaal in België verblijft of in alle gevallen waarin België krachtens het internationale recht bevoegd is). In dit kader moet geen rekening worden gehouden met het gegeven dat de mogelijkheid zich burgerlijke partij te stellen in verhouding tot het vroegere rechtsstelsel is ingeperkt. Wanneer voor de hangende zaken reeds een strafvordering is ingesteld en ingevolge de objectieve band die sedertdien tussen die zaak en België is ontstaan, blijven bepaalde zaken die niet beantwoorden aan de bevoegdheidsvoorwaarden die in de toekomst gelden maar die op geldige wijze bij de Belgische rechtbanken aanhangig zijn gemaakt, bovendien bij het Belgische gerecht aanhangig. In het stelsel dat aldus is ingevoerd voor de zaken waarvoor een strafvordering is ingesteld, wordt - zoals de Raad van State heeft voorgesteld - erop toegezien dat de zaak die bij de Belgische gerechten aanhangig is gemaakt, niet wordt onttrokken op grond van de werking van de wet maar bij de gerechtelijke beslissing, in dit geval bij beslissing van het Hof van Cassatie » (Parl. St., Kamer, B.Z. |
51-0103/003, pp. 10-11). | 2003, DOC 51-0103/003, pp. 10-11). |
B.4.2. S'agissant de l'exception prévue au régime transitoire de | B.4.2. Wat betreft de uitzondering waarin is voorzien in de |
dessaisissement qui fait l'objet de la question préjudicielle, à | overgangsregeling van onttrekking die het voorwerp uitmaakt van de |
savoir que la procédure de dessaisissement n'est pas appliquée si au | prejudiciële vraag, namelijk dat de procedure tot onttrekking niet |
wordt toegepast wanneer er ten minste één Belgische klager was op het | |
moins un plaignant est de nationalité belge au moment de l'engagement | ogenblik van het instellen van de strafvordering in een zaak waarvoor |
initial de l'action publique dans une affaire qui a fait l'objet d'un | een onderzoeksdaad is gesteld vóór de datum van inwerkingtreding van |
acte d'instruction avant la date d'entrée en vigueur de la loi du 5 | de wet van 5 augustus 2003, stelt de memorie van toelichting dat de |
août 2003, l'exposé des motifs indique que le législateur a voulu | |
limiter la portée de la dérogation aux seules affaires qui, au moment | wetgever de draagwijdte van de afwijking heeft willen beperken tot |
de l'entrée en vigueur de la loi, présentaient « un lien de | uitsluitend die zaken die, op het ogenblik van de inwerkingtreding van |
rattachement évident avec la Belgique » (Doc. parl., Chambre, S.E. | de wet « een duidelijk aanknopingspunt met België » vertoonden (Parl. |
2003, DOC 51-0103/001, p. 10). | St., Kamer, B.Z. 2003, DOC 51-0103/001, p. 10). |
B.5. Lorsque le législateur a instauré les dispositions en cause du | B.5. Wanneer de wetgever de in het geding zijnde bepalingen van de |
titre préliminaire du Code de procédure pénale au motif que des | |
personnes qui n'avaient aucun point d'attache avec la Belgique | voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering heeft ingevoerd |
recouraient amplement à la loi du 16 juin 1993 pour des raisons | omdat een ruim beroep werd gedaan op de wet van 16 juni 1993 om |
étrangères à une bonne administration de la justice et aux objectifs | redenen die vreemd zijn aan een goede rechtsbedeling en aan de |
doelstellingen van die wet door personen die geen enkel | |
aanknopingspunt hadden met België, kon hij een overgangsmaatregel | |
de cette loi, il a pu prendre une mesure transitoire en faveur de | nemen ten voordele van personen die met België verbonden zijn door de |
personnes qui sont liées à la Belgique par le lien juridique de la | juridische band van de nationaliteit. Een dergelijke |
nationalité. Une telle mesure transitoire est pertinente par rapport à | overgangsmaatregel is pertinent ten opzichte van de doelstelling van |
l'objectif du législateur. | de wetgever. |
Elle est néanmoins disproportionnée en ce que, en contradiction avec | Die maatregel is echter onevenredig doordat hij, in strijd met artikel |
l'article 16.2 de la Convention du 28 juillet 1951 relative au statut | 16.2 van het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van |
des réfugiés, elle exclut également le réfugié reconnu en Belgique. En | vluchtelingen, ook de in België erkende vluchteling uitsluit. Die |
effet, cette disposition énonce : « Dans l'Etat contractant où il a sa | bepaling luidt immers : « Een vluchteling geniet in de |
Verdragsluitende Staat waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, | |
résidence habituelle, tout réfugié jouira du même traitement qu'un | dezelfde behandeling als een onderdaan, wat betreft rechtsingang, |
ressortissant en ce qui concerne l'accès aux tribunaux, [...] ». | [...] ». |
En revanche, dès lors que cette disposition ne s'applique pas aux | Daarentegen, nu die bepaling niet van toepassing is op de |
candidats réfugiés, le législateur a pu traiter ceux-ci autrement que | kandidaat-vluchtelingen, vermocht de wetgever hen anders te behandelen |
les Belges. | dan Belgen. |
B.6. La question préjudicielle dans l'affaire n° 3000 appelle une | B.6. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 3000 dient bevestigend te |
réponse affirmative et la première question préjudicielle dans l'affaire n° 3008 appelle une réponse négative. | worden beantwoord en de eerste prejudiciële vraag in de zaak nr. 3008 dient ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la seconde question préjudicielle dans l'affaire n° 3008 | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 3008 |
B.7. La Cour de cassation pose la question de savoir si l'article 10, | B.7. Het Hof van Cassatie stelt de vraag of artikel 10, 1°bis, van de |
1°bis, du titre préliminaire du Code de procédure pénale viole les | voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution « en tant qu'il permet l'exercice | en 11 van de Grondwet schendt, « in zoverre het toestaat de |
strafvordering uit te oefenen wegens een in het buitenland gepleegde | |
de l'action publique du chef d'un crime de droit international | misdaad tegen het internationaal humanitair recht, wanneer het |
humanitaire commis à l'étranger lorsque la victime était belge au | slachtoffer Belg was op het ogenblik van de feiten, maar zulks niet |
moment des faits, et ne le permet pas lorsque la victime était au même | toestaat wanneer het slachtoffer op datzelfde ogenblik een vreemdeling |
moment un étranger séjournant légalement en Belgique depuis moins de | was die sinds [minder dan] drie jaar wettig in België verbleef, ook al |
trois ans, fût-il candidat réfugié ». | is hij kandidaat-vluchteling ». |
B.8.1. La loi du 5 août 2003 a pour objectif de mettre fin aux | B.8.1. De wet van 5 augustus 2003 heeft tot doel een einde te maken |
problèmes suscités par l'application de la loi du 16 juin 1993 | aan de problemen die zijn gerezen door de toepassing van de wet van 16 |
relative à la répression des violations graves du droit international | juni 1993 betreffende de bestraffing van ernstige schendingen van het |
humanitaire, notamment « une utilisation politique manifestement | internationaal humanitair recht, met name « manifeste politieke |
abusive de cette loi » (Doc. parl., Chambre, S.E. 2003, DOC | misbruiken van deze wet » (Parl. St., Kamer, B.Z. 2003, DOC |
51-0103/001, p. 3). | 51-0103/001, p. 3). |
B.8.2. Quant au critère de rattachement personnel avec le pays, le | B.8.2. Ten aanzien van het persoonlijke aanknopingspunt met het land, |
législateur a jugé nécessaire d'instaurer certaines limites en ce qui | heeft de wetgever het noodzakelijk geacht bepaalde grenzen te stellen |
concerne le principe de la personnalité passive : il faut qu'au moment | aan het passieve personaliteitsbeginsel : op het ogenblik van de |
des faits, la victime soit de nationalité belge ou séjourne | feiten moet het slachtoffer de Belgische nationaliteit hebben of |
effectivement, habituellement et légalement en Belgique depuis au | sedert minstens drie jaar effectief, gewoonlijk en wettelijk in België |
moins trois ans. | verblijven. |
B.9. En prévoyant que l'action publique ne pourra être exercée que | B.9. Door te bepalen dat de strafvordering enkel kan worden |
pour des infractions commises à l'encontre d'une personne qui, au | uitgeoefend voor misdrijven gepleegd tegen een persoon die, op het |
moment des faits, est un ressortissant belge ou une personne qui, | moment van de feiten, een Belgische onderdaan is of een persoon die |
depuis au moins trois ans, séjourne effectivement, habituellement et | sedert minstens drie jaar effectief, gewoonlijk en wettelijk in België |
légalement en Belgique, le législateur a pris une mesure | verblijft, heeft de wetgever een maatregel genomen die redelijkerwijze |
raisonnablement justifiée. Par ailleurs, la différence de traitement | verantwoord is. Bovendien is het verschil in behandeling niet |
n'est pas manifestement disproportionnée par rapport à l'objectif | kennelijk onevenredig ten aanzien van het nagestreefde doel om |
poursuivi d'éviter des plaintes déposées par des personnes qui | klachten te vermijden van personen die zich in België zouden vestigen |
s'installent en Belgique pour la seule raison d'y trouver, comme sous | om de enkele reden om, zoals dit het geval was onder de gelding van de |
l'empire de la loi du 16 juin 1993 relative à la répression des | wet van 16 juni 1993 betreffende de bestraffing van ernstige |
violations graves du droit international humanitaire et de l'article | schendingen van het internationaal humanitair recht en van artikel |
144ter du Code judiciaire, la possibilité de rendre les juridictions | 144ter van het Gerechtelijk Wetboek, er de mogelijkheid in te vinden |
belges compétentes pour les infractions dont ces personnes se | om de Belgische rechtscolleges bevoegd te maken voor de misdrijven |
prétendent être victimes. | waarvan die personen beweren het slachtoffer te zijn. |
B.10. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.10. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. - En ce qu'il imposerait le dessaisissement des juridictions belges | 1. - In zoverre het de onttrekking aan de Belgische rechtscolleges zou |
bien qu'un plaignant soit un réfugié reconnu en Belgique au moment de | opleggen, ofschoon een klager een in België erkend vluchteling is op |
l'engagement initial de l'action publique, l'article 29, § 3, alinéa | het ogenblik van het instellen van de strafvordering, schendt artikel |
2, de la loi du 5 août 2003 relative aux violations graves du droit | 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 betreffende |
international humanitaire viole les articles 10, 11 et 191 de la Constitution. | ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet. |
- En ce que cette disposition impose le dessaisissement des | - In zoverre die bepaling de onttrekking aan de Belgische |
juridictions belges quand le plaignant est un candidat réfugié, elle | rechtscolleges oplegt wanneer de klager een kandidaat-vluchteling is, |
ne viole pas les articles précités de la Constitution. | schendt ze de voormelde artikelen van de Grondwet niet. |
2. L'article 10, 1°bis, du titre préliminaire du Code de procédure | 2. Artikel 10, 1°bis, van de voorafgaande titel van het Wetboek van |
pénale, inséré par l'article 16 de la loi du 5 août 2003 précitée, ne | Strafvordering, ingevoegd bij artikel 16 van de voormelde wet van 5 |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | augustus 2003, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 avril 2005, par le | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 april 2005, door |
juge P. Martens, en remplacement du président M. Melchior, | rechter P. Martens, ter vervanging van voorzitter M. Melchior, wettig |
légitimement empêché d'assister au prononcé du présent arrêt. | verhinderd zijnde de uitspraak van dit arrest bij te wonen. |
Le greffier, Le président f.f., | De griffier, De wnd. voorzitter, |
L. Potoms P. Martens | L. Potoms P. Martens |