Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 210/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2873 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187 du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, composée après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 210/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2873 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187 du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, composée après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) Uittreksel uit arrest nr. 210/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2873 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 210/2004 du 21 décembre 2004 Uittreksel uit arrest nr. 210/2004 van 21 december 2004
Numéro du rôle : 2873 Rolnummer 2873
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187 du Code In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 187 van het
d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Liège. Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters
Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke,
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van
Melchior, voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt du 10 décembre 2003 en cause de M. De Conninck contre M. Bij arrest van 10 december 2003 in zake M. De Conninck tegen M.
Faniel, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour Faniel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
d'arbitrage le 16 décembre 2003, la Cour d'appel de Liège a posé la ingekomen op 16 december 2003, heeft het Hof van Beroep te Luik de
question préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 187 du Code d'instruction criminelle, régissant les effets « Schendt artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering, dat de
de la signification d'un jugement de condamnation rendu par défaut, lu gevolgen van de betekening van een veroordelend verstekvonnis regelt,
isolément ou en liaison, notamment, avec l'article 2, 4°, de la loi du afzonderlijk of in samenhang gelezen met onder meer artikel 2, 4°, van
11 avril 1994 relative à la publicité de l'administration, et avec de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en
l'article 5, alinéa 2, de l'arrêté royal du 15 septembre 1994 met artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 15 september
déterminant la sanction administrative applicable aux prescripteurs 1994 tot vaststelling van de administratieve sanctie die van
qui sont tenus d'utiliser le modèle de document de prescription des toepassing is op de voorschrijvers die ertoe gehouden zijn gebruik te
prestations de fournitures pharmaceutiques pour les bénéficiaires non maken van het model van voorschrijfdocument voor de verstrekkingen van
farmaceutische produkten ten behoeve van niet in een ziekenhuis
hospitalisés, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, opgenomen rechthebbenden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,
considérés isolément ou combinés avec l'article 6 de la Convention de afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, signée Verdrag voor de Rechten van de Mens, ondertekend te Rome op 4 november
à Rome le 4 novembre 1950, approuvée par la loi du 13 mai 1955, en ce 1950, goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, in zoverre het niet
qu'il ne prescrit pas que le condamné soit averti, par la bepaalt dat de veroordeelde, bij de betekening van voormeld vonnis, in
signification dudit jugement, des voies éventuelles de recours, des kennis wordt gesteld van de mogelijke rechtsmiddelen, de instanties
instances compétentes pour en connaître, ainsi que des formes et die bevoegd zijn daarvan kennis te nemen, alsook de vormvereisten en
délais à respecter ? » de in acht te nemen termijnen ? »
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 187 du Code B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 187 van het
d'instruction criminelle, lequel énonce : « Le condamné par défaut pourra faire opposition au jugement dans les quinze jours, qui suivent celui de sa signification. Lorsque la signification du jugement n'a pas été faite en parlant à sa personne, le prévenu pourra faire opposition, quant aux condamnations pénales, dans les quinze jours, qui suivent celui où il aura connu la signification et, s'il n'est pas établi qu'il en a eu connaissance, jusqu'à l'expiration des délais de prescription de la peine. Il pourra faire opposition, quant aux condamnations civiles, jusqu'à l'exécution du jugement. La partie civile et la partie civilement responsable ne pourront faire opposition que dans les conditions énoncées à l'alinéa 1er. L'opposition sera signifiée au ministère public, à la partie poursuivante ou aux autres parties en cause. Si l'opposition n'a pas été signifiée dans les quinze jours qui suivent la signification du jugement, il pourra être procédé à l'exécution des condamnations et, en cas d'appel des parties poursuivantes ou de l'une d'elles, il pourra être procédé au jugement sur l'appel. La condamnation sera comme non avenue par suite de l'opposition; néanmoins, les frais et dépens causés par l'opposition, y compris le Wetboek van Strafvordering, dat luidt : « Hij die bij verstek is veroordeeld, kan tegen het vonnis in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop het is betekend. Is de betekening van het vonnis niet aan de beklaagde in persoon gedaan, dan kan deze, wat de veroordelingen tot straf betreft, in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen en, indien het niet blijkt dat hij daarvan kennis heeft gekregen, totdat de termijnen van verjaring van de straf verstreken zijn. Wat de burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot de tenuitvoerlegging van het vonnis. De burgerlijke partij en de burgerrechtelijk aansprakelijke partij kunnen alleen in verzet komen overeenkomstig de bepaling van het eerste lid. Het verzet wordt betekend aan het openbaar ministerie, aan de andere vervolgende partij of aan de andere partijen in de zaak. Indien het verzet niet is betekend binnen een termijn van vijftien dagen na de betekening van het vonnis, kunnen de veroordelingen ten uitvoer gelegd worden; ingeval hoger beroep is ingesteld door de vervolgende partijen of door een van hen, kan de behandeling in hoger beroep voortgang vinden. Ten gevolge van het verzet wordt de veroordeling voor niet bestaande gehouden; de door het verzet veroorzaakte kosten en uitgaven, met
coût de l'expédition et de la signification du jugement, seront inbegrip van de kosten van uitgifte en van de betekening van het
laissés à charge de l'opposant, si le défaut lui est imputable. » vonnis, blijven evenwel ten laste van de eiser in verzet, indien het
verstek aan hem te wijten is. »
En considération des termes de la question, seul l'alinéa 1er est Gelet op de bewoordingen van de vraag wordt alleen het eerste lid ter
soumis au contrôle de la Cour. toetsing aan het Hof voorgelegd.
B.2. La différence de traitement soumise à la Cour est celle qui B.2. Het aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling is het
résulterait de l'article 187, alinéa 1er, « lu isolément ou en liaison verschil dat zou voortvloeien uit artikel 187, eerste lid, «
afzonderlijk of in samenhang gelezen » met artikel 2, 4°, van de wet
» avec l'article 2, 4°, de la loi du 11 avril 1994 relative à la van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en met
publicité de l'administration et avec l'article 5, alinéa 2, de artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 15 september
l'arrêté royal du 15 septembre 1994 « déterminant la sanction 1994 « tot vaststelling van de administratieve sanctie die van
administrative applicable aux prescripteurs qui sont tenus d'utiliser toepassing is op de voorschrijvers die ertoe gehouden zijn gebruik te
le modèle de document de prescription des prestations de fournitures maken van het model van voorschrijfdocument voor de verstrekkingen van
farmaceutische produkten ten behoeve van niet in een ziekenhuis
pharmaceutiques pour les bénéficiaires non hospitalisés » : à opgenomen rechthebbenden » : in tegenstelling tot wat die laatste
l'inverse de ce que prescrivent ces dernières dispositions au bénéfice bepalingen ten behoeve van de bestuurde of de betrokken voorschrijver
de l'administré ou du prescripteur concerné, l'article 187, alinéa 1er, vaststellen, voorziet artikel 187, eerste lid, er niet in dat bij de
ne prévoit pas que le condamné par défaut doit être averti, lors de la betekening van het vonnis de bij verstek veroordeelde persoon in
signification du jugement, des voies éventuelles de recours, des voorkomend geval in kennis moet worden gesteld van de eventuele
instances compétentes pour en connaître et des formes et délais à respecter, le cas échéant. beroepsmogelijkheden, de instanties die bevoegd zijn daarvan kennis te
Quant à l'exception soulevée par le Conseil des ministres nemen, en de geldende vormvereisten en termijnen.
B.3. En ce que la question compare le régime résultant de l'article Ten aanzien van de door de Ministerraad aangevoerde exceptie
187 du Code d'instruction criminelle avec celui résultant de l'arrêté B.3. In zoverre de vraag het stelsel voortvloeiend uit artikel 187 van
het Wetboek van Strafvordering vergelijkt met het stelsel dat
royal précité du 15 septembre 1994, elle contraindrait la Cour à voortvloeit uit het voormelde koninklijk besluit van 15 september
contrôler la constitutionnalité d'un acte réglementaire, ce qui ne 1994, zou zij het Hof ertoe verplichten de grondwettigheid van een
relève pas de sa compétence; dès lors, en ce qu'elle concerne cet reglementaire handeling te toetsen, wat niet tot zijn bevoegdheid
arrêté, la question serait, selon le Conseil des ministres, « behoort; de vraag zou derhalve, wat dat besluit betreft, volgens de
dépourvue d'objet ». Ministerraad « zonder voorwerp » zijn.
B.4.1. En vertu de l'article 26, § 1er, 3°, de la loi spéciale sur la B.4.1. Krachtens artikel 26, § 1, 3°, van de bijzondere wet op het
Cour d'arbitrage, la Cour statue à titre préjudiciel sur les questions Arbitragehof doet het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing,
relatives à la violation par une loi, un décret ou une ordonnance des uitspraak op vragen omtrent de schending door een wet, een decreet of
articles du titre II de la Constitution, parmi lesquels les articles een ordonnantie van de artikelen van titel II van de Grondwet,
10 et 11 de la Constitution en cause en l'espèce. waaronder de te dezen in het geding zijnde artikelen 10 en 11 van de
L'article 187 du Code d'instruction criminelle, soumis au contrôle de Grondwet. Artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering, dat ter toetsing aan
la Cour, est une disposition de nature législative; par ailleurs, il het Hof is voorgelegd, is een bepaling van wetgevende aard; aan het
est demandé à la Cour si le fait que cette disposition ne prévoit pas, Hof wordt overigens gevraagd of het gegeven dat die bepaling, in
à l'inverse d'autres dispositions, que le condamné par défaut doit tegenstelling tot andere bepalingen, er niet in voorziet dat de bij
être informé de l'existence et des modalités des recours qui lui sont verstek veroordeelde persoon in kennis moet worden gesteld van het
offerts, viole le principe d'égalité et de non-discrimination. bestaan en van de voorwaarden van de aan hem geboden rechtsmiddelen,
het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt.
B.4.2. Il n'est pas demandé à la Cour de contrôler la B.4.2. Aan het Hof wordt niet gevraagd de grondwettigheid van het
constitutionnalité de l'arrêté royal du 15 septembre 1994, mais koninklijk besluit van 15 september 1994 te toetsen, maar te oordelen
d'apprécier si la différence de traitement qui résulte de la of het verschil in behandeling dat voortvloeit uit het gelijktijdig
coexistence de cet arrêté avec l'article 187 du Code d'instruction bestaan van dat besluit en artikel 187 van het Wetboek van
criminelle - en ce que cette disposition ne prévoit pas d'information Strafvordering - in zoverre die bepaling, in tegenstelling tot het
quant aux voies de recours que, à l'inverse, l'arrêté prévoit - est besluit, er niet in voorziet dat informatie omtrent de rechtsmiddelen
compatible ou non avec le principe d'égalité. Dans ce cadre, il n'est wordt verstrekt - al dan niet verenigbaar is met het
pas requis que la norme qui est comparée, afin d'établir une gelijkheidsbeginsel. In dat kader is het niet vereist dat de norm die,
différence de traitement, avec une des règles relevant de la teneinde een verschil in behandeling vast te stellen, wordt vergeleken
compétence de la Cour en vertu de l'article 26, § 1er, précité soit met een van de regels die krachtens het voormelde artikel 26, § 1, tot
elle-même une loi, un décret ou une ordonnance. de bevoegdheid van het Hof behoren, zelf een wet, een decreet of een
ordonnantie is.
B.4.3. L'exception est rejetée. B.4.3. De exceptie wordt verworpen.
Quant au fond Ten gronde
B.5. Le Conseil des ministres estime également que les catégories de B.5. De Ministerraad is eveneens van mening dat de door de verwijzende
personnes comparées par le juge a quo - d'une part, celles visées par rechter met elkaar vergeleken categorieën van personen - enerzijds, de
l'article 187 et, d'autre part, celles visées par les dispositions personen beoogd bij artikel 187 en, anderzijds, de personen beoogd bij
précitées de la loi du 11 avril 1994 et de l'arrêté royal du 15 de voormelde bepalingen van de wet van 11 april 1994 en van het
septembre 1994 - ne seraient pas comparables. Les articles 10 et 11 de koninklijk besluit van 15 september 1994 - niet vergelijkbaar zouden
la Constitution ne seraient dès lors pas violés. zijn. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden derhalve niet
geschonden zijn.
B.6. La première catégorie concerne les personnes condamnées par B.6. De eerste categorie betreft personen die door een strafgerecht
défaut par une juridiction pénale. Elles ont fait l'objet d'un bij verstek worden veroordeeld. Zij hebben het voorwerp uitgemaakt van
jugement rendu par un tribunal indépendant et impartial qui a
considéré, après avoir vérifié qu'elles ont été régulièrement citées à een vonnis gewezen door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank
y comparaître, qu'elles se sont rendues coupables d'infractions die, na te hebben nagegaan of zij op regelmatige wijze zijn gedagvaard
pénales. Elles peuvent faire opposition à ce jugement en respectant om te verschijnen, heeft geoordeeld dat zij strafbare feiten hebben
les règles uniformes de procédure et de délai détaillées à l'article gepleegd. Zij kunnen tegen dat vonnis in verzet komen, waarbij zij de
187 du Code d'instruction criminelle. La seconde catégorie concerne les personnes qui se sont vu notifier une décision administrative, qui n'a aucun caractère juridictionnel et qu'elles pourront attaquer, selon le cas, devant une juridiction de l'ordre judiciaire ou devant une juridiction administrative, en respectant une procédure et des délais qui varient selon l'objet de la décision qu'elles contestent. B.7. Il existe entre ces deux catégories de personnes des différences de nature telles que leur situation ne peut être comparée au regard in artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering uitvoerig beschreven uniforme regels inzake rechtspleging en termijnen in acht nemen. De tweede categorie betreft personen aan wie kennis is gegeven van een administratieve beslissing, die geen enkel jurisdictioneel karakter heeft en die zij zullen kunnen aanvechten, naar gelang van het geval, voor een gewoon rechtscollege of voor een administratief rechtscollege, met inachtneming van een rechtspleging en van de termijnen die verschillen naar gelang van het onderwerp van de door hen betwiste beslissing. B.7. De verschillen tussen beide categorieën van personen zijn van dien aard dat hun situatie niet kan worden vergeleken in het licht van
des articles 10 et 11 de la Constitution. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof,
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 187, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle ne viole Artikel 187, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering schendt de
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 décembre 2004. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 december 2004.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^