← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 50/2004 du 24 mars 2004 Numéro du rôle : 2675 En cause :
le recours en annulation de l'article 8, 2°, de la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août
1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François,
(...)"
Extrait de l'arrêt n° 50/2004 du 24 mars 2004 Numéro du rôle : 2675 En cause : le recours en annulation de l'article 8, 2°, de la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 50/2004 van 24 maart 2004 Rolnummer 2675 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 2°, van de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 50/2004 du 24 mars 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 50/2004 van 24 maart 2004 |
Numéro du rôle : 2675 | Rolnummer 2675 |
En cause : le recours en annulation de l'article 8, 2°, de la loi du 4 | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 2°, van de wet |
septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le | van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 |
augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van | |
Code judiciaire et le Code des sociétés, introduit par P. Cornil et autres. | vennootschappen, ingesteld door P. Cornil en anderen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 21 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 maart 2003 |
mars 2003 et parvenue au greffe le 24 mars 2003, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 maart |
annulation de l'article 8, 2°, de la loi du 4 septembre 2002 modifiant | 2003, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 8, 2°, van de |
la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code | wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 |
augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van | |
des sociétés (publiée au Moniteur belge du 21 septembre 2002, deuxième | vennootschappen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 |
édition) a été introduit par P. Cornil, B. Dunesme, W. Dreessen, C. | september 2002, tweede uitgave) door P. Cornil, B. Dunesme, W. |
Van De Velde et P. Van De Velde-Malbranche, qui ont fait élection de | Dreessen, C. Van De Velde en P. Van De Velde-Malbranche, die keuze van |
domicile à 1180 Bruxelles, Dieweg 274. | woonplaats hebben gedaan te 1180 Brussel, Dieweg 274. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la recevabilité des deux premiers moyens | Wat de ontvankelijkheid van de eerste twee middelen betreft |
B.1.1. Le Conseil des ministres prétend que les deux premiers moyens | B.1.1. De Ministerraad beweert dat de eerste twee middelen van het |
de la requête sont irrecevables au motif qu'ils ne précisent pas en | verzoekschrift onontvankelijk zijn omdat niet wordt gepreciseerd in |
quoi la disposition légale incriminée entraînerait une différence de | welk opzicht de bestreden wetsbepaling aanleiding zou geven tot een |
traitement injustifiée entre des catégories de personnes. | onverantwoord verschil in behandeling tussen categorieën van personen. |
B.1.2. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale | B.1.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere |
du 6 janvier 1989, les moyens de la requête doivent faire connaître | wet van 6 januari 1989, moeten de middelen van het verzoekschrift te |
parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient | kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving |
violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et | waarborgt, zouden geschonden zijn, alsook welke de bepalingen zijn die |
exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces | deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die |
dispositions. | regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. |
Il ressort tant de la requête que du mémoire en réponse introduit par | Zowel uit het verzoekschrift als uit de memorie van antwoord die de |
les parties requérantes que celles-ci allèguent la violation des | verzoekende partijen hebben ingediend, blijkt dat zij de schending |
articles 10 et 11 de la Constitution, éventuellement combinés avec | aanvoeren van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in |
d'autres dispositions législatives, constitutionnelles ou | samenhang gelezen met andere wettelijke, grondwettelijke of |
conventionnelles, par la disposition attaquée, en ce que celle-ci | verdragsbepalingen, doordat de bestreden bepaling aanleiding zou geven |
établirait une différence de traitement discriminatoire entre, d'une | tot een discriminerend verschil in behandeling tussen, enerzijds, de |
part, les avocats qui sont inscrits sur la liste des curateurs et, | advocaten die op de lijst van de curatoren zijn ingeschreven en, |
d'autre part, les autres avocats, dès lors que les premiers seraient | anderzijds, de andere advocaten aangezien de eerstgenoemden, in |
privés du libre exercice de leur profession ainsi que de leur liberté | tegenstelling tot de tweede categorie, de vrije uitoefening van hun |
d'association, par rapport aux seconds. | beroep en hun vrijheid van vereniging zouden zijn ontnomen. |
B.1.3. L'exception est rejetée. | B.1.3. De exceptie wordt verworpen. |
Quant au fond | Ten gronde |
En ce qui concerne le premier moyen | Wat het eerste middel betreft |
B.2. Les parties requérantes allèguent la violation des articles 10 et | B.2. De verzoekende partijen voeren een schending aan van de artikelen |
11 de la Constitution, par l'article 8, 2°, de la loi du 4 septembre | 10 en 11 van de Grondwet, door artikel 8, 2°, van de wet van 4 |
2002 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code | september 2002 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus |
judiciaire et le Code des sociétés », en ce qu'il porterait atteinte | 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen », |
de manière discriminatoire au libre exercice de la profession | doordat het op discriminerende wijze inbreuk zou maken op de vrije |
d'avocat, garanti par l'article 444 du Code judiciaire. | uitoefening van het beroep van advocaat, gewaarborgd bij artikel 444 |
van het Gerechtelijke Wetboek. | |
B.3. L'article 8, 2°, de la loi attaquée dispose : | B.3. Artikel 8, 2°, van de bestreden wet bepaalt : |
« [Les curateurs] confirment leur entrée en fonction en signant, au | « [De curatoren] bevestigen dat zij hun ambt aanvaarden door uiterlijk |
plus tard le premier jour ouvrable qui suit la désignation, au greffe, | de eerste werkdag volgende op de aanstelling ter griffie het |
le procès-verbal de désignation. | proces-verbaal van aanstelling te ondertekenen. |
De curator meldt elke vorm van tegenstrijdigheid van belangen of | |
Le curateur signale au président du tribunal toute forme de conflit | schijn van partijdigheid aan de voorzitter van de rechtbank. |
d'intérêts ou d'apparence de partialité. | In ieder geval meldt de curator dat hij of één van zijn vennoten of |
Le curateur signale en tout cas que lui-même ou l'un de ses associés | rechtstreekse medewerkers, behalve in de hoedanigheid van curator, |
ou collaborateurs directs a accompli, sauf en qualité de curateur, des | prestaties heeft verricht voor de gefailleerde of de bestuurders en |
prestations au bénéfice du failli ou des gérants et administrateurs de | zaakvoerders van de gefailleerde vennootschap, of voor een |
la société faillie, ou au bénéfice d'un créancier, au cours des | schuldeiser, tot achttien maanden vóór het vonnis van |
dix-huit mois précédant le jugement déclaratif de la faillite. | faillietverklaring. |
Les déclarations du curateur sont versées au dossier de la faillite. | De verklaringen van de curator worden bij het faillissementsdossier |
Le président juge si la déclaration du curateur empêche celui-ci | gevoegd. De voorzitter oordeelt of de verklaring de uitvoering van zijn |
d'accomplir sa mission. | opdracht als curator verhindert. |
Le tribunal peut remplacer le curateur selon les formes prévues à | De rechtbank kan de curator vervangen volgens de procedure bepaald in |
l'article 31 ou, le cas échéant, à l'article 32. » | artikel 31 of, in voorkomend geval, in artikel 32. » |
Quant à l'article 444 du Code judiciaire, il prévoit que « les avocats | Artikel 444 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet erin dat « de |
exercent librement leur ministère pour la défense de la justice et de | advocaten [...] vrij hun ambt [uitoefenen] ter verdediging van het |
la vérité ». | recht en van de waarheid ». |
B.4.1. Les requérants, qui sont tous avocats, et inscrits sur la liste | B.4.1. De verzoekers, die allen advocaten zijn en die zijn |
des curateurs du Tribunal de commerce de Bruxelles, se plaignent de ce | ingeschreven op de lijst van de curatoren van de Rechtbank van |
que la disposition litigieuse, en concevant de manière extensive la | Koophandel te Brussel, beklagen zich over het feit dat de bestreden |
notion de conflit d'intérêts, les contraindrait, sous peine de devoir | bepaling, door het begrip « belangenconflict » ruim op te vatten, hen |
renoncer à la plupart de leurs désignations, à réduire | ertoe zou dwingen, tenzij zij aan het grootste gedeelte van hun |
considérablement leur activité normale d'avocat, voire à y mettre fin. | aanstellingen verzaken, hun gewone activiteit van advocaat heel sterk |
af te bouwen en zelfs stop te zetten. | |
B.4.2. La disposition attaquée a fait l'objet de nombreuses | B.4.2. Over de bestreden bepaling zijn talrijke parlementaire |
discussions parlementaires. Le législateur a rappelé combien il était | discussies gevoerd. De wetgever heeft eraan herinnerd hoe belangrijk |
important, dans le cadre d'une faillite, de garantir l'indépendance du | het was om, in het kader van een faillissement, de onafhankelijkheid |
van de curator te waarborgen die allereerst de massa van de | |
curateur qui est au premier chef organe de la masse et en défend les | schuldeisers vertegenwoordigt en de belangen ervan verdedigt, onder |
intérêts, notamment à l'encontre des prétentions des créanciers | meer met betrekking tot de aanspraken van de bevoorrechte schuldeisers |
privilégiés : « son indépendance à l'égard des privilégiés doit donc | : « Hij moet dan ook volledig onafhankelijk zijn ten aanzien van de |
être complète et commande qu'il s'abstienne d'accepter pareille | bevoorrechte schuldeisers en moet een dergelijke opdracht weigeren |
mission s'il est intervenu au bénéfice d'une personne dont les | ingeval hij prestaties heeft verricht voor een persoon wiens |
intérêts particuliers peuvent s'écarter de ceux de la masse » (Doc. | persoonlijke belangen verschillend kunnen zijn van die van de massa » |
parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 5, et Doc. Parl., | (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 5, en Parl. St., |
Sénat, 2001-2002, n° 2-877/8, p. 49). Le législateur a jugé nécessaire | Senaat, 2001-2002, nr. 2-877/8, p. 49). De wetgever achtte het |
de garantir l'indépendance des curateurs également à l'égard des | noodzakelijk de onafhankelijkheid van de curatoren ook ten aanzien van |
créanciers chirographaires (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC | de gewone schuldeisers te waarborgen (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC |
50-1132/002, p. 8; Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/013, | 50-1132/002, p. 8; Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/013, pp. |
pp. 33 et 35). | 33 en 35). |
B.4.3. La mesure qui consiste à imposer au curateur de signaler au | B.4.3. Met de maatregel die erin bestaat de curator te verplichten aan |
président du tribunal de commerce toute forme de conflit d'intérêts ou | de voorzitter van de rechtbank van koophandel elke vorm van |
d'apparence de partialité ou encore tout acte qu'il aurait accompli au | tegenstrijdigheid van belangen of schijn van partijdigheid te melden |
bénéfice du failli, des gérants ou des administrateurs de la société | of elke prestatie die hij voor de gefailleerde, de bestuurders of |
faillie ou au bénéfice d'un de ses créanciers au cours des dix-huit | zaakvoerders van de gefailleerde vennootschap of voor een schuldeiser |
mois précédant le jugement déclaratif de faillite, permet d'atteindre | zou hebben verricht tot achttien maanden vóór het vonnis van |
l'objectif que le législateur s'est fixé en adoptant la disposition | faillietverklaring, kan het doel dat de wetgever met de bestreden |
litigieuse. | bepaling voor ogen had, worden bereikt. |
Une telle mesure ne porte pas atteinte de manière disproportionnée au | Zulk een maatregel doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de |
libre exercice, par les curateurs, de leur profession d'avocat. En | vrije uitoefening, door de curatoren, van hun beroep van advocaat. In |
effet, contrairement au projet de loi initial, qui obligeait le | tegenstelling tot het oorspronkelijke wetsontwerp, dat de curator |
curateur à se démettre automatiquement de ses fonctions dès qu'un | ertoe verplichtte zich automatisch te onthouden zodra er sprake kon |
conflit d'intérêts pouvait apparaître, la disposition a été assouplie | zijn van een belangenconflict, werd de bepaling immers versoepeld om |
afin de mieux prendre en compte les intérêts en présence (Doc. parl., | de belangen van de betrokkenen beter in aanmerking te nemen (Parl. |
Sénat, 2001-2002, n° 2-877/8, pp. 64-65). C'est ainsi qu'il a été | St., Senaat, 2001-2002, nr. 2-877/8, pp. 64-65). Zo werd beslist aan |
décidé de laisser au président du tribunal de commerce le pouvoir | de voorzitter van de rechtbank van koophandel de bevoegdheid te |
d'apprécier « si la déclaration du curateur empêche celui-ci d'exercer | verlenen om te oordelen of « de verklaring de uitvoering van zijn |
sa mission ». | opdracht als curator verhindert ». |
Un tel système renforce les garanties d'impartialité que doit | Zulk een systeem versterkt de waarborgen van onpartijdigheid die de |
présenter le mandataire de justice chargé de gérer la faillite en bon | gerechtelijk mandataris die ermee belast is het faillissement als een |
père de famille. | goed huisvader te beheren, moet bieden. |
B.5. Quant au fait que le législateur est intervenu en matière de | B.5. Met betrekking tot het feit dat de wetgever is opgetreden inzake |
conflit d'intérêts, alors que les règles déontologiques applicables | belangenconflicten terwijl de voor de advocaten geldende |
aux avocats en déterminaient les contours, le législateur a pu estimer | deontologische regels daarvan reeds de grenzen hadden afgebakend, |
nécessaire de lutter contre une pratique de moins en moins rigoureuse | vermocht de wetgever het noodzakelijk te achten in te gaan tegen de |
par rapport à ces règles déontologiques (Doc. parl., Chambre, | steeds minder strikte toepassing van die deontologische regels (Parl. |
2000-2001, DOC 50-1132/013, p. 35). | St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1132/013, p. 35). |
B.6. Le premier moyen ne peut être accueilli. | B.6. Het eerste middel kan niet worden aangenomen. |
En ce qui concerne le deuxième moyen | Wat het tweede middel betreft |
B.7. Les parties requérantes allèguent la violation des articles 10 et | B.7. De verzoekende partijen voeren de schending aan van de artikelen |
11 de la Constitution, combinés avec son article 26 et avec l'article | 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 26 ervan en |
11 de la Convention européenne des droits de l'homme en ce que la disposition attaquée porterait atteinte de manière discriminatoire à la liberté d'association des avocats qui seraient désignés pour exercer les fonctions de curateur. B.8.1. En ce qui concerne les associés ou collaborateurs directs du curateur, le législateur a estimé que l'impartialité de ce dernier pouvait également susciter des interrogations lorsque des prestations ont été prodiguées par des membres de l'organisation à laquelle il appartient (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 6). B.8.2. L'impartialité dont le curateur doit faire preuve à l'égard de tous les acteurs de la faillite peut être autant mise en cause par les actes qu'il aurait accomplis personnellement que par ceux que ses collaborateurs directs auraient pu poser. La nécessité de sauvegarder une confiance absolue dans la personne du curateur justifie à suffisance que le législateur étende la notion de conflit d'intérêts aux collaborateurs directs de l'avocat qui intervient dans cette fonction. B.8.3. Pour le surplus, le président du tribunal de commerce apprécie si les déclarations du curateur désigné relatives à ses associés ou collaborateurs directs permettent de mettre en doute sa capacité d'exercer la curatelle en toute impartialité. B.9. Le deuxième moyen ne peut être accueilli. En ce qui concerne le troisième moyen B.10. Selon les requérants, la disposition litigieuse contraindrait l'avocat curateur à une violation du secret professionnel en l'obligeant non seulement à déclarer les prestations que lui-même ou l'un de ses associés auraient accomplies au bénéfice de la masse ou de l'un de ses créanciers, mais également du fait que ces déclarations sont jointes au dossier de la faillite et donc accessibles à toute personne intéressée. B.11. La formalité du dépôt au dossier de la faillite de la déclaration de conflit d'intérêts faite par le curateur a été justifiée par le souci de permettre à toute personne intéressée de prendre connaissance de sa teneur (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 6). B.12.1. La mesure critiquée est pertinente par rapport à l'objectif du législateur de garantir l'impartialité absolue du curateur dans la gestion de la faillite. B.12.2. La Cour doit encore examiner si cette mesure est proportionnée au but poursuivi. Le curateur, lorsqu'il exerce ses fonctions, agit non seulement en tant que représentant légal du failli, mais aussi de la masse des créanciers. B.12.3. Si le secret professionnel, dont la violation est sanctionnée notamment par l'article 458 du Code pénal, doit rester la règle lorsque l'avocat exerce sa mission, cette règle doit céder lorsqu'une nécessité l'impose ou lorsqu'une valeur jugée supérieure entre en conflit avec elle. Compte tenu des conséquences sociales et patrimoniales que peut avoir une faillite, il peut se justifier que, pour garantir l'impartialité du curateur à l'égard des acteurs de la faillite, celui-ci soit tenu de signaler au président du tribunal de commerce les prestations que lui, ou l'un de ses associés ou collaborateurs directs, aurait accomplies au bénéfice du failli ou des gérants ou administrateurs de la société faillie, au cours des dix-huit mois précédant le jugement déclaratif de faillite. Cette mesure permet, en effet, au président du tribunal d'apprécier, en toute connaissance de cause, s'il existe dans le chef du curateur un conflit d'intérêts qui l'empêche d'accomplir sa mission. B.12.4. En revanche, la mesure selon laquelle les déclarations du curateur sont versées au dossier de la faillite porte atteinte de manière disproportionnée au secret professionnel de l'avocat en ce qu'elle a pour conséquence que sont rendues publiques l'identité des clients du curateur ou de ses associés ou collaborateurs directs, de même que le contenu des prestations accomplies, quand bien même cela se limiterait, comme le prétend le Conseil des ministres, aux renseignements qui doivent permettre au président du tribunal de commerce de juger si la déclaration du curateur l'empêche d'accomplir sa mission. B.13. Le moyen, en tant qu'il vise l'article 8, 2°, alinéa 4, de la loi attaquée, est fondé. Par ces motifs, la Cour - annule l'article 8, 2°, alinéa 4, de la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés; - rejette le recours pour le surplus. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 mars 2004. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, | met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat de bestreden bepaling op discriminerende wijze afbreuk zou doen aan de vrijheid van vereniging van de advocaten die zouden worden aangewezen om de functie van curator op zich te nemen. B.8.1. Wat de vennoten of rechtstreekse medewerkers van de curator betreft, heeft de wetgever geoordeeld dat de onpartijdigheid van die laatste eveneens vragen kon oproepen wanneer prestaties werden verricht door personen die deel uitmaken van de organisatie waartoe hij behoort (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 6). B.8.2. De onpartijdigheid waarvan de curator blijk moet geven tegenover alle actoren van het faillissement, kan in het geding worden gebracht door zowel de handelingen die hij persoonlijk zou hebben volbracht als de handelingen die zijn rechtstreekse medewerkers zouden hebben kunnen stellen. De noodzaak een absoluut vertrouwen te behouden in de persoon van de curator verantwoordt op voldoende wijze dat de wetgever het begrip « belangenconflict » uitbreidt tot de rechtstreekse medewerkers van de advocaat die in die functie optreedt. B.8.3. Voor het overige, oordeelt de voorzitter van de rechtbank van koophandel of de verklaringen van de aangewezen curator betreffende zijn vennoten of rechtstreekse medewerkers, toelaten zijn geschiktheid om het curatorschap in alle onpartijdigheid uit te oefenen, in twijfel te trekken. B.9. Het tweede middel kan niet worden aangenomen. Wat het derde middel betreft B.10. Volgens de verzoekers zou de bestreden bepaling de advocaat-curator ertoe dwingen het beroepsgeheim te schenden, niet alleen doordat zij hem ertoe verplicht de prestaties aan te geven die hijzelf of een van zijn vennoten zou hebben verricht ten voordele van de boedel of van een van de schuldeisers, maar eveneens doordat die verklaringen bij het faillissementsdossier worden gevoegd en bijgevolg toegankelijk zijn voor iedere belanghebbende. B.11. De formaliteit met betrekking tot het toevoegen, aan het faillissementsdossier, van de verklaring van de curator met betrekking tot een belangenconflict, werd verantwoord vanuit de bekommernis iedere belanghebbende in staat te stellen om kennis te nemen van de inhoud ervan (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 6). B.12.1. De bekritiseerde maatregel is pertinent in het licht van het doel van de wetgever de absolute onpartijdigheid van de curator bij het beheer van het faillissement te waarborgen. B.12.2. Het Hof moet nog onderzoeken of die maatregel evenredig is met het nagestreefde doel. Wanneer de curator zijn functie uitoefent, treedt hij niet alleen op als wettelijk vertegenwoordiger van de gefailleerde, maar ook van de massa van de schuldeisers. B.12.3. Ook al dient het beroepsgeheim, waarvan de schending overigens wordt bestraft door artikel 458 van het Strafwetboek, de regel te blijven wanneer de advocaat zijn opdracht uitoefent, toch moet die regel wijken wanneer dat noodzakelijk blijkt of wanneer die regel strijdig is met een hoger geachte waarde. Rekening houdend met de mogelijke sociaal- en vermogensrechtelijke gevolgen van een faillissement, kan worden verantwoord dat de curator, om zijn onpartijdigheid te waarborgen tegenover de actoren van het faillissement, aan de voorzitter van de rechtbank van koophandel de prestaties moet melden die hij of een van zijn vennoten of rechtstreekse medewerkers zou hebben verricht voor de gefailleerde of de bestuurders of zaakvoerders van de gefailleerde vennootschap, tot achttien maanden vóór het vonnis van faillietverklaring. Door die maatregel kan de voorzitter van de rechtbank immers met kennis van zaken oordelen of er bij de curator een belangenconflict bestaat dat de uitvoering van zijn opdracht verhindert. B.12.4. De maatregel volgens welke de verklaringen van de curator bij het faillissementsdossier dienen te worden gevoegd, doet daarentegen op onevenredige wijze afbreuk aan het beroepsgeheim van de advocaat doordat hij tot gevolg heeft dat de identiteit van de cliënten van de curator of van zijn vennoten of rechtstreekse medewerkers, alsook de inhoud van de geleverde prestaties openbaar worden gemaakt, ook al zou dat volgens de Ministerraad beperkt zijn tot de inlichtingen op grond waarvan de voorzitter van de rechtbank van koophandel moet kunnen oordelen of de verklaring van de curator de uitvoering van zijn opdracht verhindert. B.13. Het middel, voor zover het artikel 8, 2°, vierde lid, van de bestreden wet beoogt, is gegrond. Om die redenen, het Hof - vernietigt artikel 8, 2°, vierde lid, van de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen; - verwerpt het beroep voor het overige. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 maart 2004. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |