Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 41/2004 du 17 mars 2004 Numéro du rôle : 2677 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 139 du décret de la Communauté flamande du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental, posée par le La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, M(...)"
Extrait de l'arrêt n° 41/2004 du 17 mars 2004 Numéro du rôle : 2677 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 139 du décret de la Communauté flamande du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental, posée par le La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, M(...) Uittreksel uit arrest nr. 41/2004 van 17 maart 2004 Rolnummer 2677 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 139 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, gesteld door de Raad van Sta Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 41/2004 du 17 mars 2004 Uittreksel uit arrest nr. 41/2004 van 17 maart 2004
Numéro du rôle : 2677 Rolnummer 2677
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 139 du In zake : de prejudiciële vraag over artikel 139 van het decreet van
décret de la Communauté flamande du 25 février 1997 relatif à de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari 1997 betreffende het
l'enseignement fondamental, posée par le Conseil d'Etat. basisonderwijs, gesteld door de Raad van State.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée L. François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman en E. Derycke,
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt n° 117.149 du 18 mars 2003 en cause de l'a.s.b.l. Bij arrest nr. 117.149 van 18 maart 2003 in zake de v.z.w. «
Oudervereniging voor de moraal contre la Communauté flamande, dont Oudervereniging voor de moraal » tegen de Vlaamse Gemeenschap, waarvan
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 mars de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 28 maart
2003, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : 2003, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 139 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement « Schendt artikel 139 van het decreet van 25 februari 1997 betreffende
fondamental viole-t-il l'article 24, § 5, de la Constitution ? » het basisonderwijs artikel 24, § 5, van de Grondwet ? »
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
La question préjudicielle et la disposition en cause De prejudiciële vraag en de in het geding zijnde bepaling
B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 139 du décret de B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 139 van het
la Communauté flamande du 25 février 1997 relatif à l'enseignement decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari 1997 betreffende
fondamental, lequel article, avant sa modification par le décret du 28 het basisonderwijs, dat, vóór de wijziging ervan bij decreet van 28
juin 2002, était libellé comme suit : juni 2002, luidde als volgt :
« Le Gouvernement fixe les conditions d'obtention, le nombre et le « De regering bepaalt de voorwaarden tot het verkrijgen van
mode de calcul des périodes de cours complémentaires. » aanvullende lestijden alsook het aantal en de wijze van berekening
B.1.2. L'article 3, 1°, du décret (dans la version antérieure à sa ervan. » B.1.2. Artikel 3, 1°, van het decreet (in de versie vóór de wijziging
modification par les décrets du 28 juin 2002 et du 14 février 2003) ervan bij de decreten van 28 juni 2002 en 14 februari 2003) bepaalt
dispose que, pour l'application du décret, il faut entendre par « dat voor de toepassing van het decreet onder « aanvullende lestijden »
périodes de cours complémentaires », les périodes attribuées pour les moet worden verstaan : lestijden toegekend voor godsdienst,
cours de religion, de morale non confessionnelle, de formation niet-confessionele zedenleer, cultuurbeschouwing en voor specifieke
culturelle et pour des besoins spécifiques. behoeften.
L'article 138 du décret (dans la version antérieure à sa modification Artikel 138 van het decreet (in de versie vóór de wijziging ervan bij
par les décrets du 13 juillet 2001 et du 28 juin 2002) dispose ce qui de decreten van 13 juli 2001 en 28 juni 2002) bepaalt met betrekking
suit concernant les périodes de cours complémentaires : tot de aanvullende lestijden :
« § 1er. En plus des périodes de cours selon les échelles, les catégories suivantes de périodes de cours complémentaires peuvent être financées ou subventionnées : 1° des périodes de cours de religion et de morale non confessionnelle, à savoir : - des périodes de cours complémentaires de chaque religion reconnue, de morale non confessionnelle ou de formation culturelle dans l'enseignement primaire ordinaire; - des périodes complémentaires des cours moins suivis de religion reconnue ou de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire spécial; 2° des périodes de cours pour les enfants qui suivent l'enseignement intégré; 3° des périodes de cours destinées à l'accueil des primo-arrivants allophones; 4° des périodes de cours destinées à l'enseignement permanent en milieu familial dans l'enseignement spécial. § 2. Le gouvernement peut décider de financer ou subventionner une nouvelle catégorie de périodes de cours complémentaires, comme prévu « § 1. Naast de lestijden volgens de schalen worden volgende categorieën aanvullende lestijden gefinancierd of gesubsidieerd : 1° lestijden voor godsdienst en niet-confessionele zedenleer : - in het gewoon lager onderwijs zijn dit aanvullende lestijden voor elke erkende godsdienst en voor de niet-confessionele zedenleer of voor cultuurbeschouwing; - in het buitengewoon lager onderwijs zijn dit aanvullende lestijden voor de minder gevolgde cursussen in de godsdienst of niet-confessionele zedenleer; 2° lestijden voor kinderen die geïntegreerd onderwijs volgen; 3° lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers; 4° lestijden voor het permanent onderwijs aan huis in het buitengewoon onderwijs. § 2. De regering, kan, zoals bepaald in artikel 171, beslissen een nieuwe categorie aanvullende lestijden te financieren of te
par l'article 171. » subsidiëren. »
B.2.1. Selon le Gouvernement flamand, la question préjudicielle, si B.2.1. Volgens de Vlaamse Regering heeft de prejudiciële vraag, wil
l'on veut que la réponse qui y est donnée soit utile au juge a quo,
concerne exclusivement les périodes de cours complémentaires de het antwoord erop dienstig zijn voor de verwijzende rechter, alleen
religion et de morale non confessionnelle visées à l'article 138 du betrekking op de in artikel 138 van het decreet bedoelde aanvullende
décret, et ce uniquement dans l'enseignement primaire officiel. lestijden voor godsdienst en niet-confessionele zedenleer, en dan nog
B.2.2. La Cour détermine l'étendue de la question préjudicielle en alleen in het officieel lager onderwijs.
tenant compte de l'objet du litige pendant devant le juge a quo et de B.2.2. Het Hof bepaalt de omvang van de prejudiciële vraag rekening
la motivation de l'arrêt de renvoi. houdend met het onderwerp van het voor de verwijzende rechter hangende
Il ressort des faits exposés et de la motivation de l'arrêt de renvoi geschil en met de motivering van het verwijzingsarrest.
que la question préjudicielle porte sur les périodes de cours Uit de voorgelegde feiten en de motivering van het verwijzingsarrest
complémentaires de religion et de morale non confessionnelle dans blijkt dat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de in artikel
l'enseignement primaire ordinaire visées à l'article 138, § 1er, 1°, 138, § 1, 1°, eerste streepje, bedoelde aanvullende lestijden voor
premier tiret.
La Cour doit par conséquent se prononcer sur la constitutionnalité de niet-confessionele zedenleer in het gewoon lager onderwijs.
la norme en cause en tant seulement qu'elle se rapporte aux périodes Het Hof dient zich bijgevolg uit te spreken over de grondwettigheid
de cours complémentaires de morale non confessionnelle dans van de in het geding zijnde norm, enkel in zoverre hij betrekking
l'enseignement primaire ordinaire visées à l'article 138, § 1er, 1°, heeft op de in artikel 138, § 1, 1°, eerste streepje, bedoelde
aanvullende lestijden voor niet-confessionele zedenleer in het gewoon
premier tiret. lager onderwijs.
B.2.3. Il est demandé à la Cour de contrôler la disposition litigieuse B.2.3. Het Hof wordt gevraagd de betwiste bepaling te toetsen aan
au regard de l'article 24, § 5, de la Constitution. La Cour constate artikel 24, § 5, van de Grondwet. Het Hof stelt vast dat de vraag,
que, contrairement à ce que soutient l'a.s.b.l. Oudervereniging voor zoals geformuleerd door de verwijzende rechter, in tegenstelling tot
de moraal, la question, telle que l'a formulée le juge a quo, ne porte wat de v.z.w. Oudervereniging voor de moraal beweert, niet handelt
pas sur les effets possibles de la disposition en cause, qui over de mogelijke gevolgen van de betwiste bepaling, die zouden
impliqueraient que, dans certaines écoles, la transmission de inhouden dat de overdracht van informatie of kennis in sommige scholen
l'information ou des connaissances ne pourrait plus s'opérer de niet op een objectieve, kritische en pluralistische manier zou kunnen
manière objective, critique et pluraliste. plaatsvinden.
Quant au fond Ten gronde
B.3.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 139 du décret du B.3.1. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 139 van het
25 février 1997 viole l'article 24, § 5, de la Constitution, en tant decreet van 25 februari 1997 artikel 24, § 5, van de Grondwet schendt,
qu'il confie au Gouvernement le soin de fixer les conditions
d'obtention de périodes de cours complémentaires de morale non doordat de Regering wordt opgedragen de voorwaarden tot het verkrijgen
confessionnelle dans l'enseignement primaire ordinaire, ainsi que le van aanvullende lestijden niet-confessionele zedenleer in het gewoon
nombre et le mode de calcul de ces périodes. lager onderwijs, alsook het aantal en de wijze van berekening ervan, te bepalen.
B.3.2. L'article 24, § 5, de la Constitution dispose que B.3.2. Artikel 24, § 5, van de Grondwet bepaalt dat de inrichting,
l'organisation, la reconnaissance ou le subventionnement de erkenning of subsidiëring van het onderwijs door de gemeenschap wordt
l'enseignement par la communauté sont réglés par la loi ou le décret. geregeld door de wet of het decreet.
Cette disposition traduit la volonté du Constituant de réserver au Die bepaling drukt de wil uit van de Grondwetgever om aan de bevoegde
législateur compétent le soin de régler les aspects essentiels de wetgever de zorg voor te behouden een regeling te treffen voor de
l'enseignement en ce qui concerne son organisation, sa reconnaissance essentiële aspecten van het onderwijs, wat de inrichting, de erkenning
et son subventionnement. Elle n'interdit cependant pas que des of subsidiëring betreft, doch verbiedt niet dat onder bepaalde
habilitations soient données sous certaines conditions à d'autres autorités. voorwaarden bevoegdheden aan andere overheden worden toegekend.
L'article 24, § 5, exige que ces habilitations ne portent que sur la Artikel 24, § 5, vereist dat die bevoegdheden slechts op de
mise en oeuvre des principes que le législateur décrétal a lui-même tenuitvoerlegging van de door de decreetgever zelf vastgestelde
adoptés. A travers elles, le gouvernement de communauté ou une autre beginselen betrekking hebben. Zodoende kan een gemeenschapsregering of
autorité ne saurait combler l'imprécision de ces principes ou affiner een andere overheid de onnauwkeurigheid van die beginselen niet
des options insuffisamment détaillées. opvangen of onvoldoende omstandige beleidskeuzes niet verfijnen.
B.4.1. La disposition en cause fait partie de la section 2 « Personnel B.4.1. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van afdeling 2
enseignant » du chapitre IX « Cadre organique du personnel dans « Onderwijzend personeel » van hoofdstuk IX « Personeelsformatie in
l'enseignement fondamental » du décret. het basisonderwijs » van het decreet.
Selon l'article 130 du décret, des emplois d'enseignant sont financés Luidens artikel 130 van het decreet worden in iedere school
ou subventionnés dans chaque école. Le nombre d'emplois financés ou onderwijsambten gefinancierd of gesubsidieerd. Het aantal
subventionnés dépend du capital-périodes attribué, lequel comporte des gefinancierde of gesubsidieerde ambten onderwijzend personeel is
« périodes selon les échelles » et des périodes complémentaires. afhankelijk van een toegekend lestijdenpakket bestaande uit lestijden
Le financement ou le subventionnement des périodes de cours volgens de schalen en uit aanvullende lestijden.
De financiering of subsidiëring van de aanvullende lestijden voor
complémentaires pour la religion et la morale non confessionnelle est godsdienst en niet-confessionele zedenleer wordt, zoals uiteengezet in
réglé, comme il a été exposé au B.1.2, par les articles 138 et 139 du B.1.2, geregeld in de artikelen 138 en 139 van het decreet.
décret. B.4.2. La détermination des conditions de financement et de B.4.2. De vaststelling van de voorwaarden van financiering en
subventionnement des emplois d'enseignant relève de l'organisation et subsidiëring van onderwijsambten valt onder de inrichting en de
du subventionnement de l'enseignement au sens de l'article 24, § 5, de subsidiëring van het onderwijs in de zin van artikel 24, § 5, van de
la Constitution. Grondwet.
Er dient bijgevolg te worden onderzocht of de in het geding zijnde
Il y a dès lors lieu d'examiner si la délégation contestée reste dans machtiging binnen de perken blijft die hiervoor zijn gedefinieerd en
les limites compatibles avec l'article 24, § 5, de la Constitution, die bestaanbaar zijn met artikel 24, § 5, van de Grondwet.
définies ci-dessus.
B.5.1. Bien que le législateur décrétal n'ait pas, dans la disposition B.5.1. Ofschoon de decreetgever in de in het geding zijnde bepaling
en cause, fixé lui-même les principes ni fait des choix politiques zelf, noch de beginselen heeft vastgesteld, noch beleidskeuzes heeft
concernant les conditions d'obtention de périodes de cours gemaakt met betrekking tot de voorwaarden voor het verkrijgen van
complémentaires ainsi que le nombre et le mode de calcul de ces aanvullende lestijden, alsook het aantal en de wijze van berekenen
périodes, il résulte du décret - pris dans son ensemble - que la ervan, volgt uit het decreet - in zijn geheel - dat de
délégation de compétence est délimitée par des choix opérés par le bevoegdheidsopdracht wordt omlijnd door keuzes die de decreetgever
législateur décrétal. heeft gemaakt.
B.5.2. Aux termes de l'article 67 du décret, pour les écoles et les B.5.2. Luidens artikel 67 van het decreet komt de Gemeenschap, voor de
lieux d'implantation répondant aux conditions prévues à l'article 68, scholen en vestigingsplaatsen die aan de in artikel 68 bepaalde
la Communauté accorde une intervention financière, pour l'enseignement voorwaarden voldoen, financieel tegemoet, voor het
communautaire, par le biais d'un financement et, pour l'enseignement gemeenschapsonderwijs door een financiering, en voor het gesubsidieerd
subventionné, par le biais de subventions, sous la forme : 1° de onderwijs door een subsidiëring, in de vorm van : 1° salarissen; 2°
traitements; 2° d'un budget de fonctionnement; et 3° de moyens
d'investissement. L'article 68 dispose que, sans préjudice des een werkingsbudget; en 3° investeringsmiddelen. Artikel 68 bepaalt
conditions spécifiques fixées pour l'obtention de traitements, d'un dat, zonder afbreuk te doen aan de specifieke voorwaarden die zijn
budget de fonctionnement ou de moyens d'investissement, une autorité gesteld voor het verkrijgen van salarissen, een werkingsbudget of
scolaire reçoit le financement ou les subventions pour ses écoles ou investeringsmiddelen, een schoolbestuur financiering of subsidiëring
lieux d'implantation, s'il est satisfait à certaines conditions voor zijn scholen of vestigingsplaatsen verkrijgt, als aan bepaalde
définies dans le décret (respecter les conditions d'agrément visées à voorwaarden, die in het decreet worden uitgewerkt, is voldaan (het
l'article 62 et les normes de programmation et de rationalisation voldoen aan de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 62 en het
voldoen aan de programmatie- en rationalisatienormen zoals bepaald ter
fixées en application du chapitre VIII). uitvoering van hoofdstuk VIII).
B.5.3. Pour le financement et le subventionnement des traitements, il B.5.3. Voor de financiering en subsidiëring van de salarissen dient,
doit aussi être tenu compte, ainsi qu'il est prescrit à l'article 68 zoals voormeld artikel 68 het bepaalt, eveneens rekening te worden
précité, des conditions spécifiques fixées pour l'obtention de gehouden met de specifieke voorwaarden die gesteld zijn voor het
traitements. Ces conditions sont détaillées notamment dans l'article verkrijgen van salarissen. Die voorwaarden worden uitgewerkt in onder
73 du décret et dans les dispositions du chapitre IX « Cadre organique meer artikel 73 van het decreet en in de bepalingen van hoofdstuk IX «
du personnel dans l'enseignement fondamental ». De personeelsformatie in het basisonderwijs ».
Aux termes de l'article 73, une autorité scolaire obtient un Luidens artikel 73 bekomt een schoolbestuur voor zijn personeelsleden
traitement pour ses membres du personnel qui appartiennent aux die tot de categorieën bestuurs- en onderwijzend, medisch,
catégories du personnel directeur ou enseignant, médical, paramédical, paramedisch, psychologisch, orthopedagogisch of sociaal personeel
psychologique, orthopédagogique ou social, si ces membres du personnel behoren een salaris indien die personeelsleden voldoen aan de in het
satisfont aux conditions énumérées dans cet article. artikel opgesomde voorwaarden.
En vertu de l'article 130, § 2, du décret, figurant au chapitre IX « Krachtens artikel 130, § 2, van het decreet, opgenomen in hoofdstuk IX
Cadre organique dans l'enseignement fondamental », le nombre d'emplois « Personeelsformatie in het basisonderwijs », is het aantal
de personnel enseignant financés ou subventionnés dépend du gefinancierde of gesubsidieerde ambten onderwijzend personeel
capital-période attribué, lequel comporte des « périodes selon les afhankelijk van een toegekend lestijdenpakket bestaande uit lestijden
échelles » et des périodes complémentaires. Le décret contient volgens de schalen en uit aanvullende lestijden. Het decreet bevat
notamment les dispositions relatives aux « périodes de cours selon les onder meer bepalingen met betrekking tot de lestijden volgens de
échelles » (sous-section A), les périodes de cours complémentaires schalen (onderafdeling A), de aanvullende lestijden (onderafdeling B),
(sous-section B), les règles à appliquer pour le comptage des élèves de regels die bij het tellen van leerlingen moeten worden
(sous-section C) et les règles régissant l'utilisation du gerespecteerd (onderafdeling C) en de regels die de aanwending van het
capital-périodes (sous-section D). lestijdenpakket beheersen (onderafdeling D).
L'économie générale du décret fait apparaître que le nombre d'élèves Uit de algemene opzet van het decreet blijkt dat het aantal
réguliers est déterminant pour le calcul du capital-périodes et, regelmatige leerlingen bepalend is voor de berekening van het
partant, pour le nombre d'emplois d'enseignant subventionnés ou lestijdenpakket en bijgevolg voor het aantal gesubsidieerde of
financés. gefinancierde onderwijsambten.
B.5.4. La délégation de compétence au Gouvernement est en outre B.5.4. De bevoegdheidsopdracht aan de Regering wordt bovendien omlijnd
délimitée par des dispositions du décret en cause relatives à door bepalingen van het in het geding zijnde decreet die betrekking
l'organisation du temps scolaire et à l'offre d'enseignement. hebben op de organisatie van de schooltijd en op het onderwijsaanbod.
En vertu de l'article 48, les élèves suivent vingt-huit ou vingt-neuf Luidens artikel 48 krijgen de leerlingen achtentwintig of
périodes d'activités d'enseignement et d'éducation par semaine. Aux negenentwintig lestijden onderwijs- en opvoedingsactiviteiten per
termes de l'article 41, l'offre d'enseignement dans les écoles week. Luidens artikel 41 omvat het onderwijsaanbod in de officiële
primaires officielles comprend également au moins deux périodes par lagere scholen wekelijks ten minste twee lestijden onderwijs in de
semaine d'enseignement des religions reconnues et de la morale erkende godsdiensten en in de op die godsdiensten berustende zedenleer
inspirée par ces religions et au moins deux périodes d'enseignement de en ten minste twee lestijden onderwijs in de niet-confessionele
morale non confessionnelle. Conformément à l'article 42, les écoles zedenleer. Luidens artikel 42 wordt in de vrije lagere scholen hetzij
primaires libres offrent soit l'enseignement d'une ou de plusieurs onderwijs in een of meer erkende godsdiensten en in de op die
religions reconnues ou de la morale inspirée par ces religions soit godsdiensten berustende zedenleer, hetzij het onderwijs in de
l'enseignement de la morale non confessionnelle, soit les deux, soit niet-confessionele zedenleer, hetzij beide, hetzij onderwijs in de
l'enseignement de la formation culturelle. Les articles 41 et 42 cultuurbeschouwing verstrekt. De artikelen 41 en 42 bepalen eveneens
précisent également par qui ces cours peuvent être donnés ou donnés en door wie de betreffende cursussen kunnen worden gegeven of bij
priorité. voorrang worden gegeven.
Les articles 41 et 42 du décret, combinés avec les dispositions De artikelen 41 en 42 van het decreet, gelezen in samenhang met de
relatives aux conditions de subventionnement et de financement et avec bepalingen betreffende de subsidiërings- en financieringsvoorwaarden
le principe d'égalité inscrit à l'article 24, § 4, de la Constitution, en met het in artikel 24, § 4, van de Grondwet vervatte
ont pour effet que, pour autant que deux périodes de cours de religion gelijkheidsbeginsel, brengen met zich mee dat, voor zover twee
et de morale non confessionnelle soient organisées, ces deux périodes lestijden godsdienst en niet-confessionele zedenleer worden
de cours doivent être financées ou subventionnées. georganiseerd, die lestijden moeten worden gefinancierd of
gesubsidieerd.
B.5.5. La délégation de compétence au Gouvernement est également B.5.5. De bevoegdheidsopdracht aan de Regering wordt eveneens omlijnd
délimitée par l'article 8 du décret. Selon cet article, l'enseignement door artikel 8 van het decreet. Luidens dat artikel wordt het gewoon
fondamental ordinaire est organisé de manière telle que, sur la base basisonderwijs zodanig georganiseerd dat, op grond van een pedagogisch
d'un projet pédagogique, un milieu d'éducation et d'enseignement soit project, in de school een opvoedings- en leeromgeving wordt gecreëerd
créé permettant aux élèves de vivre un processus d'apprentissage waarin de leerlingen een ononderbroken leerproces kunnen doormaken.
ininterrompu. Cet environnement est adapté au « progrès dans le Die omgeving wordt aangepast aan de « voortgang in de ontwikkeling »
développement » des élèves. van de leerlingen.
B.5.6. Il résulte de ce qui précède que la compétence déléguée au B.5.6. Uit het bovenstaande volgt dat de aan de Regering gedelegeerde
Gouvernement est limitée par des choix opérés par le législateur bevoegdheid wordt beperkt door keuzes die door de decreetgever zelf
décrétal lui-même. Pour le surplus, c'est aux juridictions compétentes zijn gemaakt. Voor het overige staat het aan de bevoegde
qu'il appartient de contrôler comment le Gouvernement use de cette rechtscolleges om te toetsen op welke wijze de Regering die machtiging
délégation. uitoefent.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 139 du décret de la Communauté flamande du 25 février 1997 Artikel 139 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari
relatif à l'enseignement fondamental, en tant qu'il se rapporte aux 1997 betreffende het basisonderwijs, in zoverre het betrekking heeft
périodes de cours complémentaires de morale non confessionnelle dans op de in artikel 138, § 1, 1°, eerste streepje, bedoelde aanvullende
l'enseignement primaire ordinaire visées à l'article 138, § 1er, 1°, lestijden voor niet-confessionele zedenleer in het gewoon lager
premier tiret, ne viole pas l'article 24, § 5, de la Constitution. onderwijs, schendt artikel 24, § 5, van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 mars 2004. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 maart 2004.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^