← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 31/2004 du 3 mars 2004 Numéro du rôle : 2648 En cause :
le recours en annulation partielle des articles 4, 22, 23, 25 et 26 du décret de la Région flamande du
19 juillet 2002 « modifiant le décret du 21 octobre 1997 La Cour
d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 31/2004 du 3 mars 2004 Numéro du rôle : 2648 En cause : le recours en annulation partielle des articles 4, 22, 23, 25 et 26 du décret de la Région flamande du 19 juillet 2002 « modifiant le décret du 21 octobre 1997 La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 31/2004 van 3 maart 2004 Rolnummer 2648 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 4, 22, 23, 25 en 26 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli 2002 « houdende wijziging van Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 31/2004 du 3 mars 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 31/2004 van 3 maart 2004 |
Numéro du rôle : 2648 | Rolnummer 2648 |
En cause : le recours en annulation partielle des articles 4, 22, 23, | In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen |
25 et 26 du décret de la Région flamande du 19 juillet 2002 « | 4, 22, 23, 25 en 26 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli |
modifiant le décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de | 2002 « houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 |
la nature et le milieu naturel, le décret forestier du 13 juin 1990, | betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het |
le décret du 16 avril 1996 portant la protection des sites ruraux, le | bosdecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 |
décret du 21 décembre 1988 portant création d'une ' Vlaamse | betreffende de landschapszorg, van het decreet van 21 december 1988 |
Landmaatschappij ' (Société flamande terrienne), la loi du 22 juillet | houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 |
1970 relative au remembrement légal de biens ruraux en vertu de la loi | juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet |
telle que complétée par la loi du 11 août 1978 portant dispositions | zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere |
particulières pour la Région flamande, le décret du 23 janvier 1991 | bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest, van het decreet van 23 |
relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux | januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de |
engrais et la loi relative à la police de la circulation routière, | verontreiniging door meststoffen en van de wet betreffende de politie |
coordonnée par arrêté royal du 16 mars 1968 », introduit par | over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart |
l'a.s.b.l. Hubertusvereniging Vlaanderen et autres. | 1968 », ingesteld door de v.z.w. Hubertusvereniging Vlaanderen en anderen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et L. Lavrysen, assistée | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en L. Lavrysen, |
du greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 februari |
février 2003 et parvenue au greffe le 3 mars 2003, l'a.s.b.l. | 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 |
maart 2003, hebben de v.z.w. Hubertusvereniging Vlaanderen, met zetel | |
Hubertusvereniging Vlaanderen, dont le siège est établi à 1030 | te 1030 Brussel, Lambermontlaan 410, de v.z.w. Wildbeheereenheid |
Bruxelles, boulevard Lambermont 410, l'a.s.b.l. Wildbeheereenheid | |
Vogelsanck, dont le siège est établi à 3520 Zonhoven, Vrunstraat 2, et | Vogelsanck, met zetel te 3520 Zonhoven, Vrunstraat 2, en P. Crahay, |
P. Crahay, demeurant à 3511 Hasselt, Galgenbergstraat 79, ont | wonende te 3511 Hasselt, Galgenbergstraat 79, beroep tot gedeeltelijke |
introduit un recours en annulation partielle des articles 4, 22, 23, | vernietiging ingesteld van de artikelen 4, 22, 23, 25 en 26 van het |
25 et 26 du décret de la Région flamande du 19 juillet 2002 « | decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli 2002 « houdende wijziging |
modifiant le décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de | van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en |
la nature et le milieu naturel, le décret forestier du 13 juin 1990, | het natuurlijk milieu, van het bosdecreet van 13 juni 1990, van het |
le décret du 16 avril 1996 portant la protection des sites ruraux, le | decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, van het |
décret du 21 décembre 1988 portant création d'une ' Vlaamse | decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse |
Landmaatschappij ' (Société flamande terrienne), la loi du 22 juillet | Landmaatschappij, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling |
1970 relative au remembrement légal de biens ruraux en vertu de la loi | van landeigendommen uit kracht van wet zoals aangevuld door de wet van |
telle que complétée par la loi du 11 août 1978 portant dispositions | 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse |
particulières pour la Région flamande, le décret du 23 janvier 1991 | Gewest, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van |
relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux | het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en van de wet |
engrais et la loi relative à la police de la circulation routière, | betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij |
coordonnée par arrêté royal du 16 mars 1968 » (publié au Moniteur | koninklijk besluit van 16 maart 1968 » (bekendgemaakt in het Belgisch |
belge du 31 août 2002, deuxième édition). | Staatsblad van 31 augustus 2002, tweede uitgave). |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Les dispositions attaquées | De bestreden bepalingen |
B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation des articles 4, | B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen |
22, 23, 25 et 26 du décret de la Région flamande du 19 juillet 2002 « | 4, 22, 23, 25 en 26 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli |
modifiant le décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de | 2002 « houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 |
la nature et le milieu naturel, le décret forestier du 13 juin 1990, | betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het |
le décret du 16 avril 1996 portant la protection des sites ruraux, le | bosdecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 |
décret du 21 décembre 1988 portant création d'une ' Vlaamse | betreffende de landschapszorg, van het decreet van 21 december 1988 |
Landmaatschappij ' (Société flamande terrienne), la loi du 22 juillet | houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 |
1970 relative au remembrement légal de biens ruraux en vertu de la loi | juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet |
telle que complétée par la loi du 11 août 1978 portant dispositions | zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere |
particulières pour la Région flamande, le décret du 23 janvier 1991 | bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest, van het decreet van 23 |
relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux | januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de |
engrais et la loi relative à la police de la circulation routière, | verontreiniging door meststoffen en van de wet betreffende de politie |
over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart | |
coordonnée par arrêté royal du 16 mars 1968 », publié au Moniteur | 1968 », bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2002 |
belge du 31 août 2002 (ci-après : le décret modificatif), qui modifie | (hierna : wijzigingsdecreet), dat onder meer wijzigingen aanbrengt in |
notamment le décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de | het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het |
la nature et le milieu naturel (ci-après : le décret sur la | natuurlijk milieu (hierna : decreet natuurbehoud). |
conservation de la nature). | |
Le recours en annulation concerne le paragraphe 1er, alinéa 1er, et le | Het beroep tot vernietiging heeft betrekking op paragraaf 1, eerste |
paragraphe 2 de l'article 9, les mesures d'interdiction établies au | lid, en paragraaf 2 van artikel 9, op de verbodsbepalingen bepaald in |
paragraphe 2 de l'article 35 et le pouvoir que confère cet article au | paragraaf 2 van artikel 35, en op de daarin opgenomen machtiging die |
Gouvernement flamand de prendre des mesures supplémentaires, les | aan de Vlaamse Regering wordt verleend om bijkomende maatregelen te |
paragraphes 2 et 3 de l'article 36, les paragraphes 12 et 13 de | nemen, op de paragrafen 2 en 3 van artikel 36, op de paragrafen 12 en |
l'article 36bis et l'article 36ter du décret sur la conservation de la | 13 van artikel 36bis en op artikel 36ter van het decreet natuurbehoud. |
nature. Quant à l'intérêt des parties requérantes | Ten aanzien van het belang van de verzoekende partijen |
B.2.1. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage imposent à toute personne physique ou morale qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Cet intérêt n'existe que si la disposition attaquée est susceptible d'affecter directement et défavorablement les parties requérantes. B.2.2. Lorsqu'une association sans but lucratif se prévaut d'un intérêt collectif, il est requis que son objet social soit d'une nature particulière et, dès lors, distinct de l'intérêt général; que l'intérêt collectif ne soit pas limité aux intérêts individuels des membres; que la norme entreprise soit susceptible d'affecter l'objet social; enfin, qu'il n'apparaisse pas que l'objet social ne soit pas ou plus réellement poursuivi. B.2.3. Le Gouvernement flamand conteste que les parties requérantes puissent être affectées par les dispositions en cause. | B.2.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vereisen dat iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Er is slechts een belang wanneer de bestreden bepaling de verzoekende partijen rechtstreeks en ongunstig kan raken. B.2.2. Wanneer een vereniging zonder winstoogmerk zich op een collectief belang beroept, is vereist dat haar maatschappelijk doel van bijzondere aard is en, derhalve, onderscheiden van het algemeen belang; dat het collectief belang niet tot de individuele belangen van de leden is beperkt; dat het maatschappelijk doel door de bestreden norm kan worden geraakt; dat ten slotte niet blijkt dat het maatschappelijk doel niet of niet meer werkelijk wordt nagestreefd. B.2.3. De Vlaamse Regering betwist dat de verzoekende partijen door de bestreden bepalingen kunnen worden geraakt. |
B.2.4. La première partie requérante, l'a.s.b.l. Hubertusvereniging | B.2.4. De eerste verzoekende partij, de v.z.w. Hubertusvereniging |
Vlaanderen, a notamment pour objet social « la promotion, le | Vlaanderen, heeft als maatschappelijk doel onder meer « de |
développement et la défense de l'art de la chasse » et « la défense du | bevordering, ontwikkeling en verdediging van de weidelijke jacht » en |
droit de chasse en tant que composante du droit de propriété ». En | « de verdediging van het jachtrecht als onderdeel van het |
vertu de ses statuts, elle peut « entreprendre des actions, tant | eigendomsrecht ». Krachtens haar statuten kan zij « actie ondernemen, |
judiciaires qu'extrajudiciaires, afin de combattre les restrictions | zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, teneinde nutteloze en |
inutiles et contre-productives à la chasse, la disparition d'habitats | contraproductieve jachtbeperkingen, de teloorgang van natuurlijke en |
naturels et semi-naturels, de paysages de culture, d'espèces sauvages | semi-natuurlijke habitats, cultuurlandschappen, wildsoorten en overige |
et du reste de la faune et de la flore » et elle peut « agir en | fauna en flora, tegen te gaan » en kan zij « in rechte optreden om |
justice afin de défendre ses intérêts propres ainsi que ceux de ses | haar eigen belangen, alsmede de belangen van haar leden waar te nemen |
membres. Elle peut aussi engager toutes les actions judiciaires | en te verdedigen. Zij kan tevens alle rechtsvorderingen instellen die |
qu'elle juge nécessaires à la défense de l'intérêt collectif qu'elle | zij nodig acht om het collectief belang dat zij beoogt te beschermen |
vise à protéger ou à défendre ». | of te verdedigen ». |
La deuxième partie requérante, l'a.s.b.l. Wildbeheereenheid | De tweede verzoekende partij, de v.z.w. Wildbeheereenheid Vogelsanck, |
Vogelsanck, a pour objet social « 1o le regroupement volontaire de | heeft als maatschappelijk doel « 1o het vrijwillig samenvoegen van |
terrains de chasse particuliers en une grande unité de gestion, en vue | afzonderlijke jachtterreinen tot een grote beheereenheid, ten behoeve |
de la gestion du gibier, de la conservation de la nature et d'un | van het wildbeheer, het natuurbehoud en het verbeterd toezicht; 2o het |
meilleur contrôle; 2o la promotion d'une population de gibier | bevorderen van een evenwichtige wildstand in overeenstemming met de |
équilibrée, en adéquation avec les intérêts de l'agriculture, de la | belangenafweging tussen landbouw, bosbouw, natuurbescherming en jacht; |
sylviculture, de la protection de la nature et de la chasse; 3o | 3o de totstandkoming van een gemeenschappelijk jachtbeleid bij haar |
l'adoption d'une politique commune de la chasse par ses membres; cette | |
politique de chasse vise : une pratique optimale de l'art cynégétique | leden; dit jachtbeleid is gericht : op een optimale weidelijke |
par ses membres dans le cadre d'une bonne gestion du gibier; une bonne | jachtbeoefening door haar leden binnen het kader van een goed |
entente entre ses membres ». | wildbeheer; op een goede verstandhouding tussen haar leden ». |
La troisième partie requérante, P. Crahay, est propriétaire de terres | De derde verzoekende partij, P. Crahay, is eigenaar van gronden in een |
situées dans une zone qui, à la suite du nouvel article 36bis, § § 12 | gebied dat ingevolge het nieuwe artikel 36bis, § § 12 en 13, van het |
et 13, du décret sur la conservation de la nature, est définitivement | decreet natuurbehoud definitief is vastgesteld als een speciale |
désignée comme zone spéciale de conservation. Elle invoque son intérêt | beschermingszone. Hij beroept zich op zijn belang als houder van een |
en tant que titulaire d'un droit de chasse dans cette zone. | jachtrecht in dat gebied. |
B.2.5. Les dispositions attaquées concernent les réserves naturelles | B.2.5. De bestreden bepalingen hebben betrekking op de |
et les zones spéciales de conservation. Les réserves naturelles sont | natuurreservaten en de speciale beschermingszones. Natuurreservaten |
des zones désignées ou agréées par le Gouvernement flamand, qui sont | zijn door de Vlaamse Regering aangewezen of erkende gebieden die van |
importantes pour la préservation et le développement de la nature ou | belang zijn voor het behoud en de ontwikkeling van de natuur of het |
pour la préservation et le développement du milieu naturel. Les zones | |
spéciales de conservation sont les sites désignés par le Gouvernement | natuurlijk milieu. Speciale beschermingszones zijn door de Vlaamse |
flamand en application de la directive 79/409/CEE du Conseil du 2 | Regering aangewezen gebieden met toepassing van de richtlijn |
avril 1979 concernant la conservation des oiseaux sauvages (ci-après : | 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de |
directive « Oiseaux ») ou de la directive 92/43/CEE du Conseil du 21 | vogelstand (hierna : vogelrichtlijn) of van de richtlijn 92/43/EEG van |
mai 1992 concernant la conservation des habitats naturels ainsi que de | de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke |
la faune et de la flore sauvages (ci-après : directive « Habitat »). | habitats en de wilde flora en fauna (hierna : habitatrichtlijn). |
L'article 9, § 1er, alinéa 1er, du décret sur la conservation de la | Artikel 9, § 1, eerste lid, van het decreet natuurbehoud maakt het de |
nature permet aux autorités administratives de prendre, dans les zones | administratieve overheden mogelijk om in de speciale beschermingszones |
spéciales de conservation, des mesures qui interdisent des travaux ou | maatregelen te nemen die werken of handelingen verbieden of onmogelijk |
opérations conformes aux plans d'aménagement ou aux plans d'exécution | maken die overeenstemmen met de plannen van aanleg of de ruimtelijke |
spatiaux en vigueur dans le cadre de l'aménagement du territoire ou | uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening of de |
qui entravent la réalisation de ces plans et de leurs règles | realisatie van die plannen en hun bestemmingsvoorschriften |
d'affectation. Il s'agit des mesures de conservation visées à | verhinderen. Het gaat om de instandhoudingsmaatregelen bepaald in |
l'article 36ter, § § 1er et 2. Les modalités détaillées de ces mesures | artikel 36ter, § § 1 en 2. De nadere modaliteiten van die maatregelen |
sont fixées à l'article 9, § 2. Ces mesures peuvent limiter, interdire | zijn bepaald in artikel 9, § 2. Dergelijke maatregelen kunnen de jacht |
ou rendre impossible la chasse, même si cette activité est conforme | beperken, verbieden of onmogelijk maken zelfs indien die |
aux plans d'aménagement ou aux plans d'exécution spatiaux. | jachtactiviteit in overeenstemming is met de plannen van aanleg of de |
ruimtelijke uitvoeringsplannen. | |
L'article 35, § 2, du décret sur la conservation de la nature contient | Artikel 35, § 2, van het decreet natuurbehoud bevat verbodsbepalingen |
des interdictions applicables dans les réserves naturelles et qui y | die gelden in de natuurreservaten en die de jacht daar onmogelijk |
rendent la chasse impossible. L'article 36, § § 2 et 3, assouplit les | maken. Artikel 36, § § 2 en 3, versoepelt de mogelijkheid tot |
possibilités d'agrément de réserves naturelles. | erkenning van natuurreservaten. |
L'article 36bis, § § 12 et 13, du décret sur la conservation de la | In artikel 36bis, § § 12 en 13, van het decreet natuurbehoud worden |
nature fixe définitivement certains sites comme zones spéciales de | bepaalde gebieden definitief als speciale beschermingszones |
conservation et, enfin, l'article 36ter, § § 3 à 7, contient des | vastgesteld en artikel 36ter, § § 3 tot 7, ten slotte bevat nadere |
règles détaillées concernant les activités soumises à autorisation, | regels betreffende vergunningsplichtige activiteiten, plannen of |
les plans ou les programmes susceptibles de causer une dépréciation | programma's die de natuurlijke kenmerken van een speciale |
significative des caractéristiques naturelles d'une zone spéciale de conservation. | beschermingszone kunnen aantasten. |
B.2.6. En tant que les dispositions attaquées peuvent limiter le droit | B.2.6. In zoverre de bestreden bepalingen het jachtrecht kunnen |
de chasse, les parties requérantes justifient de l'intérêt requis. | beperken, doen de verzoekende partijen blijken van het vereiste |
L'intérêt de la troisième partie requérante est limité aux mesures qui | belang. Het belang van de derde verzoekende partij is beperkt tot de |
se rapportent aux zones spéciales de conservation. | maatregelen die betrekking hebben op de speciale beschermingszones. |
Quant au fond | Ten gronde |
En ce qui concerne le premier moyen | Ten aanzien van het eerste middel |
B.3.1. Het eerste middel is afgeleid uit een schending van de | |
B.3.1. Le premier moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
de la Constitution, combinés ou non avec l'article 1er du Premier | met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees |
Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat de artikelen 4, 22, 23 en |
l'homme, en ce que les articles 4, 22, 23 et 26 du décret modificatif | 26 van het wijzigingsdecreet een verschil in behandeling doen ontstaan |
créent une différence de traitement entre les personnes qui disposent | tussen personen die over een recht beschikken om in een gebied werken |
du droit d'exécuter dans une zone des travaux ou activités conformes à | of handelingen uit te voeren die in overeenstemming zijn met de |
l'aménagement du territoire de cette zone, selon que leur droit soit | ruimtelijke bestemming van dat gebied naargelang hun recht al dan niet |
ou non susceptible d'être érodé ou que l'exercice de celui-ci puisse | kan worden uitgehold of de uitoefening ervan onmogelijk kan worden |
ou non être rendu impossible sans aucune forme d'indemnité. | gemaakt zonder enige vorm van vergoeding. |
Compte tenu de l'intérêt des parties requérantes, il y a lieu de | Rekening houdend met het belang van de verzoekende partijen dienen « |
comprendre « les personnes qui disposent d'un droit » comme désignant | de personen die over een recht beschikken » te worden begrepen als « |
« les titulaires d'un droit de chasse ». | de houders van een jachtrecht ». |
B.3.2. Dans les zones spéciales de conservation, l'autorité | B.3.2. In de speciale beschermingszones dient de bevoegde |
administrative compétente doit prendre les mesures de conservation | administratieve overheid de nodige instandhoudingsmaatregelen te |
nécessaires, quelle que soit l'affectation du site concerné. Ces | nemen, ongeacht de bestemming van het betrokken gebied. Die |
mesures peuvent imposer des restrictions qui, pour autant qu'elles | maatregelen kunnen beperkingen opleggen die, voor zover zij |
figurent explicitement dans un plan directeur de la nature approuvé, | uitdrukkelijk in een goedgekeurd natuurrichtplan zijn opgenomen, |
interdisent ou rendent impossibles des travaux ou activités qui sont | werken of handelingen verbieden of onmogelijk maken die nochtans |
cependant conformes aux plans d'aménagement ou aux plans d'exécution | overeenstemmen met de plannen van aanleg of de ruimtelijke |
spatiaux en vigueur dans le cadre de l'aménagement du territoire, et | uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening en die de |
empêchent éventuellement la réalisation de ces plans et de leurs | realisatie van die plannen en hun bestemmingsvoorschriften kunnen |
règles d'affectation. | verhinderen. |
Les mesures d'interdiction visant les réserves naturelles (article 35, | Ook de verbodsbepalingen die gelden in de natuurreservaten (artikel |
§ 2, du décret sur la conservation de la nature) peuvent également | 35, § 2, van het decreet natuurbehoud) kunnen zodanige beperkingen |
imposer de telles restrictions. | opleggen. |
Il ressort des dispositions attaquées que, dans certains sites (les | Uit de bestreden bepalingen vloeit voort dat in bepaalde gebieden (de |
zones spéciales de conservation et les réserves naturelles), des | speciale beschermingszones en de natuurreservaten) beperkingen gelden |
restrictions existent qui peuvent rendre impossible l'exercice de la | die de uitoefening van de jacht onmogelijk kunnen maken, zelfs indien |
chasse, même si cette activité n'est pas contraire à l'affectation | die jachtactiviteit niet in strijd is met de ruimtelijke bestemming |
spatiale de ces sites. | van die gebieden. |
Il en résulte une différence de traitement entre les titulaires d'un | Daaruit vloeit een verschil in behandeling voort tussen de houders van |
droit de chasse sur ces sites et les titulaires d'un droit de chasse | een jachtrecht in die gebieden en de houders van een jachtrecht in |
sur d'autres sites. | andere gebieden. |
B.3.3. Il appartient au législateur décrétal de prendre les mesures | B.3.3. Het staat aan de decreetgever om de nodige maatregelen te nemen |
nécessaires en vue de la conservation des richesses naturelles et | met het oog op het behoud van natuur- en landschapswaarden. |
paysagères. Bien que l'on puisse considérer qu'il serait souhaitable, du point de | Hoewel het wenselijk kan worden geacht, vanuit het oogpunt van een |
vue de la cohérence de la réglementation, que l'affectation spatiale | coherente regelgeving, dat de ruimtelijke bestemming van een gebied is |
d'un site corresponde aux prescriptions de conservation applicables à | afgestemd op de beschermingsvoorschriften die in dat gebied van |
ce site et que, lorsque l'affectation spatiale ne peut plus être | toepassing zijn en dat bijgevolg, wanneer de ruimtelijke bestemming |
réalisée en raison des prescriptions de conservation, cette | ten gevolge van de beschermingsvoorschriften niet meer kan worden |
affectation spatiale soit dès lors adaptée, le contrôle exercé par la | gerealiseerd, de ruimtelijke bestemming dienvolgens wordt aangepast, |
Cour se limite au respect, par le législateur décrétal, des articles | beperkt de toetsing van het Hof zich tot de naleving door de |
10 et 11 de la Constitution. | decreetgever van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.3.4. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.3.5. La différence de traitement repose sur un critère qui est | B.3.4. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.3.5. Het verschil in behandeling berust op een criterium dat |
objectif et pertinent au regard du but de la mesure. On peut | objectief en pertinent is ten aanzien van de doelstelling van de |
raisonnablement considérer que la pratique de la chasse dans les zones | maatregel. Het kan redelijkerwijze worden aanvaard dat de uitoefening |
spéciales de conservation et les réserves naturelles n'est pas | van de jacht in speciale beschermingszones en natuurreservaten niet - |
conciliable - du moins en toute circonstance - avec l'objectif de | minstens niet in alle omstandigheden - in overeenstemming kan worden |
conservation de la nature qui prévaut dans ces sites. | gebracht met de doelstelling van natuurbehoud in die betrokken |
B.3.6. La Cour doit toutefois examiner si les mesures contestées n'ont | gebieden. B.3.6. Het Hof dient evenwel te onderzoeken of de bestreden |
pas d'effets disproportionnés, en particulier en ce qu'elles | maatregelen geen onevenredige gevolgen doen ontstaan, inzonderheid |
contiennent une limitation du droit de propriété. | doordat zij een beperking inhouden van het eigendomsrecht. |
B.3.7. L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | B.3.7. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees |
européenne des droits de l'homme énonce : « Toute personne physique ou morale a droit au respect de ses biens. Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité publique et dans les conditions prévues par la loi et les principes généraux du droit international. Les dispositions précédentes ne portent pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes. » | Verdrag voor de Rechten van de Mens luidt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht. De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren. » |
B.3.8. A supposer qu'une restriction du droit de chasse puisse | B.3.8. In de veronderstelling dat een beperking van het jachtrecht zou |
constituer une atteinte au droit de propriété, il y a lieu de | kunnen raken aan het eigendomsrecht, moeten de bestreden maatregelen |
considérer que les mesures contestées règlent « l'usage des biens | worden beschouwd als een regeling van « het gebruik van eigendom in |
conformément à l'intérêt général », au sens de l'alinéa 2 de l'article | overeenstemming met het algemeen belang », in de zin van het tweede |
1er du Premier Protocole additionnel. Ces mesures ne seraient | lid van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol. Die regeling zou |
discriminatoires que si elles affectaient de manière excessive les | slechts discriminerend zijn indien zij op buitensporige wijze afbreuk |
droits des propriétaires concernés. | doet aan de rechten van de betrokken eigenaars. |
B.3.9. Les parties requérantes font référence, à cet égard, à des | B.3.9. De verzoekende partijen wijzen in dat verband op de treffende |
similitudes frappantes avec l'affaire Chassagnou sur laquelle la Cour | gelijkenissen met de zaak Chassagnou voor het Europees Hof voor de |
européenne des droits de l'homme a statué. Celle-ci concernait des | Rechten van de Mens. Zij betrof een aantal eigenaars die door een |
propriétaires qu'une loi française obligeait, sous certaines | Franse wet onder bepaalde omstandigheden ertoe werden verplicht hun |
conditions, à céder leur droit de chasse à une association communale | jachtrecht af te staan aan een erkende gemeentelijke jachtvereniging, |
de chasse agréée, en vue d'agrandir les zones de chasse. La Cour avait | met het oog op een vergroting van de jachtgebieden. Het Hof besloot |
conclu que l'apport forcé des droits de chasse, entraînant qu'il | dat de verplichte overdracht van de jachtrechten, waardoor de gronden |
puisse être fait des terres des propriétaires un usage totalement | van de eigenaars kunnen worden gebruikt op een manier die tegen hun |
contraire aux convictions de ceux-ci, constituait une charge démesurée | overtuiging indruist, een onevenredige last inhoudt die niet |
qui ne se justifiait pas sous l'angle de l'article 1er du Premier | gerechtvaardigd is in het licht van artikel 1 van het Eerste |
Protocole additionnel (Cour européenne des droits de l'homme, 29 avril | Aanvullend Protocol (Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 29 |
1999, Chassagnou c. France, § 85). | april 1999, Chassagnou t/ Frankrijk, § 85). |
A côté de similitudes, l'affaire à l'examen présente quelques différences importantes. Contrairement à l'affaire précitée, les dispositions attaquées n'obligent pas les propriétaires à permettre l'exercice de la chasse sur leur propriété, contre leur conviction. En outre, contrairement toujours à l'affaire précitée, la Cour ne doit pas mettre en balance l'exercice individuel du droit de chasse, en tant que composante du droit de propriété, et l'exercice collectif de ce droit, mais l'exercice individuel du droit de chasse et l'intérêt général de la protection et de la conservation de la nature. B.3.10. Le décret sur la conservation de la nature ne rend pas totalement impossible l'exercice de la chasse dans les zones spéciales de conservation et dans les réserves naturelles. Dans les zones spéciales de conservation, le décret sur la conservation de la nature ne prévoit pas expressément une interdiction générale de la chasse, mais l'obligation de prendre les mesures de conservation nécessaires (article 36ter, § § 1er et 2). Il est prévu en outre une procédure permettant à l'autorité d'accorder, sous certaines conditions, une dérogation à ces mesures (article 36ter, § § | Naast de gelijkenissen vertoont de thans voorliggende zaak enkele belangrijke verschilpunten. Anders dan in de voormelde zaak dwingen de bestreden bepalingen de eigenaars niet om tegen hun overtuiging in de uitoefening van de jacht op hun eigendom te dulden. Bovendien, eveneens anders dan in de voormelde zaak, dient het Hof de individuele uitoefening van het jachtrecht, als onderdeel van het eigendomsrecht, niet in hoofdzaak af te wegen tegen de collectieve uitoefening van het jachtrecht maar tegen het algemeen belang van de natuurbescherming en het natuurbehoud. B.3.10. Het decreet natuurbehoud maakt de uitoefening van de jacht in speciale beschermingszones en natuurreservaten niet volstrekt onmogelijk. In de speciale beschermingszones voorziet het decreet natuurbehoud niet uitdrukkelijk in een algemeen jachtverbod, maar in de verplichting tot het nemen van de nodige instandhoudingsmaatregelen (artikel 36ter, §§ 1 en 2). Bovendien is voorzien in een procedure die de overheid de mogelijkheid verleent om onder bepaalde voorwaarden een |
3 à 6). | afwijking toe te staan van die maatregelen (artikel 36ter, § § 3 tot |
Dans les réserves naturelles, le plan de gestion peut accorder des | 6). In de natuurreservaten kan om redenen van natuurbehoud en |
dérogations aux dispositions d'interdiction, pour des raisons de | natuureducatie in het beheersplan ontheffing van de verbodsbepalingen |
conservation de la nature et d'éducation à la nature (article 34, § 1er, | worden verleend (artikel 34, § 1, eerste lid). Bovendien kan de |
alinéa 1er). En outre, le Gouvernement flamand ou son délégué peut | Vlaamse Regering of haar gemachtigde in het belang van het |
accorder des dispenses d'interdiction dans l'intérêt de la | natuurbehoud, de volksgezondheid of het wetenschappelijk onderzoek, |
conservation de la nature, de la santé publique ou de la recherche | ter voorkoming van disproportionele schade ontheffing verlenen van de |
scientifique, afin d'éviter des dommages disproportionnés (article 35, § 2, in fine ). | verbodsbepalingen (artikel 35, § 2, in fine ). |
B.3.11. En tant qu'elles limitent l'exercice du droit de chasse, les | B.3.11. In zoverre zij de uitoefening van de jacht aan banden leggen, |
dispositions attaquées doivent être considérées comme des restrictions | moeten de bestreden maatregelen worden beschouwd als door de overheid |
que l'autorité publique impose au droit de propriété dans l'intérêt | in het algemeen belang opgelegde beperkingen van het eigendomsrecht |
général et qui n'ont pas pour effet que cette autorité serait tenue à | die niet tot gevolg hebben dat zij tot schadeloosstelling is gehouden, |
indemnisation, dès lors qu'en raison de leur nature et des garanties | nu die maatregelen vanwege hun aard en vanwege de geboden waarborgen, |
offertes, on ne saurait raisonnablement considérer que ces mesures | redelijkerwijze niet kunnen worden geacht op buitensporige wijze |
portent atteinte de manière disproportionnée aux droits des | afbreuk te doen aan de rechten van de betrokken eigenaars. |
propriétaires concernés. B.3.12. Le moyen ne peut être admis. | B.3.12. Het middel kan niet worden aangenomen. |
En ce qui concerne le deuxième moyen | Ten aanzien van het tweede middel |
B.4.1. Le deuxième moyen est pris de la violation des articles 10 et | B.4.1. Het tweede middel is afgeleid uit een schending van de |
11 de la Constitution en ce que l'article 25 du décret modificatif | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat artikel 25 van het |
crée une différence de traitement entre les personnes qui disposent | wijzigingsdecreet een verschil in behandeling doet ontstaan tussen |
d'un droit ou exercent une activité dans une zone désignée comme zone | personen die over een recht beschikken of een activiteit uitoefenen in |
een gebied dat als speciale beschermingszone wordt vastgesteld | |
spéciale de conservation, selon qu'elles ont ou non la possibilité de | naargelang zij al dan niet over de mogelijkheid beschikken hun |
faire connaître leur point de vue, leurs remarques et objections au | zienswijze, opmerkingen en bezwaren via een openbaar onderzoek te |
cours d'une enquête publique. | kennen te geven. |
B.4.2. L'article 4, paragraphes 1 et 2, de la directive « Oiseaux » | B.4.2. Artikel 4, leden 1 en 2, van de vogelrichtlijn houdt voor de |
impose aux Etats membres de classer en zones spéciales de protection | lidstaten de verplichting in om de gebieden die aan de in die |
les territoires obéissant aux critères ornithologiques déterminés dans | bepalingen genoemde ornithologische criteria voldoen, als speciale |
ces dispositions (C.J.C.E., 20 mars 2003, Commission c. République | beschermingszones aan te wijzen (H.v.J., 20 maart 2003, Commissie t/ |
italienne, C-378/01, point 14). | Italiaanse Republiek, C-378/01, r.o. 14). |
L'article 4 de la directive « Habitat » impose aux Etats membres de | Artikel 4 van de habitatrichtlijn noopt de lidstaten ertoe de gebieden |
désigner des sites abritant certains habitats et certaines espèces | aan te wijzen waarin bepaalde habitats en dier- en plantensoorten |
animales et végétales. Lorsque la Commission déclare qu'un tel site | voorkomen. Wanneer de Commissie een dergelijk gebied van communautair |
est d'importance communautaire, l'Etat membre doit désigner ce site | belang verklaart, dient de lidstaat dat gebied als speciale |
comme zone spéciale de conservation. | beschermingszone aan te wijzen. |
B.4.3. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur décrétal de | B.4.3. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever |
prévoir une enquête publique préalablement à la désignation définitive | om voorafgaand aan de definitieve vaststelling van gebieden die in |
des zones qui sont susceptibles d'être déclarées zones spéciales de | aanmerking komen als speciale beschermingszones in een openbaar |
conservation. Les directives précitées ne contiennent à ce sujet | onderzoek te voorzien. De voormelde richtlijnen houden daaromtrent |
aucune obligation. Toutefois, lorsqu'il prévoit une enquête publique, | geen verplichtingen in. De decreetgever dient evenwel, wanneer hij in |
le législateur décrétal doit respecter les articles 10 et 11 de la | een openbaar onderzoek voorziet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution. | na te leven. |
B.4.4. Le Gouvernement flamand détermine, à titre provisoire, les | B.4.4. De gebieden die als speciale beschermingszone in aanmerking |
sites susceptibles d'être désignés comme zones spéciales de | komen, worden door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld. Het |
conservation. L'arrêté portant fixation provisoire de ces sites est | voorlopige vaststellingsbesluit wordt vervolgens aan een openbaar |
ensuite soumis à une enquête publique, après quoi le Gouvernement | onderzoek onderworpen, waarna de Vlaamse Regering de gebieden |
flamand fixe définitivement ces sites. | definitief vaststelt. |
Certains sites sont toutefois exclus de ce régime et sont considérés | Bepaalde gebieden zijn evenwel uitgezonderd van die regeling en worden |
comme ayant été fixés définitivement. Il s'agit de sites qui ont été | geacht definitief te zijn vastgesteld. Het betreft gebieden die door |
désignés comme zones spéciales de conservation par les arrêtés du | |
Gouvernement flamand du 17 octobre 1988 et du 24 mai 2002, pris en | de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 oktober 1988 en 24 mei |
2002, ter uitvoering van de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn, als | |
exécution des directives « Oiseaux » et « Habitat ». | speciale beschermingszones zijn aangewezen. |
B.4.5. L'arrêté précité du 17 octobre 1988 a désigné un certain nombre | B.4.5. In het voormelde besluit van 17 oktober 1988 werd een aantal |
de zones spéciales de conservation au sens de l'article 4 de la | speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de |
directive « Oiseaux ». Cette désignation n'a pas été précédée d'une | vogelrichtlijn aangewezen. Aan die aanwijzing ging geen openbaar |
enquête publique. | onderzoek vooraf. |
Dans un arrêt du 27 février 2003, la Cour de justice a jugé que | In een arrest van 27 februari 2003 heeft het Hof van Justitie |
l'arrêté du 17 octobre 1988 constituait une exécution défectueuse de | geoordeeld dat het besluit van 17 oktober 1988 een gebrekkige |
l'article 4 de la directive « Oiseaux ». | uitvoering is van artikel 4 van de vogelrichtlijn. |
B.4.6. L'arrêté précité du 24 mai 2002 a désigné un certain nombre de | B.4.6. In het voormelde besluit van 24 mei 2002 werd een aantal |
sites au sens de l'article 4 de la directive « Habitat ». Cette désignation n'a pas été précédée d'une enquête publique. Ces sites ont été proposés à la Commission européenne comme zones spéciales de conservation, mais n'ont pas encore été déclarés d'intérêt communautaire. B.4.7. Les sites désignés par les arrêtés précités ont en commun d'avoir fait l'objet, antérieurement à l'entrée en vigueur des dispositions attaquées, d'une désignation en tant que zones spéciales de conservation. Il n'est dès lors pas manifestement déraisonnable qu'ils ne doivent pas être soumis à une enquête publique, contrairement aux sites qui n'avaient pas encore été désignés comme zones spéciales de conservation au moment de l'entrée en vigueur des dispositions attaquées. La constatation que, d'une part, la désignation des zones spéciales de | gebieden in de zin van artikel 4 van de habitatrichtlijn vastgesteld. Aan die vaststelling ging geen openbaar onderzoek vooraf. Die gebieden werden aan de Europese Commissie voorgesteld als speciale beschermingszones, maar zij werden nog niet van communautair belang verklaard. B.4.7. De gebieden die in de voormelde besluiten zijn bedoeld, hebben gemeen dat zij, vóór de inwerkingtreding van de bestreden bepalingen, het voorwerp hebben uitgemaakt van een vaststelling als speciale beschermingszone. Het is derhalve niet kennelijk onredelijk dat zij, in tegenstelling tot de gebieden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van de bestreden bepalingen nog niet als speciale beschermingszone waren vastgesteld, niet aan een openbaar onderzoek dienen te worden onderworpen. De vaststelling dat, enerzijds, de aanwijzing van de speciale |
conservation au sens de l'article 4 de la directive « Oiseaux » a été | beschermingszones in de zin van artikel 4 van de vogelrichtlijn in het |
opérée dans le passé d'une manière défectueuse et que, d'autre part, | verleden op gebrekkige wijze geschiedde en dat, anderzijds, de |
les zones spéciales de conservation au sens de l'article 4 de la | speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de |
directive « Habitat » n'ont pas encore été déclarées d'intérêt | habitatrichtlijn nog niet van communautair belang werden verklaard, is |
communautaire n'enlève rien au caractère justifié de la différence de | niet van dien aard dat zij afbreuk zou kunnen doen aan het |
traitement en cause. | verantwoorde karakter van het aangevoerde verschil in behandeling. |
B.4.8. Le moyen ne peut être admis. | B.4.8. Het middel kan niet worden aangenomen. |
En ce qui concerne le troisième moyen | Ten aanzien van het derde middel |
B.5.1. Le troisième moyen est pris de la violation des articles 17, 20 | B.5.1. Het derde middel is afgeleid uit een schending van de artikelen |
et 78 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, | 17, 20 en 78 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming |
der instellingen, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 | |
combinés ou non avec les articles 10 et 11 de la Constitution et avec | en 11 van de Grondwet en met de beginselen van behoorlijke |
les principes de bonne législation, en ce que les articles 4 et 22 du décret modificatif ne fixent pas eux-mêmes les éléments essentiels de la réglementation, mais habilitent de façon absolue le Gouvernement flamand à déterminer, dans le cadre de la conservation de la nature, quelles mesures peuvent être prises. B.5.2. La Cour n'est pas compétente pour censurer une disposition qui violerait la répartition des compétences entre le pouvoir législatif et le pouvoir exécutif, sauf si cette violation méconnaît les règles répartitrices de compétences entre l'Etat, les communautés et les régions ou si un législateur, en imposant à une autorité administrative de prendre une mesure qui ne relève pas de la compétence de celle-ci, prive ainsi une catégorie de personnes de l'intervention d'une assemblée démocratiquement élue, prévue par la Constitution ou par la loi spéciale. | regelgeving, doordat de artikelen 4 en 22 van het wijzigingsdecreet niet zelf de essentiële bestanddelen van de regeling vaststellen doch een absolute machtiging verlenen aan de Vlaamse Regering om in het kader van het natuurbehoud te bepalen welke maatregelen kunnen worden genomen. B.5.2. Het Hof is niet bevoegd een bepaling te vernietigen die de bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht en de uitvoerende macht zou schenden, tenzij die schending indruist tegen de regels inzake de bevoegdheidsverdeling tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten of tenzij een wetgever, door de administratieve overheid op te dragen een maatregel te nemen die niet onder haar bevoegdheid valt, aldus een categorie van personen uitsluit van het optreden van een democratisch verkozen vergadering, waarin de Grondwet of de bijzondere wet voorziet. |
B.5.3. L'article 17 de la loi spéciale du 8 août 1980 dispose : | B.5.3. Artikel 17 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt : |
« Le pouvoir décrétal s'exerce collectivement par le Conseil et le | « De decreterende macht wordt gezamenlijk uitgeoefend door de Raad en |
Gouvernement. » | de Regering. » |
L'article 20 de la même loi spéciale dispose : | Artikel 20 van dezelfde bijzondere wet bepaalt : |
« Le Gouvernement fait les règlements et arrêtés nécessaires pour | « De Regering maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de |
l'exécution des décrets, sans pouvoir jamais ni suspendre les décrets | uitvoering van de decreten nodig zijn, zonder ooit de decreten zelf te |
eux-mêmes, ni dispenser de leur exécution. » | mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen. » |
Enfin, l'article 78 de la même loi dispose : | Ten slotte bepaalt artikel 78 van dezelfde wet : |
« Le Gouvernement n'a d'autres pouvoirs que ceux que lui attribuent | « De Regering heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de |
formellement la Constitution et les lois et décrets portés en vertu de | wetten en decreten krachtens de Grondwet uitgevaardigd, haar |
celle-ci. » | uitdrukkelijk toekennen. » |
B.5.4. Conformément aux principes qui régissent les relations entre le | B.5.4. Overeenkomstig de beginselen die de verhouding tussen de |
pouvoir législatif et le pouvoir exécutif, les choix politiques | wetgevende en de uitvoerende macht regelen, dienen de essentiële |
essentiels doivent être fixés par l'assemblée législative. Le soin | beleidskeuzen door de wetgevende vergadering te worden vastgesteld. De |
d'arrêter les modalités de leur mise en oeuvre peut être laissé au | nadere uitwerking daarvan mag aan de uitvoerende macht worden |
pouvoir exécutif. | overgelaten. |
B.5.5. L'article 9, § 2, du décret sur la conservation de la nature, | B.5.5. Artikel 9, § 2, van het decreet natuurbehoud, zoals vervangen |
tel qu'il a été remplacé par l'article 4 du décret modificatif, | bij artikel 4 van het wijzigingsdecreet, bepaalt de nadere |
précise les modalités des mesures qu'il mentionne, parmi lesquelles | modaliteiten van de erin vermelde maatregelen, waaronder de |
les mesures de conservation qui peuvent être prises dans les zones | instandhoudingsmaatregelen die in de speciale beschermingszones kunnen |
spéciales de conservation. Ces mesures peuvent notamment consister en | worden genomen. De maatregelen kunnen onder meer bestaan in |
des injonctions adressées aux particuliers propriétaires ou | gebodsbepalingen gericht aan de particuliere grondeigenaars of |
utilisateurs du sol. | -gebruikers. |
Il n'apparaît pas que le législateur décrétal ait porté atteinte de | Het blijkt niet dat de decreetgever op discriminerende wijze afbreuk |
manière discriminatoire au principe de légalité en habilitant le | heeft gedaan aan het legaliteitsbeginsel door de Vlaamse Regering te |
Gouvernement flamand à fixer les modalités relatives à ces injonctions | machtigen de nadere regels vast te stellen inzake die gebodsbepalingen |
et à l'indemnité qui les accompagne. | en inzake de vergoeding daarvoor. |
B.5.6. L'article 35, § 2, alinéa 1er, du décret sur la conservation de la nature, tel qu'il a été remplacé par l'article 22 du décret modificatif, dispose que, dans les réserves naturelles, il est interdit (1) de pratiquer des sports individuellement ou en groupe; (2) d'utiliser ou d'abandonner des véhicules à moteur, à moins que ceux-ci soient nécessaires pour la gestion et la surveillance de la réserve pour secourir des personnes en danger; (3) d'ériger, même temporairement, des baraques, hangars, tentes ou autres constructions; (4) de perturber la tranquillité ou de faire de la publicité, de quelque manière que soit; (5) de perturber intentionnellement des espèces animales vivant dans la nature, notamment durant la période de reproduction, de dépendance, d'hibernation et de migration; de les capturer et de les tuer intentionnellement; de ramasser ou de détruire intentionnellement les oeufs, de détruire ou de détériorer leurs nids, leurs sites de reproduction, leurs aires de repos et leurs refuges; (6) de cueillir, rassembler, couper, déraciner ou détruire intentionnellement des plantes ou d'endommager et détruire, de quelque manière que soit, la végétation ou les plantes; (7) d'effectuer des excavations, forages, terrassements ou d'exploiter des matériaux, procéder à des travaux susceptibles de modifier la nature du sol, l'aspect du terrain, les sources et le réseau hydrographique, de poser des canalisations souterraines ou aériennes, d'ériger des panneaux publicitaires et d'apposer des affiches; (8) de faire du feu et de verser des déchets; (9) d'utiliser des pesticides; (10) d'épandre des engrais, à l'exclusion des déjections naturelles résultant d'un pâturage extensif; (11) de modifier le niveau de l'eau et de procéder à des rejets d'eau artificiels; (12) de survoler le terrain à basse altitude ou d'y atterrir avec des avions, hélicoptères, ballons et autres aéronefs de quelque nature que ce soit. En vertu de l'alinéa 3 de la même disposition, le Gouvernement flamand peut prendre, pour des raisons de conservation de la nature, des mesures générales supplémentaires. Selon les travaux préparatoires, il ne serait pas possible, sans cette habilitation, d'intervenir adéquatement en faveur de la protection des réserves naturelles, au cas où apparaîtraient d'autres formes de perturbation ou d'atteinte que celles qui sont explicitement interdites par le décret (Doc., Parlement flamand, 2001-2002, no 967/1, p. 23). Dès lors que le législateur décrétal a fixé lui-même les interdictions essentielles, il n'a pas porté atteinte de manière discriminatoire au principe de légalité en habilitant le Gouvernement flamand à prendre des mesures qui ne pouvaient pas être prévues lors de l'adoption du décret, mais qui apparaissent néanmoins nécessaires et qui, pour des raisons de conservation de la nature, ne peuvent être différées. B.5.7. Le moyen ne peut être admis. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 3 mars 2004. Le greffier, L. Potoms Le président, | B.5.6. Artikel 35, § 2, eerste lid, van het decreet natuurbehoud, zoals vervangen bij artikel 22 van het wijzigingsdecreet, bepaalt dat het in de natuurreservaten verboden is (1) individuele of groepssporten te beoefenen; (2) gemotoriseerde voertuigen te gebruiken of achter te laten tenzij die nodig zijn voor het beheer en de bewaking van het reservaat of voor de hulp aan personen in nood; (3) keten, loodsen, tenten of andere constructies te plaatsen, zelfs tijdelijk; (4) de rust te verstoren of reclame te maken op welke wijze ook; (5) in het wild levende diersoorten opzettelijk te verstoren, vooral tijdens de perioden van voortplanting, afhankelijkheid van de jongen of overwintering en trek; ze opzettelijk te vangen of te doden; hun eieren opzettelijk te rapen of te vernielen of hun nesten, voortplantingsplaatsen of rust- en schuilplaatsen te vernielen of te beschadigen; (6) planten opzettelijk te plukken, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen of planten of vegetatie op welke wijze ook te beschadigen of te vernietigen; (7) opgravingen, boringen, grondwerkzaamheden of exploitatie van materialen te verrichten, welk werk ook uit te voeren dat de aard van de grond, het uitzicht van het terrein, de bronnen en het hydrografische net zou kunnen wijzigen, boven- of ondergrondse leidingen te leggen en reclameborden en aanplakbrieven te plaatsen; (8) vuur te maken en afval te storten; (9) bestrijdingsmiddelen te gebruiken; (10) meststoffen te gebruiken, met uitzondering van de natuurlijke uitscheiding als gevolg van extensieve begrazing; (11) het waterpeil te wijzigen en op kunstmatige wijze water te lozen; (12) het terrein op geringe hoogte te overvliegen of er te landen met vliegtuigen, helikopters, luchtballons en andere luchtvaartuigen van om het even welke aard. Krachtens het derde lid van dezelfde bepaling kan de Vlaamse Regering om redenen van natuurbehoud bijkomende algemene maatregelen nemen. Naar luid van de parlementaire voorbereiding kan zonder die machtiging niet adequaat worden opgetreden ter bescherming van de natuurreservaten indien er zich andere vormen van verstoring of aantasting voordoen dan degene die uitdrukkelijk door het decreet zijn verboden (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. 967/1, p. 23). Nu de decreetgever zelf de essentiële verbodsbepalingen heeft vastgesteld, heeft hij niet op discriminerende wijze afbreuk gedaan aan het legaliteitsbeginsel door de Vlaamse Regering te machtigen maatregelen te nemen waarin bij de totstandkoming van het decreet niet kon worden voorzien doch die niettemin nodig blijken en die, om redenen van natuurbehoud, niet kunnen worden uitgesteld. B.5.7. Het middel kan niet worden aangenomen. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 3 maart 2004. De griffier, L. Potoms De voorzitter, |
A. Arts | A. Arts |