← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 171/2004 du 28 octobre 2004 Numéro du rôle : 3068 En cause
: le recours en annulation partielle du décret de la Région flamande du 21 novembre 2003 modifiant
le décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagem La Cour d'arbitrage,
chambre restreinte, composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs (...)"
| Extrait de l'arrêt n° 171/2004 du 28 octobre 2004 Numéro du rôle : 3068 En cause : le recours en annulation partielle du décret de la Région flamande du 21 novembre 2003 modifiant le décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagem La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs (...) | Uittreksel uit arrest nr. 171/2004 van 28 oktober 2004 Rolnummer 3068 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 november 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houden Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggeve(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 171/2004 du 28 octobre 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 171/2004 van 28 oktober 2004 |
| Numéro du rôle : 3068 | Rolnummer 3068 |
| En cause : le recours en annulation partielle du décret de la Région | In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet |
| van het Vlaamse Gewest van 21 november 2003 houdende wijziging van het | |
| flamande du 21 novembre 2003 modifiant le décret du 18 mai 1999 | decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke |
| portant organisation de l'aménagement du territoire et le décret | ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, |
| relatif à l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre 1996, | gecoördineerd op 22 oktober 1996, ingesteld door M.-J. Geerts en |
| introduit par M.-J. Geerts et autres. | anderen. |
| La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
| composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs E. Derycke et | samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggevers E. |
| P. Martens, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Derycke en P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 juli 2004 |
| juillet 2004 et parvenue au greffe le 29 juillet 2004, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 juli |
| 2004, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van het | |
| annulation partielle du décret de la Région flamande du 21 novembre | decreet van het Vlaamse Gewest van 21 november 2003 houdende wijziging |
| 2003 modifiant le décret du 18 mai 1999 portant organisation de | van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de |
| l'aménagement du territoire et le décret relatif à l'aménagement du | ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke |
| territoire, coordonné le 22 octobre 1996 (publié au Moniteur belge du | ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 (bekendgemaakt in het |
| 29 janvier 2004, deuxième édition) a été introduit par M.-J. Geerts, | Belgisch Staatsblad van 29 januari 2004, tweede editie), door M.-J. |
| Geerts, wonende te 9200 Dendermonde, Singelweg 96, M. Bavay, wonende | |
| demeurant à 9200 Termonde, Singelweg 96, M. Bavay, demeurant à 9200 | te 9200 Dendermonde, Singelweg 59, F. Van Driessche, wonende te 9200 |
| Termonde, Singelweg 59, F. Van Driessche, demeurant à 9200 Termonde, | Dendermonde, Singelweg 61, M. Van den Eede, wonende te 9200 |
| Singelweg 61, M. Van den Eede, demeurant à 9200 Termonde, Vlassenbroek | Dendermonde, Vlassenbroek 232, en M. Coppens, wonende te 9200 |
| 232, et M. Coppens, demeurant à 9200 Termonde, Singelweg 57. | Dendermonde, Singelweg 57. |
| Le 6 août 2004, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi | Op 6 augustus 2004 hebben de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. |
| Martens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
| spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de voorzitter ervan in |
| juges-rapporteurs E. Derycke et P. Martens ont informé le président | kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het |
| qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te |
| chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en | wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep tot gedeeltelijke |
| annulation partielle n'est manifestement pas recevable. | vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Quant à l'objet du recours | Ten aanzien van het onderwerp van het beroep |
| B.1. Les parties requérantes, propriétaires de constructions non | B.1. De verzoekende partijen, eigenaars van zonevreemde constructies, |
| conformes à la destination de la zone, « demandent [...] à la Cour de bien vouloir contrôler les | « verzoeken [...] het Hof de discriminaties m.b.t. hun uitsluiting van |
| discriminations concernant leur exclusion d'une exemption de la ' taxe | |
| sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ' - due à la | vrijstelling van planbaten - te wijten aan de combinatie van de |
| combinaison des articles 2 des décrets des 13 juillet 2001 et 19 | artikelen 2 van de decreten van 13 juli 2001 en 19 juli 2002 in |
| juillet 2002 avec les articles 26 et 27 du décret du 21 novembre 2003 | combinatie met de artikelen 26 en 27 van het decreet van 21 november |
| - au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, en combinaison | 2003 - te willen toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in |
| avec l'article 172 de la Constitution et, dès lors, de bien vouloir | samenhang met artikel 172 van de Grondwet en derhalve de maatregelen |
| faire modifier le mieux possible ou annuler les mesures qu'elles | die zij als discriminerend ten hunnen aanzien ervaren zo goed als |
| ressentent comme discriminatoires à leur égard, et de bien vouloir | mogelijk te willen laten wijzigen of vernietigen, alsmede de artikelen |
| contrôler au niveau de leur constitutionnalité les articles 28 et 29 | 28 en 29 van het decreet van 21 november 2003 m.b.t. de afwending van |
| du décret du 21 novembre 2003 en ce qui concerne le détournement des | de ingestelde inkomsten naar het Rubiconfonds te willen toetsen op hun |
| recettes engagées vers le Fonds Rubicon ». | grondwettelijkheid ». |
| B.2.1. En tant que l'actuel recours en annulation tend à l'annulation | B.2.1. In zoverre het huidige beroep tot vernietiging strekt tot de |
| de l'article 2 du décret du 13 juillet 2001 et de l'article 2 du | vernietiging van artikel 2 van het decreet van 13 juli 2001 en van |
| décret du 19 juillet 2002, il est irrecevable, étant donné que les | artikel 2 van het decreet van 19 juli 2002 is het niet ontvankelijk, |
| délais pour attaquer ces dispositions sont expirés. | aangezien de termijnen om die bepalingen te bestrijden zijn |
| B.2.2. Du reste, la Cour a déjà statué au sujet de ces dispositions | verstreken. B.2.2. Overigens heeft het Hof in de arresten nrs. 57/2003 en 87/2004 |
| dans ses arrêts nos 57/2003 et 87/2004. | over die bepalingen reeds uitspraak gedaan. |
| Dans l'arrêt n° 87/2004, la Cour a décidé | In het arrest nr. 87/2004 heeft het Hof beslist |
| « que le recours en annulation dirigé contre l'article 2 du décret de | « dat het beroep tot vernietiging gericht tegen artikel 2 van het |
| la Région flamande du 19 juillet 2002 ' modifiant le décret du 18 mai | decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli 2002 ' houdende wijziging |
| 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire et [le] | van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de |
| décret relatif à l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre | ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke |
| 1996 ' sera rayé du rôle si la Cour n'est pas saisie d'un recours en | ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 ' van de rol zal worden |
| annulation dirigé contre l'article 26 du décret de la Région flamande | geschrapt indien tegen artikel 26 van het decreet van het Vlaamse |
| du 21 novembre 2003 ' modifiant le décret de la Région flamande du 18 | Gewest van 21 november 2003 ' houdende wijziging van het decreet van |
| mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire et le | 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van |
| décret relatif à l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre | het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 |
| 1996 ' ou si, ayant été saisie d'un tel recours dans le délai légal, la Cour en décide le rejet; ». B.3. En tant que les parties requérantes invitent la Cour à examiner les éventuelles discriminations qui découleraient des diverses interprétations, discernées par les parties requérantes, des dispositions entreprises, le recours n'est pas davantage recevable. En effet, dans le cadre d'une procédure en annulation, la Cour examine en principe les dispositions entreprises dans la lecture qu'il convient selon elle de donner à ces dispositions; la Cour ne doit dès lors pas examiner ces dispositions à la lumière des diverses interprétations possibles que les parties requérantes donnent aux dispositions entreprises. De surcroît, pour satisfaire aux exigences énoncées à l'article 6 de | oktober 1996 ' geen beroep tot vernietiging bij het Hof zou worden ingesteld, of indien, wanneer binnen de wettelijke termijn wel een dergelijk beroep bij het Hof wordt ingesteld, dat beroep door het Hof zou worden verworpen; ». B.3. In zoverre de verzoekende partijen het Hof uitnodigen de mogelijke discriminaties te onderzoeken die uit de verschillende door de verzoekende partijen onderkende interpretaties van de bestreden bepalingen zouden voortvloeien, is het beroep evenmin ontvankelijk. In een vernietigingsprocedure onderzoekt het Hof immers in beginsel de bestreden bepalingen in de lezing die volgens hem aan die bepalingen dient te worden gegeven; het dient bijgevolg die bepalingen niet te toetsen in het licht van de verschillende, mogelijke interpretaties die door de verzoekende partijen aan de bestreden bepalingen worden gegeven. Bovendien moeten de middelen van het verzoekschrift, om te voldoen aan |
| la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les moyens de la requête doivent exposer en quoi les règles dont la Cour assure le respect seraient violées par les dispositions entreprises. En tant qu'ils ne satisfont pas à ces exigences, les moyens ne sont pas recevables. B.4. La requête fait apparaître que les parties requérantes critiquent essentiellement le fait qu'elles ne sont pas, en tant que propriétaires de constructions non conformes à la destination de la zone, exemptées de la « taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ». La Cour limite son examen à la compatibilité avec le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination des articles 26, | de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, uiteenzetten in welk opzicht de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, door de bestreden bepalingen zouden zijn geschonden. In zoverre de middelen niet aan die vereisten voldoen, zijn ze niet ontvankelijk. B.4. Uit het verzoekschrift blijkt dat de verzoekende partijen in essentie als grief aanvoeren dat zij als eigenaars van zonevreemde constructies niet worden vrijgesteld van de planbatenheffing. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de bestaanbaarheid met het grondwettelijke beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van de |
| 27, 28 et 29 du décret de la Région flamande du 21 novembre 2003 | artikelen 26, 27, 28 en 29 van het decreet van het Vlaamse Gewest van |
| modifiant le décret du 18 mai 1999 portant organisation de | 21 november 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 |
| l'aménagement du territoire et le décret relatif à l'aménagement du | houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet |
| territoire, coordonné le 22 octobre 1996. | betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996. |
| Quant à l'article 26 du décret du 21 novembre 2003 | Ten aanzien van artikel 26 van het decreet van 21 november 2003 |
| B.5.1. L'article 88, § 1er, du décret du 18 mai 1999 portant | B.5.1. Artikel 88, § 1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de |
| organisation de l'aménagement du territoire, modifié par l'article 26 | organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij het |
| attaqué, dispose : | bestreden artikel 26, bepaalt : |
| « Une ' taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale | « Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer, op basis van een in |
| ' est due lorsque, sur la base d'un plan d'exécution spatial entré en | werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel in aanmerking |
| vigueur, une parcelle entre en ligne de compte pour un permis de bâtir | komt voor een vergunning om woningen, bedrijfsgebouwen of recreatieve |
| des habitations, immeubles d'entreprises ou infrastructures | inrichtingen te bouwen of een functiewijziging door te voeren |
| récréatives ou de réaliser une modification de fonction conformément à | |
| l'article 99, § 1er, premier alinéa, 1° ou 6° ou un permis de lotir, | overeenkomstig artikel 99, § 1, eerste lid, 1° of 6°, of te |
| alors que la parcelle en question n'entrait pas en ligne de compte la | verkavelen, waarvoor het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding |
| veille de l'entrée en vigueur de ce plan. » | van dat plan in aanmerking kwam. » |
| B.5.2. Selon les parties requérantes, une « taxe sur les bénéfices | B.5.2. Volgens de verzoekende partijen zou een planbatenheffing |
| résultant de la planification spatiale » serait due « si l'on habite | |
| dans une zone d'habitat, une zone industrielle, une zone de récréation | verschuldigd zijn « indien men in een woonzone, bedrijfszone, een zone |
| ou une zone de logement récréatif [...] et si l'on obtient un permis | voor recreatie of een zone voor recreatief wonen gelegd wordt [...] en |
| dans ces zones en vue de reconstruire après un incendie ou la | een vergunning in deze zones bekomt voor het herbouwen na brand of |
| destruction d'un garage, d'un pont, d'un bâtiment agricole ou d'un | |
| atelier, en vue de reconstruire en un endroit modifié de [telles | vernieling van een garage, brug, landgebouw of atelier, voor het |
| constructions] et en vue de l'extension de [telles constructions] » | heropbouwen op een gewijzigde plaats van [zulke constructies] en voor |
| (requête, p. 4). Elles seraient « redevables d'une ' taxe sur les | het uitbreiden van [zulke constructies] » (verzoekschrift, p. 4). Zij |
| bénéfices résultant de la planification spatiale ' en cas de | |
| modification d'affectation [...] en une habitation, un logement | zouden « bij een bestemmingswijziging [...] naar wonen, recreatie of |
| récréatif ou une entreprise [...] si elles obtiennent un permis afin | bedrijven [...] planbaten verschuldigd zijn indien zij dan een |
| de construire conformément à l'article 99, § 1er, alinéa 1er, 1° [...] | vergunning bekomen om te bouwen conform artikel 99, § 1, eerste lid, |
| » (requête, p. 7). | 1° [...] » (verzoekschrift, p. 7). |
| B.5.3. Etant donné qu'il n'est désormais plus question d'un permis « | B.5.3. Aangezien thans niet langer sprake is van een vergunning « om |
| pour [...] bâtir » en général, comme le disposait l'article 88, § 1er, | te bouwen » in het algemeen, zoals artikel 88, § 1, van het voormelde |
| du décret précité du 18 mai 1999 avant sa modification par l'article | decreet van 18 mei 1999 vóór de wijziging ervan bij het bestreden |
| 26 entrepris, mais d'un permis en vue « de bâtir des habitations, des | artikel 26 bepaalde, maar van een vergunning « om woningen, |
| immeubles d'entreprises ou des infrastructures récréatives », la Cour | bedrijfsgebouwen of recreatieve inrichtingen te bouwen », heeft het |
| a estimé, dans l'arrêt n° 87/2004, qu'à partir du 1er janvier 2004, | Hof in het arrest nr. 87/2004 geoordeeld dat vanaf 1 januari 2004 geen |
| une « taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale » | planbaten meer verschuldigd zijn wanneer zonevreemde constructies voor |
| n'est plus exigible lorsque des constructions non conformes à la | een vergunning in aanmerking komen. |
| destination de la zone entrent en ligne de compte pour un permis. | In het voormelde arrest overweegt het Hof omtrent het bestreden |
| Dans l'arrêt précité, la Cour considère ce qui suit au sujet de | |
| l'article 26 attaqué du décret du 21 novembre 2003 : | artikel 26 van het decreet van 21 november 2003 als volgt : |
| « B.3.3. L'article 88 précité, modifié par la disposition attaquée, a | « B.3.3. Het voormelde artikel 88, zoals gewijzigd bij de bestreden |
| été modifié de nouveau comme suit par l'article 26 du décret du 21 | bepaling, is opnieuw als volgt gewijzigd bij artikel 26 van het |
| novembre 2003 ' modifiant le décret du 18 mai 1999 portant | decreet van 21 november 2003 ' houdende wijziging van het decreet van |
| 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van | |
| organisation de l'aménagement du territoire et le décret relatif à | het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 |
| l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre 1996 ' : | oktober 1996 ' : |
| ' L'article 88 du même décret [le décret du 18 mai 1999], modifié par | " In artikel 88 van hetzelfde decreet [het decreet van 18 mei 1999], |
| les décrets des 26 avril 2000, 13 juillet 2001 et 19 juillet 2002, est | gewijzigd bij de decreten van 26 april 2000, 13 juli 2001 en 19 juli |
| modifié comme suit : | 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° au § 1er, les mots " de bâtir conformément à l'article 99, § 1er, | 1° in § 1 worden de woorden ' om te bouwen overeenkomstig artikel 99, |
| 1° " sont remplacés par les mots " de bâtir des habitations, immeubles | § 1, 1° ' vervangen door de woorden ' om woningen, bedrijfsgebouwen of |
| d'entreprises ou infrastructures récréatives ou de réaliser une | recreatieve inrichtingen te bouwen of een functiewijziging door te |
| modification de fonction conformément à l'article 99, § 1er, premier | voeren overeenkomstig artikel 99, § 1, eerste lid, 1° of 6° '; |
| alinéa, 1° ou 6° "; | |
| 2° au § 2, les 2° et 3° sont supprimés; | 2° in § 2 worden 2° en 3° geschrapt; |
| 3° au § 4, les mots " de bâtir ou le permis de lotir " sont remplacés | 3° in § 4 worden de woorden ' om te bouwen of de |
| par les mots " de construire des habitations, des immeubles | verkavelingsvergunning ' vervangen door de woorden ' om woningen, |
| d'entreprises ou des infrastructures récréatives ou de réaliser une | bedrijfsgebouwen of recreatieve inrichtingen te bouwen of een |
| modification de fonction, ou le permis de lotir ". ' | functiewijziging door te voeren of om te verkavelen '. " |
| Ces modifications ont pour but ' de simplifier le système des | Die wijzigingen hebben tot doel ' de werking van het planbatensysteem |
| bénéfices résultant de la planification, afin d'en faciliter | te vereenvoudigen, teneinde de implementatie ervan te |
| l'application. On n'a retenu que trois affectations susceptibles de | vergemakkelijken. Er worden slechts 3 bestemmingen weerhouden die |
| procurer des bénéfices résultant de la planification : les zones d'habitat, les immeubles d'entreprise et les installations récréatives ' (Doc., Parlement flamand, 2002-2003, n° 1800/1, p. 10). Par conséquent, la ' taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ' n'est plus due pour les autres constructions étrangères à la destination de la zone, et ce à partir du 1er janvier 2004, date à laquelle, en vertu de l'article 62 du décret du 21 novembre 2003, la nouvelle réglementation en matière de ' taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ' est entrée en vigueur. » B.5.4. En tant que les parties requérantes dénoncent le fait qu'en leur qualité de propriétaires de constructions non conformes à la destination de la zone, elles ne sont pas exemptées de la « taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale », elles se fondent sur une lecture erronée de l'article 26 critiqué. B.6. Il s'ensuit que les parties requérantes, en leur qualité de propriétaires de constructions non conformes à la destination de la zone, n'ont aucun intérêt à l'annulation de cette disposition. Au | planbaten kunnen doen ontstaan : zones voor woningen, bedrijfsgebouwen en recreatieve inrichtingen ' (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1800/1, p. 10). Bijgevolg zijn voor zonevreemde constructies geen planbaten meer verschuldigd vanaf 1 januari 2004, datum waarop krachtens artikel 62 van het decreet van 21 november 2003 de nieuwe regeling inzake planbatenheffing in werking treedt. » B.5.4. In zoverre de verzoekende partijen zich erover beklagen dat zij als eigenaars van zonevreemde constructies niet worden vrijgesteld van de planbatenheffing, gaan ze uit van een verkeerde lezing van het bestreden artikel 26. B.6. Daaruit volgt dat de verzoekende partijen als eigenaars van zonevreemde constructies geen enkel belang hebben bij de vernietiging van die bepaling. Integendeel, een eventuele vernietiging van het |
| contraire, une éventuelle annulation de l'article 26 attaqué aurait | bestreden artikel 26 zou ertoe leiden dat de vroegere regelgeving |
| pour effet de faire revivre l'ancienne réglementation, avec pour | herleeft, met als gevolg dat de verzoekende partijen in voorkomend |
| conséquence que les parties requérantes seraient à nouveau redevables, | geval opnieuw een planbatenheffing zouden verschuldigd zijn zodra een |
| le cas échéant, d'une « taxe sur les bénéfices résultant de la | vergunning voor bouwwerken - daarin begrepen bouwwerken aan |
| planification spatiale » dès qu'il peut être accordé un permis pour | |
| des travaux de construction - en ce compris des travaux de | zonevreemde constructies - kan worden verleend. |
| construction à des constructions non conformes à la destination de la zone. | |
| Etant donné que les parties requérantes ne sont aucunement | |
| susceptibles d'être affectées défavorablement par l'article 26 attaqué | Aangezien de verzoekende partijen door het bestreden artikel 26 |
| en leur qualité de propriétaires de constructions non conformes à la | geenszins nadelig kunnen worden geraakt in hun hoedanigheid van |
| destination de la zone, le recours en annulation de cette disposition | eigenaars van zonevreemde constructies, is het beroep tot vernietiging |
| est manifestement irrecevable à défaut d'intérêt. | van die bepaling klaarblijkelijk niet ontvankelijk wegens ontstentenis |
| van het vereiste belang. | |
| Quant aux articles 27, 28 et 29 du décret du 21 novembre 2003 | Ten aanzien van de artikelen 27, 28 en 29 van het decreet van 21 |
| B.7. Dès lors que les parties requérantes n'ont pas d'intérêt à | november 2003 B.7. Nu de verzoekende partijen geen belang hebben bij de vernietiging |
| l'annulation de l'article 26 du décret du 21 novembre 2003, elles | van artikel 26 van het decreet van 21 november 2003, hebben zij |
| n'ont pas davantage d'intérêt à l'annulation des articles 27, 28 et 29 | evenmin belang bij de vernietiging van de artikelen 27, 28 en 29 van |
| du même décret, qui prévoient certaines modalités en matière de « taxe | hetzelfde decreet waarbij in een aantal modaliteiten inzake de |
| planbatenheffing wordt voorzien. | |
| sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ». | Nog afgezien van de omstandigheid dat de verzoekende partijen in hun |
| Indépendamment du fait que les parties requérantes n'exposent pas à | verzoekschrift niet voldoende uiteenzetten op welke wijze het beginsel |
| suffisance, dans leur requête, en quoi le principe d'égalité et de | van gelijkheid en niet-discriminatie door de bestreden artikelen 27, |
| non-discrimination serait violé par les articles 27, 28 et 29 entrepris, ces dispositions comportent uniquement des règles particulières concernant la fixation du montant de la « taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale » (article 27), le versement au Fonds Rubicon par le fonctionnaire compétent (article 28) et la répartition des « taxes sur les bénéfices résultant de la planification spatiale » (article 29). B.8. Le recours en annulation est manifestement irrecevable à défaut de l'intérêt requis. B.9. Eu égard au rejet de l'actuel recours, le recours en annulation dirigé contre l'article 2 du décret de la Région flamande du 19 juillet 2002 « modifiant le décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire et [le] décret relatif à l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre 1996 » (affaire n° 2694) sera, conformément au dispositif de l'arrêt n° 87/2004, rayé du rôle. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 octobre 2004. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, | 28 en 29 zou worden geschonden, bevatten die bepalingen enkel nadere regelen inzake de vaststelling van het bedrag van de planbatenheffing (artikel 27), de storting in het Rubiconfonds door de bevoegde ambtenaar (artikel 28) en de verdeling van de planbatenheffingen (artikel 29). B.8. Het beroep tot vernietiging is klaarblijkelijk niet ontvankelijk wegens ontstentenis van het vereiste belang. B.9. Gelet op de verwerping van het huidige beroep zal overeenkomstig het beschikkend gedeelte van het arrest nr. 87/2004, het beroep tot vernietiging gericht tegen artikel 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli 2002 « houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » (zaak nr. 2694) van de rol worden geschrapt. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2004. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, |
| A. Arts. | A. Arts. |