← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 114/2004 du 30 juin 2004 Numéros du rôle : 2674 et 2789 En
cause : - le recours en annulation de l'article 81, 1°, et des mots « à titre gratuit » dans
l'article 82, alinéa 1 er , de la loi du 8 août 1997 s - la question
préjudicielle relative à l'article 81 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel(...)"
Extrait de l'arrêt n° 114/2004 du 30 juin 2004 Numéros du rôle : 2674 et 2789 En cause : - le recours en annulation de l'article 81, 1°, et des mots « à titre gratuit » dans l'article 82, alinéa 1 er , de la loi du 8 août 1997 s - la question préjudicielle relative à l'article 81 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel(...) | Uittreksel uit arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004 Rolnummers 2674 en 2789 In zake : - het beroep tot vernietiging van artikel 81, 1°, en van het woord « kosteloos » in artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 19 - de prejudiciële vraag betreffende artikel 81 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 114/2004 du 30 juin 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004 |
Numéros du rôle : 2674 et 2789 | Rolnummers 2674 en 2789 |
En cause : | In zake : |
- le recours en annulation de l'article 81, 1°, et des mots « à titre | - het beroep tot vernietiging van artikel 81, 1°, en van het woord « |
gratuit » dans l'article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur | kosteloos » in artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 |
les faillites, tels que ces articles ont été remplacés par la loi du 4 | augustus 1997, zoals die artikelen zijn vervangen bij de wet van 4 |
septembre 2002, introduit par R. Van der Noordaa; | september 2002, ingesteld door R. Van der Noordaa; |
- la question préjudicielle relative à l'article 81 de la loi du 8 | - de prejudiciële vraag betreffende artikel 81 van de |
août 1997 sur les faillites, tel qu'il a été modifié par l'article 28 | faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij artikel 28 |
de la loi du 4 septembre 2002, posée par le Tribunal de première | van de wet van 4 september 2002, gesteld door de Rechtbank van eerste |
instance de Dinant. | aanleg te Dinant. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van het beroep en van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le | a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 maart |
21 mars 2003 et parvenue au greffe le 24 mars 2003, R. Van der | 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 |
Noordaa, demeurant à 1300 Limal, Bois de l'Abbé 6, a introduit un | maart 2003, heeft R. Van der Noordaa, wonende te 1300 Limal, Bois de |
recours en annulation de l'article 81, 1°, et des mots « à titre | l'Abbé 6, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 81, 1°, en van |
gratuit » dans l'article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur | het woord « kosteloos » in artikel 82, eerste lid, van de |
faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals die artikelen zijn | |
les faillites, tels que ces articles ont été remplacés par la loi du 4 | vervangen bij de wet van 4 september 2002 (bekendgemaakt in het |
septembre 2002 (publiée au Moniteur belge du 21 septembre 2002). | Belgisch Staatsblad van 21 september 2002). |
b. Par jugement du 11 septembre 2003 en cause de la s.a. Fortis Banque | b. Bij vonnis van 11 september 2003 in zake de n.v. Fortis Bank tegen |
contre F. Laffineur, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | F. Laffineur, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
Cour d'arbitrage le 23 septembre 2003, le Tribunal de première | ingekomen op 23 september 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
instance de Dinant a posé la question préjudicielle suivante : | te Dinant de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 81 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel qu'il a | « Schendt artikel 81 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
été modifié par l'article 28 de la loi du 4 septembre 2002, en tant | zoals gewijzigd bij artikel 28 van de wet van 4 september 2002, in |
qu'il exclut de l'excusabilité les personnes morales, entraînant comme | zoverre het de rechtspersonen van de verschoonbaarheid uitsluit, met |
conséquence que les personnes physiques, qui se sont portées caution à | als gevolg dat ten aanzien van de natuurlijke personen die zich |
titre gratuit d'une personne morale, ne peuvent se voir étendre le | kosteloos voor een rechtspersoon borg hebben gesteld, het voordeel van |
bénéfice de l'excusabilité, alors qu'une personne physique qui s'est | de verschoonbaarheid niet wordt uitgebreid, terwijl ten aanzien van de |
portée caution à titre gratuit pour une personne physique voit | natuurlijke persoon die zich kosteloos voor een natuurlijke persoon |
s'étendre à son profit le bénéfice de l'excusabilité, viole-t-il les | borg heeft gesteld, het voordeel van de verschoonbaarheid in zijn |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet en aucune | voordeel wordt uitgebreid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
doordat het een rechtspersoon op geen enkele manier ertoe in staat | |
manière à une personne morale de bénéficier de l'excusabilité, ne | stelt het voordeel van de verschoonbaarheid te genieten, zodat |
permettant pas, dès lors, à une personne physique qui s'est portée | bijgevolg een natuurlijke persoon die zich kosteloos voor een |
caution à titre gratuit d'une personne morale de bénéficier de | rechtspersoon borg heeft gesteld, het voordeel van de |
l'excusabilité ? » | verschoonbaarheid niet kan genieten ? » |
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 2674 et 2789 du rôle de | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2674 en 2789 van de rol |
la Cour. | van het Hof. |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les dispositions attaquées font partie de la législation sur les faillites, qui vise essentiellement à réaliser un juste équilibre entre les intérêts du débiteur et ceux des créanciers. La déclaration d'excusabilité constitue pour le failli une mesure de faveur qui lui permet de reprendre ses activités sur une base assainie et ceci, non seulement dans son intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne ses activités sur une telle base, le maintien d'une activité commerciale ou industrielle pouvant en outre servir l'intérêt général. (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/1, | B.1. De bestreden bepalingen maken deel uit van de faillissementswetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar en de belangen van de schuldeisers. De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen |
pp. 35 et 36) | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36). |
De wetgever, die van oordeel is dat « de mogelijkheid tot herstel | |
Jugeant que « la faculté de se redresser est [...] utopique si [le | [...] utopisch [blijft] indien [de gefailleerde] de last van het |
failli] doit conserver la charge du passif », le législateur a estimé | passief moet blijven dragen », heeft gemeend dat « het [...] immers |
que « rien ne justifie que la défaillance du débiteur, conséquence de | niet te verantwoorden [is] dat het in gebreke blijven van de |
schuldenaar als gevolg van omstandigheden waarvan hij het slachtoffer | |
circonstances dont il est victime, l'empêche de reprendre d'autres | is, hem verhindert andere activiteiten te verrichten » (Parl. St., |
activités » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/13, p. 50). | Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 50). |
Il ressort des travaux préparatoires que le législateur s'est soucié | Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een |
de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts combinés de la | evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde |
personne du failli, des créanciers, des travailleurs et de l'économie | belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers |
dans son ensemble » et d'assurer un règlement humain qui respecte les | en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft |
droits de toutes les parties intéressées (Doc. parl., Chambre, | willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt |
1991-1992, n° 631/13, p. 29). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 29). |
Par la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les | Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet |
van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van | |
faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés, le législateur | vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid |
a entendu atteindre les objectifs originaires avec encore davantage | de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, |
d'efficacité (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). B.2. En permettant au tribunal de déclarer le failli excusable, le législateur a pris une mesure qui est conforme aux objectifs qu'il poursuit. Pour les motifs exprimés dans les arrêts nos 132/2000 et 113/2002, la possibilité de déclarer le failli excusable n'établit de discrimination ni entre commerçants et non-commerçants ni entre créanciers selon que leur débiteur est un failli excusé ou non excusé. B.3. Par la loi du 4 septembre 2002, le législateur a instauré une nouvelle condition : le failli ne peut être excusable que s'il est malheureux et de bonne foi. Lorsqu'il remplit cette condition, l'excusabilité ne peut lui être refusée par le tribunal sauf circonstances graves spécialement motivées (article 80, alinéa 2, de la loi sur les faillites). La même loi a introduit deux dispositions nouvelles qui sont mises en | 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). B.2. De wetgever heeft, door de rechtbank de mogelijkheid te geven de gefailleerde verschoonbaar te verklaren, een maatregel genomen die in overeenstemming is met de doelstellingen die hij nastreeft. Om de redenen die zijn uiteengezet in de arresten nrs. 132/2000 en 113/2002, geeft de mogelijkheid een gefailleerde verschoonbaar te verklaren geen aanleiding tot discriminatie, noch tussen handelaars en niet-handelaars, noch tussen schuldeisers naargelang hun gefailleerde schuldenaar al dan niet verschoonbaar werd verklaard. B.3. Met de wet van 4 september 2002 heeft de wetgever een nieuwe voorwaarde ingevoerd : de gefailleerde kan enkel verschoonbaar worden verklaard wanneer hij ongelukkig en te goeder trouw is. Wanneer hij aan die voorwaarde voldoet, kan hem de verschoonbaarheid door de rechtbank niet worden geweigerd, behalve in geval van gewichtige omstandigheden, met bijzondere redenen omkleed (artikel 80, tweede lid, van de faillissementswet). Bij dezelfde wet zijn twee nieuwe bepalingen ingevoerd die in deze |
cause dans les affaires présentes : | zaken in het geding zijn : |
- l'article 81, 1°, qui dispose que ne peut être déclarée excusable la | - artikel 81, 1°, dat bepaalt dat een gefailleerde rechtspersoon niet |
personne morale faillie; | verschoonbaar kan worden verklaard; |
- l'article 82, qui énonce : | - artikel 82, dat bepaalt : |
« L'excusabilité éteint les dettes du failli et décharge les personnes | « De verschoonbaarheid doet de schulden van de gefailleerde teniet en |
physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution de ses | ontslaat de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben |
gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde van hun | |
obligations. | verplichtingen. |
Le conjoint du failli qui s'est personnellement obligé à la dette de | De echtgenoot van de gefailleerde die zich persoonlijk aansprakelijk |
son époux est libéré de cette obligation par l'effet de | heeft gesteld voor de schuld van deze laatste, wordt ingevolge de |
l'excusabilité. » | verschoonbaarheid bevrijd van die verplichting. » |
En ce qui concerne la différence de traitement entre personnes morales | Wat betreft het verschil in behandeling tussen rechtspersonen en |
et personnes physiques | natuurlijke personen |
B.4.1. Dans l'affaire n° 2674, le requérant, associé et gérant d'une | B.4.1. In de zaak nr. 2674 voert de verzoeker, vennoot en zaakvoerder |
société déclarée en faillite, allègue en premier lieu une violation | van een failliet verklaarde vennootschap, in de eerste plaats een |
des articles 10 et 11 de la Constitution en ce que l'article 81, 1°, | schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat |
artikel 81, 1°, van de faillissementswet bepaalt dat de gefailleerde | |
de la loi sur les faillites dispose que la personne morale faillie ne | rechtspersoon niet verschoonbaar kan worden verklaard, terwijl de |
peut être déclarée excusable, alors que la personne physique peut | natuurlijke persoon wel verschoonbaar kan worden verklaard. |
l'être. B.4.2. L'article 81, 1°, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites | B.4.2. Op grond van artikel 81, 1°, van de faillissementswet van 8 |
permettait d'accorder l'excusabilité tant aux personnes morales qu'aux | augustus 1997 kon het voordeel van de verschoonbaarheid zowel aan |
personnes physiques. Parmi les circonstances pouvant garantir une | rechtspersonen als aan natuurlijke personen worden toegekend. Onder de |
meilleure gestion d'une société pour l'avenir, l'exposé des motifs de | omstandigheden die een beter toekomstig beheer van de vennootschap |
cette loi en projet mentionnait : « notamment lorsque les | konden waarborgen, werd in de memorie van toelichting bij het ontwerp |
administrateurs ont été remplacés » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, | van die wet vermeld : « bijvoorbeeld indien de bestuurders werden |
n° 631/1, p. 35). | vervangen » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, p. 35). |
Un amendement du Gouvernement proposant d'exclure les personnes | Een amendement van de Regering waarbij werd voorgesteld de |
morales du bénéfice de l'excusabilité fut retiré (Doc. parl., Chambre, | rechtspersonen uit te sluiten van het voordeel van de |
verschoonbaarheid, werd ingetrokken (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. | |
1991-1992, n° 631/13, p. 281). | 631/13, p. 281). |
B.4.3. Dans le projet qui allait devenir la loi du 4 septembre 2002, | B.4.3. In het ontwerp dat de wet van 4 september 2002 is geworden, |
les situations respectives de la personne physique et de la personne | werd de respectieve situatie van de natuurlijke persoon en van de |
morale ont été examinées dans ces termes : « Il a donc été procédé à une reformulation du texte légal sur ce point de manière à souligner que l'excusabilité est en principe accordée au failli qui répond aux conditions de malheur et de bonne foi ou, s'il s'agit d'une personne morale, qui offre les garanties raisonnables de pouvoir efficacement s'engager dans des activités commerciales nouvelles, sauf à relever l'existence de circonstances particulières qui justifient le refus du tribunal. Lesdites circonstances particulières devront être spécialement motivées par le tribunal. Les conditions de malheur et de bonne foi recouvrent le fait pour le failli d'avoir été victime d'un ensemble de circonstances qui, pour certaines, sont indépendantes de sa volonté et de s'être correctement comporté avant et pendant le cours de la faillite. Cette condition a pour vocation de s'appliquer aux seuls faillis qui sont des personnes physiques, tandis que l'offre de garanties raisonnables de pouvoir efficacement s'engager dans des activités commerciales nouvelles constitue une condition appelée à ne s'appliquer qu'aux faillis qui | rechtspersoon als volgt weergegeven : « De wettekst is terzake dan ook opnieuw geformuleerd teneinde te onderstrepen dat de verschoonbaarheid in beginsel wordt toegekend aan de ongelukkige gefailleerde die te goeder trouw handelt of, wanneer het een rechtspersoon betreft, die redelijke waarborgen biedt dat hij met succes nieuwe handelsactiviteiten kan uitoefenen, behalve in geval van bijzondere omstandigheden die een weigering van de rechtbank rechtvaardigen. De rechtbank moet voornoemde omstandigheden met bijzondere redenen omkleden. De elementen ' ongelukkige omstandigheden ' en ' goede trouw ' komen tegemoet aan de gefailleerde die het slachtoffer is geworden van omstandigheden die buiten zijn wil hebben plaatsgevonden en die zich voor en tijdens de faillissementsprocedure correct heeft gedragen. Het is de bedoeling dat deze voorwaarden enkel van toepassing zijn op gefailleerden die natuurlijke personen zijn, terwijl het bieden van redelijke waarborgen om met succes nieuwe handelsactiviteiten uit te oefenen, een voorwaarde vormt die alleen geldt voor gefailleerden die |
sont des personnes morales. Par ailleurs, s'agissant des personnes | rechtspersonen zijn. Bovendien kan de rechtbank, wanneer het |
morales, le tribunal pourra subordonner l'octroi de l'excusabilité à | rechtspersonen betreft, het toekennen van de verschoonbaarheid |
la garantie que certaines personnes indélicates ou incompétentes | afhankelijk maken van de garantie dat oneerlijke of onbekwame personen |
soient écartées de la gestion de la personne morale. » (Doc. parl., | verwijderd worden uit het bestuur van de rechtspersoon. » (Parl. St., |
Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/001, pp. 12 et 13; DOC 50-1132/013, p. | Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/001, pp. 12 en 13; DOC 50-1132/013, p. |
4) | 4). |
B.4.4. Dans la loi du 4 septembre 2002, le législateur a finalement | B.4.4. In de wet van 4 september 2002 heeft de wetgever uiteindelijk |
décidé d'exclure les personnes morales du bénéfice de l'excusabilité, | beslist de rechtspersonen uit te sluiten van het voordeel van de |
accueillant un amendement qui se donnait la justification suivante : | verschoonbaarheid door een amendement goed te keuren dat als volgt werd verantwoord : |
« Instaurer une excusabilité pour les sociétés n'a pas de sens, étant | « Een verschoonbaarheid voor vennootschappen is zinloos, omdat men |
donné que l'on peut difficilement prêter certaines qualités morales à | moeilijk bepaalde morele kwaliteiten aan een rechtspersoon kan |
une individualité juridique. Cette notion est donc essentiellement | toedichten. Het begrip is dus essentieel verbonden met een natuurlijk |
liée aux personnes physiques. Le fait que le projet de loi prévoit | persoon. Het feit dat in het ontwerp gesteld wordt dat een |
qu'une société peut être déclarée excusable si elle offre la garantie | vennootschap verschoonbaar kan verklaard worden als ze de garantie |
de ' pouvoir efficacement s'engager dans des activités économiques | biedt dat ze ' efficiënt nieuwe economische activiteiten kan |
nouvelles ' n'y change rien. » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC | uitoefenen ' doet daar niets vanaf. » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, |
50-1132/002, p. 5) | DOC 50-1132/002, p. 5) |
Un autre amendement, qui avait le même objet, insistait sur les | In een ander amendement, met hetzelfde onderwerp, werd de nadruk |
gelegd op de praktische problemen die voortvloeien uit de | |
problèmes pratiques posés par l'excusabilité des personnes morales, | verschoonbaarheid van rechtspersonen, meer bepaald die welke het |
notamment ceux qui proviennent d'un « commerce de sociétés déclarées | gevolg zijn van een « handel in verschoonbaar verklaarde |
excusables » et du contentieux relatif aux dettes à l'égard de | vennootschappen » en van de geschillen over de R.S.Z.-schulden (Parl. |
l'O.N.S.S. (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/003, pp. 2 et | St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/003, pp. 2 en 3; DOC 50-1132/008, |
3; DOC 50-1132/008, pp. 2 et 3). Enfin, il a également été question | pp. 2 en 3). Er was ten slotte eveneens sprake van de conflicten die |
des conflits pouvant naître entre le curateur et les actionnaires | kunnen ontstaan tussen de curator en de aandeelhouders van een |
d'une société excusée (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC | verschoonbaar verklaarde vennootschap (Parl. St., Kamer, 2000-2001, |
50-1132/013, pp. 113 et 114). | DOC 50-1132/013, pp. 113 en 114). |
B.4.5. Il ressort de l'ensemble des travaux préparatoires précités que | B.4.5. Uit het geheel van de voormelde parlementaire voorbereiding |
le législateur a d'abord estimé que pouvaient être excusées tant les | blijkt dat de wetgever eerst van mening was dat zowel rechtspersonen |
personnes morales que les personnes physiques, puis a considéré que | als natuurlijke personen verschoonbaar konden worden verklaard, en dat |
seules celles-ci étaient excusables. Le choix entre ces deux options | hij vervolgens heeft geoordeeld dat alleen die laatsten verschoonbaar |
relève de l'appréciation du législateur sans que l'une ou l'autre | waren. Het komt de wetgever toe tussen die twee mogelijkheden te |
puisse, en soi, être considérée comme discriminatoire. | kiezen, zonder dat de ene of de andere mogelijkheid als zodanig als |
B.4.6. En ce qui concerne plus particulièrement l'option prise par le | discriminerend kan worden beschouwd. |
législateur dans la loi du 4 septembre 2002, qui est critiquée dans | B.4.6. Wat meer bepaald de keuze van de wetgever in de wet van 4 |
l'affaire n° 2674, la différence de traitement se fonde sur un critère | september 2002 betreft, die in de zaak nr. 2674 wordt bekritiseerd, |
steunt het verschil in behandeling op een objectief criterium. Anders | |
objectif. A la différence de la personne physique, qui reste sujet de | dan de natuurlijke persoon, die na de faillietverklaring als |
droit à l'issue de la déclaration de faillite, la personne morale peut | rechtssubject blijft bestaan, kan de rechtspersoon worden ontbonden. |
être dissoute. C'est en ce sens que l'article 83 de la loi du 8 août | Het is in die zin dat artikel 83 van de wet van 8 augustus 1997 |
1997 dispose que « la décision de clôture des opérations de la | bepaalt dat « de beslissing tot sluiting van de verrichtingen van het |
faillite d'une personne morale la dissout [...] ». | faillissement van de rechtspersoon [deze] ontbindt [...] ». |
B.4.7. Le critère est également pertinent à la lumière des objectifs | B.4.7. Het criterium is eveneens relevant in het licht van de |
précités de la mesure d'excusabilité. Si une personne physique peut se | voormelde doelstellingen van de maatregel van verschoonbaarheid. Een |
trouver exclue du circuit économique parce que la charge de ses dettes | natuurlijke persoon kan uit het economische circuit worden uitgesloten |
la dissuade de recommencer une activité commerciale, il n'en est pas | omdat de last van zijn schulden hem ervan afbrengt opnieuw een |
commerciële activiteit te beginnen; dat geldt echter niet voor een | |
de même d'une personne morale puisque, après sa faillite, son fonds de | rechtspersoon omdat diens handelsfonds na zijn faillissement het |
commerce peut faire l'objet d'une cession. Le souci de permettre « un | voorwerp kan zijn van een overname. De bekommernis om « een nieuw |
nouveau départ » peut, sans violer le principe d'égalité, être réservé | begin » mogelijk te maken kan aan de natuurlijke personen worden |
aux personnes physiques. | voorbehouden, zonder dat het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden. |
B.4.8. En tant qu'il reproche à l'article 81, 1°, de la loi sur les | B.4.8. In zoverre het artikel 81, 1°, van de faillissementswet verwijt |
faillites d'établir une discrimination entre personnes physiques et | een discriminatie tussen natuurlijke personen en rechtspersonen te |
personnes morales, le moyen n'est pas fondé. | doen ontstaan, is het middel niet gegrond. |
En ce qui concerne la différence de traitement entre les cautions à | Wat betreft het verschil in behandeling tussen de personen die zich |
titre gratuit et les autres cautions | kosteloos borg hebben gesteld en de andere borgen |
B.5.1. Dans l'affaire n° 2674, le requérant dénonce une violation des | B.5.1. In de zaak nr. 2674 voert de verzoeker een schending aan van de |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que l'article 82, alinéa 1er, | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat artikel 82, eerste lid, van |
de la loi sur les faillites dispose que l'excusabilité du failli ne | de faillissementswet bepaalt dat alleen de kosteloze borgen door de |
décharge de leurs obligations que les cautions à titre gratuit. | verschoonbaarheid van de gefailleerde van hun verplichtingen zijn |
B.5.2. Etant donné que la loi du 4 septembre 2002 libère de leurs obligations non seulement le failli mais également le conjoint du failli qui s'est personnellement obligé à la dette du failli et les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution d'une obligation du failli, la Cour doit examiner si cette mesure n'a pas d'effets discriminatoires à l'égard d'autres personnes tenues d'acquitter certaines dettes du failli. En décidant de faire bénéficier certains coobligés du failli des effets de l'excusabilité accordée à celui-ci, le législateur s'écarte | ontslagen. B.5.2. Nu de wet van 4 september 2002 niet alleen de gefailleerde maar ook de echtgenoot van de gefailleerde die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde en de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde van hun verplichtingen bevrijdt, dient het Hof te onderzoeken of die maatregel geen discriminerende gevolgen heeft ten aanzien van andere personen die ertoe gehouden zijn sommige schulden van de gefailleerde te vereffenen. Door de beslissing bepaalde medeverbondenen van de gefailleerde het voordeel te laten genieten van de verschoonbaarheid die aan de gefailleerde is toegekend, wijkt de wetgever af van het burgerlijk |
du droit patrimonial civil, en vertu duquel « les conventions | vermogensrecht volgens hetwelk « alle overeenkomsten die wettig zijn |
légalement formées tiennent lieu de loi à ceux qui les ont faites » | aangegaan, [...] degenen die deze hebben aangegaan, tot wet [strekken] |
(article 1134, alinéa 1er, du Code civil) et « quiconque est obligé | » (artikel 1134, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en « ieder |
personnellement est tenu de remplir ses engagements sur tous ses biens | die persoonlijk verbonden is, [...] gehouden [is] zijn verbintenissen |
na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, | |
mobiliers ou immobiliers, présents et à venir » (article 7 de la loi | hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige » (artikel 7 van |
hypothécaire du 16 décembre 1851). Il convient d'examiner spécialement si la mesure litigieuse n'a pas de conséquences disproportionnées pour l'une des parties concernées par la faillite. B.5.3. Lorsque, spécialement en matière économique, le législateur estime devoir sacrifier l'intérêt des créanciers au profit de certaines catégories de débiteurs, cette mesure s'inscrit dans l'ensemble de la politique économique et sociale qu'il entend poursuivre. La Cour ne pourrait censurer les différences de traitement qui découlent des choix qu'il a faits que si ceux-ci étaient manifestement déraisonnables. B.5.4. Le choix de ne libérer que la caution dite de bienfaisance a | de hypotheekwet van 16 december 1851). Inzonderheid moet worden onderzocht of de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige gevolgen doet ontstaan voor één van de bij het faillissement betrokken partijen. B.5.3. Wanneer de wetgever, in het bijzonder in economische aangelegenheden, oordeelt het belang van de schuldeisers te moeten opofferen in het voordeel van bepaalde categorieën van schuldenaars, past die maatregel in het geheel van het economisch en sociaal beleid dat hij wil voeren. Het Hof zou de verschillen in behandeling die het gevolg zijn van de beleidskeuzen die hij heeft gemaakt, alleen kunnen afkeuren indien die beleidskeuzen klaarblijkelijk onredelijk zouden zijn. B.5.4. De keuze alleen de zogenoemde borg uit vrijgevigheid van zijn |
été justifié de la manière suivante : | verplichtingen te ontslaan, werd als volgt verantwoord : |
« Afin de supprimer les effets pervers dénoncés ci-dessus, il | « Om de hierboven aangeklaagde nefaste gevolgen weg te werken, zou het |
suffirait de disposer dans la loi sur les faillites que l'excusabilité | volstaan in de faillissementswet te bepalen dat de verschoonbaarheid |
éteint les dettes du débiteur. Il y a toutefois lieu de faire la | de schulden van de schuldenaar doet vervallen. Men moet evenwel het |
distinction entre les cautions professionnelles, lesquelles se sont | onderscheid maken tussen de professionele borgen, die tegen een |
engagées moyennant rémunération à pallier la défaillance du débiteur | vergoeding zich ertoe hebben verbonden tegemoet te komen aan de |
principal et dont on doit s'attendre à ce qu'elles respectent leurs | tekortkomingen van de hoofdschuldenaar en van wie wordt verwacht dat |
obligations, et celles qui sont constituées par des particuliers pour | zij hun verplichtingen nakomen en de particulieren die zich uit |
des motifs de bienfaisance, sans parfois mesurer toutes les | vrijgevigheid borg hebben gesteld, zonder zich vaak rekenschap te |
conséquences de leur décision. La position négative des créanciers à | geven van alle gevolgen van hun beslissing. De negatieve houding van |
l'égard de l'excusabilité de leur débiteur ne sera pas renforcée dès | de schuldeisers ten aanzien van de verschoonbaarheid van hun |
schuldenaar zal niet worden versterkt, aangezien zij het voordeel | |
lors qu'ils conservent l'avantage de la caution rémunérée. » (Doc. | zullen behouden van de vergoede borgen. » (Parl. St., Kamer, |
parl., Chambre, DOC 50-1132/001, p. 17) | 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 17) |
La différence de traitement critiquée repose sur un critère objectif : | Het bekritiseerde verschil in behandeling steunt op een objectief |
la nature gratuite de la caution porte sur l'absence de tout avantage, | criterium : de kosteloze aard van de borg slaat op het ontbreken van |
tant direct qu'indirect, que la caution peut obtenir grâce au | enig voordeel, zowel rechtstreeks als indirect, dat de borg kan |
cautionnement. Le critère est pertinent à la lumière des objectifs mentionnés en B.1. En libérant de leurs obligations les seules personnes qui ne poursuivent aucun avantage économique par le biais de leur caution, le législateur a entendu protéger la catégorie des cautions la plus désintéressée et la plus vulnérable. En refusant de décharger également la caution qui retirait un avantage de son engagement et en maintenant à l'égard de celle-ci l'application des règles du droit commun rappelées en B.5.2, il n'apparaît pas que le législateur ait fait un choix manifestement déraisonnable. | genieten dankzij de borgstelling. Het criterium is relevant in het licht van de in B.1 vermelde doelstellingen. Door enkel de personen die met hun borgstelling geen economisch voordeel nastreven van hun verplichtingen te ontslaan, heeft de wetgever de meest onbaatzuchtige en meest kwetsbare categorie van borgen in bescherming willen nemen. Door te weigeren de borg die een voordeel haalt uit zijn verbintenis eveneens verschoonbaar te verklaren en door ten aanzien van die borg de toepassing te handhaven van de in B.5.2 vermelde regels van het gemeen recht, lijkt de wetgever niet een klaarblijkelijk onredelijke keuze te hebben gemaakt. |
B.6. En tant qu'il est dirigé contre l'article 82, alinéa 1er, de la | B.6. In zoverre het tegen artikel 82, eerste lid, van de |
loi sur les faillites, le moyen n'est pas fondé. | faillissementswet is gericht, is het middel niet gegrond. |
En ce qui concerne la différence de traitement entre les cautions | Wat betreft het verschil in behandeling tussen de borgen van een |
d'une personne physique et les cautions d'une personne morale | natuurlijke persoon en de borgen van een rechtspersoon |
B.7. Par la question préjudicielle posée dans l'affaire n° 2789, et | B.7. In de prejudiciële vraag die in de zaak nr. 2789 is gesteld en in |
dans le recours introduit dans l'affaire n° 2674, il est reproché au | het beroep dat in de zaak nr. 2674 is ingesteld, wordt hetzelfde |
même article 81, 1°, d'établir une différence de traitement qui serait | artikel 81, 1°, verweten aanleiding te geven tot een verschil in |
behandeling dat onverantwoord zou zijn doordat die bepaling, aangezien | |
injustifiée en ce que, en ne permettant pas d'excuser les personnes | zij niet de mogelijkheid biedt rechtspersonen verschoonbaar te |
morales, cette disposition a pour conséquence que les personnes | verklaren, tot gevolg heeft dat de natuurlijke personen die zich |
physiques qui se sont portées caution, à titre gratuit, d'une personne | kosteloos borg hebben gesteld voor een gefailleerde rechtspersoon, |
morale faillie, ne peuvent se voir décharger de leur obligation, au | niet van hun verplichting kunnen worden ontslagen, in tegenstelling |
contraire des personnes physiques qui se sont portées caution, à titre | tot de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben gesteld |
gratuit, d'une personne physique faillie. | voor een gefailleerde natuurlijke persoon. |
B.8.1. Il ressort de la chronologie des travaux préparatoires que la | B.8.1. Uit de chronologie van de parlementaire voorbereiding blijkt |
situation des cautions a été prise en considération, lors des débats | dat de situatie van de borgen in overweging werd genomen tijdens de |
qui ont précédé la loi du 4 septembre 2002, alors que le texte en | debatten die aan de wet van 4 september 2002 zijn voorafgegaan, |
projet n'excluait pas les personnes morales du bénéfice de | terwijl in het wetsontwerp zelf de rechtspersonen niet van het |
voordeel van de verschoonbaarheid waren uitgesloten. In het ontwerp | |
l'excusabilité. Le projet déposé le 7 mars 2001 faisait observer, en | dat op 7 maart 2001 werd ingediend, werd, wat de borgen betreft, het |
ce qui concerne les cautions : | volgende opgemerkt : |
« Par ailleurs, à la lumière du souci d'humanisation des conséquences de la faillite qu'avait manifesté le législateur de 1997, le projet envisage également le sort des personnes qui se sont rendues caution d'une obligation du failli. En effet, selon la majorité de la doctrine, l'excusabilité du failli ne décharge pas les cautions puisqu'elle n'a d'autre effet que celui d'empêcher les poursuites, sans éteindre la dette. Les cautions sont bien souvent des parents du failli et cette circonstance entraîne parfois des effets pervers. Pour prendre l'exemple le plus criant, il est anormal de dire un jeune failli excusable, alors que ses parents, à l'âge de la pension, seraient ruinés et devraient supporter malgré tout le passif. D'autre part, cette conséquence conduit de nombreux faillis à ne pas souhaiter obtenir leur excusabilité et le tribunal de commerce à ne pas la | « In het kader van het streven naar een vermenselijking van de gevolgen van het faillissement, dat de wetgever in 1997 te kennen heeft gegeven, beoogt dit ontwerp overigens tevens het lot van de personen die zich borg hebben gesteld voor een verplichting van de gefailleerde. Volgens het grootste deel van de rechtsleer ontheft de verschoonbaarheid van de gefailleerde immers niet de borgen aangezien zij slechts tot gevolg heeft dat vervolging wordt belet, zonder evenwel de schuld te doen vervallen. Meestal zijn de borgen de ouders van de gefailleerde, hetgeen vaak nefaste gevolgen meebrengt. Het meest schrijnende voorbeeld is dat waarbij een jonge gefailleerde verschoonbaar wordt gesteld terwijl zijn pensioengerechtigde ouders geruïneerd zijn en ondanks alles de schulden moeten dragen. Bovendien leidt dit gevolg ertoe dat een groot aantal gefailleerden hun verschoonbaarheid niet wensen te verkrijgen en de rechtbank van koophandel de verschoonbaarheid niet wil uitspreken. » (Parl. St., |
prononcer. » (Doc. parl., Chambre, DOC 50-1132/001, p. 17) | Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 17) |
B.8.2. Par son arrêt n° 69/2002, rendu le 28 mars 2002, la Cour a | B.8.2. Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, heeft het Hof |
constaté que « si l'institution de la caution implique qu'elle reste, | vastgesteld dat, « ook al impliceert de regeling van de borg dat hij |
en règle, tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré | in principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde |
excusable, il n'est pas [...] justifié de ne [pas] permettre [...] | verschoonbaar wordt verklaard, [...] het [...] onverantwoord [is] dat |
qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en | een rechter [niet] wordt toegestaan te beoordelen of er geen |
particulier en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement | aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn |
» (B.11). Elle concluait que, pour ce motif, l'article 82 de la loi du | verbintenis van belangeloze aard is » (B.11). Het Hof besloot dat |
8 août 1997, qui n'envisageait pas le sort de la caution, violait les | artikel 82 van de wet van 8 augustus 1997, waarin het lot van de borg |
articles 10 et 11 de la Constitution. | niet in aanmerking werd genomen, om die reden de artikelen 10 en 11 |
van de Grondwet schond. | |
B.8.3. L'article 82, alinéa 1er, de la loi sur les faillites, | B.8.3. Bij artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet, ingevoegd |
introduit par la loi du 4 septembre 2002, a mis fin à la | bij de wet van 4 september 2002, werd een einde gemaakt aan de door |
discrimination constatée par la Cour mais en étendant automatiquement | het Hof vastgestelde discriminatie, door echter het voordeel van de |
à toute caution qui s'est engagée à titre gratuit le bénéfice de | verschoonbaarheid automatisch uit te breiden tot iedere persoon die |
l'excusabilité. | zich kosteloos borg heeft gesteld. |
B.8.4. Cette disposition n'est pas de nature à corriger adéquatement | B.8.4. Die bepaling is niet van die aard dat de in het arrest nr. |
la discrimination constatée dans l'arrêt n° 69/2002. | 69/2002 vastgestelde discriminatie op adequate wijze wordt weggewerkt. |
B.9.1. Le failli est, par hypothèse, une personne qui a exercé le | B.9.1. Een gefailleerde is per definitie iemand die handel heeft |
commerce et que, ainsi qu'il a été dit en B.1, il ne faut pas | gedreven en die, zoals in B.1 werd aangegeven, niet moet worden |
ontmoedigd opnieuw een commerciële activiteit te starten. Daarnaast | |
dissuader de reprendre une activité commerciale. Il doit en plus être | moet hij ongelukkig en te goeder trouw zijn, wat de rechtbank in staat |
malheureux et de bonne foi, ce qui permet au tribunal d'examiner la | stelt de wijze te onderzoeken waarop hij zijn handelszaak heeft |
manière dont il a exercé son commerce. Enfin, la faculté est donnée au | uitgebaat. Ten slotte wordt aan de rechtbank de mogelijkheid gegeven |
tribunal de refuser l'excusabilité si des circonstances graves font | de verschoonbaarheid te weigeren indien ernstige omstandigheden de |
obstacle à ce qu'elle soit accordée. B.9.2. La caution à titre gratuit est, au contraire, une personne qui n'est pas considérée comme agissant en qualité de commerçant et pour laquelle le souci de permettre la reprise d'une activité commerciale est généralement absent. Elle se voit pourtant, dans tous les cas où le failli est excusé, dégagée de son engagement, quelle que soit sa situation de fortune, les conditions de malheur et de bonne foi n'étant pas exigées en ce qui la concerne. B.10. En étendant automatiquement à la caution à titre gratuit le bénéfice de l'excusabilité qui n'est accordée qu'à certaines conditions au failli, le législateur est allé au-delà de ce qu'exigeait le principe d'égalité. Il a imposé aux créanciers un sacrifice qui n'est pas raisonnablement proportionné au but qu'il poursuit. | toekenning ervan verhinderen. B.9.2. Een kosteloze borg is daarentegen een persoon die niet wordt geacht op te treden als handelaar en voor wie de bekommernis het hervatten van een commerciële activiteit mogelijk te maken, over het algemeen niet geldt. Hij wordt nochtans in alle gevallen waarin de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, van zijn verbintenis bevrijd, ongeacht zijn vermogenstoestand, waarbij, wat hem betreft, niet moet worden voldaan aan de voorwaarden van ongeluk en goede trouw. B.10. Door het voordeel van de verschoonbaarheid, dat slechts onder bepaalde voorwaarden aan een gefailleerde wordt toegekend, automatisch uit te breiden tot de persoon die zich kosteloos borg heeft gesteld, is de wetgever verder gegaan dan hetgeen krachtens het gelijkheidsbeginsel vereist was. Hij heeft de schuldeisers een last opgelegd die niet redelijk verantwoord is ten aanzien van het doel dat hij nastreeft. |
B.11. En outre, en excluant les personnes morales du bénéfice de | B.11. Bovendien heeft de wetgever, door de rechtspersonen van het |
l'excusabilité, le législateur a introduit un second automatisme qui | voordeel van verschoonbaarheid uit te sluiten, een tweede automatisme |
aboutit à créer une discrimination parmi les cautions à titre gratuit. | ingesteld dat leidt tot een discriminatie tussen de personen die zich |
kosteloos borg hebben gesteld. | |
B.12. Si, au cours des débats qui ont précédé le vote de la loi du 4 | B.12. Terwijl tijdens de debatten die voorafgingen aan de goedkeuring |
septembre 2002, l'extension de l'excusabilité au bénéfice de la | van de wet van 4 september 2002 de uitbreiding van de |
caution à titre gratuit a été critiquée soit dans son principe, soit | verschoonbaarheid ten voordele van de kosteloze borg bekritiseerd |
parce qu'elle risquait de devenir automatique (Doc. parl., Chambre, | werd, hetzij principieel, hetzij omdat zij automatisch dreigde te |
DOC 50-1132/013, p. 96), aucune justification n'a été donnée de la | worden (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/013, p. 96), werd |
echter geen enkele verantwoording gegeven voor het verschil in | |
différence de traitement qui allait découler, en ce qui concerne ces | behandeling dat, wat die borgen betreft, zou voortvloeien uit de |
cautions, de l'adoption de l'article 81, 1°. Pourtant, les personnes | goedkeuring van artikel 81, 1°. De personen die zich kosteloos borg |
qui ont donné leur caution à titre gratuit au bénéfice d'un parent | hebben gesteld voor een verwant die handel drijft in de vorm van een |
exerçant le commerce sous la forme d'une société se trouvent, en cette | vennootschap, bevinden zich in die hoedanigheid nochtans niet in een |
qualité, dans une situation qui n'est pas essentiellement différente | situatie die wezenlijk verschillend is van die van de verwanten |
beschreven in het citaat van B.8.1. | |
de celle des parents décrite dans la citation reproduite en B.8.1. | Hun situatie is zelfs slechter dan die van de kosteloze borgen van een |
Leur situation est même plus mauvaise que celle des cautions d'une | natuurlijke persoon die niet verschoonbaar werd verklaard omdat, |
personne physique non excusée puisque, la faillite de la personne | doordat het faillissement van een rechtspersoon voortaan leidt tot de |
morale entraînant désormais sa dissolution, la caution qui a payé ne | ontbinding ervan, de borg die betaald heeft nooit de subrogatoire |
pourra jamais exercer l'action subrogatoire prévue par l'article 2028 | vordering zal kunnen uitoefenen waarin artikel 2028 van het Burgerlijk |
du Code civil. | Wetboek voorziet. |
B.13. Bien qu'en lui-même l'article 81, 1°, ne soit pas | B.13. Hoewel artikel 81, 1°, op zich niet discriminerend is, zoals in |
discriminatoire, ainsi qu'il a été dit en B.4.8, il n'est pas | B.4.8 werd aangegeven, is het niet bestaanbaar met de artikelen 10 en |
compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il | 11 van de Grondwet doordat het zonder redelijke verantwoording ertoe |
a pour effet, sans justification raisonnable, que la caution à titre | leidt dat de kosteloze borg van een gefailleerde rechtspersoon nooit |
gratuit d'une personne morale faillie ne peut jamais être déchargée de | van zijn verbintenis kan worden ontslagen, terwijl een kosteloze borg |
son engagement alors que la caution à titre gratuit d'une personne | van een gefailleerde natuurlijke persoon automatisch van zijn |
physique faillie est automatiquement déchargée si le failli est | verplichtingen wordt ontslagen indien deze laatste verschoonbaar wordt |
déclaré excusable. | verklaard. |
B.14. Il ressort de ce qui précède que, bien que, lus séparément, | B.14. Uit wat voorafgaat volgt dat, hoewel de artikelen 81, 1°, en 82, |
l'article 81, 1°, et l'article 82, alinéa 1er, soient raisonnablement | eerste lid, afzonderlijk gelezen in redelijkheid verantwoord zijn, de |
justifiés, leur combinaison aboutit à la discrimination décrite en | combinatie ervan leidt tot de discriminatie die in B.13 is omschreven. |
B.13. Il convient, en conséquence, de les annuler afin que le | Zij dienen dan ook te worden vernietigd opdat de wetgever het geheel |
législateur puisse réexaminer l'ensemble des questions posées par | van de vraagstukken met betrekking tot de verschoonbaarheid en de |
l'excusabilité et par le cautionnement à titre gratuit. | kosteloze borgstelling opnieuw kan onderzoeken. |
Dans cette perspective, il y a lieu, en application de l'article 8, | In dat perspectief dienen, met toepassing van artikel 8, tweede lid, |
alinéa 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de |
d'arbitrage, de maintenir les effets des dispositions annulées, de la | gevolgen van de vernietigde bepalingen te worden gehandhaafd, zoals is |
manière indiquée au dispositif. | aangegeven in het beschikkend gedeelte. |
B.15. En raison de la solution donnée au recours en annulation | B.15. Wegens de oplossing die is aangereikt voor het beroep tot |
introduit dans l'affaire n° 2674, il n'y a pas lieu de répondre | vernietiging ingesteld in de zaak nr. 2674, dient de prejudiciële |
séparément en ce qui concerne les deux différences de traitement | vraag die in de zaak nr. 2789 is gesteld, wat de twee erin vermelde |
mentionnées dans la question préjudicielle posée dans l'affaire n° | verschillen in behandeling betreft, niet afzonderlijk te worden |
2789. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
- vernietigt de artikelen 81, 1°, en 82, eerste lid, van de | |
- annule les articles 81, 1°, et 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août | faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van |
1997 sur les faillites telle qu'elle a été modifiée par la loi du 4 | |
septembre 2002; | 4 september 2002; |
- maintient les effets des dispositions annulées jusqu'à l'entrée en | - handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen totdat nieuwe |
vigueur de nouvelles dispositions et, au plus tard, jusqu'au 31 | bepalingen in werking treden, en uiterlijk tot 31 juli 2005. |
juillet 2005. | |
Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en | Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, |
langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 juin 2004. | het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 juni 2004. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |