← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 13/2005 du 19 janvier 2005 Numéro du rôle : 2890 En cause
: les questions préjudicielles concernant les articles 56bis, § 2, alinéa 4, et 120bis des lois
coordonnées relatives aux allocations familiales pour trav La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A.
Arts, et des juges A. Alen, J.-P.(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 13/2005 du 19 janvier 2005 Numéro du rôle : 2890 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 56bis, § 2, alinéa 4, et 120bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour trav La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges A. Alen, J.-P.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 13/2005 van 19 januari 2005 Rolnummer 2890 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 56bis, § 2, vierde lid, en 120bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbei Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters A. Alen(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 13/2005 du 19 janvier 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 13/2005 van 19 januari 2005 |
| Numéro du rôle : 2890 | Rolnummer 2890 |
| En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 56bis, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 56bis, § 2, |
| § 2, alinéa 4, et 120bis des lois coordonnées relatives aux | vierde lid, en 120bis van de samengeordende wetten betreffende de |
| allocations familiales pour travailleurs salariés, posées par le | kinderbijslag voor loonarbeiders, gesteld door de Arbeidsrechtbank te |
| Tribunal du travail de Bruxelles. | Brussel. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges A. Alen, | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
| greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Par jugement du 9 janvier 2004 en cause de l'a.s.b.l. Partena contre | Bij vonnis van 9 januari 2004 in zake de v.z.w. Partena tegen P. |
| P. Foret, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Foret, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
| d'arbitrage le 19 janvier 2004, le Tribunal du travail de Bruxelles a | ingekomen op 19 januari 2004, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de |
| posé les questions préjudicielles suivantes : | volgende prejudiciële vragen gesteld : |
| 1. « L'article 56bis, § 2, 4ème alinéa, des lois coordonnées relatives | 1. « Schendt artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende |
| aux allocations [familiales] pour travailleurs salariés ne viole-t-il | |
| pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lorsqu'il est interprété | wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders de artikelen 10 |
| en ce sens que la condition d'abandon de l'enfant bénéficiaire (requise pour le maintien en sa faveur de l'octroi des allocations familiales d'orphelin en cas de remariage ou de reconstitution d'un ménage de fait par l'auteur survivant) doit être considérée comme n'étant pas remplie lorsque le montant de la contribution alimentaire de ce dernier dans son éducation et son entretien - assurés en dehors dudit ménage dont il a été exclu - excède une somme égale à la différence entre le montant des allocations octroyées aux taux | en 11 van de Grondwet wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat de voorwaarde van verlating van het rechtgevende kind (die vereist is voor het behoud, in zijn voordeel, van de toekenning van de kinderbijslag voor wezen in geval van een nieuw huwelijk of hersamenstelling van een feitelijk gezin door de overlevende ouder) moet worden beschouwd als niet vervuld wanneer het bedrag van het onderhoudsgeld van die laatste, dat bestemd is voor de opvoeding en het onderhoud van het kind - die verzekerd worden buiten het genoemde gezin, waarvan het kind is uitgesloten -, hoger is dan het bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen de bedragen aan kinderbijslag toegekend tegen de tarieven van respectievelijk de artikelen 50bis en |
| respectivement prévus par les articles 50bis et 40 desdites lois | 40 van de voormelde samengeordende wetten ? |
| coordonnées ? Cette interprétation de la notion légale d'abandon par référence à ce | Heeft die interpretatie van het wettelijke begrip ' verlating ', met |
| critère financier, non visé par la disposition légale précitée et déterminé forfaitairement de la manière visée ci-dessus, n'a-t-elle pas pour effet de traiter de façon différente des enfants orphelins placés dans des situations objectivement comparables du fait qu'ils se trouvent, de fait, exclus des effets de la recomposition du ménage de l'auteur survivant, en créant une discrimination, non proportionnée au but poursuivi par la législation relative aux allocations familiales en faveur de cette catégorie particulière de bénéficiaires dignes d'intérêt, par la création d'une distinction fondée sur la hauteur des | verwijzing naar dat financiële criterium dat niet vervat is in de voormelde wetsbepaling en dat forfaitair wordt vastgelegd op de bovenvermelde wijze, niet tot gevolg dat weeskinderen die zich in een objectief vergelijkbare situatie bevinden doordat zij feitelijk uitgesloten zijn van de gevolgen van het vormen van een nieuw gezin door de overlevende ouder, verschillend worden behandeld, waarbij een discriminatie in het leven wordt geroepen die niet evenredig is met het doel dat wordt nagestreefd met de wetgeving betreffende de kinderbijslag voor die specifieke categorie van rechtgevenden die zich in een behartigenswaardige situatie bevinden, door het invoeren van een onderscheid op basis van de financiële draagkracht van de |
| capacités contributives de l'auteur survivant ? » | overlevende ouder ? » |
| 2. « L'article 120bis des lois coordonnées relatives aux allocations | 2. « Schendt artikel 120bis van de samengeordende wetten betreffende |
| familiales pour travailleurs salariés, par la discrimination qu'il | de kinderbijslag voor loonarbeiders, door de discriminatie waartoe het |
| instaure entre assurés sociaux selon le régime dont relèvent les | aanleiding geeft onder sociaal verzekerden naar gelang van het stelsel |
| prestations sociales qu'ils perçoivent, ne viole-t-il pas les articles | waaronder de sociale prestaties die zij ontvangen, vallen, de |
| 10 et 11 de la Constitution en ne se référant pas aux délais consacrés | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het niet verwijst naar de |
| par l'article 30 de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes | termijnen die zijn vastgelegd bij artikel 30 van de wet van 29 juni |
| généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés quant aux | 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor |
| werknemers wat betreft de verjaringstermijnen voor het recht op | |
| délais de prescription de l'action en répétition de l'indu : | terugvordering van ten onrechte uitbetaalde uitkeringen : |
| - d'une part, en fixant à cinq ans le délai ordinaire de prescription | - enerzijds, door de gewone verjaringstermijn vast te stellen op vijf |
| là où l'article 30 de la loi précitée les fixe à trois ans, ou à six | jaar, terwijl artikel 30 van de voormelde wet die vaststelt op drie |
| mois lorsque le paiement résulte uniquement d'une erreur de | jaar, of op zes maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een |
| l'organisme ou du service, dont l'intéressé ne pouvait normalement se | vergissing van de instelling of de dienst waarvan de betrokkene zich |
| rendre compte; | normaalgesproken geen rekenschap kon geven; |
| - d'autre part en ne déterminant aucun délai de prescription à la | - anderzijds, doordat het geen verjaringstermijn bepaalt voor de |
| répétition des allocations familiales indûment perçues en suite de | terugvordering van kinderbijslag die ten onrechte werd verkregen door |
| manoeuvres frauduleuses ou de déclarations fausses ou sciemment | bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige |
| incomplètes, là où l'article 30 de la loi précitée limite à cinq ans | verklaringen, terwijl artikel 30 van de voormelde wet de |
| le délai de prescription des prestations sociales indûment perçues | verjaringstermijn voor sociale prestaties die onder die voorwaarden |
| dans ces conditions ? » | onterecht werden verkregen, tot vijf jaar beperkt ? » |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| Quant à la première question préjudicielle | Wat de eerste prejudiciële vraag betreft |
| B.1.1. La première question préjudicielle porte sur le point de savoir | B.1.1. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op het feit of |
| si l'article 56bis, § 2, alinéa 4, des lois relatives aux allocations | artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de wetten betreffende de |
| familiales pour travailleurs salariés, coordonnées le 19 décembre | kinderbijslag voor loonarbeiders, samengeordend op 19 december 1939, |
| 1939, viole les articles 10 et 11 de la Constitution dans | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in de interpretatie |
| l'interprétation selon laquelle la condition d'abandon de l'enfant | volgens welke de voorwaarde van verlating van het rechtgevende |
| orphelin bénéficiaire requise pour le maintien en sa faveur | weeskind, die vereist is voor het behoud, in zijn voordeel, van |
| d'allocations majorées en cas de remariage ou de reconstitution d'un | verhoogde kinderbijslag in geval van een nieuw huwelijk of |
| ménage de fait par l'auteur survivant n'est pas remplie quand le | hersamenstelling van een feitelijk gezin door de overlevende ouder, |
| montant de la contribution alimentaire de l'auteur survivant excède | niet vervuld is wanneer het bedrag van het onderhoudsgeld van de |
| une somme égale à la différence entre le montant des allocations | overlevende ouder hoger is dan het verschil tussen het bedrag van de |
| octroyées au taux majoré et celui des allocations octroyées au taux ordinaire. B.1.2. L'article 56bis de ces lois coordonnées est libellé comme suit : « § 1er. Est attributaire d'allocations familiales aux taux prévus à l'article 50bis, l'orphelin, si au moment du décès de l'un de ses parents, le père ou la mère a satisfait aux conditions pour prétendre à au moins six allocations forfaitaires mensuelles en vertu des présentes lois, au cours des douze mois précédant immédiatement le décès. § 2. Les allocations familiales prévues au § 1er sont toutefois accordées aux taux prévus à l'article 40, lorsque le père survivant ou la mère survivante est engagé(e) dans les liens d'un mariage ou forme un ménage de fait avec une personne autre qu'un parent ou allié jusqu'au 3e degré inclusivement. La cohabitation de l'auteur survivant avec une personne autre qu'un parent ou allié jusqu'au 3e degré inclusivement, fait présumer, jusqu'a preuve du contraire, l'existence d'un ménage de fait. Le bénéfice du § 1er peut être invoqué à nouveau si les causes d'exclusion prévues à l'alinéa 1er ont cessé d'exister ou si le mariage de l'auteur survivant, non établi en ménage, est suivi d'une séparation de corps ou d'une séparation de fait consacrée par une ordonnance judiciaire assignant une résidence séparée aux époux. Le présent paragraphe n'est pas applicable lorsque l'orphelin est abandonné par son auteur survivant. » B.2.1. Le régime général des allocations familiales est un régime d'assurance, ce qui implique que les ressources de ses bénéficiaires ne sont pas prises en compte pour déterminer l'existence du droit d'en bénéficier. Toutefois, ce régime général est corrigé en faveur de catégories de bénéficiaires dignes d'une attention particulière, par exemple en raison de la perte d'un des parents bénéficiaires. | kinderbijslag tegen het verhoogde tarief en dat van de kinderbijslag tegen het gewone tarief. B.1.2. Artikel 56bis van die samengeordende wetten luidt als volgt : « § 1. Is rechthebbende op kinderbijslag tegen de bedragen bepaald in artikel 50bis, de wees indien op het ogenblik van het overlijden van één van de ouders, de vader of de moeder in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk het overlijden voorafgaan de voorwaarden heeft vervuld om aanspraak te maken op ten minste [...] zes maandelijkse forfaitaire bijslagen. § 2. De in § 1 bedoelde kinderbijslag wordt evenwel verleend tegen de schaal bepaald in artikel 40 als de overlevende vader of moeder een huwelijk aangaat of een feitelijk gezin vormt met een persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad. Het samenwonen van de overlevende ouder met een persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad doet vermoeden tot bewijs van het tegendeel dat er sprake is van een feitelijk gezin. Het voordeel van § 1 mag opnieuw worden ingeroepen, wanneer de in het eerste lid bedoelde oorzaken van uitsluiting opgehouden hebben te bestaan of wanneer het huwelijk van de overlevende ouder, die geen huishouden vormt, gevolgd is door een scheiding van tafel en bed (of door een feitelijke scheiding bekrachtigd door een gerechtelijke beschikking die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanduidt. Deze paragraaf is niet toepasselijk indien de wees door zijn overlevende ouder verlaten is. » B.2.1. Het algemene stelsel van de kinderbijslag is een verzekeringsstelsel, wat impliceert dat de inkomsten van de rechthebbenden niet in aanmerking worden genomen om het bestaan van het recht op kinderbijslag vast te stellen. Dat algemene stelsel wordt echter gecorrigeerd ten gunste van categorieën van rechtgevenden die zich in een behartigenswaardige situatie bevinden, bijvoorbeeld wegens het verlies van een van de rechthebbende ouders. |
