← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 54/2005 du 8 mars 2005 Numéros du rôle : 2949 et 2950 En cause
: les questions préjudicielles relatives aux articles 371 et 376, § 1 er , du
Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 54/2005 du 8 mars 2005 Numéros du rôle : 2949 et 2950 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 371 et 376, § 1 er , du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 54/2005 van 8 maart 2005 Rolnummers 2949 en 2950 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 371 en 376, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerst Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 54/2005 du 8 mars 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 54/2005 van 8 maart 2005 |
| Numéros du rôle : 2949 et 2950 | Rolnummers 2949 en 2950 |
| En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 371 et | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 371 en 376, |
| 376, § 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le | § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de |
| Tribunal de première instance de Mons. | Rechtbank van eerste aanleg te Bergen. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Moerman, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, |
| assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Par deux jugements du 29 janvier 2004 en cause respectivement de T. | Bij twee vonnissen van 29 januari 2004 in zake respectievelijk T. Booz |
| Booz et H. Chamizo contre l'Etat belge et de M. Noschese contre l'Etat | en H. Chamizo tegen de Belgische Staat en M. Noschese tegen de |
| belge, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour | Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het |
| d'arbitrage le 17 mars 2004, le Tribunal de première instance de Mons | Arbitragehof zijn ingekomen op 17 maart 2004, heeft de Rechtbank van |
| a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 371 et 376, § 1er, du Code des impôts sur les revenus | « Schenden de artikelen 371 en 376, § 1, van het Wetboek van de |
| 1992, violent-ils les articles 10, 11 et 172 de la Constitution s'ils | inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, |
| indien zij samen in die zin worden geïnterpreteerd dat zij elke | |
| sont interprétés conjointement comme excluant toute possibilité de | mogelijkheid uitsluiten om ambtshalve ontheffing te verlenen van de |
| dégrèvement d'office des surtaxes résultant de documents ou faits | overbelastingen die voortvloeien uit afdoende bevonden nieuwe |
| nouveaux probants, - en particulier d'un arrêt de la Cour d'arbitrage | bescheiden of feiten - in het bijzonder een arrest van het |
| déclarant inconstitutionnelle, sur question préjudicielle, une | Arbitragehof waarbij een bepaling van de fiscale wet, op prejudiciële |
| disposition de la loi fiscale -, lorsque la découverte par le | vraag, ongrondwettig is verklaard -, wanneer de belastingschuldige van |
| redevable de ces documents ou faits est survenue avant l'expiration du | die bescheiden of feiten kennis heeft genomen vóór het verstrijken van |
| délai de réclamation ordinaire prévu par l'article 371 précité, mais | de gewone bezwaartermijn waarin het voormelde artikel 371 voorziet, |
| qu'ils n'ont été produits ou allégués par celui-ci qu'après | maar ze pas na het verstrijken van die termijn en vóór het verstrijken |
| l'expiration de ce délai et avant l'expiration du délai de trois ans | van de termijn van drie maanden bedoeld in artikel 376 van het W.I.B. |
| visé à l'article 376 du CIR 92 ? ». | 1992 heeft overgelegd of aangevoerd ? » |
| Ces affaires, inscrites sous les numéros 2949 et 2950 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2949 en 2950 van de rol van |
| Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Les articles 371 et 376, § 1er, du Code des impôts sur les | B.1. De artikelen 371 en 376, § 1, van het Wetboek van de |
| revenus 1992 (ci-après C.I.R. 1992), tels qu'ils sont applicables aux | inkomstenbelastingen 1992 (hierna W.I.B. 1992), zoals zij van |
| litiges pendants devant le juge a quo et donc avant leur modification | toepassing zijn op de voor de verwijzende rechter hangende geschillen |
| par la loi du 15 mars 1999, disposaient : | en bijgevolg vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999, |
| « Art. 371.Les réclamations doivent être motivées et présentées, sous |
bepaalden : « Art. 371.De bezwaarschriften moeten worden gemotiveerd en op |
| peine de déchéance, au plus tard le 30 avril de l'année qui suit celle | straffe van verval ingediend uiterlijk op 30 april van het jaar na dat |
| au cours de laquelle l'impôt est établi, sans cependant que le délai | waarin de belasting is gevestigd, zonder dat de termijn evenwel minder |
| puisse être inférieur à six mois à partir de la date de | dan zes maanden mag bedragen vanaf de datum van het aanslagbiljet of |
| l'avertissement-extrait de rôle ou de l'avis de cotisation ou de celle | van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de inning van |
| de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ». | de belastingen op een andere wijze dan per kohier ». |
| « Art. 376.§ 1er. Le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui, accorde d'office le dégrèvement des surtaxes résultant d'erreurs matérielles, de doubles emplois, ainsi que de celles qui apparaîtraient à la lumière de documents ou faits nouveaux probants, dont la production ou l'allégation tardive par le redevable est justifiée par de justes motifs, à condition que : 1° ces surtaxes aient été constatées par l'administration ou signalées par le redevable à celle-ci dans les trois ans à partir du 1er janvier de l'année au cours de laquelle l'impôt a été établi; 2° la taxation n'ait pas déjà fait l'objet d'une réclamation ayant donné lieu à une décision définitive sur le fond. § 2. N'est pas considéré comme constituant un élément nouveau, un nouveau moyen de droit ni un changement de la jurisprudence administrative ou judiciaire. |
« Art. 376.§ 1. De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar, verleent ambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, uit dubbele belasting, alsmede van die welke zouden blijken uit afdoende bevonden nieuwe bescheiden of feiten waarvan het laattijdig overleggen of inroepen door de belastingschuldige wordt verantwoord door wettige redenen en op voorwaarde dat : 1° die overbelastingen door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd; 2° de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond. § 2. Als nieuw gegeven wordt niet beschouwd een nieuw rechtsmiddel of een wijziging van de administratieve of rechterlijke jurisprudentie. |
| [...] ». | [...] ». |
| Ces articles constituent les dispositions litigieuses. | Die artikelen vormen de betwiste bepalingen. |
| L'article 28 de la loi du 15 mars 1999 a modifié l'article 371 | Artikel 28 van de wet van 15 maart 1999 heeft het voormelde artikel |
| précité, qui dispose désormais : | 371 gewijzigd, dat voortaan bepaalt : |
| « Les réclamations doivent être motivées et introduites, sous peine de | « De bezwaarschriften moeten worden gemotiveerd en op straffe van |
| déchéance, dans un délai de trois mois à partir de la date d'envoi de | verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de |
| l'avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation ou | datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn |
| de l'avis de cotisation ou de celle de la perception des impôts perçus | vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum |
| autrement que par rôle ». | van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier ». |
| Cette modification est entrée en vigueur le 1er janvier 1999. | Die wijziging is op 1 januari 1999 in werking getreden. |
| B.2.1. Telles qu'elles sont interprétées par le juge a quo, les | B.2.1. Zoals zij door de verwijzende rechter worden geïnterpreteerd, |
| dispositions litigieuses permettent à un redevable d'obtenir un | maken de betwiste bepalingen het een belastingschuldige mogelijk |
| dégrèvement d'office de surtaxes résultant de documents ou faits | ambtshalve ontheffing van overbelastingen te verkrijgen op grond van |
| nouveaux probants, en particulier, l'arrêt de la Cour d'arbitrage n° | afdoende bevonden nieuwe bescheiden of feiten, in het bijzonder het |
| 132/98 du 9 décembre 1998 déclarant inconstitutionnelle sur question | arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 van het Arbitragehof waarin een |
| préjudicielle une disposition de la loi fiscale, lorsque la découverte | bepaling van de belastingwet op prejudiciële vraag ongrondwettig werd |
| verklaard, wanneer van die bescheiden of feiten kennis is genomen na | |
| de ces documents ou faits est survenue après l'expiration du délai de | het verstrijken van de gewone bezwaartermijn waarin het voormelde |
| réclamation ordinaire prévu par l'article 371 précité, mais excluent | artikel 371 voorziet, maar sluiten zij die mogelijkheid uit wanneer |
| cette possibilité lorsque la découverte de ces documents ou faits est | van die bescheiden of feiten kennis is genomen vóór het verstrijken |
| survenue avant l'expiration de ce délai et dans le délai de trois ans visé à l'article 376 précité. Etant donné que, dans ce dernier cas, le délai de réclamation ordinaire n'avait pas encore expiré au moment où la Cour rendait sa décision sur question préjudicielle, le contribuable doit introduire une réclamation et ne peut plus demander par la suite un dégrèvement d'office. B.2.2. Le Gouvernement wallon estime que la Cour n'est pas compétente pour répondre aux questions préjudicielles parce que le problème de constitutionnalité ne découle pas des dispositions en cause mais de l'interprétation donnée à ces dispositions par une circulaire administrative. C'est en règle au juge a quo qu'il appartient d'interpréter les normes qui sont applicables au litige qui lui est soumis. La Cour doit tenir compte de cette interprétation dans sa réponse aux questions préjudicielles. | van die termijn en binnen de termijn van drie jaar bedoeld in het voormelde artikel 376. Omdat de gewone bezwaartermijn in dat laatste geval nog niet verstreken was op het ogenblik van de uitspraak van het Hof op prejudiciële vraag, moet de belastingplichtige bezwaar aantekenen en kan hij nadien geen ontheffing van ambtswege meer vragen. B.2.2. De Waalse Regering is van mening dat het Hof niet bevoegd is om de prejudiciële vragen te beantwoorden, omdat het grondwettigheidsprobleem niet voortvloeit uit de in het geding zijnde bepalingen, maar uit de interpretatie die een administratief rondschrijven aan die bepalingen geeft. In beginsel staat het aan de verwijzende rechter de normen te interpreteren die op het aan hem voorgelegde geschil van toepassing zijn. Het Hof dient in zijn antwoord op de prejudiciële vragen met die interpretatie rekening te houden. |
| Il importe peu à cet égard que l'interprétation donnée par le juge | Het heeft in dat opzicht weinig belang dat de door de rechter gevolgde |
| soit partagée par l'administration fiscale, comme le fait apparaître | interpretatie wordt gedeeld door de belastingadministratie, zoals |
| la circulaire du 4 mai 2001. | blijkt uit het rondschrijven van 4 mei 2001. |
| Dès lors que le problème de constitutionnalité est lié à | Aangezien het grondwettigheidsprobleem verbonden is met de |
| l'interprétation donnée par le juge aux dispositions litigieuses, | interpretatie die de rechter aan de betwiste bepalingen geeft, wordt |
| l'exception d'incompétence est rejetée. | de exceptie van onbevoegdheid verworpen. |
| B.2.3. Puisqu'il appartient en règle au juge a quo d'interpréter la | B.2.3. Vermits het in beginsel aan de verwijzende rechter staat de op |
| loi applicable au litige, la Cour n'a pas à prendre en compte | het geschil van toepassing zijnde wet te interpreteren, dient het Hof |
| l'interprétation de l'article 376 du C.I.R. 1992 dont fait état le | geen rekening te houden met de interpretatie van artikel 376 van het |
| Conseil des Ministres, selon laquelle un arrêt rendu par la Cour | W.I.B. 1992 waarvan de Ministerraad gewag maakt en volgens welke een |
| d'arbitrage ne peut en aucun cas être considéré comme un fait nouveau. | arrest van het Arbitragehof in geen geval als een nieuw feit kan worden beschouwd. |
| B.2.4. Il résulte des motifs de la décision de renvoi que le | B.2.4. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat door de |
| dégrèvement d'office est demandé par les parties requérantes devant le | |
| juge a quo sur la base de l'arrêt de la Cour d'arbitrage n° 132/98 du | verzoekende partijen voor de verwijzende rechter ambtshalve ontheffing |
| 9 décembre 1998 déclarant inconstitutionnelle sur question | wordt gevraagd op grond van het arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 |
| préjudicielle une disposition de la loi fiscale. | van het Arbitragehof dat een bepaling van de belastingwet op |
| B.3. Telles qu'elles sont interprétées par le juge a quo, les | prejudiciële vraag ongrondwettig heeft verklaard. |
| dispositions litigieuses créent une différence de traitement entre les | B.3. Zoals zij door de verwijzende rechter worden geïnterpreteerd, |
| redevables qui peuvent obtenir un dégrèvement d'office de surtaxes | voeren de betwiste bepalingen een verschil in behandeling in onder de |
| belastingschuldigen die ambtshalve ontheffing van overbelastingen | |
| résultant d'un arrêt de la Cour d'arbitrage déclarant | kunnen verkrijgen op grond van een arrest van het Arbitragehof dat een |
| inconstitutionnelle, sur question préjudicielle, une disposition de la | bepaling van de belastingwet op prejudiciële vraag ongrondwettig heeft |
| loi fiscale. Lorsque ces redevables ont pris connaissance de l'arrêt | verklaard. Wanneer die belastingschuldigen van het arrest kennis |
| avant l'expiration du délai de réclamation ordinaire prévu par | hebben genomen vóór het verstrijken van de gewone bezwaartermijn |
| l'article 371 du C.I.R. 1992, ils ne peuvent pas obtenir un | waarin artikel 371 van het W.I.B. 1992 voorziet, kunnen zij ambtshalve |
| dégrèvement d'office des surtaxes, même s'ils sont encore dans le | geen ontheffing van overbelastingen verkrijgen, ook al bevinden zij |
| délai prévu par l'article 376 du C.I.R. 1992 qui est de trois ans à | zich nog binnen de termijn bepaald in artikel 376 van het W.I.B. 1992, |
| dater du 1er janvier de l'année au cours de laquelle l'impôt a été | die drie jaar bedraagt vanaf 1 januari van het jaar waarin de |
| établi. En revanche, lorsque les redevables ont pris connaissance de | belasting is gevestigd. Daarentegen, wanneer de belastingschudigen van |
| l'arrêt de la Cour après l'expiration du délai ordinaire de | het arrest van het Hof kennis hebben genomen na het verstrijken van de |
| réclamation, ils peuvent obtenir ce dégrèvement d'office dans les | gewone bezwaartermijn, kunnen zij die ontheffing van ambtswege |
| trois ans à partir du 1er janvier de l'année au cours de laquelle | verkrijgen binnen drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de |
| l'impôt a été établi. | belasting is gevestigd. |
| B.4. L'article 190 de la Constitution dispose : | B.4. Artikel 190 van de Grondwet bepaalt : |
| « Aucune loi, aucun arrêté ou règlement d'administration générale, | « Geen wet, geen besluit of verordening van algemeen, provinciaal of |
| provinciale ou communale, n'est obligatoire qu'après avoir été publié | gemeentelijk bestuur is verbindend dan na te zijn bekendgemaakt in de |
| dans la forme déterminée par la loi ». | vorm bij de wet bepaald ». |
| La publication est une condition essentielle de la force obligatoire | De bekendmaking is een noodzakelijke voorwaarde om officiële teksten |
| des textes officiels. En application de ce principe, le législateur a | verbindend te maken. Met toepassing van dat beginsel heeft de wetgever |
| imposé l'obligation de publier les textes légaux et réglementaires | de verplichting opgelegd om de wetten en verordeningen, alsook de |
| ainsi que les décrets et ordonnances au Moniteur belge . Les actes | decreten en ordonnanties in het Belgisch Staatsblad bekend te maken. |
| législatifs sont obligatoires à compter du dixième jour qui suit cette | De wetgevende akten zijn verbindend vanaf de tiende dag die volgt op |
| publication sauf s'ils fixent un autre délai. Dès lors que les arrêts | die bekendmaking, tenzij zij een andere termijn bepalen. Aangezien de |
| de la Cour d'arbitrage portent sur des lois, décrets et ordonnances, | arresten van het Arbitragehof betrekking hebben op wetten, decreten en |
| le législateur a prévu un mode de publication identique. L'article 9, | ordonnanties, heeft de wetgever voorzien in eenzelfde wijze van |
| § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 prévoit ainsi que les | bekendmaking. Artikel 9, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
| arrêts d'annulation rendus par la Cour d'arbitrage ont l'autorité | bepaalt aldus dat de door het Hof gewezen vernietigingsarresten een |
| absolue de chose jugée à partir de leur publication au Moniteur belge | absoluut gezag van gewijsde hebben vanaf de bekendmaking ervan in het |
| . L'article 114 de cette loi spéciale dispose par ailleurs : | Belgisch Staatsblad . Artikel 114 van die bijzondere wet bepaalt |
| « Les arrêts, rendus sur recours en annulation et sur des questions | overigens : « De arresten, gewezen op beroepen tot vernietiging en op prejudiciële |
| préjudicielles, sont publiés dans leur intégralité ou par extraits | vragen, worden in hun geheel of bij uittreksel in het Belgisch |
| dans le Moniteur belge par les soins du greffier. L'extrait comporte | Staatsblad bekendgemaakt door toedoen van de griffier. Het uittreksel |
| les considérants et le dispositif. La Cour en assure la publication | bevat de overwegingen en het beschikkende gedeelte. Het Hof draagt |
| dans un recueil officiel. Elle en communique une copie aux | zorg voor de bekendmaking ervan in een officiële verzameling. Het |
| juridictions qui lui en font la demande ». | deelt een afschrift mee aan de rechtscolleges die erom verzoeken ». |
| La publication au Moniteur belge est le moyen officiel par lequel le | De bekendmaking in het Belgisch Staatsblad is het officiële middel |
| législateur garantit l'accès effectif aux normes législatives et aux | waarmee de wetgever de daadwerkelijke toegang waarborgt tot de |
| arrêts de la Cour d'arbitrage qui contrôlent la validité de ces normes. La date de publication d'un arrêt au Moniteur belge est dès lors la date à laquelle les citoyens sont censés avoir pris connaissance de cet arrêt. Elle constitue un point de départ pertinent pour faire débuter un délai de recours. Il importe peu à cet égard qu'une personne ait pu être alertée avant cette date sur l'inconstitutionnalité éventuelle d'une loi, par la lecture d'un avis au Moniteur belge relatif à une procédure pendante devant la Cour ou par des publications qui ne sont pas officielles. B.5. Le Conseil des Ministres et le Gouvernement wallon n'établissent pas et la Cour n'aperçoit pas ce qui peut justifier objectivement et raisonnablement l'ampleur de la différence de traitement qui a été constatée au B.3. S'il peut se justifier qu'un délai soit prévu à dater de la publication d'un arrêt d'inconstitutionnalité de la Cour d'arbitrage au Moniteur belge pour obtenir un réajustement fiscal, s'il peut se justifier également qu'un redevable ne puisse pas cumuler des délais prévus par des dispositions distinctes, il ne peut pas se justifier objectivement et raisonnablement que la combinaison de dispositions distinctes aboutisse à traiter de manière sensiblement différente des redevables prenant officiellement connaissance d'un arrêt d'inconstitutionnalité de la Cour d'arbitrage. B.6. Dans l'interprétation qui leur est donnée par le juge a quo, les | wettelijke normen en de arresten van het Arbitragehof waarin de geldigheid van die normen wordt getoetst. De datum van bekendmaking van een arrest in het Belgisch Staatsblad is bijgevolg de datum waarop de burgers worden geacht van dat arrest kennis te hebben genomen. Hij vormt een relevant aanvangspunt om de beroepstermijn te doen ingaan. Het is in dat opzicht van weinig belang dat een persoon vóór die datum kon worden geïnformeerd over de eventuele ongrondwettigheid van een wet door het lezen van een bericht in het Belgisch Staatsblad betreffende een voor het Hof hangende rechtspleging of door bekendmakingen die niet officieel zijn. B.5. De Ministerraad en de Waalse Regering tonen niet aan en het Hof ziet niet in wat de omvang van het in B.3 vastgestelde verschil in behandeling objectief en redelijk kan verantwoorden. Hoewel kan worden verantwoord dat, om een belastingherziening te verkrijgen, wordt voorzien in een termijn vanaf de bekendmaking van een ongrondwettigheidsarrest van het Arbitragehof in het Belgisch Staatsblad en hoewel eveneens kan worden verantwoord dat een belastingschuldige geen termijnen mag cumuleren waarin onderscheiden bepalingen voorzien, kan niet objectief en redelijk worden verantwoord dat de combinatie van onderscheiden bepalingen ertoe leidt dat belastingschuldigen die op officiële wijze kennis nemen van een ongrondwettigheidsarrest van het Arbitragehof, aanzienlijk verschillend worden behandeld. B.6. In de interpretatie die de verwijzende rechter geeft aan de |
| articles 371 et 376, § 1er, du C.I.R. 1992 sont incompatibles avec les | artikelen 371 en 376, § 1, van het W.I.B. 1992, zijn zij niet |
| articles 10 et 11 de la Constitution. | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.7. La Cour constate cependant que ces dispositions peuvent être | B.7. Het Hof stelt evenwel vast dat die bepalingen in die zin kunnen |
| interprétées en ce sens que le dégrèvement d'office peut être accordé | worden geïnterpreteerd dat ambtshalve ontheffing kan worden toegekend |
| sur la base de l'article 376, § 1er, du C.I.R. 1992 lorsque le | op grond van artikel 376, § 1, van het W.I.B. 1992 wanneer de |
| redevable introduit sa demande dans le délai de trois ans à partir du | belastingschuldige zijn verzoek indient binnen de termijn van drie |
| 1er janvier de l'année au cours de laquelle l'impôt a été établi, même | jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd, |
| s'il n'a pas introduit de réclamation dans le délai prévu par | ook al heeft hij geen bezwaar ingediend binnen de termijn bepaald in |
| l'article 371 du C.I.R. 1992. Dans cette interprétation, la différence | artikel 371 van het W.I.B. 1992. In die interpretatie bestaat het in |
| de traitement mentionnée en B.5 n'existe pas. | B.5 vermelde verschil in behandeling niet. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| - Interprétés comme ne permettant pas à un redevable d'obtenir un | - In die zin geïnterpreteerd dat zij het een belastingschuldige niet |
| dégrèvement d'office de surtaxes résultant d'un arrêt de la Cour | mogelijk maken ambtshalve ontheffing van overbelastingen te verkrijgen |
| d'arbitrage déclarant inconstitutionnelle sur question préjudicielle | op grond van een arrest van het Arbitragehof waarin een bepaling van |
| une disposition de la loi fiscale, lorsque ce redevable prend | de belastingwet op prejudiciële vraag ongrondwettig is verklaard, |
| wanneer die belastingschuldige officieel kennis neemt van dat arrest | |
| officiellement connaissance de cet arrêt avant l'expiration du délai | vóór het verstrijken van de gewone bezwaartermijn, schenden de |
| de réclamation ordinaire, les articles 371 et 376, § 1er, du Code des | artikelen 371 en 376, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
| impôts sur les revenus 1992 violent les articles 10, 11 et 172 de la | 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. |
| Constitution. - Interprétés comme permettant à un redevable d'obtenir un dégrèvement | - In die zin geïnterpreteerd dat zij het een belastingschuldige |
| d'office de surtaxes résultant d'un arrêt de la Cour d'arbitrage | mogelijk maken ambtshalve ontheffing van overbelastingen te verkrijgen |
| déclarant inconstitutionnelle sur question préjudicielle une | op grond van een arrest van het Arbitragehof waarin een bepaling van |
| disposition de la loi fiscale, lorsque ce redevable prend | de belastingwet op prejudiciële vraag ongrondwettig is verklaard, |
| wanneer die belastingschuldige officieel kennis neemt van dat arrest | |
| officiellement connaissance de cet arrêt avant l'expiration du délai | vóór het verstrijken van de gewone bezwaartermijn, schenden de |
| de réclamation ordinaire, les articles 371 et 376, § 1er, du Code des | artikelen 371 en 376, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
| impôts sur les revenus 1992 ne violent pas les articles 10, 11 et 172 | 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. |
| de la Constitution. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 mars 2005. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 maart 2005. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |