← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 63/2004 du 28 avril 2004 Numéro du rôle : 2616 En cause :
les questions préjudicielles relatives à l'article 104, alinéa 1 er , 1°, du Code des
impôts sur les revenus 1992 et aux articles 136, 141, 142 et 143 La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. Henneuse,
(...)"
Extrait de l'arrêt n° 63/2004 du 28 avril 2004 Numéro du rôle : 2616 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 104, alinéa 1 er , 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 et aux articles 136, 141, 142 et 143 La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. Henneuse, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 63/2004 van 28 april 2004 Rolnummer 2616 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 104, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 136, 141, 142 en 143 van hetzel Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters R. Henn(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 63/2004 du 28 avril 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 63/2004 van 28 april 2004 |
Numéro du rôle : 2616 | Rolnummer 2616 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 104, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 104, eerste lid, |
alinéa 1er, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 et aux | 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen |
articles 136, 141, 142 et 143 du même Code, tels qu'ils étaient en | 136, 141, 142 en 143 van hetzelfde Wetboek, zoals die van kracht waren |
vigueur pour les exercices d'imposition 1997 et 1998, posées par le | voor de aanslagjaren 1997 en 1998, gesteld door de Rechtbank van |
Tribunal de première instance d'Arlon. | eerste aanleg te Aarlen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, J.-P. Snappe et E. Derycke, | R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, J.-P. Snappe en E. Derycke, |
assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 21 janvier 2003 en cause de N. Sizaire contre l'Etat | Bij vonnis van 21 januari 2003 in zake N. Sizaire tegen de Belgische |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
le 27 janvier 2003, le Tribunal de première instance d'Arlon a posé | ingekomen op 27 januari 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
les questions préjudicielles suivantes : | Aarlen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. Existe-t-il une violation du principe d'égalité inscrit dans les | « 1. Is er schending van het gelijkheidsbeginsel vervat in de |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, en application de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, met toepassing van |
l'article 104, alinéa 1er, 1°, du Code des impôts sur les revenus | artikel 104, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de |
1992, les sommes versées ou les frais exposés par un contribuable en | inkomstenbelastingen 1992, de door een belastingplichtige gestorte |
exécution d'une obligation alimentaire (ci-après le débirentier) ne | sommen of gemaakte kosten ter uitvoering van een |
sont déductibles de l'ensemble de ses revenus nets qu'entre autres | onderhoudsverplichting (hierna de onderhoudsplichtige) enkel |
aftrekbaar zijn van zijn totale netto-inkomen op voorwaarde onder meer | |
conditions que le créancier de l'obligation alimentaire (le | dat de gerechtigde van de onderhoudsverplichting (de |
crédirentier) ne fasse pas partie de son ménage ? Que le seul fait que | onderhoudsgerechtigde) niet deel uitmaakt van zijn gezin ? Vormt het |
le crédirentier fasse partie du ménage du débirentier constitue-t-il | enkele feit dat de onderhoudsgerechtigde deel uitmaakt van het gezin |
une différence de situation objective suffisante pour justifier un | van de onderhoudsplichtige een objectief verschillende situatie die |
traitement fiscal différent dans le chef du débirentier, c'est-à-dire | voldoende is om ten aanzien van de onderhoudsplichtige een fiscale |
le refus de la déduction des frais exposés en exécution de son | behandeling te verantwoorden - dit wil zeggen de weigering van aftrek |
obligation alimentaire, de celui auquel est soumis le débirentier qui | van de ter uitvoering van zijn onderhoudsverplichtingen gemaakte |
expose également les mêmes frais en vertu de la même obligation | kosten - die verschilt van diegene waaraan de onderhoudsplichtige is |
onderworpen die eveneens dezelfde kosten maakt krachtens dezelfde | |
onderhoudsverplichting ten aanzien van een onderhoudsgerechtigde die | |
alimentaire vis-à-vis d'un crédirentier qui ne fait partie de son | niet deel uitmaakt van zijn gezin en die, in dat geval, de kosten kan |
ménage et qui peut, dans ce cas, les déduire ? | aftrekken ? |
2. Existe-t-il une violation du principe d'égalité inscrit dans les | 2. Is er schending van het gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen |
articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que, en application des | 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, met toepassing van de artikelen |
articles 136, 141, 142 et 143 du Code des impôts sur les revenus 1992 | 136, 141, 142 en 143 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 |
en vigueur pour les exercices d'imposition 1997 et 1998, toutes les | zoals van kracht voor de aanslagjaren 1997 en 1998, alle sommen (onder |
sommes (sous réserve de l'article 143, 5°, du Code des impôts sur les | voorbehoud van artikel 143, 5°, van het Wetboek van de |
revenus 1992) versées par une contribuable en exécution d'une | inkomstenbelastingen 1992) die gestort zijn door een |
obligation alimentaire (ci-après le débirentier) constituent des | belastingplichtige ter uitvoering van een onderhoudsverplichting |
ressources du créancier de cette obligation (ci-après le crédirentier) | (hierna de onderhoudsplichtige) bestaansmiddelen vormen van de |
gerechtigde van die verplichting (hierna de onderhoudsgerechtigde) in | |
au sens de l'article 136 du Code des impôts sur les revenus 1992, | de zin van artikel 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
1992, uitsluitend wanneer hij geen deel uitmaakt van het gezin van de | |
uniquement quand il ne fait pas partie du ménage du débirentier ? Que | onderhoudsplichtige ? Vormt het enkele feit dat de |
le seul fait que le crédirentier ne fasse pas partie du ménage du | onderhoudsgerechtigde geen deel uitmaakt van het gezin van de |
onderhoudsplichtige een objectief verschillende situatie die voldoende | |
débirentier constitue-t-il une différence de situation objective | is om ten aanzien van de onderhoudsgerechtigde een fiscale behandeling |
suffisante pour justifier un traitement fiscal différent dans le chef | te verantwoorden - dit wil zeggen dat te zijnen aanzien alle ter |
du crédirentier, c'est-à-dire la prise en compte dans son chef comme | uitvoering van een onderhoudsverplichting gestorte sommen in |
ressources au sens de l'article 136 du Code des impôts sur les revenus | aanmerking worden genomen als bestaansmiddelen in de zin van artikel |
1992, de toutes les sommes versées en exécution d'une obligation | 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 -, die verschilt |
alimentaire, de celui auquel est soumis le crédirentier lorsqu'il | van diegene waaraan de onderhoudsgerechtigde is onderworpen wanneer |
perçoit des sommes du débirentier alors qu'il fait partie de son | hij van de onderhoudsplichtige sommen ontvangt terwijl hij deel |
ménage ? » | uitmaakt van zijn gezin ? » |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Les dispositions en cause | De in het geding zijnde bepalingen |
B.1. Les questions préjudicielles portent sur les articles 104, alinéa | B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 104, |
1er, 1°, 136, 141, 142 et 143 du Code des impôts sur les revenus 1992 | eerste lid, 1°, 136, 141, 142 en 143 van het Wetboek van de |
(C.I.R. 1992), tels qu'applicables aux exercices d'imposition 1997 et 1998. | inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992), zoals ze van toepassing waren op de aanslagjaren 1997 en 1998. |
En tant que les articles 90, 3°, et 132 du C.I.R. 1992 interviennent | In zoverre de artikelen 90, 3°, en 132 van het W.I.B. 1992 |
dans l'examen des dispositions mentionnées, ils peuvent être associés | medebepalend zijn voor het onderzoek van de voormelde bepalingen, |
par la Cour dans son contrôle. | kunnen ze door het Hof in zijn toetsing worden betrokken. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.2.1. Les questions préjudicielles concernent la prise en compte dans | B.2.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op het in aanmerking |
l'impôt des personnes physiques des rentes alimentaires pour les | nemen in de personenbelasting van onderhoudsuitkeringen voor de |
exercices d'imposition 1997 et 1998. | aanslagjaren 1997 en 1998. |
B.2.2. La première question préjudicielle demande à la Cour si | B.2.2. De eerste prejudiciële vraag beoogt van het Hof te vernemen of |
l'article 104, alinéa 1er, 1°, du C.I.R. 1992 viole les articles 10 et | artikel 104, eerste lid, 1°, van het W.I.B. 1992 de artikelen 10 en 11 |
11 de la Constitution en ce qu'un contribuable peut déduire la rente | van de Grondwet schendt doordat een belastingplichtige de in die |
alimentaire visée dans cette disposition de ses revenus nets, à | bepaling bedoelde onderhoudsuitkering mag aftrekken van zijn |
condition que le crédirentier ne fasse pas partie de son ménage, alors | netto-inkomsten, op voorwaarde dat de onderhoudsgerechtigde geen deel |
que le débirentier qui paie une contribution alimentaire en vertu de | uitmaakt van zijn gezin, terwijl de onderhoudsplichtige die een |
la même obligation alimentaire ne peut déduire ces frais lorsque le | onderhoudsbijdrage betaalt krachtens dezelfde onderhoudsverplichting, |
crédirentier fait partie de son ménage. | die kosten niet mag aftrekken wanneer de onderhoudsgerechtigde deel |
uitmaakt van zijn gezin. | |
B.2.3. La deuxième question préjudicielle demande à la Cour si les | B.2.3. De tweede prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te |
articles 136, 141, 142 et 143 du C.I.R. 1992, applicables pour les | vernemen of de artikelen 136, 141, 142 en 143 van het W.I.B. 1992, |
exercices d'imposition 1997 et 1998, violent les articles 10 et 11 de | zoals van toepassing voor de aanslagjaren 1997 en 1998, de artikelen |
la Constitution en ce qu'ils instaurent une distinction entre les | 10 en 11 van de Grondwet schenden doordat ze een onderscheid invoeren |
crédirentiers selon qu'ils font ou non partie du ménage du | tussen onderhoudsgerechtigden naargelang zij al dan niet deel uitmaken |
débirentier, dès lors que la rente alimentaire que le crédirentier | van het gezin van de onderhoudsplichtige, nu enkel de |
reçoit de la personne avec laquelle il ne forme pas un ménage est la | onderhoudsuitkering die de onderhoudsgerechtigde ontvangt van de |
seule prise en considération pour la détermination des revenus nets | persoon met wie hij geen gezin vormt, in aanmerking wordt genomen bij |
visés à l'article 136 du C.I.R. 1992. | het bepalen van de netto-inkomsten bedoeld in artikel 136 van het |
B.3.1. Il appert des dispositions au sujet desquelles la Cour est | W.I.B. 1992. B.3.1. Uit de bepalingen waarover het Hof wordt ondervraagd en uit de |
interrogée et des motifs de la décision de renvoi que la situation fiscale du crédirentier dans le litige sur le fond n'est pas directement en cause dès lors que ce litige porte exclusivement sur la situation fiscale du débirentier, en l'occurrence la mère. La situation du crédirentier n'est qu'indirectement en cause en tant que ses revenus interviennent dans le fait de savoir s'il est ou non fiscalement à charge de la personne avec laquelle il forme un ménage. B.3.2. Il s'ensuit que la Cour doit examiner les dispositions en cause en tant qu'elles instaurent une distinction entre deux catégories de contribuables qui sont redevables d'une contribution alimentaire en vertu de la même obligation légale, et dont l'un forme un ménage avec le crédirentier et l'autre pas. | motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de fiscale situatie van de onderhoudsgerechtigde in het geschil ten gronde niet rechtstreeks in het geding is, nu dat geschil enkel betrekking heeft op de fiscale situatie van de onderhoudsplichtige, in casu de moeder. De situatie van de onderhoudsgerechtigde is slechts onrechtstreeks aan de orde in zoverre zijn inkomsten medebepalend zijn voor het feit of hij al dan niet fiscaal ten laste is van de persoon met wie hij een gezin vormt. B.3.2. Hieruit volgt dat het Hof de in het geding zijnde bepalingen moet onderzoeken in zoverre ze een onderscheid invoeren tussen twee categorieën van belastingplichtigen die een onderhoudsbijdrage verschuldigd zijn krachtens dezelfde wettelijke verplichting, en waarvan de ene met de onderhoudsgerechtigde een gezin vormt en de andere niet. |
B.4.1. En vertu de l'article 104, alinéa 1er, 1°, du C.I.R. 1992, les | B.4.1. Krachtens artikel 104, eerste lid, 1°, van het W.I.B. 1992 zijn |
rentes alimentaires que le contribuable a payées à des personnes qui | onderhoudsuitkeringen die de belastingplichtige heeft betaald aan |
ne font pas partie de son ménage sont déductibles des revenus nets | personen die geen deel uitmaken van zijn gezin, aftrekbaar van de |
communs à concurrence de 80 p.c. lorsqu'elles sont dues en vertu d'une | gezamenlijke netto-inkomsten tot beloop van 80 pct., wanneer ze |
obligation alimentaire légale, d'où il est déduit qu'elles doivent | verschuldigd zijn krachtens een wettelijke onderhoudsverplichting, |
waaruit wordt afgeleid dat ze in verhouding moeten staan tot de | |
être proportionnées aux nécessités de l'allocataire. La rente doit | behoeften van de uitkeringsgerechtigde. De uitkering moet regelmatig |
être régulière et justifiée par des pièces probantes. | zijn en worden verantwoord door bewijskrachtige stukken. |
Les rentes alimentaires payées constituent des revenus divers dans le | De betaalde onderhoudsuitkeringen vormen diverse inkomsten van de |
chef de l'allocataire sur la base de l'article 90, 3°, du même Code et | uitkeringsgerechtigde op grond van artikel 90, 3°, van hetzelfde |
elles sont imposées dans son chef. | Wetboek en hierop wordt hij belast. |
B.4.2. Pour le débirentier qui forme un ménage avec le crédirentier, | B.4.2. Voor de onderhoudsplichtige die met de onderhoudsgerechtigde |
les sommes payées en exécution d'une obligation alimentaire légale ne | een gezin vormt zijn de sommen betaald ter uitvoering van een |
sont pas fiscalement déductibles. Les personnes qui font partie du | wettelijke onderhoudsverplichting niet fiscaal aftrekbaar. De personen |
ménage du contribuable sont toutefois prises en compte d'une autre | die deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige worden |
manière dans l'impôt des personnes physiques. | evenwel in de personenbelasting op een andere wijze in aanmerking |
L'article 132 du C.I.R. 1992 prévoit une majoration de la quotité | genomen. Artikel 132 van het W.I.B. 1992 voorziet in een verhoging van de |
exemptée d'impôt pour le contribuable ayant des personnes à charge | belastingvrije som voor de belastingplichtige met personen ten laste |
selon les conditions fixées aux articles 136 et suivants du même Code. Pour être considéré comme étant à charge, les ressources nettes de l'intéressé ne peuvent excéder un montant fixé par la loi (article 136). Pour des enfants à charge d'un contribuable isolé, le plafond est majoré (article 141). La quotité exemptée d'impôt pour des enfants à charge augmente progressivement avec le nombre d'enfants (article 132). Contrairement à la rente alimentaire reçue du débirentier avec lequel le crédirentier ne forme pas un ménage, la contribution reçue du parent avec lequel le crédirentier forme un ménage n'est pas imposée, | volgens de voorwaarden bepaald in de artikelen 136 en volgende van hetzelfde Wetboek. Om als ten laste te worden beschouwd, mogen de nettobestaansmiddelen van de betrokkene niet boven een door de wet bepaald bedrag liggen (artikel 136). Voor kinderen ten laste van een alleenstaande belastingplichtige wordt dat plafond verhoogd (artikel 141). De belastingvrije som voor kinderen ten laste neemt progressief toe met het aantal kinderen (artikel 132). In tegenstelling tot de onderhoudsuitkering ontvangen van de onderhoudsplichtige met wie de onderhoudsgerechtigde geen gezin vormt, wordt de bijdrage ontvangen van de ouder met wie de onderhoudsgerechtigde een gezin vormt, niet belast op grond van |
sur la base de l'article 90, 3°, du C.I.R. 1992. | artikel 90, 3°, van het W.I.B. 1992. |
B.5. Il appert de ce qui précède que les débirentiers dont l'un forme | B.5. Uit wat voorafgaat blijkt dat onderhoudsplichtigen waarvan de ene |
un ménage avec le crédirentier et l'autre pas sont soumis, dans le | een gezin vormt met de onderhoudsgerechtigde en de andere niet, op het |
domaine des rentes alimentaires à prendre en compte dans l'impôt des | vlak van het in aanmerking nemen van onderhoudsuitkeringen in de |
personnes physiques, à un régime fiscal totalement différent | personenbelasting, onderworpen zijn aan een geheel verschillende |
comprenant des modalités propres et une logique interne propre. | belastingregeling met eigen modaliteiten en een eigen interne logica. |
B.6.1. Le choix du législateur de ne permettre une déduction que si le | B.6.1. De keuze van de wetgever om de aftrek slechts toe te staan |
crédirentier ne forme pas un ménage avec le débirentier se fonde sur | indien de onderhoudsgerechtigde met de onderhoudsplichtige geen gezin |
un critère objectif et pertinent, à savoir la situation familiale de | vormt, steunt op een objectief en pertinent criterium, namelijk de |
l'intéressé. | gezinssituatie van de betrokkene. |
Le fait que l'article 104, alinéa 1er, 1°, du C.I.R. 1992 ne permette pas cette déduction au débirentier qui forme un ménage avec le crédirentier ne saurait être considéré comme disproportionné puisque celui-ci peut bénéficier de l'avantage de la majoration de la quotité exemptée d'impôt. B.6.2. La réglementation en cause a ses avantages et ses désavantages qui se tiennent en équilibre. Ce n'est pas parce que dans un cas spécifique, lorsque certaines limites fixées par la loi sont dépassées, certains avantages peuvent être perdus ou certains désavantages peuvent apparaître, que la réglementation est discriminatoire. B.7. Il appartient au législateur, pour qu'une personne soit à charge | Het feit dat artikel 104, eerste lid, 1°, van het W.I.B. 1992 die aftrek niet toestaat aan de belastingplichtige die met de onderhoudsgerechtigde een gezin vormt, kan niet als onevenredig worden beschouwd, vermits deze het voordeel van de verhoging van de belastingvrije som kan genieten. B.6.2. De in het geding zijnde regeling heeft voordelen en nadelen die elkaar in evenwicht houden. Het is niet omdat in een specifiek geval, wanneer bepaalde in de wet gestelde grenzen worden overschreden, bepaalde voordelen verloren kunnen gaan of bepaalde nadelen kunnen ontstaan, dat de regeling discriminerend is. B.7. Het staat aan de wetgever erover te waken de toegelaten netto-inkomsten, opdat een persoon ten laste is in de zin van de |
au sens des articles 132 et 136 du C.I.R. 1992, de veiller à fixer les | artikelen 132 en 136 van het W.I.B. 1992, te bepalen op een niveau dat |
revenus nets autorisés à un niveau équitable et à adapter celui-ci à | billijk is en aan te passen indien de financiële of maatschappelijke |
l'évolution financière ou sociale. | evolutie dat vereist. |
B.8. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.8. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 104, alinéa 1er, 1°, du Code des impôts sur les revenus | Artikel 104, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de |
1992, d'une part, et les articles 136, 141, 142 et 143, de ce Code, | inkomstenbelastingen 1992, enerzijds, en de artikelen 136, 141, 142 en |
d'autre part, applicables pour les exercices d'imposition 1997 et | 143 van dat Wetboek, anderzijds, zoals van toepassing voor de |
1998, ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | aanslagjaren 1997 en 1998, schenden de artikelen 10 en 11 van de |
qu'ils prévoient une réglementation différente pour les rentes | Grondwet niet doordat ze inzake onderhoudsuitkeringen in een |
alimentaires selon que le contribuable forme ou non un ménage avec | verschillende regeling voorzien naargelang de belastingplichtige met |
l'enfant. | het kind al dan niet een gezin vormt. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 avril 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 april 2004. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |