← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 8/2005 du 12 janvier 2005 Numéro du rôle : 2938 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel qu'il a été rétabli
par la loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénal La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et
A. Arts, et des juges R. Henneuse, L(...)"
Extrait de l'arrêt n° 8/2005 du 12 janvier 2005 Numéro du rôle : 2938 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénal La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. Henneuse, L(...) | Uittreksel uit arrest nr. 8/2005 van 12 januari 2005 Rolnummer 2938 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke ver Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters R. Henn(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 8/2005 du 12 janvier 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 8/2005 van 12 januari 2005 |
Numéro du rôle : 2938 | Rolnummer 2938 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van |
du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la loi du 4 mai 1999 | het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot |
instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, posée par | invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van |
le Tribunal de police de Verviers. | rechtspersonen, gesteld door de Politierechtbank te Verviers. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, | R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, |
assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 25 février 2004 en cause du ministère public et de G. | Bij vonnis van 25 februari 2004 in zake het openbaar ministerie en G. |
Fairon et autres contre A. Schmitz et la Région wallonne, dont | Fairon en anderen tegen A. Schmitz en het Waalse Gewest, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 1er mars | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 maart |
2004, le Tribunal de police de Verviers a posé la question | 2004, heeft de Politierechtbank te Verviers de volgende prejudiciële |
préjudicielle suivante : | vraag gesteld : |
« L'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la | « Schendt artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld |
loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes | bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke |
morales, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que | verantwoordelijkheid van rechtspersonen, de artikelen 10 en 11 van de |
la personne employée par une personne morale de droit privé qui a | Grondwet doordat de persoon die is tewerkgesteld door een |
commis une infraction involontaire, peut ne pas être condamnée si elle | privaatrechtelijke rechtspersoon en die een onopzettelijk misdrijf |
a commis une faute moins grave que son employeur, alors que la | heeft gepleegd, eventueel niet kan worden veroordeeld indien hij een |
personne employée par une personne morale de droit public qui a commis | minder ernstige fout heeft begaan dan zijn werkgever, terwijl de |
persoon die is tewerkgesteld door een publiekrechtelijke rechtspersoon | |
la même infraction devra nécessairement être condamnée, le cumul des | en die hetzelfde misdrijf heeft gepleegd, noodzakelijkerwijze zal |
moeten worden veroordeeld, waarbij de cumulatie van | |
responsabilités étant possible dans le second cas, non visé par ledit | verantwoordelijkheden mogelijk is in het tweede geval, dat in dat |
article ? » | artikel niet wordt beoogd ? » |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 5, alinéa 2, du | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 5, tweede lid, |
Code pénal, tel qu'il a été rétabli par l'article 2 de la loi du 4 mai | van het Strafwetboek, zoals hersteld bij artikel 2 van de wet van 4 |
1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, qui | mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid |
énonce : | van rechtspersonen, dat bepaalt : |
« Toute personne morale est pénalement responsable des infractions qui | « Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor |
sont intrinsèquement liées à la réalisation de son objet ou à la | misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de |
défense de ses intérêts, ou de celles dont les faits concrets | verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of |
démontrent qu'elles ont été commises pour son compte. | die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening |
Lorsque la responsabilité de la personne morale est engagée | zijn gepleegd. Wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend |
exclusivement en raison de l'intervention d'une personne physique | wegens het optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan |
identifiée, seule la personne qui a commis la faute la plus grave peut | enkel degene die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld. |
être condamnée. Si la personne physique identifiée a commis la faute | Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en |
sciemment et volontairement, elle peut être condamnée en même temps | willens heeft gepleegd kan hij samen met de verantwoordelijke |
que la personne morale responsable. | rechtspersoon worden veroordeeld. |
Sont assimilées à des personnes morales : 1° les associations momentanées et les associations en participation; 2° les sociétés visées à l'article 2, alinéa 3, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales, ainsi que les sociétés commerciales en formation; 3° les sociétés civiles qui n'ont pas pris la forme d'une société commerciale. Ne peuvent pas être considérées comme des personnes morales responsables pénalement pour l'application du présent article : l'Etat fédéral, les régions, les communautés, les provinces, l'agglomération bruxelloise, les communes, les zones pluricommunales, les organes territoriaux intra-communaux, la Commission communautaire française, la Commission communautaire flamande, la Commission communautaire commune et les centres publics d'aide sociale. » | Met rechtspersonen worden gelijkgesteld : 1° tijdelijke verenigingen en verenigingen bij wijze van deelneming; 2° vennootschappen bedoeld in artikel 2, derde lid van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting; 3° burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen. Voor de toepassing van dit artikel kunnen niet als strafrechtelijk verantwoordelijke rechtspersoon worden beschouwd : de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. » |
B.2. L'article 5 du Code pénal, rétabli par la loi du 4 mai 1999, a instauré une responsabilité pénale propre des personnes morales, autonome et distincte de celle des personnes physiques qui ont agi pour la personne morale ou qui ont omis de le faire. Auparavant, une personne morale ne pouvait pas, en tant que telle, être pénalement poursuivie. Une infraction pour laquelle une personne morale aurait pu être tenue pour responsable était imputée à des personnes physiques déterminées. B.3. En prévoyant, dans la première phrase de la disposition en cause, que le juge pénal, lorsqu'il constate qu'une infraction qui n'a été commise ni sciemment ni volontairement l'a été à la fois par une personne physique et par une personne morale, peut seulement condamner la personne qui a commis la faute « la plus grave », le législateur a instauré une cause d'excuse absolutoire pour celle des deux personnes qui a commis la faute la moins grave. B.4. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article | B.2. Artikel 5 van het Strafwetboek, hersteld bij de wet van 4 mei 1999, heeft een eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon ingevoerd, onderscheiden en autonoom ten opzichte van die van de natuurlijke personen die voor de rechtspersoon hebben gehandeld of dit hebben nagelaten. Voordien kon een rechtspersoon niet als dusdanig strafrechtelijk worden vervolgd. Een misdrijf waarvoor een rechtspersoon verantwoordelijk zou kunnen worden geacht, werd aan welbepaalde natuurlijke personen aangerekend. B.3. Door in de eerste zin van de in het geding zijnde bepaling erin te voorzien dat de strafrechter, wanneer hij vaststelt dat een misdrijf niet wetens en willens is gepleegd en tegelijkertijd door een natuurlijke persoon en een rechtspersoon is gepleegd, alleen die persoon veroordeelt die de « zwaarste fout » heeft begaan, heeft de wetgever een strafuitsluitingsgrond ingevoerd voor wie van hen beiden de minst zware fout heeft begaan. B.4. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek met de |
5, alinéa 2, du Code pénal avec les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat, in geval van |
Constitution en ce que, en cas d'infraction involontaire, la personne | onopzettelijk misdrijf, de natuurlijke persoon die voor een |
physique qui travaille pour une personne morale de droit privé ne sera | privaatrechtelijke rechtspersoon werkt, niet zal worden veroordeeld |
pas condamnée si elle a commis la faute la moins grave, tandis que la | indien hij de minst zware fout heeft begaan, terwijl de natuurlijke |
personne physique qui travaille pour une personne morale de droit | persoon die voor een publiekrechtelijke rechtspersoon werkt die niet |
public non pénalement responsable ne pourra bénéficier de cette cause | strafrechtelijk verantwoordelijk is, die strafuitsluitingsgrond niet |
d'excuse absolutoire. | zal kunnen genieten. |
B.5.1. Selon l'exposé des motifs, la disposition en cause règle la | B.5.1. Volgens de memorie van toelichting regelt de in het geding |
relation entre la responsabilité de la personne morale et celle des | zijnde bepaling de verhouding tussen de aansprakelijkheid van de |
personnes physiques pour les mêmes faits : | rechtspersoon en die van natuurlijke personen voor dezelfde feiten : |
« Le principe retenu est celui de l'exclusion du cumul des responsabilités, sauf dans le cas où il peut être établi que l'infraction peut être imputée personnellement à une personne physique, qui aurait agi de manière intentionnelle. Contrairement à ce que le Conseil d'Etat semble affirmer dans son avis, l'exclusion du cumul des responsabilités ne concerne que les délits commis avec la négligence comme élément intentionnel. Le point de départ est par conséquent la qualification légale de l'infraction. La proposition entend ainsi revenir sur une certaine jurisprudence audacieuse dans l'imputation d'infractions aux personnes dirigeantes au sein de personnes morales en considérant que la preuve de | « Het gehanteerde principe houdt in dat cumulatie van aansprakelijkheden in dat geval uitgesloten is, tenzij aangetoond kan worden dat het misdrijf ook aan de natuurlijke persoon zelf kan worden toegerekend, die manifest opzettelijk gehandeld heeft. In tegenstelling tot hetgeen de Raad van State in het advies lijkt te stellen, betreft de uitsluiting van cumulatie enkel de delicten gepleegd met nalatigheid als intentioneel element. Het uitgangspunt is derhalve de wettelijke kwalificatie van het misdrijf. Het voorstel beoogt aldus terug te komen op bepaalde rechtspraak die zeer ver ging in de toerekening van misdrijven aan leidinggevende |
l'infraction était présente sur la base de manquements de ces | personen binnen rechtspersonen door het misdrijf bewezen te achten op |
personnes, dans des cas où l'incrimination requiert clairement | basis van tekortkomingen van deze personen, daar waar het misdrijf |
l'intention, ou même en arrivant à une responsabilité pénale quasi | duidelijk opzet vereist, of zelfs louter op basis van de positie van |
objective, seulement sur la base de la position de la personne | de betrokkene binnen de rechtspersoon te komen tot een quasi |
concernée au sein de la personne morale. | objectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid. |
Néanmoins, la proposition ne peut être interprétée comme donnant carte | Niettemin kan het niet zo zijn dat het voorstel een vrijbrief biedt |
blanche aux personnes qui adoptent des comportements punissables dans | voor personen die in het kader van de rechtspersoon strafbare |
le cadre d'une personne morale. Comme cela a été dit plus haut, la | gedragingen stellen. Zoals gezegd, kunnen ingeval van opzet, de |
personne morale et la personne physique peuvent être poursuivies et | rechtspersoon en de natuurlijke persoon samen als mededaders worden |
condamnées ensemble comme coauteurs en cas de dol. Si l'élément moral | vervolgd en veroordeeld. Indien in hoofde van de natuurlijke persoon |
chez la personne physique est la négligence - ce qui sera souvent le | enkel de schuldvorm van nalatigheid aanwezig is - wat vaak het geval |
cas dans le droit pénal spécial où beaucoup d'incriminations ne | zal zijn in het bijzonder strafrecht waar voor veel misdrijven geen |
requièrent pas le dol -, il appartiendra au juge de vérifier au cas | opzet vereist is -, zal de rechter geval per geval moeten nagaan of de |
par cas laquelle de la responsabilité de la personne morale ou de la | verantwoordelijkheid van de rechtspersoon, dan wel van de natuurlijke |
personne physique est déterminante. » (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, | persoon het zwaarst moet doorwegen. » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, |
n° 1-1217/1, pp. 6 et 7) | nr. 1-1217/1, pp. 6 en 7) |
Il ressort de ce qui précède que le projet de loi entendait consacrer | Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat het wetsontwerp het beginsel van |
le principe du cumul des responsabilités, mais uniquement lorsque | samenloop van verantwoordelijkheden wilde vastleggen maar alleen |
l'infraction peut être imputée personnellement à une personne physique | wanneer het misdrijf aan een natuurlijke persoon zelf kan worden |
qui aurait agi de manière intentionnelle. | toegerekend die opzettelijk zou hebben gehandeld. |
Il a été soutenu, lors des travaux préparatoires, qu'il convient de | Tijdens de parlementaire besprekingen werd staande gehouden dat men |
faire une distinction entre la criminalité « maffieuse », qui serait « | een onderscheid moet maken tussen « maffiose » criminaliteit, die « |
plutôt une criminalité intentionnelle » et la criminalité « économique | veeleer [...] een opzettelijke criminaliteit [is] » en de « |
», lorsqu'il s'agit d'un délit de « négligence » (Doc. parl., Sénat, | economische » criminaliteit, wanneer het een misdrijf met « |
1998-1999, n° 1-1217/6, p. 21). | nalatigheid » betreft (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, p. |
B.5.2. A la critique d'un sénateur estimant que « la proposition | 21). B.5.2. Op de kritiek van een senator dat « het voorstel [...] de |
semble aller dangereusement dans le sens d'une levée de la | gevaarlijke weg [lijkt] op te gaan van de ontheffing van |
responsabilité des personnes physiques » (amendement n° 11, Doc. | verantwoordelijkheid van natuurlijke personen » (amendement nr. 11, |
parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/2, p. 5 et exposé y relatif in Doc. | Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/2, p. 5, en de uiteenzetting |
parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, pp. 31-50), le ministre a | hierbij in Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, pp. 31-50), |
répondu que l'on ne peut | antwoordde de Minister dat |
« les condamner tous les deux dans ce cas, parce qu'il y a une | « ze niet allebei veroordeeld kunnen worden, omdat hun |
convergence telle entre leurs interventions respectives qu'admettre | respectievelijke handelingen zo moeilijk te onderscheiden zijn dat |
systématiquement le cumul dans ce genre d'hypothèse conduirait | systematische cumulatie in deze gevallen onvermijdelijk tot dubbele |
inévitablement à des doubles condamnations, là où, aujourd'hui, il n'y | veroordelingen zou leiden terwijl er momenteel maar een mogelijk is ». |
en a qu'une. » Le ministre ajouta : | De Minister voegde eraan toe : |
« Or, le but est de rechercher, dans ce genre d'hypothèse, le | « De bedoeling is in deze gevallen de echte verantwoordelijke aan te |
véritable responsable. » (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 42) | wijzen. » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1217/6, p. 42) |
Un amendement fut alors déposé (amendement n° 19, Doc. parl., Sénat, | Daarop werd een amendement ingediend (amendement nr. 19, Parl. St., |
1998-1999, n° 1-1217/4) qui a mené au texte définitif de l'article 5, | Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/4) dat tot de uiteindelijke tekst van |
alinéa 2, l'auteur ayant indiqué ce qui suit : | artikel 5, tweede lid, heeft geleid en waarbij de indiener aanvoerde : |
« Cet article introduit comme nouvel élément l'implication de la | « Dit artikel voert als nieuw element in dat de aansprakelijkheid van |
responsabilité de la personne morale due exclusivement à | de rechtspersoon wordt geïmpliceerd uitsluitend wegens de tussenkomst |
l'intervention d'une personne physique identifiée. Ce n'est que dans | van een geïdentificeerd natuurlijke persoon. Enkel in dat geval moet |
ce cas précis que le juge doit faire un choix, en se basant sur le | de rechter een keuze maken. Bij deze keuze is de zwaarste fout het |
critère de la faute la plus grave. On peut donc poursuivre les deux | criterium. Beiden kunnen dus worden vervolgd, maar de rechter kan |
personnes, mais le juge ne peut condamner que celle qui a commis la | enkel degene veroordelen die de zwaarste fout heeft begaan, en voor |
faute la plus grave, et uniquement si la responsabilité de la personne | zover de aansprakelijkheid van de rechtspersoon in het gedrang komt |
morale est engagée, exclusivement en raison de l'intervention de la | ingevolge de uitsluitende tussenkomst van de geïdentificeerde |
personne physique identifiée. | natuurlijke persoon. |
On délimite ainsi le cas où la responsabilité de la personne morale | Aldus wordt de casus beperkt waarbij de aansprakelijkheid van de |
est engagée [00ad] exclusivement en raison de l'intervention d'une | rechtspersoon in het gedrang komt - uitsluitend wegens de tussenkomst |
personne physique [00ad] et on définit le critère, qui est que le juge | van een natuurlijk persoon - en ten tweede wordt het criterium |
doit déterminer qui a commis la faute la plus grave. » (Doc. parl., | bepaald, namelijk dat de rechter moet nagaan wie de zwaarste fout |
Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 46) | heeft begaan. » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, p. 46) |
B.5.3. Il ressort de ce qui précède qu'un concours de responsabilités | B.5.3. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat een samenloop van |
pénales de la personne morale et de la personne physique est en | strafrechtelijke verantwoordelijkheden van de rechtspersoon en de |
natuurlijke persoon in beginsel is uitgesloten (Parl. St., Kamer, | |
principe exclu (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, n° 2093/5, p. 15). Le | 1998-1999, nr. 2093/5, p. 15). Op die wijze wilde de wetgever ingaan |
législateur entendait ainsi contredire une jurisprudence qui menait à | tegen een rechtspraak die tot een quasi objectieve |
une responsabilité quasi objective en condamnant des dirigeants de | verantwoordelijkheid leidde door de bestuurders van de rechtspersonen |
personnes morales pour des infractions qu'ils ne commettaient pas | te veroordelen voor inbreuken die ze materieel niet hadden gepleegd, |
matériellement mais auxquels ces infractions étaient imputées en | maar aan wie de inbreuken ten laste werden gelegd vanwege de positie |
raison de la position qu'ils occupaient au sein de la personne morale. | die ze bekleedden binnen de rechtspersoon. |
B.6.1. La personne physique qui travaille pour une personne morale | B.6.1. De natuurlijke persoon die werkt voor een strafrechtelijk |
responsable pénalement et qui est poursuivie pour des infractions | verantwoordelijke rechtspersoon en die wordt vervolgd wegens |
commises ni sciemment ni volontairement, peut bénéficier de la cause | misdrijven die niet wetens en willens zijn gepleegd, kan eventueel de |
d'excuse absolutoire créée par l'article 5, alinéa 2, du Code pénal, | bij artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek ingevoerde |
parce que la loi désigne deux auteurs possibles d'une infraction | strafuitsluitingsgrond genieten, omdat de wet twee mogelijke daders |
pénale : la personne physique et la personne morale pour le compte de | voor een strafbaar feit aanwijst : de natuurlijke persoon en de |
laquelle elle a agi. C'est uniquement en considération de cette | rechtspersoon voor wiens rekening deze heeft gehandeld. Het is |
dualité d'auteurs d'une même infraction que le législateur a écarté le | uitsluitend rekening houdend met dat meervoudig daderschap dat de |
cumul des responsabilités pénales lorsque l'infraction n'a pas été | wetgever de cumulatie van de strafrechtelijke verantwoordelijkheden |
commise sciemment et volontairement (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, n° | heeft geweerd wanneer het misdrijf niet wetens en willens is gepleegd |
1-1217/6, pp. 10, 11 et 42). | (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, pp. 10, 11 en 42). |
B.6.2. La règle de non-cumul des responsabilités pénales de la | B.6.2. De regel van de niet-cumulatie van de strafrechtelijke |
personne physique et de la personne morale apparaît donc comme le | verantwoordelijkheden van de natuurlijke persoon en van de |
corollaire voulu par le législateur de l'instauration d'une responsabilité pénale des personnes morales. Cette règle de non-cumul de responsabilités est dépourvue de toute raison d'être lorsque la personne morale n'est pas responsable pénalement. B.6.3. Le législateur a jugé nécessaire d'exclure certaines personnes morales de droit public du champ d'application de la responsabilité pénale. Dans son arrêt n° 128/2002, la Cour a conclu à la compatibilité de | rechtspersoon blijkt dus het logisch gevolg te zijn dat de wetgever heeft gewild met de invoering van een strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersonen. Die regel van niet-cumulatie van verantwoordelijkheden heeft geen bestaansreden wanneer de rechtspersoon niet strafrechtelijk verantwoordelijk is. B.6.3. De wetgever heeft het nodig geacht sommige publiekrechtelijke rechtspersonen uit te sluiten van de toepassingssfeer van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid. In zijn arrest nr. 128/2002 heeft het Hof, op grond van de volgende overwegingen, besloten dat artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek |
l'article 5, alinéa 4, du Code pénal avec les articles 10 et 11 de la | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
Constitution, en ce qu'il exclut de son champ d'application les | |
personnes morales de droit public qu'il énumère, aux termes des | dat artikel de erin opgesomde publiekrechtelijke rechtspersonen van |
considérations suivantes : | zijn toepassingssfeer uitsluit : |
« B.7.2. Les personnes morales de droit public se distinguent des personnes morales de droit privé en ce qu'elles n'ont que des missions de service public et doivent ne servir que l'intérêt général. Le législateur peut raisonnablement considérer que son souci de lutter contre la criminalité organisée ne l'oblige pas à prendre à l'égard des personnes morales de droit public les mêmes mesures qu'à l'égard des personnes morales de droit privé. B.7.3. Le législateur doit cependant tenir compte de ce que des personnes morales de droit public ont des activités semblables à celles de personnes morales de droit privé et que, dans l'exercice de telles activités, les premières peuvent se rendre coupables d'infractions qui ne se distinguent en rien de celles qui peuvent être commises par les secondes. Il lui appartient, pour concilier avec le principe d'égalité sa volonté de mettre fin à l'irresponsabilité pénale des personnes morales, de ne pas exclure du champ d'application de la loi les personnes morales de droit public qui ne se distinguent | « B.7.2. De publiekrechtelijke rechtspersonen onderscheiden zich van de privaatrechtelijke rechtspersonen, doordat zij enkel opdrachten van openbare dienstverlening vervullen en uitsluitend het algemeen belang moeten dienen. De wetgever kan redelijkerwijs oordelen dat hij, vanuit zijn bekommernis de georganiseerde criminaliteit te bestrijden, niet verplicht is ten aanzien van de publiekrechtelijke rechtspersonen dezelfde maatregelen te nemen als ten aanzien van de privaatrechtelijke rechtspersonen. B.7.3. De wetgever moet echter rekening houden met het feit dat publiekrechtelijke rechtspersonen activiteiten kunnen ontplooien die soortgelijk zijn aan die van privaatrechtelijke rechtspersonen, en dat bij het uitoefenen van zulke activiteiten de eerstgenoemden zich schuldig kunnen maken aan misdrijven die in geen enkel opzicht verschillen van misdrijven gepleegd door laatstgenoemden. Opdat zijn doel, dat erin bestaat een einde te stellen aan de strafrechtelijke onverantwoordelijkheid van rechtspersonen, in overeenstemming is met het gelijkheidsbeginsel, komt het hem toe de publiekrechtelijke rechtspersonen die zich alleen door hun juridisch statuut van de privaatrechtelijke rechtspersonen onderscheiden, niet uit het |
des personnes morales de droit privé que par leur statut juridique. | toepassingsgebied van de wet uit te sluiten. |
B.7.4. Il ressort des travaux préparatoires de la disposition en cause | B.7.4. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde |
qu'en principe les personnes morales de droit public sont pénalement | bepaling blijkt dat publiekrechtelijke rechtspersonen in principe |
responsables et que l'exception à cette règle ne concerne que celles | strafrechtelijk verantwoordelijk zijn, en dat de uitzondering op die |
regel alleen betrekking heeft op die publiekrechtelijke rechtspersonen | |
'qui disposent d'un organe directement élu selon des règles | 'die een rechtstreeks, democratisch verkozen orgaan hebben' (Parl. |
démocratiques' (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/1, p. 3). | St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/1, p. 3) |
B.7.5. La différence de traitement ainsi établie entre personnes morales selon qu'elles disposent d'un organe démocratiquement élu ou non repose sur un critère objectif. Les personnes morales de droit public énumérées à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal ont la particularité d'être principalement chargées d'une mission politique essentielle dans une démocratie représentative, de disposer d'assemblées démocratiquement élues et d'organes soumis à un contrôle politique. Le législateur a pu raisonnablement redouter, s'il rendait ces personnes morales pénalement responsables, d'étendre une responsabilité pénale collective à des situations où elle comporte plus d'inconvénients que d'avantages, notamment en suscitant des plaintes dont l'objectif réel serait de mener, par la voie pénale, des combats qui doivent se traiter par la voie politique. B.7.6. Il s'ensuit que, en excluant des personnes morales de droit | B.7.5. Het verschil in behandeling van rechtspersonen naargelang zij al dan niet een democratisch verkozen orgaan hebben, berust op een pertinent criterium. De publiekrechtelijke rechtspersonen opgesomd in artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek vertonen het bijzondere kenmerk dat zij hoofdzakelijk belast zijn met een essentiële politieke opdracht in een representatieve democratie, dat zij beschikken over democratisch verkozen vergaderingen en dat zij organen hebben die aan een politieke controle onderworpen zijn. De wetgever kon redelijkerwijze vrezen dat, indien hij die rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk zou maken, een collectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid zou worden uitgebreid tot situaties waarin ze meer nadelen dan voordelen vertoont, door onder meer klachten uit te lokken waarvan het werkelijke doel zou zijn via strafrechtelijke weg politiek strijd te voeren. B.7.6. Daaruit volgt dat de wetgever, door bepaalde publiekrechtelijke |
public du champ d'application de l'article 5 du Code pénal et en | rechtspersonen uit het werkingsgebied van artikel 5 van het |
Strafwetboek uit te sluiten, en door die uitsluiting te beperken tot | |
limitant cette exclusion à celles qui sont mentionnées à l'alinéa 4 de | de publiekrechtelijke rechtspersonen vermeld in het vierde lid van dat |
cet article, le législateur n'a pas accordé à celles-ci une immunité | artikel, hen geen immuniteit heeft toegekend die niet verantwoord zou |
qui serait injustifiée. » | zijn. » |
B.6.4. La personne physique qui travaille pour une des personnes | B.6.4. De natuurlijke persoon die werkt voor een van de |
morales de droit public énumérées à l'article 5, alinéa 4, du Code | publiekrechtelijke rechtspersonen die zijn opgesomd in artikel 5, |
pénal, qui est poursuivie pour des infractions commises ni sciemment | vierde lid, van het Strafwetboek, die wordt vervolgd wegens misdrijven |
ni volontairement et qui ne peut bénéficier de la cause d'excuse | die niet wetens en willens zijn gepleegd, en die niet de bij artikel |
absolutoire créée par l'article 5, alinéa 2, du Code pénal, se trouve | 5, tweede lid, van het Strafwetboek ingevoerde strafuitsluitingsgrond |
dans une situation qui ne permet pas de la comparer à la personne dont | kan genieten, bevindt zich in een situatie waarin hij zich niet kan |
la situation est décrite en B.6.1. En effet, cette cause d'excuse | vergelijken met de persoon wiens situatie is beschreven in B.6.1. Die |
absolutoire n'a de sens qu'en cas de concours de responsabilités, ce | strafuitsluitingsgrond heeft immers slechts zin in geval van samenloop |
qui ne peut être le cas lorsque la personne physique est seule | van verantwoordelijkheden, wat niet het geval kan zijn wanneer de |
punissable en raison de l'irresponsabilité pénale de certaines | natuurlijke persoon als enige strafbaar is vanwege de strafrechtelijke |
niet-verantwoordelijkheid van bepaalde publiekrechtelijke | |
personnes morales de droit public prévue par l'article 5, alinéa 4, du | rechtspersonen waarin artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek |
Code pénal, disposition jugée compatible avec les articles 10 et 11 de | voorziet, bepaling die bestaanbaar is geoordeeld met de artikelen 10 |
la Constitution par l'arrêt n° 128/2002 rappelé en B.6.3. | en 11 van de Grondwet bij het in B.6.3 in herinnering gebrachte arrest nr. 128/2002. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la | Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals het is hersteld bij |
loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes | de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke |
morales, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | verantwoordelijkheid van rechtspersonen, schendt de artikelen 10 en 11 |
van de Grondwet niet. | |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 12 janvier 2005. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 12 januari 2005. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior | M. Melchior |