← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 54/2004 du 24 mars 2004 Numéro du rôle : 2735 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 632 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance
de Courtrai. La Cour d'arbitrage, composée d après
en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 54/2004 du 24 mars 2004 Numéro du rôle : 2735 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 632 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Courtrai. La Cour d'arbitrage, composée d après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 54/2004 van 24 maart 2004 Rolnummer 2735 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 632 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk. Het Arbitragehof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 54/2004 du 24 mars 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 54/2004 van 24 maart 2004 |
Numéro du rôle : 2735 | Rolnummer 2735 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 632 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 632 van het |
civil, posée par le Tribunal de première instance de Courtrai. | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
J.-P. Snappe et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Alen, J.-P. Snappe en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
présidée par le président A. Arts, | Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 17 juin 2003 en cause de la s.a. Bel-Vu contre G. | Bij vonnis van 17 juni 2003 in zake de n.v. Bel-Vu tegen G. Gheysens, |
Gheysens, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
d'arbitrage le 27 juin 2003, le Tribunal de première instance de | 27 juni 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk de |
Courtrai a posé la question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 632 du Code civil viole-t-il le principe d'égalité établi | « Schendt artikel 632 van het Burgerlijk Wetboek het |
aux articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il découle de | gelijkheidsbeginsel vastgelegd in de artikelen 10 en 11 van de |
cette disposition qu'un partenaire non marié avec lequel cohabite | Grondwet, in zoverre hieruit voortvloeit dat een niet-gehuwde partner, |
durablement le titulaire d'un droit d'habitation n'a pas le droit | met wie de titularis van een recht van bewoning op duurzame wijze |
d'habiter avec le titulaire dans l'immeuble sur lequel porte le droit | samenleeft, niet het recht heeft om met de titularis te wonen in het |
d'habitation ? » | onroerend goed waarop het recht van bewoning betrekking heeft ? » |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 632 du Code | B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 632 van het Burgerlijk |
civil, qui énonce : | Wetboek dat luidt : |
« Celui qui a un droit d'habitation dans une maison, peut y demeurer | « Hij die het recht van bewoning in een huis heeft, mag daar met zijn |
avec sa famille, quand même il n'aurait pas été marié à l'époque où ce | gezin wonen, zelfs al was hij niet gehuwd toen hem dit recht werd |
droit lui a été donné. » | verleend. » |
B.1.2. Le juge a quo interprète cette disposition en ce sens que la | B.1.2. De verwijzende rechter interpreteert die bepaling in die zin |
notion de « famille » « vise explicitement la famille traditionnelle | dat met het begrip « gezin » « uitdrukkelijk het traditionele gezin |
dans laquelle un homme et une femme sont mariés et ont, le cas | [wordt] geviseerd waarin een man en een vrouw gehuwd zijn en in |
échéant, des enfants ». | voorkomend geval kinderen hebben ». |
Dans cette interprétation, il y a donc, selon le juge a quo, une | In die interpretatie is er aldus, volgens de verwijzende rechter, een |
différence de traitement entre, d'une part, l'époux ou l'épouse du | verschil in behandeling tussen, enerzijds, de echtgenoot of echtgenote |
titulaire du droit d'habitation, mariés après l'attribution de ce | van de houder van het recht van bewoning, gehuwd nadat dat recht werd |
toegekend, en, anderzijds, de niet-gehuwde partner van de houder van | |
droit, et, d'autre part, le partenaire non marié du titulaire du droit | het recht van bewoning, die met hem een levensgemeenschap vormt nadat |
d'habitation, qui forme avec lui une communauté de vie après | het recht van bewoning werd verleend. Enkel de eerstgenoemde heeft, |
l'attribution de ce droit. En vertu de la disposition en cause, seul | krachtens de in het geding zijnde bepaling, het recht om met de houder |
le premier nommé a le droit d'habiter avec le titulaire du droit | van het recht van bewoning te wonen in het onroerend goed waarop dat |
d'habitation dans l'immeuble sur lequel porte ce droit. | recht betrekking heeft. |
B.2. Le Conseil des ministres fait valoir qu'une autre interprétation | B.2. De Ministerraad voert aan dat een andere interpretatie mogelijk |
est possible et que la notion de « famille » au sens large peut | is en dat het begrip « gezin » in de ruime betekenis ook betrekking |
également concerner « la situation des cohabitants de fait ». | kan hebben « op de situatie van feitelijk samenwonenden ». |
La Cour doit en principe examiner la disposition en cause dans | Het Hof dient in beginsel de in het geding zijnde bepaling te |
l'interprétation que lui donne le juge a quo. Toutefois, s'il s'avère | onderzoeken in de interpretatie die daaraan door de verwijzende |
que, dans l'interprétation que le juge lui donne, la disposition viole | rechter is gegeven. Indien echter zou blijken dat die bepaling, in de |
les articles 10 et 11 de la Constitution, il convient que la Cour | interpretatie die de rechter eraan geeft, de artikelen 10 en 11 van de |
examine si, dans une autre interprétation, elle est compatible avec | Grondwet schendt, dan past het dat het Hof onderzoekt of ze in een |
les articles 10 et 11 de la Constitution. | andere interpretatie bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
B.3. Le droit d'habitation est un droit d'usage d'une maison | Grondwet. B.3. Het recht van bewoning is een recht van gebruik van een woonhuis |
d'habitation et se présente comme un droit d'usufruit restreint. | en komt voor als een beperkt recht van vruchtgebruik. |
Conformément à l'article 628 du Code civil, le droit est réglé par le | Overeenkomstig artikel 628 van het Burgerlijk Wetboek wordt het recht |
titre qui l'a établi, de sorte que les parties sont libres de donner | geregeld door de titel waarbij het werd gevestigd, zodat de partijen |
au droit l'étendue qu'elles souhaitent. Si le titre ne s'explique pas | vrij zijn om aan het recht de omvang te geven die zij wensen. Wanneer |
sur l'étendue de ce droit, les articles 632 à 634 du Code civil disposent que celui qui a le droit d'habitation peut demeurer dans la maison avec sa famille, quand même il n'aurait pas été marié à l'époque où ce droit lui a été donné, que le droit est limité à ce qui est nécessaire pour l'habitation de celui à qui ce droit est concédé et sa famille et que le droit d'habitation ne peut être ni cédé ni loué. B.4. Selon le Conseil des ministres et la partie demanderesse devant le juge a quo, les époux et les personnes non mariées qui forment une communauté de vie sont des catégories de personnes non comparables. Le droit d'habitation vise à octroyer l'usage d'une habitation au titulaire de ce droit et à sa famille. A la lumière de cet objectif et en vue de déterminer l'étendue de ce droit, les époux et les couples non mariés sont comparables. L'exception est rejetée. | de titel geen aanwijzing omtrent de omvang van dat recht bevat, bepalen de artikelen 632 tot 634 van het Burgerlijk Wetboek dat hij die het recht van bewoning heeft, het huis met zijn gezin kan bewonen, zelfs als hij op het ogenblik dat hem het recht werd verleend, niet gehuwd was, dat het recht beperkt is tot hetgeen nodig is als woning voor hem die recht heeft en voor zijn gezin, en dat het recht van bewoning noch afgestaan noch verhuurd kan worden. B.4. Volgens de Ministerraad en de eisende partij voor de verwijzende rechter zijn echtgenoten en ongehuwde personen die een levensgemeenschap vormen, categorieën van personen die niet vergelijkbaar zijn. Het recht van bewoning strekt ertoe aan de houder van dat recht en aan zijn gezin het gebruik van een woning toe te kennen. In het licht van die doelstelling en met het oog op het bepalen van de omvang van dat recht, zijn echtgenoten en personen die ongehuwd samenleven vergelijkbaar. De exceptie wordt verworpen. |
B.5. La différence de traitement - quant à l'étendue du droit | B.5. Het verschil in behandeling - ten aanzien van de omvang van het |
d'habitation - entre les époux et les couples non mariés se fonde sur | recht van bewoning - tussen echtgenoten en ongehuwde partners die een |
un élément objectif, à savoir que la situation juridique des conjoints | levensgemeenschap vormen, steunt op het objectieve gegeven dat de |
et des couples non mariés diffère aussi bien en ce qui concerne leurs | juridische toestand van echtgenoten en ongehuwde partners verschilt, |
obligations mutuelles que pour ce qui concerne leur situation | zowel wat de verplichtingen jegens elkaar betreft als wat hun |
patrimoniale. | vermogensrechtelijke toestand betreft. |
B.6. Le traitement différent n'est cependant pas pertinent par rapport | B.6. De onderscheiden behandeling is evenwel niet pertinent ten |
à l'objectif du législateur. Le droit d'habitation profitant non | opzichte van de doelstelling van de wetgever. Vermits het recht van |
seulement au titulaire de ce droit mais également à sa famille, sans | bewoning ten goede komt niet alleen aan de houder van dat recht maar |
faire de distinction selon que cette famille existait déjà avant ou | ook aan zijn gezin, zonder onderscheid of dat gezin reeds bestond vóór |
seulement après l'établissement de ce droit, de sorte que le | of na de vestiging van dat recht, zodat de titularis, overeenkomstig |
titulaire, selon ses besoins, peut établir sa vie de famille dans | zijn behoeften, in het onroerend goed waarop het recht betrekking |
l'immeuble auquel le droit se rapporte, il n'est pas justifié de | heeft, zijn gezinsleven kan vestigen, is het niet verantwoord de |
permettre à l'époux ou à l'épouse du titulaire du droit d'habiter | echtgenoot of echtgenote van de houder van het recht toe te staan het |
l'immeuble et d'exclure cette possibilité pour le partenaire non marié | goed mede te bewonen en dat uit te sluiten voor de ongehuwde partner |
avec lequel ce titulaire forme une communauté de vie. Une telle | met wie die houder een levensgemeenschap vormt. Een dergelijk |
distinction a en effet pour conséquence que le droit d'habitation ne | onderscheid heeft immers als gevolg dat het recht van bewoning niet |
correspond plus au droit du titulaire d'y habiter avec sa famille, de | langer beantwoordt aan het recht van de houder om er met zijn gezin te |
sorte que son droit d'habitation serait vidé de sa substance. | wonen, zodat zijn recht van bewoning zou worden uitgehold. |
Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle une | In die interpretatie dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden |
réponse positive. | beantwoord. |
B.7. Comme l'indique le Conseil des ministres, une autre | B.7. Zoals de Ministerraad aangeeft, is evenwel een andere en ruimere |
interprétation, plus large, de la notion de « famille » est toutefois | interpretatie van het begrip « gezin » mogelijk zodat de in het geding |
possible, selon laquelle la disposition en cause concerne également la | zijnde bepaling ook betrekking heeft op de situatie van de ongehuwde |
situation des personnes non mariées qui forment une communauté de vie. | partner die met de houder van het recht een levensgemeenschap vormt. |
Cette interprétation trouve notamment son fondement dans l'article 22 | Die interpretatie vindt onder meer haar grondslag in artikel 22 van de |
de la Constitution, dont le Constituant a déclaré qu'il devait être | Grondwet, waarvan de Grondwetgever heeft verklaard dat het moest |
entendu par référence à la jurisprudence de la Cour européenne des | worden begrepen in de zin van de rechtspraak van het Europees Hof voor |
droits de l'homme relative à l'article 8 de la Convention européenne | de Rechten van de Mens met betrekking tot artikel 8 van het Europees |
des droits de l'homme (Doc. parl., Sénat, 1991-1992, n° 100/4, p. 3; | Verdrag voor de Rechten van de Mens (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. |
Doc. parl., Chambre, 1993-1994, n° 997/5, p. 2). | 100/4, p. 3; Parl. St., Kamer, 1993-1994, nr. 997/5, nr. 2). |
Dans cette interprétation, il n'y a pas de différence de traitement et | In die interpretatie is er geen verschil in behandeling en dient de |
la question appelle une réponse négative. | vraag ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- Dans l'interprétation selon laquelle la notion de « famille » inclut | - In de interpretatie dat het begrip « gezin » wel betrekking heeft op |
uniquement l'époux ou l'épouse du titulaire du droit d'habitation mais | de echtgenoot of echtgenote van de houder van het recht van bewoning |
non le partenaire non marié avec lequel le titulaire du droit | maar niet de ongehuwde partner omvat met wie de houder van het recht |
d'habitation forme une communauté de vie, l'article 632 du Code civil | van bewoning een levensgemeenschap vormt, schendt artikel 632 van het |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
- Dans l'interprétation selon laquelle la notion de « famille » inclut | - In de interpretatie dat het begrip « gezin » ook betrekking heeft op |
également le partenaire non marié avec lequel le titulaire du droit | de ongehuwde partner met wie de houder van het recht van bewoning een |
d'habitation forme une communauté de vie, l'article 632 du Code civil | levensgemeenschap vormt, schendt artikel 632 van het Burgerlijk |
ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 mars 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 maart 2004. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux. A. Arts. | P.-Y. Dutilleux. A. Arts. |