← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 189/2004 du 24 novembre 2004 Numéros du rôle : 2854, 2855, 2856, 2906
et 2957 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, de la
loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aid La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts,
et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 189/2004 du 24 novembre 2004 Numéros du rôle : 2854, 2855, 2856, 2906 et 2957 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aid La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 189/2004 van 24 november 2004 Rolnummers 2854, 2855, 2856, 2906 en 2957 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatscha Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 189/2004 du 24 novembre 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 189/2004 van 24 november 2004 |
Numéros du rôle : 2854, 2855, 2856, 2906 et 2957 | Rolnummers 2854, 2855, 2856, 2906 en 2957 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de |
de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide | organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
sociale, posées par le Tribunal du travail de Bruxelles. | maatschappelijk welzijn, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Moerman, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, |
assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par trois jugements du 17 novembre 2003 en cause respectivement de | a. Bij drie vonnissen van 17 november 2003 in zake respectievelijk P. |
P. Lalaleo Armendariz et G. Lopez Cordova contre le centre public | Lalaleo Armendariz en G. Lopez Cordova tegen het openbaar centrum voor |
d'aide sociale de Saint-Gilles, V. Said contre le centre public d'aide | maatschappelijk welzijn van Sint-Gillis, V. Said tegen het openbaar |
sociale d'Ixelles et G. Arif contre le centre public d'aide sociale | centrum voor maatschappelijk welzijn van Elsene en G. Arif tegen het |
d'Auderghem, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Oudergem, waarvan de |
d'arbitrage le 3 décembre 2003, le Tribunal du travail de Bruxelles a | expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 3 |
december 2003, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende | |
posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 [organique des | « Is artikel 57, § 2, van de [organieke] wet van 8 juli 1976 |
[betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn], waarbij | |
centres publics d'aide sociale], qui interdit l'octroi de l'aide | de toekenning van maatschappelijke dienstverlening aan meerderjarige |
sociale aux étrangers majeurs en situation illégale, n'est-il pas | vreemdelingen die zich in een illegale toestand bevinden verboden |
contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, dans le cas précis | wordt, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in het |
où ces personnes ont en charge des enfants mineurs d'âge, en ce qu'il | precieze geval waarin die personen minderjarige kinderen ten laste |
opère une différence de traitement entre enfants sur base du statut | hebben, in zoverre dat artikel onder de kinderen een verschil in |
behandeling invoert op basis van het administratief statuut van hun | |
administratif de leurs parents alors que la Convention de New York | ouders, terwijl het Verdrag inzake de rechten van het kind, aangenomen |
relative aux droits de l'enfant du 20 novembre 1989 ne permet pas une | te New York op 20 november 1989, een dergelijke discriminatie niet |
telle discrimination ? » | toestaat ? » |
b. Par jugement du 19 janvier 2004 en cause de I. Grossou contre le | b. Bij vonnis van 19 januari 2004 in zake I. Grossou tegen het |
centre public d'aide sociale de Molenbeek-Saint-Jean et en présence de | openbaar centrum voor maatschappelijke welzijn van Sint-Jans-Molenbeek |
l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | en in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter |
d'arbitrage le 4 février 2004, le Tribunal du travail de Bruxelles a | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 februari 2004, heeft de |
posé la question préjudicielle suivante : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | « Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
publics d'aide sociale, avant sa modification par la loi du 23 | betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, vóór de |
décembre 2003 [lire : loi-programme du 22 décembre 2003], viole-t-il | wijziging ervan bij de wet van 23 december 2003 [lees : programmawet |
les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés, s'il y a lieu, | van 22 december 2003], de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
eventueel in samenhang gelezen met het vijfde lid van de preambule en | |
avec l'alinéa 5 du Préambule et les articles 2, 3, 9, 24.1, 26 et 27 | met de artikelen 2, 3, 9, 24.1, 26 en 27 van het Verdrag inzake de |
de la Convention relative aux droits de l'enfant, interprétée avec la | rechten van het kind, geïnterpreteerd met het voorbehoud dat de |
réserve exprimée par l'Etat belge lors de sa ratification, en ce que, | Belgische Staat heeft gemaakt bij de bekrachtiging ervan, doordat het, |
à l'égard de mineurs dont les parents séjournent illégalement sur le | ten aanzien van minderjarigen van wie de ouders illegaal op het |
territoire du Royaume, il exclut l'aide sociale de la même manière | grondgebied van het Rijk verblijven, op dezelfde wijze als voor de |
qu'il l'exclut pour les parents eux-mêmes, étant ainsi entendu que | ouders zelf, maatschappelijke dienstverlening uitsluit, waarbij het in |
l'enfant mineur peut prétendre à l'aide sociale lorsque les parents | die zin moet worden begrepen dat het minderjarige kind aanspraak kan |
sont dans l'impossibilité absolue de donner suite à l'ordre de quitter | maken op maatschappelijke dienstverlening wanneer het voor de ouders |
absoluut onmogelijk is gevolg te geven aan het bevel om het | |
le territoire ou lorsque le mineur est non accompagné, c'est-à-dire | grondgebied te verlaten of wanneer de minderjarige niet begeleid is, |
dit wil zeggen dat hij feitelijk gescheiden leeft van zijn ouders en | |
qu'il vit en fait séparé de ses parents et que cette situation n'a pas | die situatie niet werd gecreëerd met de bedoeling maatschappelijke |
été créée dans le but de bénéficier de l'aide sociale ? » | dienstverlening te genieten ? » |
c. Par jugement du 11 mars 2004 en cause de B. Milla contre le centre | c. Bij vonnis van 11 maart 2004 in zake B. Milla tegen het openbaar |
public d'aide sociale de Molenbeek-Saint-Jean, dont l'expédition est | centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Jans-Molenbeek, waarvan |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 24 mars 2004, le Tribunal | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 24 maart |
du travail de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | 2004, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | vraag gesteld : « Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
publics d'aide sociale, avant sa modification par la loi du 23 | betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, vóór de |
décembre 2003 [lire : loi-programme du 22 décembre 2003], viole-t-il | wijziging ervan bij de wet van 23 december 2003 [lees : programmawet |
les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés, s'il y a lieu, | van 22 december 2003], de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
eventueel in samenhang gelezen met het vijfde lid van de preambule en | |
avec l'alinéa 5 du Préambule et les articles 2, 3, 9, 24.1, 26 et 27 | met de artikelen 2, 3, 9, 24.1, 26 en 27 van het Verdrag inzake de |
de la Convention relative aux droits de l'enfant, interprétée avec la | rechten van het kind, geïnterpreteerd met het voorbehoud dat de |
réserve exprimée par l'Etat belge lors de sa ratification, interprété | Belgische Staat heeft gemaakt bij de bekrachtiging ervan, in die zin |
en ce sens que, à l'égard de mineurs dont les parents séjournent | geïnterpreteerd dat het, ten aanzien van minderjarigen van wie de |
illégalement sur le territoire du Royaume, il exclut l'aide sociale de | ouders illegaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, op |
la même manière qu'il l'exclut pour les parents eux-mêmes, sauf | dezelfde wijze als voor de ouders zelf, maatschappelijke |
lorsque les parents sont dans l'impossibilité absolue de donner suite | dienstverlening uitsluit, behalve wanneer het voor de ouders absoluut |
onmogelijk is gevolg te geven aan het bevel om het grondgebied te | |
à l'ordre de quitter le territoire ou lorsque le mineur est non | verlaten of wanneer de minderjarige niet begeleid is, dit wil zeggen |
accompagné, c'est à dire qu'il vit en fait séparé de ses parents et | dat hij feitelijk gescheiden leeft van zijn ouders en die situatie |
que cette situation n'a pas été créée dans le but de bénéficier de | niet werd gecreëerd met de bedoeling maatschappelijke dienstverlening |
l'aide sociale ? » | te genieten ? » |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 2854, 2855, 2856, 2906 et | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2854, 2855, 2856, 2906 en |
2957 de la Cour, ont été jointes. | 2957 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Selon les parties requérantes devant le juge a quo dans les | B.1.1. Volgens de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter in |
affaires nos 2854 et 2856, la Cour devrait se prononcer sur la | de zaken nrs. 2854 en 2856 zou het Hof zich moeten uitspreken over de |
compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de | bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel |
l'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
publics d'aide sociale, dans sa version actuelle, depuis la | centra voor maatschappelijk welzijn, in zijn huidige versie, sinds de |
modification opérée par l'article 483 de la loi-programme du 22 | wijziging ervan bij artikel 483 van de programmawet van 22 december |
décembre 2003. | 2003. |
B.1.2. C'est au juge a quo qu'il appartient de déterminer la ou les | B.1.2. Het staat aan de verwijzende rechter de norm of normen vast te |
normes applicables au litige qui lui est soumis. Les parties ne | stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil. De |
peuvent modifier ou faire modifier le contenu de la question posée. | partijen mogen de inhoud van de gestelde vraag niet wijzigen of laten wijzigen. |
En l'espèce, la Cour est interrogée sur l'article 57, § 2, de la loi | Te dezen worden aan het Hof vragen gesteld over artikel 57, § 2, van |
du 8 juillet 1976, tel qu'il était applicable aux faits ayant donné | de wet van 8 juli 1976, zoals dat van toepassing was op de feiten die |
aanleiding hebben gegeven tot de aan de verwijzende rechters | |
lieu aux litiges soumis aux juges a quo, soit, avant sa modification | voorgelegde geschillen, zijnde vóór de wijziging ervan bij artikel 483 |
par l'article 483 de la loi-programme du 22 décembre 2003. La Cour | van de programmawet van 22 december 2003. Het Hof beperkt zijn |
limite son examen à cette disposition. | toetsing tot die bepaling. |
B.1.3. L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des | B.1.3. Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, vervangen | |
centres publics d'aide sociale, remplacé par l'article 65 de la loi du | bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996 « tot wijziging van de wet |
15 juillet 1996 « modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au | van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het |
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers | verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de |
et la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide | organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
sociale » disposait : « Par dérogation aux autres dispositions de la présente loi, la mission du centre public d'aide sociale se limite à l'octroi de l'aide médicale urgente, à l'égard d'un étranger qui séjourne illégalement dans le Royaume. Le Roi peut déterminer ce qu'il y a lieu d'entendre par aide médicale urgente. Un étranger qui s'est déclaré réfugié et a demandé à être reconnu comme tel, séjourne illégalement dans le Royaume lorsque la demande d'asile a été rejetée et qu'un ordre de quitter le territoire exécutoire a été notifié à l'étranger concerné. L'aide sociale accordée à un étranger qui était en fait bénéficiaire au moment où un ordre de quitter le territoire exécutoire lui a été notifié, est arrêtée, à l'exception de l'aide médicale urgente, le jour où l'étranger quitte effectivement le territoire et, au plus | maatschappelijk welzijn » bepaalde : « In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft. De Koning kan bepalen wat onder dringende medische hulp begrepen moet worden. Een vreemdeling die zich vluchteling heeft verklaard en heeft gevraagd om als dusdanig te worden erkend, verblijft illegaal in het Rijk wanneer de asielaanvraag is geweigerd en aan de betrokken vreemdeling een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten is betekend. De maatschappelijke dienstverlening aan een vreemdeling die werkelijk steuntrekkende was op het ogenblik dat hem een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten werd betekend, wordt, met uitzondering van |
tard, le jour de l'expiration du délai de l'ordre de quitter le territoire. Il est dérogé aux dispositions de l'alinéa précédent pendant le délai strictement nécessaire pour permettre à l'étranger de quitter le territoire, pour autant qu'il ait signé une déclaration attestant son intention explicite de quitter le plus vite possible le territoire, sans que ce délai ne puisse en aucun cas excéder un mois. La déclaration d'intention précitée ne peut être signée qu'une seule fois. Le centre informe sans retard le Ministre qui a l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers dans ses compétences, ainsi que la commune concernée, de la signature de la déclaration d'intention. » | de dringende medische hulpverlening, stopgezet de dag dat de vreemdeling daadwerkelijk het grondgebied verlaat, en ten laatste de dag van het verstrijken van de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten. Van het bepaalde in het voorgaande lid wordt afgeweken gedurende de termijn die strikt noodzakelijk is om de vreemdeling in staat te stellen het grondgebied te verlaten, voorzover hij een verklaring heeft ondertekend die zijn uitdrukkelijke intentie het grondgebied zo snel mogelijk te willen verlaten, weergeeft; deze termijn mag in geen geval een maand overschrijden. De hierboven vermelde intentieverklaring kan slechts eenmaal worden ondertekend. Het centrum verwittigt zonder verwijl de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, evenals de betrokken gemeente, van de ondertekening van de intentieverklaring. » |
B.2.1. Le juge a quo dans les affaires nos 2854, 2855 et 2856 | B.2.1. De verwijzende rechter in de zaken nrs. 2854, 2855 en 2856 |
interroge la Cour sur l'éventuelle discrimination qui résulterait de | vraagt het Hof naar de mogelijke discriminatie die zou voortvloeien |
la disposition précitée en ce qu'elle interdit l'octroi de l'aide | uit de voormelde bepaling in zoverre die de toekenning van |
sociale aux étrangers majeurs en situation illégale, opérant, de ce fait, une différence de traitement entre enfants sur la base du statut administratif de leurs parents dès lors que le montant de l'aide serait plus important lorsque le mineur est à charge de parents en séjour légal. Dans les affaires nos 2906 et 2957, le juge a quo estime, en revanche, que la disposition en cause établit une différence de traitement à l'égard des étrangers mineurs d'âge séjournant illégalement sur le territoire du Royaume dès lors que ceux-ci seraient exclus du bénéfice de l'aide sociale, alors que les étrangers mineurs d'âge non accompagnés en situation illégale, ou ceux dont les parents séjournent illégalement sur le territoire du Royaume, mais qui sont dans l'impossibilité absolue de donner suite à l'ordre de quitter le territoire, peuvent bénéficier d'une telle aide. B.2.2. Les questions préjudicielles portent uniquement sur le droit à l'aide sociale des mineurs, et non sur le droit à l'aide sociale des familles comprenant des enfants mineurs. Il ressort des jugements de renvoi que les juges n'entendent pas faire droit à la demande d'aide financière pour les parents eux-mêmes, mais uniquement pour les enfants. B.2.3. Dans les affaires nos 2906 et 2957, la Cour est invitée à | maatschappelijke dienstverlening verbiedt aan de illegaal verblijvende meerderjarige vreemdelingen en hierdoor onder kinderen een verschil in behandeling in het leven wordt geroepen op basis van het administratief statuut van hun ouders, aangezien het bedrag van de hulp groter zou zijn wanneer de minderjarige ten laste is van legaal verblijvende ouders. In de zaken nrs. 2906 en 2957 is de verwijzende rechter daarentegen van mening dat de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling in het leven roept ten aanzien van minderjarige vreemdelingen die onwettig op het grondgebied van het Rijk verblijven, aangezien zij zouden worden uitgesloten van het voordeel van de maatschappelijke dienstverlening, terwijl de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen met illegaal verblijf, of diegenen wier ouders illegaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, maar die in de absolute onmogelijkheid verkeren om gevolg te geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten, een dergelijke dienstverlening kunnen genieten. B.2.2. De prejudiciële vragen hebben uitsluitend betrekking op het recht op maatschappelijke dienstverlening voor de minderjarigen, en niet op het recht op maatschappelijke dienstverlening voor gezinnen met minderjarige kinderen. Uit de verwijzingsvonnissen blijkt dat de rechters niet het verzoek om financiële hulp voor de ouders zelf willen inwilligen, maar uitsluitend hulp aan de kinderen willen toekennen. B.2.3. In de zaken nrs. 2906 en 2957 wordt het Hof verzocht de in het |
contrôler la disposition en cause par rapport aux articles 10 et 11 de | geding zijnde bepaling te toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de |
la Constitution, éventuellement combinés avec les articles 2, 3, [5], | Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 2, 3, [5], |
9, 24.1, 26 et 27 de la Convention relative aux droits de l'enfant | 9, 24.1, 26 en 27 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, |
adoptée à New York le 20 novembre 1989. | aangenomen te New York op 20 november 1989. |
B.3. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée générale. | B.3. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene |
Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit l'origine : | draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong |
les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination | ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de |
sont applicables à l'égard de tous les droits et de toutes les | niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en |
libertés, en ce compris ceux résultant des conventions internationales | alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit |
liant la Belgique. | internationale verdragen die België binden. |
Quant aux différences mentionnées dans les questions préjudicielles | Ten aanzien van de in de prejudiciële vragen vermelde verschillen |
B.4. Dans son arrêt n° 106/2003 du 22 juillet 2003, la Cour a dit pour | B.4. In zijn arrest nr. 106/2003 van 22 juli 2003 heeft het Hof voor |
droit : | recht gezegd : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | « Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de |
publics d'aide sociale viole les articles 10 et 11 de la Constitution, | openbare centra voor maatschappelijk welzijn schendt de artikelen 10 |
en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, 3, | |
combinés avec les articles 2, 3, 24.1, 26 et 27 de la Convention | 24.1, 26 en 27 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, in |
relative aux droits de l'enfant, en ce que, à l'égard de mineurs dont | zoverre het, ten aanzien van minderjarigen wier ouders illegaal op het |
les parents séjournent illégalement sur le territoire du Royaume, il | grondgebied van het Rijk verblijven, zelfs de maatschappelijke |
exclut même l'aide sociale qui satisferait aux conditions exprimées en | dienstverlening die zou voldoen aan de in B.7.7 vermelde voorwaarden, |
B.7.7. » Le B.7.7 auquel se réfère ce dispositif est libellé comme suit : « Une aide sociale doit pouvoir être accordée à la triple condition que les autorités compétentes aient constaté que les parents n'assument pas ou ne sont pas en mesure d'assumer leur devoir d'entretien, qu'il soit établi que la demande concerne des dépenses indispensables au développement de l'enfant au bénéfice duquel elle est formulée et que le centre s'assure que l'aide sera exclusivement consacrée à couvrir ces dépenses. Il appartient donc au centre - sous réserve d'une intervention du législateur qui adopterait d'autres modalités appropriées - d'accorder une telle aide mais à la condition qu'elle le soit dans la limite des besoins propres de l'enfant, et sous la forme d'une aide en nature ou d'une prise en charge de dépenses au profit des parents, étant entendu que cette aide ne fait pas obstacle à ce que la mesure d'éloignement des parents et de leurs enfants soit exécutée. » | uitsluit. » De overweging B.7.7, waarnaar dat beschikkend gedeelte verwijst, luidt als volgt : « Maatschappelijke dienstverlening moet kunnen worden toegekend onder de drievoudige voorwaarde dat de bevoegde overheden hebben vastgesteld dat de ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn die na te komen, dat vaststaat dat de aanvraag betrekking heeft op onontbeerlijke uitgaven voor de ontwikkeling van het kind ten voordele van wie die dienstverlening wordt aangevraagd en dat het centrum zich ervan vergewist dat de dienstverlening uitsluitend zal dienen om die uitgaven te dekken. Het staat dus aan het centrum - onder voorbehoud van een optreden van de wetgever die een andere gepaste regeling zou aannemen - een dergelijke dienstverlening toe te kennen, op voorwaarde evenwel dat die valt binnen de perken van de specifieke behoeften van het kind, dat zij wordt verleend in de vorm van een dienstverlening in natura of een tenlasteneming van uitgaven ten behoeve van derden die een dergelijke dienst verlenen, teneinde elk mogelijk misbruik in het voordeel van de ouders uit te sluiten en met dien verstande dat die dienstverlening niet belet dat de maatregel inzake de verwijdering van de ouders en hun kinderen wordt uitgevoerd. » |
B.5. La modification de l'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 | B.5. De wijziging van artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli |
organique des centres publics d'aide sociale par l'article 483 de la | 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn door |
loi-programme du 22 décembre 2003 vise à mettre fin à | artikel 483 van de programmawet van 22 december 2003 strekt ertoe een |
l'inconstitutionnalité constatée par la Cour dans son arrêt n° | einde te maken aan de door het Hof in zijn arrest nr. 106/2003 |
106/2003. Il n'en demeure pas moins qu'en attendant l'entrée en | vastgestelde ongrondwettigheid. Dat neemt niet weg dat in afwachting |
vigueur de cette nouvelle loi, une aide sociale devait pouvoir être | van de inwerkingtreding van die nieuwe wet maatschappelijke |
accordée aux mineurs dont les parents séjournaient illégalement sur le | dienstverlening moest worden toegekend aan de minderjarigen wier |
territoire du Royaume, dans les conditions et selon les modalités | ouders illegaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, onder de |
définies par la Cour dans l'arrêt précité, afin de concilier les | voorwaarden en overeenkomstig de modaliteiten door het Hof vastgesteld |
objectifs énumérés aux dispositions de la Convention sur les droits de | in het voormelde arrest, teneinde de opgesomde doelstellingen in de |
bepalingen van het Verdrag inzake de rechten van het kind te verzoenen | |
l'enfant, avec l'objectif de ne pas inciter les parents en séjour | met de doelstelling de ouders met illegaal verblijf niet ertoe aan te |
illégal à se maintenir sur le territoire. | zetten op het grondgebied te blijven. |
B.6. Contrairement à ce qu'affirme le juge a quo dans les affaires nos | B.6. In tegenstelling tot wat de verwijzende rechter in de zaken nrs. |
2906 et 2957, l'octroi d'une aide au mineur dont les parents | 2906 en 2957 beweert, wordt de toekenning van hulp aan de minderjarige |
séjournent illégalement sur le territoire du Royaume n'est pas limité | wiens ouders illegaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, niet |
aux deux hypothèses qui sont celle du mineur non accompagné et celle | beperkt tot twee gevallen, te weten dat van de niet-begeleide |
dans laquelle les parents sont dans l'impossibilité absolue de donner | minderjarige en dat waarin de ouders in de absolute onmogelijkheid |
suite à l'ordre de quitter le territoire. | verkeren om gevolg te geven aan het bevel het grondgebied te verlaten. |
L'article 2.2 de la Convention relative aux droits de l'enfant oblige | Artikel 2.2 van het Verdrag inzake de rechten van het kind verplicht |
en effet les Etats parties à prendre « toutes les mesures appropriées | immers de Staten die partij zijn « alle passende maatregelen [te |
pour que l'enfant soit effectivement protégé contre toutes formes de | nemen] om te waarborgen dat het kind wordt beschermd tegen alle vormen |
discrimination ou de sanctions motivées par le situation juridique [...] de ses parents ». Dès lors qu'il est constaté que les parents n'assument pas ou ne sont pas en mesure d'assumer le devoir d'entretien qui leur incombe au premier chef, le mineur en situation illégale doit pouvoir bénéficier d'une aide sociale. Ni le statut administratif des parents, ni les motifs pour lesquels ceux-ci se maintiennent sur le territoire ne pourraient justifier que cette aide soit refusée au mineur, lorsqu'il n'existe aucun risque que les parents qui n'y ont pas droit puisse la détourner à leur profit. B.7. Ainsi, dans la mesure où tant le mineur dont les parents sont en situation illégale que celui dont les parents séjournent régulièrement sur le territoire du Royaume, ont droit à une aide sociale, il n'existe pas de différence de traitement discriminatoire entre les deux catégories. B.8.1. La circonstance que les modalités de l'aide accordée varient selon le caractère régulier ou non du séjour des parents ne modifie rien à ce constat. Il appartient, en effet, au centre public d'aide sociale, dans les limites de sa mission légale, et, en cas de conflit, au juge de choisir le moyen le plus approprié pour faire face aux besoins réels et actuels du mineur, de manière à lui assurer la sauvegarde de sa santé et de son développement. B.8.2. Quant au fait que l'aide soit conditionnelle dans l'hypothèse où le mineur se trouve en situation illégale sur le territoire, il y | van discriminatie of bestraffing op grond van de status [...] van de ouders ». Wanneer wordt vastgesteld dat de ouders de plicht tot onderhoud waartoe zij in de eerste plaats gehouden zijn niet vervullen of niet in staat zijn te vervullen, moet de minderjarige met illegaal verblijf maatschappelijke dienstverlening kunnen genieten. Noch het administratieve statuut van de ouders, noch de redenen waarom zij op het grondgebied blijven, zouden kunnen verantwoorden dat die hulp aan de minderjarigen wordt geweigerd, wanneer er geen enkel risico bestaat dat de ouders die geen recht daarop hebben die hulp kunnen misbruiken in hun voordeel. B.7. In zoverre zowel de minderjarige wiens ouders illegaal verblijven als diegene wiens ouders regelmatig op het grondgebied van het Rijk verblijven, recht hebben op maatschappelijke dienstverlening, bestaat er aldus geen discriminerend verschil in behandeling tussen beide categorieën. B.8.1. De omstandigheid dat de modaliteiten voor de toegekende hulp variëren afhankelijk van het al of niet regelmatige karakter van het verblijf van de ouders verandert niets aan die vaststelling. Het behoort immers tot de bevoegdheid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn om binnen de perken van zijn wettelijke opdracht, en, in geval van conflict, tot die van de rechter, het meest passende middel te kiezen om te voorzien in de reële en actuele behoeften van de minderjarige, zodat zijn gezondheid en zijn ontwikkeling worden gevrijwaard. B.8.2. Het feit dat de hulp aan voorwaarden wordt gekoppeld in het geval waarin de minderjarige illegaal op het grondgebied verblijft, |
va du souci de concilier les deux objectifs rappelés en B.5, de sorte | heeft te maken met de zorg de twee in B.5 in herinnering gebrachte |
que l'on ne pourrait y voir la source d'un quelconque traitement | doelstellingen met elkaar te verzoenen, zodat daarin niet de oorsprong |
discriminatoire. | van enige discriminerende behandeling zou kunnen worden gezien. |
B.9. Il résulte de ces éléments que les questions préjudicielles | B.9. Uit die elementen volgt dat op de prejudiciële vragen geen ander |
n'appellent pas d'autre réponse que celle donnée par la Cour dans son | antwoord dient te worden gegeven dan datgene dat door het Hof is |
arrêt n° 106/2003. | gegeven in zijn arrest nr. 106/2003. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de |
publics d'aide sociale viole les articles 10 et 11 de la Constitution, | openbare centra voor maatschappelijk welzijn schendt de artikelen 10 |
en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, 3, | |
combinés avec les articles 2, 3, 24.1, 26 et 27 de la Convention | 24.1, 26 en 27 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat |
relative aux droits de l'enfant, en ce que, à l'égard de mineurs dont | het, ten aanzien van minderjarigen wier ouders illegaal op het |
les parents séjournent illégalement sur le territoire du Royaume, il | grondgebied van het Rijk verblijven, zelfs de maatschappelijke |
exclut même l'aide sociale qui satisferait aux conditions exprimées en | dienstverlening uitsluit die aan de in B.4 vermelde voorwaarden zou |
B.4. | voldoen. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 novembre 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 november 2004. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |