← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 78/2004 du 12 mai 2004 Numéros du rôle : 2593, 2595, 2608 et 2628 En
cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 80 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les
faillites, posées par le Tribunal du travail de La Cour d'arbitrage, composée
des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 78/2004 du 12 mai 2004 Numéros du rôle : 2593, 2595, 2608 et 2628 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 80 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par le Tribunal du travail de La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 78/2004 van 12 mei 2004 Rolnummers 2593, 2595, 2608 en 2628 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 80 en 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Mech Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 78/2004 du 12 mai 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 78/2004 van 12 mei 2004 |
Numéros du rôle : 2593, 2595, 2608 et 2628 | Rolnummers 2593, 2595, 2608 en 2628 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 80 et | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 80 en 82 van |
82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par le Tribunal | de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de |
du travail de Malines, le Tribunal de première instance de Louvain, le | Arbeidsrechtbank te Mechelen, de Rechtbank van eerste aanleg te |
Tribunal de première instance de Gand et la Cour d'appel d'Anvers. | Leuven, de Rechtbank van eerste aanleg te Gent en het Hof van Beroep |
te Antwerpen. | |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et L. Lavrysen, assistée | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en L. Lavrysen, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par jugement du 3 janvier 2003 en cause de l'a.s.b.l. Multipen | a. Bij vonnis van 3 januari 2003 in zake de v.z.w. Multipen tegen S. |
contre S. Manack, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Manack, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 8 janvier 2003, le Tribunal du travail de Malines a | ingekomen op 8 januari 2003, heeft de Arbeidsrechtbank te Mechelen de |
posé la question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 80 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, | « Schenden artikel 80 en artikel 82 van de faillissementswet van 8 |
tels qu'ils étaient applicables à la date du 14 juin 2000, violent-ils | augustus 1997, zoals toepasselijk per 14 juni 2000, de artikelen 10 en |
les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'ils ne permettent | 11 van de Grondwet bij zoverre zij op geen enkele wijze een rechter |
en aucune manière au juge de libérer le gérant du failli déclaré | toestaan de zaakvoerder van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde |
excusable de son engagement à payer les cotisations au statut social | van zijn/haar verbintenis tot het betalen van de bijdragen in het |
des indépendants (sur la base de l'article 3, § 1er, in fine, de | sociaal statuut der zelfstandigen (op grond van artikel 3, § 1, in |
l'arrêté royal n° 38 du 27 juillet 1967 organisant le statut social | fine, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, houdende |
des travailleurs indépendants, tel qu'il est actuellement applicable), | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, zoals thans van |
toepassing) te bevrijden, terwijl de verschoonbaar verklaarde | |
alors que le failli déclaré excusable, qui est tenu solidairement à ce | gefailleerde, die tot diezelfde betaling hoofdelijk is gehouden, wel |
même payement, en est libéré ? » | is bevrijd ? » |
b. Par jugement du 13 décembre 2002 en cause de J.-P. Vangeel et E. | b. Bij vonnis van 13 december 2002 in zake J.-P. Vangeel en E. Rutten |
Rutten contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe | tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour d'arbitrage le 10 janvier 2003, le Tribunal de première | Arbitragehof is ingekomen op 10 januari 2003, heeft de Rechtbank van |
instance de Louvain a posé les questions préjudicielles suivantes : | eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 82 de la loi sur les faillites du 8 août 1997, remplacé | 1. « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
par l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 | zoals vervangen door artikel 29 van de wet van 4 september 2002 tot |
août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des | wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het |
Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen, de artikelen | |
sociétés, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | 10 en 11 van de Grondwet doordat de echtgenoot van de gefailleerde, |
que le conjoint du failli, qui s'est personnellement obligé à la dette | die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van |
de ce dernier, est libéré, par suite de l'excusabilité, de cette | deze laatste, ingevolge de verschoonbaarheid bevrijd is van die |
obligation, alors que le conjoint du failli qui est tenu, en vertu | verplichting, terwijl de echtgenoot van de gefailleerde die krachtens |
d'une disposition légale, solidairement avec le failli au paiement | een wettelijke bepaling met de gefailleerde hoofdelijk gehouden is tot |
d'une dette de ce dernier n'est pas libéré, par suite de | betaling van een schuld van deze laatste, ingevolge de |
l'excusabilité, de cette obligation ? » | verschoonbaarheid niet bevrijd is van die verplichting ? » |
2. « L'article 82 de la loi sur les faillites du 8 août 1997, remplacé | 2. « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
par l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 | zoals vervangen door artikel 29 van de wet van 4 september 2002 tot |
août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des | wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het |
Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen, de artikelen | |
sociétés, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | 10 en 11 van de Grondwet doordat de echtgenoot van de gefailleerde |
que le conjoint du failli demeure obligé de payer la dette d'impôt du | verplicht blijft de belastingschuld van de gefailleerde inzake |
failli concernant le précompte immobilier pour l'habitation familiale | onroerende voorheffing voor de gezinswoning of personenbelastingen te |
ou l'impôt des personnes physiques, alors que le failli lui-même n'est | betalen, terwijl de gefailleerde zelf niet meer verplicht is deze |
plus obligé de payer cette dette d'impôt ? » | belastingschuld te betalen ? » |
c. Par jugement du 15 janvier 2003 en cause de la s.c.r.l. Onderling | c. Bij vonnis van 15 januari 2003 in zake de c.v.b.a. Onderling |
Beroepskrediet contre la s.n.c. Claus Karel Van Loo Patricia et | Beroepskrediet tegen de v.o.f. Claus Karel - Van Loo Patricia en |
autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 23 janvier 2003, le Tribunal de première instance de | ingekomen op 23 januari 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
Gand a posé la question préjudicielle suivante : | Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 82 (nouveau) de la loi sur les faillites viole-t-il les | « Schendt artikel 82 (nieuw) van de faillissementswet de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution et crée-t-il en particulier une | en 11 van de Grondwet en roept het in bijzonder een discriminatie in |
discrimination en tant qu'il aboutit à ce que le codébiteur solidaire | het leven, inzoverre het ertoe leidt dat de hoofdelijk verbonden |
bénéficie de l'avantage de la déclaration d'excusabilité comme | medeschuldenaar, als echtgenoot van de verschoonbaar verklaarde |
conjoint du failli déclaré excusable tandis que cet avantage n'est pas | gefailleerde, het voordeel van de verschoonbaarverklaring geniet |
accordé au codébiteur solidaire qui n'est pas le conjoint du failli, | terwijl dit voordeel niet wordt toegekend aan de hoofdelijk verbonden |
de sorte que le(s) créancier(s) ne peu(ven)t s'adresser au premier | medeschuldenaar, die niet de echtgenoot van de gefailleerde is, zodat |
de ene niet en de andere wel door de schuldeiser(s) kan worden | |
mais bien au second ? » | aangesproken ? » |
d. Par arrêt du 30 janvier 2003 en cause de D. Dillen et S. Maes | d. Bij arrest van 30 januari 2003 in zake D. Dillen en S. Maes tegen |
contre la s.a. Dexia Banque Belgique, dont l'expédition est parvenue | de n.v. Dexia Bank België, waarvan de expeditie ter griffie van het |
au greffe de la Cour d'arbitrage le 7 février 2003, la Cour d'appel | Arbitragehof is ingekomen op 7 februari 2003, heeft het Hof van Beroep |
d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : | te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 82 de la loi sur les faillites, inséré par la loi du 8 | « Schenden artikel 82 van de faillissementswet, ingevoerd bij wet van |
août 1997, et l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002, qui modifie | 8 augustus 1997 en artikel 29 van de wet van 4 september 2002, waarbij |
l'article 82 de la loi sur les faillites, violent-ils les articles 10 | artikel 82 van de faillissementswet gewijzigd wordt, de artikelen 10 |
et 11 de la Constitution en ce que seuls la personne qui, à titre | en 11 van de Grondwet doordat enkel de kosteloze borg en de echtgenoot |
gratuit, s'est rendue caution et le conjoint du failli déclaré | van de verschoonbaar verklaarde failliet [lees : gefailleerde] |
excusable sont déclarés libérés de leurs obligations pour les dettes | ontslagen worden verklaard van hun verplichtingen voor schulden van de |
du failli et que les coobligés gratuits et solidaires de dettes qui ne | failliet [lees : gefailleerde] en derhalve de kosteloze en hoofdelijke |
concernent que le failli ne sont, dès lors, pas libérés de leurs | medeschuldenaars van schulden die enkel de failliet [lees : |
obligations ? | gefailleerde] aangaan niet van hun verplichtingen worden ontslagen ? |
Subsidiairement : | Ondergeschikt : |
L'article 82 de la loi sur les faillites, inséré par la loi du 8 août | Schenden artikel 82 van de faillissementswet, ingevoerd bij wet van 8 |
1997, et l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002, qui modifie | augustus 1997 en artikel 29 van de wet van 4 september 2002, waarbij |
l'article 82 de la loi sur les faillites, violent-ils les articles 10 | artikel 82 van de faillissementswet wordt gewijzigd, de artikelen 10 |
et 11 de la Constitution en ce que des dispositions transitoires n'ont | en 11 van de Grondwet doordat geen overgangsbepalingen werden voorzien |
pas été prévues pour l'entrée en vigueur de l'article 82 de la loi sur | voor de inwerkingtreding van artikel 82 van de faillissementswet en de |
les faillites et sa modification en ce qui concerne les engagements existants ? » | wijziging ervan met betrekking tot bestaande verbintenissen ? » |
Ces affaires, inscrites respectivement sous les numéros 2593, 2595, | Die zaken, respectievelijk ingeschreven onder de nummers 2593, 2595, |
2608 et 2628 du rôle de la Cour, ont été jointes. | 2608 en 2628 van de rol van het Hof, zijn samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les questions préjudicielles posées dans les quatre affaires | B.1. De prejudiciële vragen in de vier samengevoegde zaken hebben |
jointes portent sur l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les | betrekking op artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
faillites, qui règle les effets de la déclaration d'excusabilité. | dat de gevolgen van de verschoonbaarverklaring bepaalt. |
L'article 82, avant qu'il soit modifié par la loi du 4 septembre 2002, | Artikel 82, vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 september 2002, |
énonçait : | luidde : |
« Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus être poursuivi | « Wanneer de gefailleerde verschoonbaar is verklaard, kan hij niet |
par ses créanciers. | meer worden vervolgd door zijn schuldeisers. |
Si le failli n'est pas déclaré excusable, les créanciers recouvrent le | Wanneer de gefailleerde niet verschoonbaar is verklaard, verkrijgen de |
schuldeisers opnieuw het recht om ieder afzonderlijk hun | |
droit d'exercer individuellement leur action sur ses biens. » | rechtsvordering tegen zijn goederen uit te oefenen. » |
B.2. Dans l'arrêt n° 132/2000, la Cour a décidé que cette disposition | B.2. In het arrest nr. 132/2000 heeft het Hof beslist dat die bepaling |
ne violait pas les articles 10 et 11 de la Constitution en tant | geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in |
qu'elle est uniquement applicable aux débiteurs qui ont la qualité de | zoverre zij enkel van toepassing is op de schuldenaars die de |
commerçant, étant donné que la loi du 5 juillet 1998, qui porte sur le | hoedanigheid van handelaar hebben vermits de wet van 5 juli 1998, die |
règlement collectif de dettes, a organisé pour les non-commerçants une | betrekking heeft op de collectieve schuldenregeling, voor de |
procédure différente qui peut conduire à une remise de dettes. | niet-handelaars een verschillende procedure heeft georganiseerd die |
kan leiden tot een kwijtschelding van schulden. | |
Dans le même arrêt, la Cour a répondu par la négative à la question de | In hetzelfde arrest antwoordde het Hof ontkennend op de vraag of |
savoir si l'article 82 viole les articles 10 et 11 de la Constitution | artikel 82 een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de |
en ce que la déclaration d'excusabilité porte également sur les dettes | Grondwet doordat de verschoonbaarverklaring ook op de fiscale schulden |
fiscales. | betrekking heeft. |
Dans l'arrêt n° 113/2002, la Cour a considéré que les articles 80 et | In het arrest nr. 113/2002 heeft het Hof geoordeeld dat de artikelen |
82 de la loi sur les faillites ne violent pas les articles 10 et 11 de | 80 en 82 van de faillissementswet de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet niet schenden in zoverre zij een verschil in behandeling | |
la Constitution en ce qu'ils impliquent une différence de traitement | impliceren tussen de schuldeisers van een verschoonbaar verklaarde |
entre les créanciers d'un failli déclaré excusable et les créanciers | gefailleerde en de schuldeisers van een gefailleerde die niet |
d'un failli qui n'est pas déclaré excusable. | verschoonbaar is verklaard. |
Enfin, dans l'arrêt n° 69/2002, la Cour a estimé que l'article 82 | In het arrest nr. 69/2002 ten slotte heeft het Hof geoordeeld dat |
violait les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne | artikel 82 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre het |
permettait en aucune manière qu'un juge puisse décharger de leur | op geen enkele wijze een rechter toestond de echtgenoot of de borg van |
engagement le conjoint ou la caution du failli déclaré excusable. | de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van hun verbintenis te bevrijden. |
B.3. L'article 82 a été remplacé par l'article 29 de la loi du 4 | B.3. Artikel 82 werd vervangen door artikel 29 van de wet van 4 |
septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le | september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus |
Code judiciaire et le Code des sociétés. Cette disposition énonce à | 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen. De |
présent : | bepaling luidt thans : |
« L'excusabilité éteint les dettes du failli et décharge les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution de ses obligations. Le conjoint du failli qui s'est personnellement obligé à la dette de son époux est libéré de cette obligation par l'effet de l'excusabilité. L'excusabilité est sans effet sur les dettes alimentaires du failli et celles qui résultent de l'obligation de réparer le dommage lié au décès ou à l'atteinte à l'intégrité physique d'une personne qu'il a | « De verschoonbaarheid doet de schulden van de gefailleerde teniet en ontslaat de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde van hun verplichtingen. De echtgenoot van de gefailleerde die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van deze laatste, wordt ingevolge de verschoonbaarheid bevrijd van die verplichting. De verschoonbaarheid heeft noch gevolgen voor de onderhoudschulden, noch voor de schulden voortvloeiend uit de verplichting tot herstel van de schade verbonden aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon waaraan de gefailleerde |
causé par sa faute. » | schuld heeft. » |
B.4. La question préjudicielle posée dans l'affaire n° 2593 se réfère | B.4. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 2593 refereert ook aan |
également à l'article 80 de la loi sur les faillites. Avant sa | |
modification par l'article 27 de la loi du 4 septembre 2002, cette | artikel 80 van de faillissementswet. Vóór de wijziging bij artikel 27 |
disposition énonçait : | van de wet van 4 september 2002 luidde die bepaling : |
« Sur le rapport du juge-commissaire, le tribunal ordonne la clôture | « Nadat de rechtbank in voorkomend geval de betwistingen betreffende |
de la faillite, après avoir tranché le cas échéant les contestations | de rekening heeft beslecht en de rekening zo nodig heeft verbeterd, |
relatives au compte et redressé celui-ci s'il y a lieu. Le juge-commissaire présente au tribunal, en chambre du Conseil, la délibération des créanciers relative à l'excusabilité du failli, et un rapport sur les circonstances de la faillite. Le tribunal décide si le failli est ou non excusable. La décision sur l'excusabilité est susceptible de tierce-opposition de la part des créanciers individuellement dans le mois à compter de la publication, ou de la part du failli dans le mois à compter de la notification du jugement de clôture. Le tribunal peut décider que le jugement ordonnant la clôture de la faillite sera publié par extrait au Moniteur belge . Ce jugement doit être publié lorsque le tribunal déclare le failli excusable. Sauf pour ce qui concerne son exécution, la clôture de la faillite met fin aux fonctions des curateurs; elle emporte décharge générale. » | beveelt zij, op verslag van de rechter-commissaris, de sluiting van het faillissement. De rechter-commissaris doet, aan de rechtbank in raadkamer mededeling van de beraadslaging van de schuldeisers over de verschoonbaarheid van de gefailleerde en brengt verslag uit over de omstandigheden van het faillissement. De rechtbank beslist of de gefailleerde al dan niet verschoonbaar is. Tegen die laatste beslissing over de verschoonbaarheid kan binnen een maand te rekenen van de bekendmaking derdenverzet worden gedaan door de individuele schuldeisers, of door de gefailleerde binnen een maand te rekenen van de kennisgeving van het vonnis tot sluiting van het faillissement. De rechtbank kan beslissen dat het vonnis waarbij de sluiting van het faillissement wordt bevolen, bij uittreksel wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . Het vonnis moet bekendgemaakt worden wanneer de rechtbank de gefailleerde verschoonbaar verklaart. De sluiting van het faillissement maakt een einde aan de opdracht van de curators, behalve wat de uitvoering van de sluiting betreft, en houdt een algemene kwijting in. » |
Cette même disposition, telle qu'elle a été modifiée par la loi du 4 | Dezelfde bepaling, zoals gewijzigd bij de wet van 4 september 2002, |
septembre 2002, énonce : | luidt : |
« Sur le rapport du juge-commissaire, le failli dûment appelé par pli | « Nadat de rechtbank in voorkomend geval de betwistingen betreffende |
judiciaire contenant le texte du présent article, le tribunal ordonne | de rekening heeft beslecht en de rekening zo nodig heeft verbeterd, |
la clôture de la faillite, après avoir tranché le cas échéant les | beveelt zij, op verslag van de rechter-commissaris, nadat de |
contestations relatives au compte et redressé celui-ci s'il y a lieu. | gefailleerde behoorlijk is opgeroepen met een gerechtsbrief die de |
Le juge-commissaire présente au tribunal, en chambre du conseil, la | tekst van dit artikel bevat, de sluiting van het faillissement. |
délibération des créanciers relative à l'excusabilité du failli, et un | De rechter-commissaris doet aan de rechtbank in raadkamer mededeling |
rapport sur les circonstances de la faillite. Le curateur et le failli | van de beraadslaging van de schuldeisers over de verschoonbaarheid van |
de gefailleerde en brengt verslag uit over de omstandigheden van het | |
sont entendus en chambre du conseil sur l'excusabilité et sur la | faillissement. De curator en de gefailleerde worden in raadkamer |
clôture de la faillite. Sauf circonstances graves spécialement | gehoord over de verschoonbaarheid en over de sluiting van het |
motivées, le tribunal prononce l'excusabilité du failli malheureux et de bonne foi. La décision sur l'excusabilité est susceptible de tierce-opposition par citation donnée au curateur et au failli de la part des créanciers individuellement dans le mois à compter de la publication du jugement de clôture de la faillite. Le jugement ordonnant la clôture de la faillite est notifié au failli par les soins du greffier. Le tribunal peut décider que le jugement ordonnant la clôture de la faillite sera publié par extrait au Moniteur belge . Ce jugement doit être publié lorsque le tribunal déclare le failli excusable. Sauf pour ce qui concerne son exécution, la clôture de la faillite met fin aux fonctions des curateurs; elle emporte décharge générale. » | faillissement. Behalve in geval van gewichtige omstandigheden, met bijzondere redenen omkleed, spreekt de rechtbank de verschoonbaarheid uit van de ongelukkige gefailleerde die te goeder trouw handelt. De beslissing over de verschoonbaarheid is vatbaar voor derdenverzet bij wijze van een dagvaarding die de individuele schuldeisers binnen een maand te rekenen van de bekendmaking van het vonnis tot sluiting van het faillissement ervan aan de curator en aan de gefailleerde kunnen doen. Van het vonnis dat de sluiting van het faillissement gelast, wordt door toedoen van de griffier aan de gefailleerde kennis gegeven. De rechtbank kan beslissen dat het vonnis waarbij de sluiting van het faillissement wordt bevolen, bij uittreksel wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . Het vonnis moet bekendgemaakt worden wanneer de rechtbank de gefailleerde verschoonbaar verklaart. De sluiting van het faillissement maakt een einde aan de opdracht van de curators, behalve wat de uitvoering van de sluiting betreft, en houdt een algemene kwijting in. » |
B.5. La question préjudicielle posée dans l'affaire n° 2593 porte sur | B.5. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 2593 heeft betrekking op de |
les anciens articles 80 et 82. Il est demandé à la Cour si ces | oude artikelen 80 en 82. Het Hof wordt gevraagd of die bepalingen |
dispositions sont discriminatoires en ce qu'elles ne permettent en | discrimineren doordat zij de rechter op geen enkele wijze toestaan de |
aucune manière au juge de libérer le gérant d'une personne morale | zaakvoerder van een verschoonbaar verklaarde rechtspersoon te |
déclarée excusable de l'obligation de payer ses cotisations sociales | bevrijden van zijn verbintenis tot het betalen van zijn sociale |
d'indépendant alors que la personne morale déclarée excusable, qui est | bijdragen als zelfstandige, terwijl de verschoonbaar verklaarde |
solidairement tenue au paiement des cotisations sociales du gérant, en | rechtspersoon, die hoofdelijk gehouden is tot het betalen van de |
est, quant à elle, libérée. | sociale bijdragen van de zaakvoerder, wel is bevrijd. |
Dans l'affaire n° 2595, la question est de savoir si le nouvel article | In de zaak nr. 2595 luidt de vraag of het nieuwe artikel 82 |
82 est discriminatoire en ce que le conjoint du failli qui s'est | discrimineert doordat de echtgenoot van de gefailleerde die zich |
personnellement obligé à la dette de celui-ci est libéré, par l'effet | persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor diens schuld, door de |
de l'excusabilité, de cette dette, alors que le conjoint qui est, en | verschoonbaarverklaring bevrijd is van die schuld, terwijl de |
vertu d'une disposition légale, solidaire du failli n'est pas libéré | echtgenoot die krachtens een wettelijke bepaling hoofdelijk gehouden |
de l'obligation de payer cette dette par l'effet de la déclaration d'excusabilité. | is met de gefailleerde, door de verschoonbaarverklaring niet bevrijd |
Il apparaît des éléments de cette affaire que la question concerne | is van de verplichting tot betaling van die schuld. |
uniquement des dettes d'impôts. C'est également ce qui se déduit de la | Uit de gegevens van die zaak blijkt dat de vraag enkel |
deuxième question préjudicielle posée dans cette affaire, qui demande | belastingschulden betreft. Dit blijkt ook uit de tweede in die zaak |
si le nouvel article 82 est discriminatoire en ce que le conjoint du failli reste tenu d'acquitter la dette d'impôt du failli afférente au précompte immobilier pour l'habitation familiale ou à l'impôt des personnes physiques, alors que le failli lui-même n'est plus tenu d'acquitter cette dette d'impôt. Dans l'affaire n° 2608, il est demandé à la Cour si le nouvel article 82 est discriminatoire en ce que le codébiteur solidaire qui est le conjoint du failli déclaré excusable bénéficie de l'excusabilité, alors que cet avantage n'est pas accordé au codébiteur solidaire qui n'est pas le conjoint du failli, de sorte que les créanciers ne peuvent se retourner contre l'un mais bien contre l'autre. | gestelde prejudiciële vraag, namelijk of het nieuwe artikel 82 discrimineert doordat de echtgenoot van de gefailleerde verplicht blijft de belastingschuld van de gefailleerde inzake onroerende voorheffing voor de gezinswoning of inzake personenbelastingen te betalen, terwijl de gefailleerde zelf niet meer verplicht is die belastingschuld te betalen. In de zaak nr. 2608 wordt het Hof gevraagd of het nieuwe artikel 82 discrimineert doordat de hoofdelijk verbonden medeschuldenaar die echtgenoot is van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde het voordeel van de verschoonbaarheid geniet, terwijl dat voordeel niet wordt toegekend aan de hoofdelijk verbonden medeschuldenaar die niet de echtgenoot is van de gefailleerde, zodat de ene niet en de andere |
Dans l'affaire n° 2628, la question est de savoir si le nouvel article | wel door de schuldeisers kan worden aangesproken. In de zaak nr. 2628 luidt de vraag of het nieuwe artikel 82 |
82 est discriminatoire en ce qu'il libère uniquement la caution à | discrimineert doordat het enkel de kosteloze borg en de echtgenoot |
titre gratuit et le conjoint de leurs obligations concernant la dette | ontslaat van hun verplichtingen voor de schuld van de verschoonbaar |
