Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 177/2003 du 17 décembre 2003 Numéro du rôle : 2803 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés, posée par le Tribunal du travail de M La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs (...)"
Extrait de l'arrêt n° 177/2003 du 17 décembre 2003 Numéro du rôle : 2803 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés, posée par le Tribunal du travail de M La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs (...) Uittreksel uit arrest nr. 177/2003 van 17 december 2003 Rolnummer 2803 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Mec Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggeve(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 177/2003 du 17 décembre 2003 Uittreksel uit arrest nr. 177/2003 van 17 december 2003
Numéro du rôle : 2803 Rolnummer 2803
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 27
du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés, posée par februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten,
le Tribunal du travail de Malines. gesteld door de Arbeidsrechtbank te Mechelen.
La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, Het Arbitragehof, beperkte kamer,
composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs E. Derycke et samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggevers E.
R. Henneuse, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, Derycke en R. Henneuse, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 10 octobre 2003 en cause de W. Rehman contre le Bij vonnis van 10 oktober 2003 in zake W. Rehman tegen de Federale
Service public fédéral Sécurité sociale, dont l'expédition est Overheidsdienst Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 16 octobre 2003, le van het Arbitragehof is ingekomen op 16 oktober 2003, heeft de
Tribunal du travail de Malines a posé la question préjudicielle suivante : Arbeidsrechtbank te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations « Schendt artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de
aux handicapés viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? » tegemoetkoming aan gehandicapten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? »
Le 30 octobre 2003, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la Op 30 oktober 2003 hebben de rechters-verslaggevers E. Derycke en R.
Henneuse, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de voorzitter ervan in
juges-rapporteurs E. Derycke et R. Henneuse ont informé le président kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het
qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te
chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question wijzen waarbij wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag
préjudicielle est manifestement irrecevable. klaarblijkelijk onontvankelijk is.
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met
articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 4 de la loi du 27 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 4 van de wet van 27
février 1987 relative aux allocations aux handicapés. februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten.
B.2. Le contrôle de normes législatives, confié à la Cour, au regard B.2. De aan het Hof toevertrouwde toetsing van wetskrachtige normen
des articles 10 et 11 de la Constitution implique qu'une catégorie de aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vereist dat een welbepaalde
personnes déterminée prétendument discriminée fasse l'objet d'une categorie van personen ten aanzien van wie een mogelijke discriminatie
comparaison pertinente par rapport à une autre catégorie. Lorsque ni wordt aangevoerd, het voorwerp uitmaakt van een pertinente
vergelijking met een andere categorie. Wanneer noch uit de
la question préjudicielle ni les motifs de la décision de renvoi ne prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de
permettent d'établir quelles catégories de personnes doivent être verwijzingsbeslissing kan worden opgemaakt welke categorieën van
comparées entre elles et lorsqu'il est en outre impossible d'en personen met elkaar dienen te worden vergeleken, en wanneer daaruit
evenmin kan worden afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde
déduire en quoi la disposition litigieuse violerait les articles 10 et bepaling een schending zou inhouden van de artikelen 10 en 11 van de
11 de la Constitution, la question préjudicielle ne contient pas les Grondwet, bevat de prejudiciële vraag niet de noodzakelijke elementen
éléments nécessaires pour permettre à la Cour de statuer. op grond waarvan het Hof uitspraak moet kunnen doen.
En l'espèce, la question préjudicielle n'indique ni à quelle catégorie Te dezen laat de prejudiciële vraag na te vermelden tot welke
d'étrangers, cités dans la décision précitée du Service public fédéral categorie van vreemdelingen die in de voormelde beslissing van de
Sécurité sociale, appartient la partie demanderesse devant le juge a Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid worden aangehaald, de
quo, ni à quelle autre catégorie de personnes cette partie doit être eisende partij voor de verwijzende rechter behoort, met welke andere
comparée, ni enfin en quoi consisterait cette discrimination. B.3. Permettre que soit posée une telle question préjudicielle compromettrait le caractère contradictoire de la procédure devant la Cour, dès lors que les parties qui, le cas échéant, souhaitent intervenir à la cause devant la Cour n'ont pas la possibilité de le faire efficacement. Il en est particulièrement ainsi pour la partie qui interviendrait pour défendre la disposition en cause, laquelle ne serait alors pas en mesure de fournir une défense utile. B.4. Dans son mémoire justificatif, la partie demanderesse devant le categorie van personen die partij dient te worden vergeleken, en waarin de discriminatie zou zijn gelegen. B.3. Het toelaten van zulk een prejudiciële vraag zou ertoe leiden dat het tegensprekelijk karakter van de rechtspleging voor het Hof in het gedrang wordt gebracht, nu de partijen die in voorkomend geval in de zaak voor het Hof wensen tussen te komen niet in de gelegenheid worden gesteld zulks op een doeltreffende wijze te doen. Dat geldt inzonderheid voor de partij die zou opkomen voor de verdediging van de in het geding zijnde bepaling en alsdan geen dienstig verweer zou kunnen voeren. B.4. Bovendien verwijst de eisende partij voor de verwijzende rechter
juge a quo renvoie en outre aux articles 23 et 191 de la Constitution, in haar memorie met verantwoording naar de artikelen 23 en 191 van de
modifiant ainsi le contenu de la question préjudicielle, ce qui n'est Grondwet, waardoor de inhoud van de prejudiciële vraag wordt
pas admissible. gewijzigd, hetgeen niet toelaatbaar is.
B.5. La question préjudicielle est manifestement irrecevable. B.5. De prejudiciële vraag is klaarblijkelijk onontvankelijk.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour, chambre restreinte, het Hof, beperkte kamer,
statuant à l'unanimité des voix, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende,
constate que la question préjudicielle est manifestement irrecevable. stelt vast dat de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet ontvankelijk is.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 décembre 2003. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 december 2003.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^