Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 184/2004 du 16 novembre 2004 Numéro du rôle : 2901 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 49 et 52ter de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, posée par la Cour d'appel La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 184/2004 du 16 novembre 2004 Numéro du rôle : 2901 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 49 et 52ter de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, posée par la Cour d'appel La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) Uittreksel uit arrest nr. 184/2004 van 16 november 2004 Rolnummer 2901 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 49 en 52ter van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. (...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 184/2004 du 16 novembre 2004 Uittreksel uit arrest nr. 184/2004 van 16 november 2004
Numéro du rôle : 2901 Rolnummer 2901
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 49 et In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 49 en 52ter van de
52ter de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gesteld door het
jeunesse, posée par la Cour d'appel de Liège. Hof van Beroep te Luik.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et J.-P. Snappe, P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Snappe,
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van
Melchior, voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt du 29 janvier 2004 en cause du ministère public contre B. Bij arrest van 29 januari 2004 in zake het openbaar ministerie tegen
Dogan et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour B. Dogan en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het
d'arbitrage le 2 février 2004, la Cour d'appel de Liège a posé la Arbitragehof is ingekomen op 2 februari 2004, heeft het Hof van Beroep
question préjudicielle suivante : te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Les articles 49 et 52ter de la loi du 8 avril 1965 [relative à la « Schenden de artikelen 49 en 52ter van de wet van 8 april 1965
protection de la jeunesse] ne violent-ils pas les articles 10 et 11 de [betreffende de jeugdbescherming] niet de artikelen 10 en 11 van de
la Constitution en ce qu'ils ne permettent pas au mineur d'être Grondwet, in zoverre zij het de minderjarige niet mogelijk maken
obligatoirement assisté d'un avocat lorsqu'il comparaît en urgence verplicht te worden bijgestaan door een advocaat wanneer hij in
devant un juge d'instruction, ni d'interjeter appel d'une décision qui spoedeisende gevallen voor een onderzoeksrechter verschijnt, noch
serait prise à son encontre, dans ce cas, par le juge d'instruction, beroep in te stellen tegen een beslissing die de onderzoeksrechter in
alors que ces garanties sont accordées au mineur par les articles dat geval te zijnen aanzien zou hebben genomen, terwijl de artikelen
52ter, 52quater et 54bis lorsqu'il comparaît devant le juge de la 52ter, 52quater en 54bis die waarborgen aan de minderjarige toekennen
jeunesse ou le tribunal de la jeunesse et qu'une décision est prise à wanneer hij voor de jeugdrechter of de jeugdrechtbank verschijnt en
son encontre par ce ' juge naturellement compétent ' ? » die ' natuurlijk bevoegde rechter ' een beslissing te zijnen aanzien heeft genomen ? »
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle invite la Cour à comparer la situation B.1. In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de situatie van
du mineur qui comparaît devant le juge d'instruction en application de de minderjarige die met toepassing van artikel 49, tweede lid, van de
l'article 49, alinéa 2, de la loi du 8 avril 1965 relative à la wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming voor de
protection de la jeunesse et celle du mineur qui comparaît devant le onderzoeksrechter verschijnt, te vergelijken met die van de
juge ou le tribunal de la jeunesse. Les différences de traitement minderjarige die voor de jeugdrechter of de jeugdrechtbank verschijnt.
soumises à la Cour portent d'une part sur le droit du jeune à être De aan het Hof voorgelegde verschillen in behandeling hebben
betrekking op, enerzijds, het recht van de jongere op bijstand van een
assisté d'un avocat, et, d'autre part, sur le droit de faire appel de advocaat en, anderzijds, het recht om tegen de beschikking van de
l'ordonnance du juge. rechter hoger beroep in te stellen.
B.2. L'article 49, alinéas 1er et 2, de la loi du 8 avril 1965 dispose B.2. Artikel 49, eerste en tweede lid, van de wet van 8 april 1965
: luidt :
« Le juge d'instruction n'est saisi par réquisition du ministère « Alleen in uitzonderingsomstandigheden en in geval van volstrekte
public ou ne se saisit d'office en cas de flagrant délit que dans des noodzaak wordt de zaak bij vordering van het openbaar ministerie bij
circonstances exceptionnelles et en cas de nécessité absolue. de onderzoeksrechter aanhangig gemaakt of treedt deze ambtshalve op in
geval van ontdekking op heterdaad.
S'il y a urgence, le juge d'instruction peut prendre à l'égard de la In spoedeisende gevallen kan de onderzoeksrechter ten aanzien van de
persoon die vóór de leeftijd van achttien jaar een als misdrijf
personne ayant commis avant l'âge de dix-huit ans un fait qualifié omschreven feit heeft gepleegd, zelfs indien de vordering van het
infraction, même si la réquisition du ministère public est postérieure openbaar ministerie wordt ingesteld nadat deze persoon de leeftijd van
à la date à laquelle cette personne a atteint l'âge de dix-huit ans, achttien jaar heeft bereikt, een van de in artikel 52 bedoelde
une des mesures de garde visées à l'article 52, sans préjudice à en maatregelen van bewaring nemen, onverminderd de verplichting daarvan
donner avis simultanément et par écrit au tribunal de la jeunesse, qui gelijktijdig en schriftelijk bericht te geven aan de jeugdrechtbank,
exerce dès lors ses attributions et statue dans les deux jours die alsdan haar bevoegdheden uitoefent en binnen twee werkdagen
ouvrables, conformément aux articles 52ter et 52quater. » uitspraak doet, overeenkomstig de artikelen 52ter en 52quater. »
L'article 52ter, alinéas 1er et 2, de la même loi dispose : Artikel 52ter, eerste en tweede lid, van dezelfde wet bepaalt :
« Dans les cas prévus à l'article 52, le jeune ayant atteint l'âge de « In de gevallen bedoeld in artikel 52 moet de jongere die de leeftijd
douze ans doit être entendu personnellement par le juge de la jeunesse van twaalf jaar bereikt heeft, vóór enige maatregel wordt getroffen
avant toute mesure, sauf s'il n'a pu être trouvé, si son état de santé door de jeugdrechter, persoonlijk worden gehoord, tenzij hij niet
gevonden kan worden, zijn gezondheidstoestand het niet toelaat of
s'y oppose ou s'il refuse de comparaître. indien hij weigert te verschijnen.
L'intéressé a droit à l'assistance d'un avocat, lors de toute De betrokkene heeft, telkens als hij voor de jeugdrechtbank
comparution devant le tribunal de la jeunesse. Cet avocat est désigné, verschijnt, recht op bijstand van een advocaat. Deze advocaat wordt,
le cas échéant, conformément à l'article 54bis. Hors les cas où le in voorkomend geval, aangewezen overeenkomstig artikel 54bis.
tribunal de la jeunesse est saisi conformément à l'article 45.2.b) ou Behoudens de gevallen waarin de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig
c), le juge de la jeunesse peut néanmoins avoir un entretien is overeenkomstig artikel 45.2.b) of c), kan de jeugdrechter evenwel
particulier avec l'intéressé. » een afzonderlijk onderhoud met de betrokkene hebben. »
B.3.1. La loi du 2 février 1994, qui a introduit les dispositions en B.3.1. De wet van 2 februari 1994, die de in het geding zijnde
cause dans la loi du 8 avril 1965, poursuivait l'objectif d'améliorer bepalingen in de wet van 8 april 1965 heeft ingevoegd, strekte ertoe
substantiellement la situation juridique des mineurs comparaissant de rechtspositie van de minderjarigen die voor de jeugdrechter
devant les juridictions de la jeunesse, en prévoyant notamment que, verschijnen, aanzienlijk te verbeteren, met name door te bepalen dat,
dès que le tribunal de la jeunesse est saisi, un avocat est désigné zodra de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig is gemaakt, een advocaat
pour les assister, même quand seules des mesures provisoires sont wordt aangewezen om hen bij te staan, zelfs wanneer slechts voorlopige
requises (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 532/1, p. 7). maatregelen worden gevorderd (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 532/1,
B.3.2. Les travaux préparatoires montrent que le législateur p. 7). B.3.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever ervan
considérait que le juge d'instruction ne peut être saisi en vertu de uitging dat een zaak slechts in uitzonderlijke omstandigheden bij de
l'article 49 précité que dans des circonstances exceptionnelles, « du onderzoeksrechter aanhangig kan worden gemaakt op grond van het
fait que la plupart du temps, le juge d'instruction et le juge de la voormelde artikel 49, « daar de onderzoeksrechter en de jeugdrechter
jeunesse sont saisis simultanément, l'un aux fins d'instruire, l'autre meestal gelijktijdig zijn gevat, de ene voor het onderzoek, de andere
en vue de procéder aux investigations et d'ordonner les mesures om over te gaan tot de navorsingen en om de voorlopige maatregelen te
provisoires visées aux articles 52 et 53 » (Doc. parl., Chambre, bevelen bedoeld bij de artikelen 52 en 53 » (Parl. St., Kamer,
1991-1992, n° 532/1, p. 20). L'exposé des motifs précise que « dans la 1991-1992, 532/1, p. 20). In de memorie van toelichting wordt
pratique le juge d'instruction n'est amené à prendre ce genre de gepreciseerd dat « in de praktijk [...] de onderzoeksrechter slechts
décision que lorsque la permanence de service du juge de la jeunesse ertoe [wordt] gebracht een dergelijke maatregel te nemen wanneer door
n'est pas assurée, soit généralement les jours fériés », et que « de jeugdrechter de dienst niet wordt verzekerd, namelijk gewoonlijk op
cette intervention a lieu, conformément aux dispositions légales, en feestdagen. Deze tussenkomst geschiedt, overeenkomstig de wettelijke
cas d'extrême urgence » (ibid.). bepalingen, in geval van hoogdringendheid » (ibid. ).
En ce qui concerne le droit à l'assistance d'un avocat lors de la Ten aanzien van het recht op bijstand van een advocaat bij de
comparution devant le juge d'instruction B.4.1. En principe, seul le juge de la jeunesse est habilité à prendre une mesure de garde à l'égard d'un mineur. Le juge d'instruction ne peut décider d'une telle mesure, en application de l'article 49 de la loi du 8 avril 1965, que dans des situations exceptionnelles et urgentes, par exemple lorsque le juge de la jeunesse, qui est normalement compétent pour en connaître, est indisponible. B.4.2. Il est légitime que le législateur se préoccupe d'assurer qu'un juge pourra prendre à l'égard d'un mineur ayant commis un fait qualifié infraction les mesures de garde imposées par sa situation, en toutes circonstances, y compris dans l'urgence. La Cour doit toutefois examiner si le mineur qui fait l'objet d'une telle procédure bénéficie de garanties équivalentes à celles dont dispose le mineur qui, dans des circonstances similaires, comparaît devant le juge de la jeunesse. B.4.3. Alors que l'article 52ter précité prévoit le droit à l'assistance d'un avocat pour le mineur qui comparaît devant le juge verschijning voor de onderzoeksrechter B.4.1. In beginsel is alleen de jeugdrechter bevoegd om ten aanzien van een minderjarige een maatregel van bewaring te nemen. De onderzoeksrechter kan alleen in uitzonderlijke en spoedeisende gevallen, bijvoorbeeld wanneer de jeugdrechter, die normaliter bevoegd is om kennis ervan te nemen, onbeschikbaar is, met toepassing van artikel 49 van de wet van 8 april 1965 beslissen een dergelijke maatregel te nemen. B.4.2. Het is gewettigd dat de wetgever tracht te verzekeren dat een rechter ten aanzien van een minderjarige die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, in alle omstandigheden, met inbegrip van de spoedeisende gevallen, de wegens zijn situatie vereiste maatregelen van bewaring zal kunnen nemen. Het Hof moet evenwel nagaan of de minderjarige die het voorwerp van een dergelijke rechtspleging uitmaakt, waarborgen geniet die gelijkwaardig zijn aan die van de minderjarige die, in soortgelijke omstandigheden, voor de jeugdrechter verschijnt. B.4.3. Terwijl het voormelde artikel 52ter voorziet in het recht op bijstand van een advocaat voor de minderjarige die voor de jeugdrechter verschijnt, voorzien noch die bepaling, noch het
de la jeunesse, ni cette disposition, ni l'article 49 précité ne voormelde artikel 49 in een gelijkwaardig recht voor de minderjarige
prévoient un droit équivalent pour le mineur qui comparaît devant le die voor de onderzoeksrechter verschijnt.
juge d'instruction. B.5. De uitzonderlijke rechtspleging waarin het in het geding zijnde
B.5. La procédure exceptionnelle établie par l'article 49 en cause artikel 49 voorziet, wordt alleen verantwoord door de noodzaak om, in
n'est justifiée que par la nécessité, dans les cas d'urgence, de de spoedeisende gevallen, de afwezigheid van de jeugdrechter op te
remédier à l'absence du juge de la jeunesse. Il en résulte que la vangen. Hieruit vloeit voort dat het verschil in behandeling tussen de
différence de traitement entre le jeune à l'égard duquel ce juge prend jongere ten aanzien van wie die rechter een in artikel 52 van de wet
une mesure de garde visée à l'article 52 de la loi du 8 avril 1965 et van 8 april 1965 bedoelde maatregel van bewaring neemt en de jongere
le jeune qui, pour les mêmes faits, comparaît devant le juge die, voor dezelfde feiten, verschijnt voor de onderzoeksrechter en ten
d'instruction et à l'égard duquel celui-ci ordonne la même mesure de aanzien van wie de laatstgenoemde dezelfde maatregel van bewaring
garde, en vertu de l'article 49 de la même loi, repose sur un critère beveelt op grond van artikel 49 van dezelfde wet, berust op een
tiré de l'organisation judiciaire, dépendant de circonstances qui sont criterium dat is afgeleid uit de gerechtelijke organisatie,
afhankelijk van omstandigheden die los staan van zowel de
étrangères à la fois à la personnalité du jeune et à la gravité du fait commis. persoonlijkheid van de jongere als de ernst van het gepleegde feit.
B.6. Un tel critère de distinction ne présente aucun lien pertinent B.6. En dergelijk criterium van onderscheid vertoont geen enkel
relevant verband met het in B.4.3 vastgestelde verschil in
avec la différence de traitement constatée en B.4.3. Il ne saurait behandeling. Het zou niet kunnen verantwoorden dat de minderjarige ten
justifier que le mineur à l'égard de qui le juge d'instruction décide aanzien van wie de onderzoeksrechter op grond van het voormelde
d'une mesure de garde en vertu de l'article 49 précité ne puisse artikel 49 beslist een maatregel van bewaring te nemen, de bijstand
bénéficier de l'assistance d'un avocat, alors qu'il en aurait van een advocaat niet kan genieten, terwijl hij die wel zou hebben
bénéficié si la même mesure avait été prise par le juge de la genoten indien dezelfde maatregel door de jeugdrechter was genomen, en
jeunesse, et alors que la mesure de garde en cause est susceptible terwijl de in het geding zijnde maatregel van bewaring ernstige
d'avoir de graves conséquences sur les droits du mineur. gevolgen kan hebben voor de rechten van de minderjarige.
Par ailleurs, le droit à l'assistance d'un avocat, tel qu'il est Het recht op bijstand van een advocaat, zoals geregeld bij het
organisé par l'article 52ter précité, n'est pas de nature à empêcher voormelde artikel 52ter, kan de onderzoeksrechter overigens niet
le juge d'instruction de prendre la mesure qui s'impose. beletten de vereiste maatregel te nemen.
B.7. La question préjudicielle, en ce qu'elle porte sur le droit à B.7. In zoverre zij het recht op bijstand van een advocaat betreft,
l'assistance d'un avocat, appelle une réponse positive. dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord.
En ce qui concerne la possibilité de faire appel de l'ordonnance du Ten aanzien van de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen de
juge d'instruction beschikking van de onderzoeksrechter
B.8. En vertu de l'article 49, alinéa 2, de la loi du 8 avril 1965, B.8. Op grond van artikel 49, tweede lid, van de wet van 8 april 1965
lorsque le juge d'instruction prend une mesure de garde à l'égard d'un wordt, wanneer de onderzoeksrechter ten aanzien van een minderjarige
mineur, la situation de celui-ci est obligatoirement réexaminée par le een maatregel van bewaring neemt, diens situatie noodzakelijkerwijs
juge de la jeunesse dans les deux jours ouvrables. Le juge de la binnen twee werkdagen opnieuw onderzocht door de jeugdrechter. De
jeugdrechter is ertoe gehouden een nieuwe beschikking te nemen, ook al
jeunesse est tenu de prendre une nouvelle ordonnance, même s'il bevestigt hij de beslissing van de onderzoeksrechter. Tegen die
confirme la décision du juge d'instruction. Cette ordonnance est beschikking kan hoger beroep worden ingesteld.
susceptible d'appel. B.9. Door te voorzien in de uitzonderlijke bevoegdheid van de
B.9. Le législateur, en prévoyant la compétence exceptionnelle du juge onderzoeksrechter, teneinde te voorkomen dat noodzakelijke en
d'instruction afin d'éviter que des mesures indispensables et urgentes dringende maatregelen ten aanzien van jongeren niet kunnen worden
ne puissent être prises à l'égard de jeunes en raison de l'absence du genomen wegens de afwezigheid van de normaliter bevoegde jeugdrechter,
juge de la jeunesse normalement compétent, a aussi imposé la saisine heeft de wetgever ook de snelle saisine van de laatstgenoemde
rapide de ce dernier, pour que l'intervention du juge d'instruction opgelegd, opdat het optreden van de onderzoeksrechter tot het strikt
soit limitée à ce qui est strictement nécessaire, et que le dossier noodzakelijke zou worden beperkt en het dossier betreffende de jongere
concernant le jeune revienne, le plus rapidement possible, devant le zo snel mogelijk opnieuw aan de jeugdrechter zou worden overgemaakt.
juge de la jeunesse. De mogelijkheid van een rechtsmiddel tegen de beschikking van de
Or, la possibilité d'un recours contre l'ordonnance du juge onderzoeksrechter bij een gerecht in hoger beroep zou echter tot
d'instruction auprès d'une juridiction d'appel aurait pour conséquence gevolg hebben dat de jeugdrechter wordt verhinderd het dossier opnieuw
de tenir en échec le réexamen du dossier par le juge de la jeunesse et te onderzoeken en dat de in artikel 49 bepaalde afwijkende
de prolonger la procédure dérogatoire prévue par l'article 49, ce qui rechtspleging wordt verlengd, wat zou indruisen tegen het hiervoor in
irait à l'encontre de l'objectif rappelé ci-avant. Il est dès lors herinnering gebrachte doel. Het is derhalve redelijk verantwoord dat
raisonnablement justifié que le législateur n'ait pas prévu de de wetgever niet heeft voorzien in een mogelijkheid van hoger beroep
possibilité d'appel de l'ordonnance prise par le juge d'instruction. tegen de door de onderzoeksrechter genomen beschikking.
B.10. Le réexamen de la situation du mineur par le juge de la jeunesse B.10. Het gegeven dat de jeugdrechter de situatie van de minderjarige
dans les deux jours ouvrables est de nature à compenser de manière satisfaisante l'absence de possibilité d'appel de l'ordonnance du juge d'instruction. Il s'ensuit qu'il n'est pas porté d'atteinte disproportionnée aux droits des mineurs concernés. B.11. La question préjudicielle, en ce qu'elle porte sur l'absence de possibilité de faire appel de l'ordonnance du juge d'instruction, appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : binnen twee werkdagen opnieuw onderzoekt, is van dien aard dat het de ontstentenis van de mogelijkheid van hoger beroep tegen de beschikking van de onderzoeksrechter genoegzaam compenseert. Hieruit volgt dat niet op onevenredige wijze afbreuk is gedaan aan de rechten van de betrokken minderjarigen. B.11. In zoverre zij betrekking heeft op de ontstentenis van de mogelijkheid om tegen de beschikking van de onderzoeksrechter hoger beroep in te stellen, dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht :
Les articles 49 et 52ter de la loi du 8 avril 1965 relative à la De artikelen 49 en 52ter van de wet van 8 april 1965 betreffende de
protection de la jeunesse violent les articles 10 et 11 de la jeugdbescherming schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in
Constitution en ce que l'assistance obligatoire d'un avocat n'y est zoverre daarin niet in de verplichte bijstand door een advocaat
pas prévue pour le mineur qui comparaît en urgence devant le juge voorzien is wanneer de minderjarige in spoedeisende gevallen voor de
d'instruction. onderzoeksrechter verschijnt.
Les mêmes dispositions ne violent pas les articles 10 et 11 de la Dezelfde bepalingen schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
Constitution en ce qu'elles ne prévoient pas que le mineur à l'égard niet, in zoverre zij niet erin voorzien dat de minderjarige ten
duquel le juge d'instruction a décidé d'une mesure de garde peut faire aanzien van wie de onderzoeksrechter heeft beslist een maatregel van
appel de cette décision. bewaring te nemen, tegen die beslissing beroep kan instellen.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 16 novembre 2004. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 16 november 2004.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^