du failli déclaré excusable et non les codébiteurs solidaires à titre | verklaarde gefailleerde en niet de kosteloze hoofdelijke |
gratuit. | medeschuldenaars. |
Dans la même affaire, il est également demandé si l'article 82 de la | In dezelfde zaak wordt ook gevraagd of artikel 82 van de wet van 8 |
loi du 8 août 1997 et l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002, qui | augustus 1997 en artikel 29 van de wet van 4 september 2002 dat dat |
modifie l'article 82, sont discriminatoires en ce qu'il n'a pas été | artikel wijzigt, discrimineren doordat voor de op het ogenblik van de |
prévu de régime transitoire pour les engagements existant au moment de | inwerkingtreding van die twee wetten reeds bestaande verbintenissen |
l'entrée en vigueur de ces deux lois. | niet in een overgangsregeling werd voorzien. |
B.6. La Cour examine l'article 82 dans l'interprétation des juges a quo selon laquelle la déclaration d'excusabilité a pour effet que les dettes ne s'éteignent que dans le chef du failli, de certaines cautions et de certains codébiteurs. B.7. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.8. La disposition litigieuse s'inscrit dans la législation sur les faillites, qui vise essentiellement à réaliser un juste équilibre entre les intérêts du débiteur et ceux des créanciers. La déclaration d'excusabilité constitue pour le failli une mesure de faveur qui lui permet de reprendre ses activités sur une base assainie et ceci, non seulement dans son intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne ses activités sur une telle base (Doc. | B.6. Het Hof onderzoekt artikel 82 in de interpretatie van de verwijzende rechters, die ervan uitgaan dat de verklaring van verschoonbaarheid tot gevolg heeft dat de schulden slechts wat de gefailleerde en bepaalde borgen en medeschuldenaars betreft tenietgaan. B.7. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.8. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van de faillissementswetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar en de belangen van de schuldeisers. De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op |
parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/1, p. 35). Les travaux préparatoires | een dergelijke basis hervat (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, |
précisent que « l'excusabilité reste une mesure de faveur accordée au | p. 35). In de parlementaire voorbereiding wordt gepreciseerd dat « |
verschoonbaarheid [...] een gunst [is] die aan de handelspartner wordt | |
débiteur qui, nonobstant sa faillite, peut être un partenaire | gegeven inzoverre hij, naar redelijke verwachtingen, een betrouwbare |
commercial fiable dont le maintien en activité commerciale ou | tegenpartij zal zijn wiens handels- of industriële activiteit het |
industrielle sert l'intérêt général » (ibid., p. 36). | algemeen belang zal dienen » (ibid., p. 36). |
De wetgever, die van oordeel is dat « de mogelijkheid tot herstel | |
Jugeant que « la faculté de se redresser est [...] utopique si [le | [...] utopisch [blijft] indien [de gefailleerde] de last van het |
failli] doit conserver la charge du passif », le législateur a estimé | passief moet blijven dragen », heeft gemeend dat « het [...] immers |
que « rien ne justifie que la défaillance du débiteur, conséquence de | niet te verantwoorden [is] dat het in gebreke blijven van de |
schuldenaar als gevolg van omstandigheden waarvan hij het slachtoffer | |
circonstances dont il est victime, l'empêche de reprendre d'autres | is, hem verhindert andere activiteiten te verrichten » (Parl. St., |
activités » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/13, p. 50). | Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 50). Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een |
Il ressort des travaux parlementaires que le législateur s'est soucié | evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde |
de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts combinés de la | belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers |
personne du failli, des créanciers, des travailleurs et de l'économie | en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft |
dans son ensemble » et d'assurer un règlement humain qui respecte les | willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt |
droits de toutes les parties intéressées (ibid., p. 29). | (ibid., p. 29). |
Par la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les | Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet |
van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van | |
faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés, le législateur | vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid |
a entendu atteindre les objectifs originaires avec encore davantage | de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, |
d'efficacité (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, n° 1132/1, p. 1). | 2001-2002, nr. 1132/1, p. 1). |
B.9. Le législateur, en permettant au tribunal de déclarer le failli | B.9. De wetgever heeft, door de rechtbank de mogelijkheid te geven de |
excusable, a pris une mesure conforme aux objectifs précités. | gefailleerde verschoonbaar te verklaren, een maatregel genomen die in |
overeenstemming is met de vermelde doelstellingen. | |
Par la loi du 4 septembre 2002, le législateur a introduit une | Bij de wet van 4 september 2002 heeft de wetgever een nieuwe |
exigence nouvelle : le failli ne peut être excusé que s'il est | voorwaarde ingevoerd : de gefailleerde kan enkel verschoonbaar worden |
verklaard wanneer hij ongelukkig en te goeder trouw is. Wanneer hij | |
malheureux et de bonne foi. S'il satisfait à cette condition, | aan die voorwaarde voldoet, kan hem de verschoonbaarheid door de |
l'excusabilité ne peut lui être refusée que si le tribunal constate | rechtbank slechts geweigerd worden « ingeval van gewichtige |
qu'il existe des « circonstances graves spécialement motivées ». | omstandigheden, met bijzondere redenen omkleed ». |
B.10. Etant donné que la loi du 4 septembre 2002 libère de leurs | B.10. Nu de wet van 4 september 2002 niet alleen de gefailleerde maar |
obligations non seulement le failli mais également le conjoint du | ook de echtgenoot van de gefailleerde die zich persoonlijk |
failli qui s'est personnellement obligé à la dette du failli et les | aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde, en de |
personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution d'une obligation du failli, la Cour doit examiner si cette mesure n'a pas d'effets discriminatoires à l'égard d'autres personnes tenues d'acquitter certaines dettes du failli. Pour ce faire, la Cour doit tenir compte, d'une part, des objectifs économiques et sociaux de la mesure litigieuse et, d'autre part, des principes, applicables en la matière, du droit patrimonial civil, en vertu desquels « les conventions légalement formées tiennent lieu de loi à ceux qui les ont faites » (article 1134, alinéa 1er, du Code civil) et « quiconque est obligé personnellement est tenu de remplir ses engagements sur tous ses biens mobiliers ou immobiliers, présents et à venir » (article 7 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851). Il convient d'examiner spécialement si la mesure litigieuse n'a pas de conséquences disproportionnées pour l'une des parties concernées par la faillite. | natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde, van hun verplichtingen bevrijdt, dient het Hof te onderzoeken of die maatregel geen discriminatie inhoudt ten aanzien van andere personen die ertoe gehouden zijn sommige schulden van de gefailleerde te vereffenen. Het dient daarbij rekening te houden, enerzijds, met de economische en sociale doelstellingen van de in het geding zijnde maatregel en, anderzijds, met de ter zake geldende beginselen van het burgerlijk vermogensrecht volgens welke « alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan [...] degenen die deze hebben aangegaan, tot wet [strekken] » (artikel 1134, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en « ieder die persoonlijk verbonden is, is gehouden zijn verbintenissen na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige » (artikel 7 van de hypotheekwet van 16 december 1851). Inzonderheid moet worden onderzocht of de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige gevolgen doet ontstaan voor één van de bij het faillissement betrokken partijen. |
B.11.1. La règle de l'excusabilité porte sur les dettes propres au failli. L'extension des effets de l'excusabilité au conjoint du failli qui s'est personnellement obligé à la dette du failli et aux personnes physiques qui se sont rendues caution à titre gratuit d'une obligation du failli se situe dans le prolongement de cette règle. Ils ont certes souscrit une obligation propre de caution, mais cette obligation ne porte pas sur le paiement d'une dette propre, mais sur la liquidation d'une dette du débiteur principal failli. Compte tenu de cette particularité, il peut être objectivement et raisonnablement justifié : - que le législateur n'ait pas laissé au juge la possibilité de libérer le gérant d'une personne morale déclarée excusable de son obligation propre de payer ses cotisations sociales d'indépendant, alors que la personne morale déclarée excusable, qui est solidairement tenue au paiement des cotisations sociales du gérant, peut, quant à | B.11.1. De regeling van de verschoonbaarheid slaat op de eigen schulden van de gefailleerde. De uitbreiding van de gevolgen van de verschoonbaarheid tot de echtgenoot van de gefailleerde die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde, en de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde, ligt in het verlengde van die regeling. Zij hebben weliswaar een eigen verbintenis tot zekerheid aangegaan, doch die verbintenis betreft niet het betalen van een eigen schuld, maar het vereffenen van een schuld van de gefailleerde hoofdschuldenaar. Rekening houdend met die bijzonderheid, kan het objectief en redelijk worden verantwoord dat : - de wetgever aan de rechter niet de mogelijkheid heeft geboden de zaakvoerder van een verschoonbaar verklaarde rechtspersoon te bevrijden van zijn eigen verbintenis tot het betalen van zijn sociale bijdragen als zelfstandige, terwijl de verschoonbaar verklaarde rechtspersoon, die hoofdelijk gehouden is tot het betalen van de |
elle, être libérée de cette obligation, conformément aux articles 81 à | sociale bijdragen van de zaakvoerder, krachtens de artikelen 81 tot 83 |
83 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, avant sa modification | van de faillissementswet van 8 augustus 1997, vóór de wijziging ervan |
par la loi du 4 septembre 2002; - que la déclaration d'excusabilité libère uniquement la caution à titre gratuit et le conjoint de leurs obligations concernant la dette du failli déclaré excusable et non les codébiteurs solidaires à titre gratuit. Tant dans le cas du gérant que dans le cas du codébiteur solidaire, il s'agit de dettes qui sont, entièrement ou partiellement, propres à la personne autre que le failli et ne peuvent dès lors entrer dans le champ d'application de la mesure d'excusabilité sans restreindre de manière disproportionnée les droits des créanciers. | bij de wet van 4 september 2002, wel van die verbintenis kan worden bevrijd; - de verschoonbaarverklaring enkel de kosteloze borg en de echtgenoot ontslaat van hun verplichtingen voor de schuld van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde en niet de kosteloze hoofdelijke medeschuldenaars. Zowel in het geval van de zaakvoerder als in het geval van de hoofdelijke medeschuldenaar gaat het om schulden die, geheel of gedeeltelijk, eigen zijn aan de andere persoon dan de gefailleerde en derhalve niet onder de maatregel van de verschoonbaarheid kunnen worden gebracht zonder de rechten van de schuldeisers op onevenredige wijze te beperken. |
B.11.2. Les différences de traitement soumises à la Cour n'ont pas | B.11.2. Voor de zaakvoerders en de kosteloze hoofdelijke |
d'effets disproportionnés pour les gérants et les codébiteurs | medeschuldenaars doen de aan het Hof voorgelegde verschillen in |
solidaires à titre gratuit. En effet, s'ils n'entrent pas eux-mêmes en | behandeling geen onevenredige gevolgen ontstaan. Indien ze niet zelf |
ligne de compte pour l'excusabilité en tant que commerçants, la loi du | als handelaar voor verschoonbaarheid in aanmerking komen, heeft de wet |
5 juillet 1998, qui porte sur le règlement collectif de dettes, a | van 5 juli 1998, die betrekking heeft op de collectieve |
organisé pour les non-commerçants une procédure distincte qui peut | schuldenregeling, voor de niet-handelaars immers een verschillende |
aboutir à une remise de dettes. | procedure georganiseerd die kan leiden tot een kwijtschelding van schulden. |
La question préjudicielle dans l'affaire n° 2593 et la première | De prejudiciële vraag in de zaak nr. 2593 en de eerste prejudiciële |
question préjudicielle dans l'affaire n° 2628 appellent une réponse | vraag in de zaak nr. 2628 dienen ontkennend te worden beantwoord. |
négative. B.11.3. En ce qui concerne le conjoint qui s'est personnellement | B.11.3. Wat de echtgenoot betreft die zich persoonlijk aansprakelijk |
obligé à la dette du failli, qui, du fait de l'excusabilité, est | heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde die ten gevolge van |
libéré de cette obligation, le législateur, en ce qu'il ne permet en | de verschoonbaarheid van die verplichting wordt bevrijd, heeft de |
aucune façon au juge de libérer de son obligation le conjoint du | wetgever - des te meer nu de verschoonbaarheid is omgevormd van een |
failli déclaré excusable, a laissé subsister une discrimination - | gunstmaatregel tot een voorwaardelijk recht voor de gefailleerde - in |
d'autant que l'excusabilité, qui était auparavant une mesure de | zoverre hij op geen enkele wijze de rechter toestaat de echtgenoot van |
faveur, est à présent un droit conditionnel pour le failli -, en tant | de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van zijn verbintenis te |
que le conjoint qui est, en vertu d'une disposition fiscale, obligé à | bevrijden, een discriminatie laten bestaan in zoverre de echtgenoot |
une dette d'impôt du failli, ne peut être libéré, par la déclaration | die krachtens een fiscale bepaling gehouden is tot een belastingschuld |
d'excusabilité, de l'obligation de payer cette dette. | met de gefailleerde, door de verschoonbaarverklaring niet kan worden |
Dans cette mesure, les questions préjudicielles posées dans l'affaire | bevrijd van de verplichting tot betaling van die schuld. |
n° 2595 appellent une réponse affirmative. B.12. L'extension des effets de l'excusabilité au conjoint qui s'est personnellement obligé à la dette du failli a été instaurée parce que, en cas de communauté de biens, les revenus du failli d'une nouvelle activité professionnelle entrent dans le patrimoine commun (article 1405, alinéa 1er, du Code civil). Les poursuites exercées sur les biens du conjoint par les créanciers du failli pourraient atteindre les revenus procurés par la nouvelle activité de celui-ci, ce qui serait contraire à l'objectif poursuivi. Il peut dès lors se justifier de manière objective et raisonnable que les effets de l'excusabilité ne soient pas étendus au codébiteur solidaire qui n'est pas le conjoint du failli. En effet, dans cette hypothèse, il n'est pas question d'un patrimoine commun. Pour les raisons exposées au B.11.2, la différence de traitement entre les conjoints et d'autres codébiteurs ne produit pas d'effets disproportionnés. | In die mate dienen de prejudiciële vragen in de zaak nr. 2595 bevestigend te worden beantwoord. B.12. De uitbreiding van de gevolgen van de verschoonbaarheid tot de echtgenoot die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde, werd ingevoerd omdat, in geval van gemeenschap van goederen, de inkomsten van de gefailleerde uit een nieuwe beroepsactiviteit in het gemeenschappelijke vermogen terechtkomen (artikel 1405, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek). Vervolgingen op de goederen van de echtgenoot, ingesteld door de schuldeisers van de gefailleerde, zouden de inkomens van de gefailleerde uit zijn nieuwe activiteiten kunnen raken, wat strijdig zou zijn met het nagestreefde doel. Het kan derhalve objectief en redelijk worden verantwoord dat de gevolgen van de verschoonbaarheid niet werden uitgebreid tot de hoofdelijk verbonden medeschuldenaar die niet de echtgenoot is van de gefailleerde. In dat geval is immers geen sprake van een gemeenschappelijk vermogen. Om de in B.11.2 uiteengezette redenen doet het verschil in behandeling van echtgenoten en andere medeschuldenaars geen onevenredige gevolgen ontstaan. |
La question préjudicielle dans l'affaire n° 2608 appelle une réponse | De prejudiciële vraag in de zaak nr. 2608 dient ontkennend te worden |
négative. | beantwoord. |
B.13. Enfin, pour répondre à la question posée à titre subsidiaire | B.13. Ten slotte, om te antwoorden op de vraag die in ondergeschikte |
dans l'affaire n° 2628, la Cour doit encore examiner si le législateur | orde in de zaak nr. 2628 is gesteld, dient het Hof nog na te gaan of |
n'a pas violé les articles 10 et 11 de la Constitution en ne prévoyant | de wetgever de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet heeft |
geschonden door niet in overgangsmaatregelen te voorzien, noch voor de | |
de mesures transitoires ni pour l'entrée en vigueur de l'article 82 de | inwerkingtreding van artikel 82 van de faillissementswet, ingevoegd |
la loi sur les faillites, inséré par la loi du 8 août 1997, ni pour | bij de wet van 8 augustus 1997, noch voor de inwerkingtreding van |
celle de l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002 qui a modifié cet | artikel 29 van de wet van 4 september 2002, dat dat artikel 82 heeft |
article 82. | gewijzigd. |
B.14. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 8 août 1997 | B.14. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 8 augustus |
que le législateur a entendu permettre au tribunal de commerce | 1997 blijkt dat de wetgever de rechtbank van koophandel de |
d'accorder au failli une faveur lui permettant de reprendre ses | mogelijkheid heeft willen geven om aan de gefailleerde een gunst toe |
te kennen die hem in staat stelt zijn activiteiten op een | |
activités sur une base assainie, et ceci non seulement dans son | aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang |
intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains | maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die |
d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne | belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op |
ses activités sur une telle base (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° | een dergelijke basis hervat (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, |
631/1, p. 35). Une telle mesure ne pouvait atteindre son objectif que | p. 35). Een dergelijke maatregel kon zijn doel enkel bereiken indien |
si elle pouvait s'appliquer aux dettes contractées par le failli avant | hij kon worden toegepast op de schulden die door de gefailleerde waren |
l'entrée en vigueur de la loi. Une disposition transitoire dérogeant à | gemaakt vóór de inwerkingtreding van de wet. Een overgangsbepaling die |
cette application immédiate eût introduit une différence de traitement | van die onmiddellijke toepassing afwijkt, zou onder de schuldeisers |
entre créanciers incompatible avec l'égalité qui doit régner entre | een verschil in behandeling hebben ingevoerd dat onverenigbaar is met |
de gelijkheid die onder hen moet heersen. Hetzelfde geldt voor de | |
eux. Il en est de même des dispositions de la loi du 4 septembre 2002 | bepalingen van de wet van 4 september 2002 die de regeling van de |
qui ont modifié le régime de l'excusabilité du failli. | verschoonbaarheid van de gefailleerde hebben gewijzigd. |
B.15. Il est vrai que cette application immédiate est de nature à | B.15. Die onmiddellijke toepassing is weliswaar van die aard dat zij |
méconnaître l'intérêt qu'ont les créanciers à prévoir les effets | het belang negeert dat de schuldeisers hebben om de juridische |
juridiques de leurs actes. Mais c'est à dessein que le législateur a | gevolgen van hun handelingen te voorzien. Het is evenwel met opzet dat |
estimé pouvoir sacrifier les intérêts individuels de certains | de wetgever heeft geoordeeld de individuele belangen van sommige |
créanciers parce qu'il avait pour objectif de favoriser le débiteur | schuldeisers te kunnen opofferen omdat hij tot doel had aan de |
qui, « nonobstant sa faillite peut être un partenaire commercial | handelspartner een gunst te geven « inzoverre hij, naar redelijke |
fiable dont le maintien en activité commerciale ou industrielle sert | verwachtingen, een betrouwbare tegenpartij zal zijn wiens handels- of |
l'intérêt général » (ibid., p. 36). Lorsque, spécialement en matière économique, le législateur estime devoir faire prévaloir l'intérêt général sur des intérêts individuels, la Cour ne pourrait le censurer, au nom du principe d'égalité, que si ce choix était dénué de justification raisonnable, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. Le tribunal de commerce conserve d'ailleurs la faculté de refuser l'excusabilité si le failli n'est pas malheureux et de bonne foi et même, lorsqu'il satisfait à cette condition, si des circonstances graves qui, selon la loi, doivent être spécialement motivées, justifient ce refus. B.16. Dès lors que le législateur décidait que l'excusabilité accordée au failli s'étend à son conjoint lorsqu'il s'est personnellement obligé ainsi qu'à la personne physique qui s'est portée caution de ses obligations à titre gratuit, le législateur devait rendre les dispositions nouvelles immédiatement applicables sans quoi il eût perpétué, entre ces personnes et le failli excusé, la discrimination que la Cour a condamnée dans son arrêt n° 69/2002. B.17. Il s'ensuit qu'en n'ajoutant pas de dispositions transitoires | industriële activiteit het algemeen belang zal dienen » (ibid., p. 36). Wanneer de wetgever, specifiek op economisch vlak, van oordeel is dat het algemeen belang voorrang moet krijgen op de individuele belangen, zou het Hof zulks, in naam van het gelijkheidsbeginsel, slechts kunnen veroordelen indien die keuze zonder redelijke verantwoording is, wat te dezen niet het geval is. De rechtbank van koophandel behoudt trouwens de mogelijkheid om de verschoonbaarheid te weigeren indien de gefailleerde niet ongelukkig en te goeder trouw is, en zelfs wanneer hij die voorwaarde vervult, indien ernstige omstandigheden die volgens de wet speciaal moeten worden gemotiveerd, die weigering verantwoorden. B.16. Vermits de wetgever besliste dat de aan de gefailleerde toegekende verschoonbaarheid ook geldt voor zijn echtgenoot wanneer hij zich persoonlijk heeft verbonden alsmede voor de natuurlijke persoon die zich kosteloos borg heeft gesteld voor zijn verplichtingen, diende de wetgever de nieuwe bepalingen onmiddellijk toepasselijk te maken, zo niet had hij tussen die personen en de verschoonbaar verklaarde gefailleerde de discriminatie voortgezet die het Hof in zijn arrest nr. 69/2002 heeft veroordeeld. B.17. Daaruit volgt dat de wetgever, door geen overgangsbepalingen toe |
aux lois des 8 août 1997 et 4 septembre 2002, le législateur n'a pas | te voegen aan de wetten van 8 augustus 1997 en 4 september 2002, het |
méconnu le principe d'égalité. | gelijkheidsbeginsel niet heeft geschonden. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. Les articles 80 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, | 1. De artikelen 80 en 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
tels qu'ils étaient applicables avant la modification opérée par la | zoals van toepassing vóór de wijziging bij de wet van 4 september |
loi du 4 septembre 2002, ne violent pas les articles 10 et 11 de la | 2002, schenden niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij |
Constitution en ce qu'ils ne permettent pas au juge de libérer le | de rechter niet toestaan de zaakvoerder van een verschoonbaar |
gérant d'une personne morale déclarée excusable de son obligation | verklaarde rechtspersoon te bevrijden van zijn eigen verbintenis tot |
propre de payer ses cotisations sociales d'indépendant. | het betalen van zijn sociale bijdragen als zelfstandige. |
2. L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel qu'il | 2. Artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals van |
est applicable depuis sa modification par la loi du 4 septembre 2002, | toepassing sinds de wijziging bij de wet van 4 september 2002, schendt |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le conjoint | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de echtgenoot van de |
du failli déclaré excusable reste tenu au paiement de la dette d'impôt | verschoonbaar verklaarde gefailleerde verplicht blijft de |
du failli afférente au précompte immobilier pour l'habitation | belastingschuld van de gefailleerde inzake onroerende voorheffing voor |
familiale ou à l'impôt des personnes physiques. | de gezinswoning of inzake personenbelastingen te betalen. |
3. La même disposition ne viole pas les articles 10 et 11 de la | 3. Dezelfde bepaling schendt niet de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet doordat de hoofdelijk verbonden medeschuldenaar die | |
Constitution en ce que le codébiteur solidaire qui est le conjoint du | echtgenoot is van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde, het |
failli déclaré excusable bénéficie de l'excusabilité. | voordeel van de verschoonbaarheid geniet. |
4. La même disposition ne viole pas les articles 10 et 11 de la | 4. Dezelfde bepaling schendt niet de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution en ce qu'elle décharge uniquement la caution à titre | Grondwet doordat ze enkel de kosteloze borg en de echtgenoot ontslaat |
gratuit et le conjoint de leurs engagements envers la dette du failli | van hun verplichtingen voor de schuld van de verschoonbaar verklaarde |
déclaré excusable. | gefailleerde. |
5. La même disposition ne viole pas les articles 10 et 11 de la | 5. Dezelfde bepaling schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution en ce que ni la loi du 8 août 1997 ni la loi du 4 | niet doordat noch in de wet van 8 augustus 1997, noch in de wet van 4 |
septembre 2002 n'ont prévu de régime transitoire pour les engagements | september 2002 in een overgangsregeling werd voorzien voor de op het |
existant au moment où elles sont entrées en vigueur. | ogenblik van hun inwerkingtreding reeds bestaande verbintenissen. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 12 mai 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 12 mei 2004. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |