← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 214/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2930 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 263, § 1 er , 3°, et §(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 214/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2930 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 263, § 1 er , 3°, et §(...) | Uittreksel uit arrest nr. 214/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2930 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 263, § 1, 3°, en § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters A. Alen(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 214/2004 du 21 décembre 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 214/2004 van 21 december 2004 |
| Numéro du rôle : 2930 | Rolnummer 2930 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 263, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 263, § 1, 3°, en § |
| 3°, et § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1964 (article 358, | 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (artikel 358, |
| § 1er, 3°, et § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992), posée | § 1, 3°, en § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
| par le Tribunal de première instance de Gand. | 1992), gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges A. Alen, | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
| J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
| greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par jugement du 11 février 2004 en cause de H. Dubois et A. Van | Bij vonnis van 11 februari 2004 in zake H. Dubois en A. Van Brabandt |
| Brabandt contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe | tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| de la Cour d'arbitrage le 19 février 2004, le Tribunal de première | Arbitragehof is ingekomen op 19 februari 2004, heeft de Rechtbank van |
| instance de Gand a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les règles de droit contenues à l'article 263, § 1er, 3°, et § 2, | « Schenden de rechtsregels vervat in artikel 263, § 1, 3°, en § 2, 3°, |
| 3°, du Code des impôts sur les revenus 1964 (article 358, § 1er, 3°, | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (artikel 358, § 1, |
| et § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992) violent-elles le | 3°, en § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) het |
| principe constitutionnel d'égalité formulé aux articles 10 et 11 de la | grondwettelijk gelijkheidsbeginsel verwoord in de artikelen 10 en 11 |
| Constitution, interprétées en ce sens qu'elles autorisent | van de Grondwet, in deze zin geïnterpreteerd dat deze het bestuur |
| l'administration à faire usage de la présomption légale comme moyen de | toestaan gebruik te maken van het wettelijk vermoeden als bewijsmiddel |
| preuve inscrit à l'article 341 du C.I.R. 1992 pour des faits révélés | vervat in artikel 341 van het W.I.B. 1992 op feiten die door een |
| rechtsvordering aan het licht worden gebracht, waardoor de bewijslast | |
| par une action judiciaire, mettant la preuve à charge du contribuable, | op de belastingplichtige wordt gelegd, buiten de termijnen voorzien in |
| en dehors des délais prévus par l'article 259 du C.I.R. 1964 (article | artikel 259 van het W.I.B. 1964 (artikel 354 van het W.I.B. 1992) en |
| 354 du C.I.R. 1992) et sans le moindre indice d'intention frauduleuse | zonder enige aanwijzing van bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden |
| ou de dessein de nuire ? » | ? » |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 263, § 1er, 3°, et § | B.1. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 263, § 1, |
| 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1964 (article 358, § 1er, | 3°, en § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 |
| 3°, et § 2, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992) viole le | (artikel 358, § 1, 3°, en § 2, 3°, van het Wetboek van de |
| inkomstenbelastingen 1992) het grondwettelijk beginsel van gelijkheid | |
| principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination en ce que | en niet-discriminatie schendt, doordat die bepalingen het bestuur |
| ces dispositions autorisent l'administration à faire usage de la | toestaan gebruik te maken van het wettelijk vermoeden als bewijsmiddel |
| présomption légale comme moyen de preuve concernant des faits révélés | op feiten die door een rechtsvordering aan het licht worden gebracht, |
| par une action judiciaire, mettant ainsi la preuve à charge du | waardoor de bewijslast op de belastingplichtige wordt gelegd, buiten |
| contribuable, en dehors des délais prévus par l'article 259 du C.I.R. | de termijnen waarin artikel 259 van het W.I.B. 1964 (artikel 354 van |
| 1964 (article 354 du C.I.R. 1992) et sans qu'existe le moindre indice | het W.I.B. 1992) voorziet en zonder enige aanwijzing van bedrieglijk |
| d'intention frauduleuse ou de dessein de nuire. | opzet of oogmerk om te schaden. |
| Il ressort du libellé de la question préjudicielle que celle-ci | Uit de formulering van de prejudiciële vraag moet worden afgeleid dat |
| concerne la comparaison des contribuables dont la cotisation est | zij de vergelijking betreft van de belastingplichtigen wier aanslag is |
| établie sur la base de l'article 263, § 1er, 3°, du C.I.R. 1964 et des | gevestigd op grond van artikel 263, § 1, 3°, van het W.I.B. 1964, en |
| contribuables dont la cotisation est établie sur la base de l'article | de belastingplichtigen wier aanslag is gevestigd op grond van artikel |
| 259 du C.I.R. 1964, compte tenu des conditions d'application de ces | 259 van het W.I.B. 1964, rekening houdend met de |
| deux dispositions. | toepassingsvoorwaarden van de beide bepalingen. |
| B.2. Les dispositions en cause sont libellées comme suit : | B.2. De in het geding zijnde bepalingen luiden : |
| « Art. 263.§ 1er. L'impôt ou le supplément d'impôt peut être établi, |
« Art. 263.§ 1. De belasting of de aanvullende belasting mag worden |
| même après l'expiration du délai prévu à l'article 259, dans les cas | gevestigd, zelfs nadat de in artikel 259 bepaalde termijn is |
| où : | verstreken ingeval : |
| [...] | [...] |
| 3° une action judiciaire fait apparaître que des revenus imposables | 3° een rechtsvordering uitwijst dat belastbare inkomsten niet werden |
| n'ont pas été déclarés au cours d'une des cinq années qui précèdent | aangegeven in één der vijf jaren vóór het jaar waarin de vordering is |
| celle de l'intentement de l'action; | ingesteld; |
| [...] | [...] |
| § 2. Dans ces cas, l'impôt ou le supplément d'impôt doit être établi | § 2. In die gevallen moet de belasting of de aanvullende belasting |
| dans les douze mois à compter de la date à laquelle : | worden gevestigd binnen twaalf maanden te rekenen vanaf de datum : |
| [...] | [...] |
| 3° la décision dont l'action judiciaire visée au § 1er, 3°, a fait | 3° waarop tegen de beslissing over de in § 1, 3°, genoemde |
| l'objet, n'est plus susceptible d'opposition ou de recours; | rechtsvordering geen verzet of voorziening meer kan worden ingediend; |
| [...] » | [...]. » |
| « Art. 259.En cas d'absence de déclaration, de remise tardive de |
« Art. 259.Bij niet-aangifte, bij laattijdige overlegging van |
| celle-ci, ou lorsque l'impôt dû est supérieur à celui qui se rapporte | aangifte, of wanneer de verschuldigde belasting hoger is dan de |
| aux revenus imposables et aux autres éléments mentionnés sous les | belasting met betrekking tot de belastbare inkomsten en de andere |
| gegevens vermeld in de daartoe bestemde rubrieken van een | |
| rubriques à ce destinées d'une formule de déclaration répondant aux | aangifteformulier dat voldoet aan de vorm- en termijnvereisten, |
| conditions de forme et de délais prévues soit aux articles 214 à 218, | gesteld hetzij bij de artikelen 214 tot 218, hetzij bij ter uitvoering |
| soit aux dispositions prises en exécution de l'article 220, l'impôt ou | van artikel 220 genomen bepalingen, mag de belasting of de aanvullende |
| le supplément d'impôt peut, par dérogation à l'article 264 être établi | belasting, in afwijking van artikel 264, worden gevestigd gedurende |
| pendant trois ans à partir du 1er janvier de l'année qui désigne l'exercice d'imposition pour lequel l'impôt est dû. Ce délai est prolongé de deux ans en cas d'infraction aux dispositions du présent Code ou des arrêtés pris pour son exécution, commise dans une intention frauduleuse ou à dessein de nuire. Le précompte immobilier peut également être établi dans le délai fixé aux deux alinéas qui précèdent. Lorsque le contribuable a introduit une réclamation conformément aux articles 267 à 274, dans le délai de trois ans prévu à l'alinéa 1er, ce délai est prolongé d'une période égale à celle qui s'étend entre la | drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd waarvoor de belasting is verschuldigd. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd in geval van inbreuk op de bepalingen van dit Wetboek of van ter uitvoering ervan genomen besluiten, gedaan met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden. De onroerende voorheffing mag evenzo worden gevestigd binnen de termijn bepaald in de twee vorige leden. Wanneer de belastingplichtige binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van drie jaar, overeenkomstig de artikelen 267 tot 274 een bezwaarschrift heeft ingediend, wordt die termijn verlengd met een tijdperk dat gelijk is aan de tijd die is verlopen tussen de datum van |
| date de l'introduction de la réclamation et celle de la décision du | het indienen van het bezwaarschrift en die van de beslissing van de |
| directeur ou du fonctionnaire délégué sans que cette prolongation | directeur of de gedelegeerde ambtenaar, zonder dat die verlenging meer |
| puisse être supérieur à douze mois. » | dan twaalf maanden mag bedragen. » |
| B.3. La différence de traitement entre les deux catégories de | B.3. Het verschil in behandeling tussen beide categorieën van |
| contribuables repose sur un critère objectif, à savoir les | belastingplichtigen berust op een objectief criterium, namelijk de |
| circonstances spécifiques dans lesquelles un impôt ou un supplément | specifieke omstandigheden waarin een belasting of een aanvullende |
| d'impôt peut être établi. La procédure particulière prévue à l'article | belasting kan worden gevestigd. De bijzondere procedure waarin artikel |
| 263, § 1er, 3°, du C.I.R. 1964 n'est applicable que lorsqu'une action | 263, § 1, 3°, van het W.I.B. 1964 voorziet, is slechts mogelijk |
| judiciaire fait apparaître que des revenus imposables n'ont pas été | wanneer een rechtsvordering uitwijst dat belastbare inkomsten niet |
| déclarés au cours d'une des cinq années qui précèdent celle de | werden aangegeven in één der vijf jaren vóór het jaar waarin de |
| l'intentement de l'action, ce qui constitue un critère suffisamment | vordering is ingesteld, wat een voldoende objectief criterium is om |
| objectif pour justifier une procédure spécifique. | een specifieke procedure te verantwoorden. |
| B.4. L'article 263, § 1er, 3°, du C.I.R. 1964, inséré par l'article 57 | B.4. Artikel 263, § 1, 3°, van het W.I.B. 1964, ingevoegd bij artikel |
| de la loi du 5 janvier 1976, fait partie d'une série de mesures visant | 57 van de wet van 5 januari 1976, past in het kader van een reeks |
| à combattre la fraude fiscale. | maatregelen ter bestrijding van de fiscale fraude. |
| Il a été souligné, à cet égard, que les mesures que le projet de loi | Daarbij werd beklemtoond dat de maatregelen die in het wetsontwerp |
| qui a instauré la disposition litigieuse propose en vue d'aboutir à | waarbij de in het geding zijnde bepaling werd ingevoerd, worden |
| une répartition plus juste de la pression fiscale seraient sans effet | voorgesteld om te komen tot een meer rechtvaardige verdeling van de |
| si la fraude fiscale n'était pas combattue de manière intensive (Doc. | belastingdruk, dode letter zouden blijven indien de |
| belastingontduiking niet op intensieve wijze werd bestreden (Parl. | |
| parl., Sénat, 1975-1976, n° 742/2, p. 9). | St., Senaat, 1975-1976, nr. 742/2, p. 9). |
| Rendre possible d'établir un impôt ou un supplément d'impôt et ouvrir | Het creëren van de mogelijkheid van een aanslag of een aanvullende |
| un délai supplémentaire pour ce faire sont des mesures pertinentes en vue d'atteindre l'objectif fixé. Compte tenu de la spécificité de la mesure et du but dans lequel celle-ci a été adoptée, il est par ailleurs sans importance que la déclaration de revenus ait été omise dans une intention frauduleuse ou à dessein de nuire, puisque le but est avant tout d'établir et de recouvrer l'impôt éludé, révélé par une action judiciaire. B.5. La mesure a indubitablement de lourdes conséquences, parce qu'elle permet d'établir un (supplément d') impôt, longtemps après l'écoulement des délais visés à l'article 259, même lorsque les revenus imposables sont révélés par une action judiciaire à laquelle le contribuable n'était pas nécessairement partie. De tels effets ne peuvent toutefois pas être considérés comme disproportionnés, étant donné que les conditions auxquelles est | aanslag en het openen van een bijkomende termijn voor de vestiging ervan zijn pertinente maatregelen om de doelstelling te bereiken. Het doet er, gelet op de specificiteit van de maatregel en het doel waartoe hij wordt uitgevaardigd, overigens niet toe of het niet aangeven van inkomsten met bedrieglijk oogmerk of met het oogmerk om te schaden gebeurde, vermits de bedoeling vooral erin bestaat de ontdoken belasting die door een rechtsvordering aan het licht is gekomen vooralsnog te vestigen en in te vorderen. B.5. De maatregel heeft ongetwijfeld verstrekkende gevolgen, omdat hij een (aanvullende) aanslag lang na het verstrijken van de in artikel 259 bedoelde termijnen mogelijk maakt, zelfs wanneer belastbare inkomsten blijken uit een rechtsvordering waarbij de belastingplichtige niet noodzakelijk partij was. Dergelijke gevolgen kunnen evenwel niet als onevenredig worden aangemerkt, aangezien de voorwaarden waaraan de toepassing van artikel |
| soumise l'application de l'article 263, § 1er, 3°, sont suffisamment | 263, § 1, 3°, is onderworpen, voldoende streng zijn. Een herziening |
| restrictives. En effet, une révision doit se limiter aux données | moet immers beperkt blijven tot de gegevens die door de |
| révélées par l'action judiciaire, en sorte que l'impôt ou le | rechtsvordering aan het licht zijn gekomen, zodat de (aanvullende) |
| supplément d'impôt qui peut être levé en vertu de cette disposition « | belasting die krachtens die bepaling mag worden geheven, « uitsluitend |
| se rapportera exclusivement aux revenus non déclarés que [...] | betrekking zal moeten hebben op de niet aangegeven inkomsten welke |
| l'action judiciaire [aura] fait apparaître » (Doc. parl., Chambre, | blijken uit [...] de rechtsvordering » (Parl. St., Kamer, 1975-1976, |
| 1975-1976, n° 680/10, p. 33). Ceci implique que l'action judiciaire | nr. 680/10, p. 33). Dat impliceert dat de rechtsvordering het bestaan |
| doit établir l'existence des revenus non déclarés. En outre, il a été | van de niet aangegeven inkomsten moet uitwijzen. Bovendien is |
| précisé (ibid., p. 34) que les données révélées par l'action | gepreciseerd (ibid., p. 34) dat de gegevens die blijken uit de |
| judiciaire doivent suffire à établir l'impôt ou le supplément d'impôt, | rechtsvordering, moeten volstaan voor het vestigen van de |
| sans que, comme l'indique le Conseil des ministres, l'administration | (aanvullende) aanslag, zonder dat, zoals de Ministerraad aangeeft, de |
| ne puisse poser en l'espèce des actes d'investigation complémentaires. | administratie vermag ter zake bijkomende onderzoeksdaden te stellen. |
| Enfin, le contribuable peut toujours apporter la preuve contraire des | Ten slotte kan de belastingplichtige steeds het tegenbewijs leveren |
| revenus imposables invoqués par l'administration en application de la | van de met toepassing van de in het geding zijnde bepaling door de |
| disposition en cause. | administratie aangevoerde belastbare inkomsten. |
| B.6. On ne saurait, à cet égard, exclure a priori que les données | B.6. Het valt daarbij niet a priori uit te sluiten dat de gegevens die |
| révélées par l'action judiciaire fournissent également le signe ou | door de rechtsvordering aan het licht zijn gekomen, tevens het teken |
| l'indice, visé à l'article 247 du C.I.R. 1964, d'une aisance | of de indicie, bedoeld bij artikel 247 van het W.I.B. 1964, zouden |
| supérieure à celle qu'attestent les revenus déclarés, sur la base | opleveren waaruit een hogere graad van gegoedheid blijkt dan uit de |
| duquel il peut par conséquent être constaté que des revenus n'ont | aangegeven inkomsten en op grond waarvan bijgevolg kan worden |
| effectivement pas été déclarés, par exemple parce que la provenance | vastgesteld dat inkomsten inderdaad niet werden aangegeven, |
| des capitaux ne pourrait être justifiée à suffisance de droit par le | bijvoorbeeld omdat de belastingplichtige de herkomst van kapitalen |
| contribuable (Doc. parl., Chambre, 1975-1976, n° 680/10, p. 34). | niet overeenkomstig de wet zou kunnen bewijzen (Parl. St., Kamer, 1975-1976, nr. 680/10, p. 34). |
| Il appartient toutefois au juge du fond d'apprécier la force probante | Het komt evenwel de feitenrechter toe te oordelen over de bewijskracht |
| des signes et indices, compte tenu, d'une part, des conditions dans | van de tekenen en indiciën, rekening houdend, enerzijds, met de |
| lesquelles l'article 247 du C.I.R. 1964 peut être appliqué et, d'autre | voorwaarden waaronder artikel 247 van het W.I.B. 1964 kan worden |
| part, des circonstances de fait du litige dont il est saisi. Pareille | toegepast, en, anderzijds, met de feitelijke omstandigheden van het |
| mesure ne peut dès lors être considérée comme disproportionnée. | bij hem aanhangig geschil. Een dergelijke maatregel kan bijgevolg niet |
| onevenredig worden geacht. | |
| B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 263, § 1er, 3°, et § 2, 3°, du Code des impôts sur les | Artikel 263, § 1, 3°, en § 2, 3°, van het Wetboek van de |
| revenus 1964 ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | inkomstenbelastingen 1964 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en in het Frans, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 décembre 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 december 2004. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| A. Arts. | A. Arts. |