| B.2.2. L'article 56bis, § 1er, des lois coordonnées ouvre à l'orphelin | B.2.2. Artikel 56bis, § 1, van de samengeordende wetten opent voor de |
| le droit à des allocations spéciales, quelle que soit la situation | wees het recht op bijzondere kinderbijslag, ongeacht de economische |
| économique au moment du décès du parent de cet orphelin. En vertu du § | situatie waarin de ouder zich bevindt op het ogenblik van het |
| 2, il est mis fin à ces allocations spéciales lorsque le parent | overlijden. Krachtens § 2 wordt een einde gemaakt aan die bijzondere |
| survivant se remarie ou se remet en ménage. Toutefois, le bénéfice de | kinderbijslag wanneer de overlevende ouder opnieuw huwt of een nieuw |
| ces allocations spéciales ne disparaît pas, aux termes de l'alinéa 4 | gezin vormt. Luidens het vierde lid van dezelfde paragraaf wordt het |
| du même paragraphe, « lorsque l'orphelin est abandonné par son auteur | voordeel van die bijzondere kinderbijslag echter niet opgeheven « |
| survivant ». | indien de wees door zijn overlevende ouder verlaten is ». |
| B.2.3. A défaut d'une définition dans la loi, la circulaire | B.2.3. Bij gebrek aan een definitie in de wet, heeft de ministeriële |
| ministérielle n° 393 du 9 novembre 1981 du ministre des Affaires | omzendbrief nr. 393 van 9 november 1981 van de Minister van Sociale |
| sociales a considéré qu'un enfant est abandonné à la double condition | Zaken aangenomen dat een kind verlaten is onder de dubbele voorwaarde |
| que l'auteur survivant n'entretienne plus de relations avec lui et | dat de overlevende ouder niet langer een relatie met hem onderhoudt en |
| qu'il n'intervienne plus pécuniairement dans ses frais d'entretien | dat hij nog slechts bijdraagt in diens onderhoudskosten naar rata van |
| qu'à concurrence d'une somme dont le montant doit être inférieur à la | een bedrag dat lager moet zijn dan het verschil tussen het verhoogde |
| différence entre le taux majoré pour orphelin et le taux ordinaire des | bedrag voor wezen en het gewone bedrag aan kinderbijslag, wat neerkomt |
| allocations familiales, soit un montant de 125 euros par mois. | op een bedrag van 125 euro per maand. |
| B.3. Selon le juge a quo, cette interprétation a pour conséquence | B.3. Volgens de verwijzende rechter heeft die interpretatie tot gevolg |
| d'opérer une distinction entre les orphelins abandonnés par un auteur | dat een onderscheid wordt gemaakt onder de wezen die door een |
| survivant selon que ce dernier est capable ou non de leur verser une | overlevende ouder zijn verlaten, naargelang de laatstgenoemde al dan |
| niet in staat is hun onderhoudsgeld te storten waarvan het bedrag | |
| contribution alimentaire excédant le montant de 125 euros par mois. | hoger is dan 125 euro per maand. Bij die interpretatie zou volgens de |
| Cette interprétation privilégierait, selon le juge a quo, une logique | verwijzende rechter voorrang worden gegeven aan een logica van |
| d'assistance, ce qui lui semble en contradiction avec la logique d'assurance qui sous-tend le régime général des allocations familiales. B.4. Les enfants des deux catégories sont comparables en ce que les uns et les autres sont orphelins et ont été abandonnés par leur auteur survivant. B.5. La différence de traitement repose sur un critère objectif : le dépassement ou non du montant de la contribution versée par l'auteur survivant de la différence entre le taux majoré et le taux ordinaire des allocations octroyées aux orphelins. | bijstand, wat hem in tegenspraak lijkt met de logica van verzekering die de basis vormt van het algemeen stelsel van de kinderbijslag. B.4. De kinderen van beide categorieën zijn vergelijkbaar doordat zowel de enen als de anderen wees zijn en door hun overlevende ouder verlaten zijn. B.5. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium : het al dan niet overschrijden, wat het bedrag van het door de overlevende ouder gestorte onderhoudsgeld betreft, van het verschil tussen het verhoogde tarief en het gewone tarief van de kinderbijslag voor wezen. |
| B.6. Ce critère est pertinent par rapport au but poursuivi et la | B.6. Dat criterium is pertinent ten aanzien van het nagestreefde doel, |
| mesure en cause n'entraîne pas de conséquences disproportionnées par rapport à celui-ci. En effet, dès lors que les allocations sont majorées à la suite du décès d'un des parents, quelle que soit la situation économique dans laquelle le décès place l'orphelin mineur, il n'est pas déraisonnable de supprimer le bénéfice de cette majoration quand le parent survivant se remarie ou fonde un nouveau ménage, sans avoir égard aux conséquences économiques de cet événement. Dans cette perspective, il n'est pas déraisonnable non plus de réserver, par exception, le bénéfice des allocations majorées à l'orphelin dont le parent survivant se serait remarié ou remis en ménage mais l'aurait exclu de cette nouvelle cellule familiale, en sorte que cet orphelin est considéré par la loi comme « abandonné », l'abandon impliquant notamment que la contribution versée par l'auteur survivant est inférieure à la différence entre le taux majoré et le taux ordinaire des allocations. Il n'est pas non plus déraisonnable de réserver l'exception au profit d'un orphelin abandonné au seul cas où celui-ci fait l'objet d'un abandon moral et matériel. Dans le cas où l'enfant a été accueilli dans un autre foyer, comme dans l'espèce en cause, et où le parent survivant verse une contribution alimentaire égale ou supérieure à la différence entre le taux majoré et le taux ordinaire, on peut admettre qu'il soit assimilé à l'orphelin dont le parent survivant s'est remarié ou remis en ménage. B.7. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle | en de gevolgen van de in het geding zijnde maatregel zijn er niet onevenredig mee. Aangezien de kinderbijslag wordt verhoogd als gevolg van het overlijden van één van de ouders, ongeacht de economische situatie waarin het overlijden de minderjarige wees plaatst, is het inderdaad niet onredelijk het voordeel van die verhoging in te trekken wanneer de overlevende ouder opnieuw huwt of een nieuw gezin vormt, zonder rekening te houden met de economische gevolgen van die gebeurtenis. Vanuit dat perspectief is het evenmin onredelijk om, bij wijze van uitzondering, het voordeel van de verhoogde kinderbijslag voor te behouden aan de wees wiens overlevende ouder zou zijn hertrouwd of een nieuw gezin zou hebben gevormd maar hem uit dat nieuwe kerngezin zou hebben uitgesloten, zodat die wees door de wet als « verlaten » wordt beschouwd, wat meer bepaald impliceert dat het bedrag van het door de overlevende ouder gestorte onderhoudsgeld lager is dan het verschil tussen het verhoogde tarief en het gewone tarief van de kinderbijslag. Het is evenmin onredelijk de uitzondering uitsluitend voor te behouden aan een verlaten wees die zowel op moreel als materieel vlak verlaten is. Wanneer het kind in een ander gezin is opgenomen, zoals te dezen, en de overlevende ouder onderhoudsgeld stort waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan het verschil tussen het verhoogde bedrag en het gewone bedrag aan kinderbijslag, is het aannemelijk dat het kind wordt gelijkgesteld met een wees wiens overlevende ouder hertrouwd is of een nieuw gezin heeft gevormd. B.7. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Wat de tweede prejudiciële vraag betreft |
| B.8.1. L'article 120bis des lois relatives aux allocations familiales | B.8.1. Artikel 120bis van de wetten betreffende de kinderbijslag voor |
| pour travailleurs salariés, coordonnées le 19 décembre 1939, tel qu'il | loonarbeiders, samengeordend op 19 december 1939, zoals het is |
| a été modifié par l'arrêté royal n° 68 du 10 novembre 1967 et par | gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 68 van 10 november 1967 en |
| l'article 41, 1°, de la loi du 22 février 1998, est libellé comme suit : « L'action en répétition des prestations payées indûment se prescrit par cinq ans à partir de la date à laquelle le paiement a été effectué. En aucun cas, la répétition des prestations indûment payées ne sera possible après l'expiration de ce délai. Outre les causes prévues au Code civil, la prescription est interrompue par la réclamation des paiements indus notifiée au débiteur par lettre recommandée à la poste. L'alinéa 1er n'est pas applicable si les prestations payées indûment ont été obtenues à la suite de manoeuvres frauduleuses ou de | bij artikel 41, 1°, van de wet van 22 februari 1998, luidt als volgt : « Het recht op terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde uitkeringen verjaart door verloop van vijf jaar te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is geschied. In geen geval is een terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde uitkeringen mogelijk na verloop van deze termijn. Benevens de redenen waarin is voorzien in het Burgerlijk Wetboek, wordt de verjaring gestuit door het eisen van het onverschuldigd uitbetaalde, door middel van een ter post aangetekend aan de schuldenaar betekend schrijven. Het eerste lid is niet toepasselijk indien de ten onrechte uitbetaalde uitkeringen werden bekomen door bedrieglijke handelingen of door valse |
| déclarations fausses ou sciemment incomplètes. » | of opzettelijk onvolledige verklaringen. » |
| B.8.2. Aux termes de l'article 30, § 1er, de la loi du 29 juin 1981 | B.8.2. Artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de |
| établissant les principes généraux de la sécurité sociale des | algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, bepaalt |
| travailleurs salariés quant aux délais de prescription de l'action en | het volgende, met betrekking tot de verjaringstermijnen voor de |
| répétition de l'indu : | terugvordering van ten onrechte uitbetaalde uitkeringen : |
| « La répétition des prestations sociales versées indûment se prescrit | « De terugvordering van de ten onrechte betaalde sociale prestaties |
| par trois ans à compter de la date à laquelle le paiement a été | verjaart na drie jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling |
| effectué. | is geschied. |
| Le délai prévu à l'alinéa 1er est ramené à six mois lorsque le | De in het eerste lid voorgeschreven termijn wordt teruggebracht tot |
| paiement résulte uniquement d'une erreur de l'organisme ou du service, | zes maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een vergissing |
| dont l'intéressé ne pouvait normalement se rendre compte. | van de instelling of de dienst, waarvan de betrokkene zich normaal |
| geen rekenschap kon geven. | |
| Le délai prévu à l'alinéa 1er est porté à cinq ans lorsque le paiement | De in het eerste lid voorgeschreven termijn wordt verlengd tot vijf |
| indu a été effectué en cas de fraude, de dol ou de manoeuvres | jaar indien ten onrechte werd betaald in geval van bedrog, arglist of |
| frauduleuses de l'intéressé. » | bedrieglijke handelingen van de betrokkene. » |
| B.8.3. La Cour est interrogée sur le point de savoir si l'article | B.8.3. Het Hof wordt een vraag gesteld over het feit of artikel 120bis |
| 120bis des lois coordonnées ne viole pas les articles 10 et 11 de la | van de samengeordende wetten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| Constitution en ce qu'il établit un régime différent de la règle | schendt doordat het een stelsel invoert dat verschilt van de algemene |
| générale établie par l'article 30, § 1er, de la loi du 29 juin 1981, | regel van artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981, waarbij die |
| lequel fixe ce délai à trois ans ou à six mois lorsque le paiement | termijn is vastgelegd op drie jaar of op zes maanden indien de |
| résulte uniquement d'une erreur de l'organisme ou du service, dont | betaling enkel het gevolg is van een vergissing van de instelling of |
| l'intéressé ne pouvait normalement se rendre compte, et lequel limite | de dienst, waarvan de betrokkene zich normaalgesproken geen rekenschap |
| à cinq ans le délai de prescription de l'action en répétition des | kon geven, en waarbij de verjaringstermijn voor de terugvordering van |
| allocations indûment perçues à la suite de manoeuvres frauduleuses ou | uitkeringen die ten onrechte werden verkregen door bedrieglijke |
| de déclarations fausses ou sciemment incomplètes alors que l'article | handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen, tot |
| 120bis des lois coordonnées précitées ne précise pas quel est ce | vijf jaar is beperkt, terwijl artikel 120bis van de voormelde |
| délai. | samengeordende wetten die termijn niet preciseert. |
| B.9.1. Les dispositions mentionnées en B.8.2 indiquent que le | B.9.1. De in B.8.2 vermelde bepalingen geven aan dat de wetgever |
| législateur s'est préoccupé de ne pas permettre que les allocations | ervoor gezorgd heeft niet toe te staan dat de inzake sociale zekerheid |
| versées en matière de sécurité sociale puissent, lorsqu'elles ont été | gestorte uitkeringen, wanneer die onverschuldigd zijn geïnd, binnen de |
| indûment perçues, être récupérées dans les délais de droit commun. Il | gemeenrechtelijke termijnen kunnen worden teruggevorderd. Hij heeft |
| a voulu tenir compte de ce que « la nature et la technicité croissante | rekening willen houden met het feit dat « de eigen aard en het |
| des textes normatifs régissant notre système de sécurité sociale | toenemende technische aspect van de normatieve teksten die ons |
| socialezekerheidssysteem beheersen [...] een bijzondere regeling | |
| imposent une solution spécifique au problème de la récupération de | [vereisen] voor de materie van de terugvordering van onverschuldigde |
| l'indu par rapport aux principes du droit civil » (Doc. parl., Sénat, | bedragen ten aanzien van de principes van het burgerlijk recht » |
| 1979-1980, 508, n° 1, p. 25). Il a veillé également à rendre les | (Parl. St., Senaat, 1979-1980, 508, nr. 1, p. 25). Hij heeft tevens |
| courtes prescriptions inapplicables « lorsque le paiement indu a été | erover gewaakt dat de korte verjaringstermijnen niet van toepassing |
| effectué en cas de fraude, de dol ou de manoeuvres frauduleuses » tout | zijn « in geval van bedrog, arglist of bedrieglijke handelingen van de |
| en limitant dans ce cas le délai de prescription à cinq ans (article | betrokkene » en in dat geval de verjaringstermijn tot vijf jaar |
| 30, § 1er, alinéa 3, de la loi précitée du 29 juin 1981). | beperkt (artikel 30, § 1, derde lid, van de voormelde wet van 29 juni |
| B.9.2. Même si ces dispositions ne constituent que des principes | 1981). B.9.2. Zelfs al vormen die bepalingen uitsluitend algemene beginselen |
| généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés que chacune | van de sociale zekerheid voor werknemers die in elk van de specifieke |
| des législations particulières devait mettre en oeuvre, il ne peut | wetgevingen concreet moesten worden toegepast, toch kan niet worden |
| être admis que l'indu puisse être réclamé aux bénéficiaires | aangenomen dat ten onrechte verkregen uitkeringen kunnen worden |
| d'allocations familiales qui sont des assurés sociaux au sens des | teruggevorderd van de rechthebbenden op kinderbijslag, die sociaal |
| articles 1er, § 1er, 3, 6 et 21, § 1er, 6°, de la loi du 29 juin 1981, | verzekerden zijn in de zin van de artikelen 1, § 1, 3, 6 en 21, § 1, |
| dans un délai de cinq ans dans le cas où le paiement indu n'est pas | 6°, van de wet van 29 juni 1981, binnen een termijn van vijf jaar |
| lié à une fraude, et pendant dix ans, comme le soutient le Conseil des | indien met het ten onrechte uitbetaalde bedrag geen fraude gemoeid is, |
| ministres, à défaut d'indication dans l'article 120bis litigieux des | en gedurende tien jaar, zoals de Ministerraad beweert, en bij gebrek |
| lois coordonnées précitées, dans le cas où le paiement indu est lié à | aan een specifieke vermelding in het in het geding zijnde artikel |
| 120bis van de voormelde samengeordende wetten, indien het ten onrechte | |
| une fraude. | uitbetaalde bedrag het gevolg is van fraude. |
| B.10. La seconde question préjudicielle appelle une réponse | B.10. De tweede prejudiciële vraag dient bevestigend te worden |
| affirmative. | beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| - L'article 56bis, § 2, alinéa 4, des lois coordonnées relatives aux | - Artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende wetten |
| allocations familiales pour travailleurs salariés ne viole pas les | betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders schendt de artikelen |
| articles 10 et 11 de la Constitution. | 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| - L'article 120bis des mêmes lois coordonnées viole les articles 10 et | - Artikel 120bis van dezelfde samengeordende wetten schendt de |
| 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 janvier 2005. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 januari 2005. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |