← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 111/2003 du 17 septembre 2003 Numéros du rôle : 2385 et 2390 En
cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001,
posées par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitra composée des présidents A. Arts
et M. Melchior, et des juges L. François, R. Henneuse, L. Lavrysen,(...)"
Extrait de l'arrêt n° 111/2003 du 17 septembre 2003 Numéros du rôle : 2385 et 2390 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001, posées par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitra composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, R. Henneuse, L. Lavrysen,(...) | Uittreksel uit arrest nr. 111/2003 van 17 september 2003 Rolnummers 2385 en 2390 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, sam wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 111/2003 du 17 septembre 2003 | Uittreksel uit arrest nr. 111/2003 van 17 september 2003 |
Numéros du rôle : 2385 et 2390 | Rolnummers 2385 en 2390 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 131 de | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 131 van de |
la loi-programme du 30 décembre 2001, posées par le Conseil d'Etat. | programmawet van 30 december 2001, gesteld door de Raad van State. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
François, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, | L. François, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, |
assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par arrêt no 104.652 du 13 mars 2002 en cause de N. Creemers et | a. Bij arrest nr. 104.652 van 13 maart 2002 in zake N. Creemers en |
autres contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe | anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour d'arbitrage le 18 mars 2002, le Conseil d'Etat a posé la | het Arbitragehof is ingekomen op 18 maart 2002, heeft de Raad van |
question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 viole-t-il les | « Schendt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 de |
articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette disposition | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling eraan in de |
empêche que le Conseil d'Etat statue encore sur la demande de | weg staat dat de Raad van State nog uitspraak doet over de vordering |
suspension que les requérants ont introduite contre des dispositions | tot schorsing die de verzoekers hebben ingesteld tegen bepalingen van |
de l'arrêté royal du 30 mars 2001 qui ont été confirmées par le | het koninklijk besluit van 30 maart 2001 die door de wetgever zijn |
législateur ? » | bekrachtigd ? » |
b. Par arrêt no 104.653 du 13 mars 2002 en cause de E. Dhont et autres | b. Bij arrest nr. 104.653 van 13 maart 2002 in zake E. Dhont en |
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van |
Cour d'arbitrage le 18 mars 2002, le Conseil d'Etat a posé la question | het Arbitragehof is ingekomen op 18 maart 2002, heeft de Raad van |
préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 viole-t-il | « Schendt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 artikel |
l'article 26 du PIDCP et les articles 10 et 11 de la Constitution | 26 van het BUPO-verdrag en de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
combinés avec les articles 144 et 145 de la Constitution et avec les | gelezen in samenhang met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet en |
articles 14, § 1er, et 17, §§ 1er et 2, des lois coordonnées sur le | met de artikelen 14, § 1, en 17, §§ 1 en 2, van de gecoördineerde |
Conseil d'Etat, en ce qu'il prive certaines catégories de | wetten op de Raad van State, doordat hij aan bepaalde categorieën van |
fonctionnaires de police d'un recours juridictionnel essentiel et | politieambtenaren een essentieel jurisdictioneel beroep en dito |
d'une protection juridique essentielle ? » | rechtsbescherming ontneemt ? » |
c. Par arrêt no 104.651 du 13 mars 2002 en cause de J. Berckmans et | c. Bij arrest nr. 104.651 van 13 maart 2002 in zake J. Berckmans en |
autres contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe | anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour d'arbitrage le 18 mars 2002, le Conseil d'Etat a posé la | het Arbitragehof is ingekomen op 18 maart 2002, heeft de Raad van |
question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 viole-t-il les | « Schendt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 de |
articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette disposition | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling eraan in de |
empêche que le Conseil d'Etat statue encore sur la demande introduite | weg staat dat de Raad van State nog uitspraak doet over de vordering |
par les requérants en vue d'obtenir la suspension de l'exécution des | tot schorsing van de tenuitvoerlegging die de verzoekers hebben |
dispositions de l'arrêté royal du 30 mars 2001 qui ont été confirmées | ingesteld tegen bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart |
par le législateur ? » | 2001 die door de wetgever zijn bekrachtigd ? » |
d. Par arrêts nos 104.649 et 104.650 du 13 mars 2002 en cause de G. | d. Bij arresten nrs. 104.649 en 104.650 van 13 maart 2002 in zake G. |
Colin et P. Lambert contre l'Etat belge, dont les expéditions sont | Colin en P. Lambert tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities |
parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage le 18 mars 2002, le Conseil | ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 18 maart 2002, |
d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 décidant de la | « Houdt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001, waarbij |
besloten wordt tot bekrachtiging van deel XII van het koninklijk | |
confirmation de la partie XII de l'arrêté royal du 30 mars 2001 | besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het |
portant la position juridique du personnel des services de police, | personeel van de politiediensten, een schending in van de artikelen 10 |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il aurait | en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling ertoe zou strekken en tot |
pour but et pour effet de priver le requérant de la possibilité de | gevolg zou hebben dat verzoeker de mogelijkheid verliest om de |
continuer à contester la validité de cette partie XII devant les | geldigheid van dat deel XII nog langer te betwisten voor de |
juridictions, en ce compris le Conseil d'Etat, et alors qu'une | rechtscolleges, met inbegrip van de Raad van State, terwijl nog zowat |
trentaine de recours en annulation et/ou suspension sont toujours | dertig beroepen tot nietigverklaring en/of vorderingen tot schorsing |
pendants contre les dispositions de cette partie XII devant cette | van die bepalingen van dat deel XII bij dat rechtscollege aanhangig |
juridiction ? » | zijn ? » |
e. Par arrêt no 104.648 du 13 mars 2002 en cause de l'a.s.b.l. | e. Bij arrest nr. 104.648 van 13 maart 2002 in zake de v.z.w. |
Syndicaat van de Belgische politie en anderen tegen de Belgische | |
Syndicat de la police belge et autres contre l'Etat belge, dont | Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 18 mars | ingekomen op 18 maart 2002, heeft de Raad van State de volgende |
2002, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 viole-t-il les | « Houdt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 een |
articles 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec les | schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in |
articles 13 et 146 du même texte, de même qu'avec les principes | samenhang met de artikelen 13 en 146 van de Grondwet, alsook met de |
algemene principes van het eerlijk proces, de rechtszekerheid en het | |
généraux du procès équitable, de la sécurité juridique et de la | gewettigde vertrouwen van de bestuurden in de overheid, doordat die |
légitime confiance que les administrés doivent pouvoir escompter des | bepaling ertoe zou strekken en/of tot gevolg zou hebben dat aan |
pouvoirs publics, en tant qu'il a pour but et/ou pour effet d'influer, | lopende jurisdictionele procedures een beslissende wending wordt |
de façon décisive, sur des procédures juridictionnelles en cours au | gegeven ten gunste van de openbare macht en ten nadele van de |
profit de la puissance publique et au détriment des administrés ? » | bestuurden ? » |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 2385 à 2390 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2385 tot 2390 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, zijn samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les questions préjudicielles portent sur la compatibilité de | B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de bestaanbaarheid |
l'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 avec les | van artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 met de |
articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec les | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
dispositions mentionnées dans ces questions, en tant que cette | met de in die vragen vermelde bepalingen, in zoverre die bepaling deel |
disposition confirme la partie XII de l'arrêté royal du 30 mars 2001. | XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 bekrachtigt. Aldus |
L'article 131 précité aurait pour objet ou pour effet, en particulier, | zou het voormelde artikel 131 ertoe strekken of tot gevolg hebben dat |
d'influencer de manière décisive des litiges pendants devant le | inzonderheid voor de Raad van State hangende geschillen beslissend |
Conseil d'Etat. | worden beïnvloed. |
Quant à la recevabilité du mémoire du Conseil des ministres | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de memorie van de Ministerraad |
B.2.1. Les parties dans l'affaire no 2390 estiment que, conformément à | B.2.1. De partijen in de zaak nr. 2390 zijn van oordeel dat de memorie |
l'article 62 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | van de Ministerraad overeenkomstig artikel 62 van de bijzondere wet |
d'arbitrage, le mémoire du Conseil des ministres doit être déclaré nul | van 6 januari 1989 op het Arbitragehof nietig dient te worden |
dès lors que ce mémoire n'a été introduit qu'en néerlandais. Selon ces | verklaard, nu die memorie enkel in het Nederlands is ingediend. |
parties, trois des six questions préjudicielles sont en effet posées | Volgens die partijen zijn drie van de zes prejudiciële vragen immers |
dans des instances principales qui appartiennent au rôle linguistique | gesteld in bodemgeschillen die tot de Franse taalrol behoren en laat |
français et la jonction de ces six affaires ne permet pas au Conseil | de samenvoeging van die zes zaken de Ministerraad niet toe een |
des ministres d'introduire un mémoire dans une seule langue. | eentalige memorie in te dienen. |
B.2.2. L'article 62 de la loi spéciale précitée dispose : | B.2.2. Artikel 62 van de voormelde bijzondere wet bepaalt : |
« Les affaires sont introduites devant la Cour d'arbitrage en | « De zaken worden bij het Arbitragehof ingediend in het Nederlands, in |
français, en néerlandais ou en allemand. | het Frans of in het Duits. |
Dans les actes et déclarations : | In de akten en verklaringen : |
1o le Conseil des Ministres utilise le français ou le néerlandais | 1o gebruikt de Ministerraad het Nederlands of het Frans, naar gelang |
selon les règles fixées à l'article 17, § 1er, des lois sur l'emploi | van de regels bepaald in artikel 17, § 1, van de wetten op het gebruik |
des langues en matière administrative coordonnées le 18 juillet 1966; | der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; |
[...] | [...] |
La Cour constate d'office que les actes et les déclarations du Conseil | Het Hof stelt ambtshalve de nietigheid vast van de akten en |
des Ministres [...] qui ne sont pas adressés à la Cour dans la langue | verklaringen van de Ministerraad [...] die niet aan het Hof worden |
prescrite par l'alinéa 2, sont nuls. » | gericht in de door het tweede lid opgelegde taal. » |
B.2.3. L'article 63 de la même loi spéciale porte : | B.2.3. Artikel 63 van dezelfde bijzondere wet bepaalt : |
« § 1er. Sous réserve des dispositions des §§ 2 et 3, l'instruction de | « § 1 Onder voorbehoud van het bepaalde in de §§ 2 en 3 geschiedt het |
l'affaire a lieu dans la langue de la demande. | onderzoek van de zaak in de taal van de akte waardoor de zaak bij het |
Hof aanhangig wordt gemaakt. | |
§ 2. Si l'affaire est introduite en allemand, ou à la fois en français | § 2 Indien de zaak in het Duits of tegelijk in het Nederlands en het |
et en néerlandais, la Cour décide si l'instruction est faite en | Frans is ingediend, beslist het Hof of het onderzoek in het Nederlands |
français ou en néerlandais. | dan wel in het Frans wordt gevoerd. |
§ 3. Sans préjudice du § 2, l'instruction de l'affaire a lieu dans la | § 3 Onverminderd het bepaalde in § 2 geschiedt het onderzoek van de |
langue de la région linguistique dans laquelle le domicile du | zaak in de taal van het taalgebied waarin de woonplaats van de |
requérant est situé, si la requête est introduite par une personne | verzoeker gelegen is, indien het verzoekschrift is ingediend door een |
justifiant d'un intérêt et ayant son domicile dans une commune ou un | persoon die doet blijken van een belang en die zijn woonplaats heeft |
groupe de communes où la loi ne prescrit ni ne permet l'emploi d'une | in een gemeente of een groep van gemeenten waar de wet het gebruik van |
autre langue que celle de la région où ils sont situés. | een andere taal dan die van het taalgebied waarin zij gelegen zijn |
niet voorschrijft noch toelaat. | |
Le traitement des affaires jointes se poursuit dans la langue de | De samengevoegde zaken worden verder behandeld in de taal van de eerst |
l'affaire introduite en premier. | aanhangig gemaakte zaak. |
§ 4. Les dossiers à l'usage de la Cour seront traduits en français ou | § 4 De stukken ten behoeve van het Hof worden vertaald in het |
en néerlandais selon le cas. » | Nederlands of het Frans naar gelang van het geval. » |
B.2.4. L'article 100 de la même loi spéciale énonce : « La Cour d'arbitrage réunie en séance plénière peut joindre les recours en annulation ou les questions préjudicielles relatifs à une même norme, sur lesquels il y a lieu de statuer par un seul et même arrêt. Dans ce cas, les affaires sont examinées par le siège saisi le premier. Le greffier notifie l'ordonnance de jonction aux parties. Lorsque deux ou plusieurs affaires ont été jointes, les rapporteurs sont ceux qui, conformément à l'article 68, sont désignés pour la première affaire dont la Cour a été saisie. » La jonction des causes est une mesure prise par la Cour en fonction des nécessités d'une bonne administration de la justice. Lorsque la Cour décide une jonction, les juges-rapporteurs désignés pour l'affaire introduite en premier lieu sont, conformément à l'article 100, alinéa 3, précité, rapporteurs pour toutes les affaires | B.2.4. Artikel 100 van dezelfde bijzondere wet bepaalt : « Het Arbitragehof in voltallige zitting kan de beroepen tot vernietiging of de prejudiciële vragen betreffende een zelfde norm waarover in een en hetzelfde arrest uitspraak dient te worden gedaan samenvoegen. In dat geval worden de zaken onderzocht door de zetel waarbij de eerste zaak is aanhangig gemaakt. De beschikking tot samenvoeging wordt door de griffier ter kennis van de partijen gebracht. Wanneer twee of meer zaken zijn samengevoegd, zijn de verslaggevers degenen die, overeenkomstig artikel 68, zijn aangewezen voor de zaak welke het eerst bij het Hof aanhangig is gemaakt. » De samenvoeging van zaken is een maatregel die door het Hof wordt genomen naar gelang van de noodwendigheden van een goede rechtsbedeling. Wanneer het Hof tot samenvoeging besluit, worden overeenkomstig het voormelde artikel 100, derde lid, de rechters-verslaggevers die aangewezen zijn voor de zaak welke het eerst bij het Hof aanhangig is gemaakt, de verslaggevers voor alle zaken die worden samengevoegd. Uit |
jointes. Il découle de l'article 63, § 3, alinéa 2, précité que la | het voormelde artikel 63, § 3, tweede lid, volgt dat de taal van het |
langue de l'instruction des affaires jointes est déterminée par la | onderzoek van de samengevoegde zaken wordt bepaald door de taal van de |
langue du groupe linguistique auquel appartient le premier rapporteur | taalgroep waartoe de eerste verslaggever behoort die belast is met het |
chargé de l'instruction de l'affaire introduite en premier lieu. | onderzoek van de zaak die het eerst aanhangig is gemaakt. |
En l'espèce, le premier juge-rapporteur chargé de l'instruction de la | Te dezen behoort de eerste rechter-verslaggever die met het onderzoek |
première affaire - l'affaire no 2385 - appartient au groupe | van de eerst aanhangig gemaakte zaak - zaak nr. 2385 - is belast, tot |
linguistique néerlandais, de sorte que la langue de l'instruction des | de Nederlandse taalgroep, zodat de taal van het onderzoek van de |
affaires jointes nos 2385 à 2390 est le néerlandais. | samengevoegde zaken nrs. 2385 tot en met 2390 het Nederlands is. |
B.2.5. Il ne peut toutefois être déduit des dispositions précitées que | B.2.5. Uit de voormelde bepalingen kan echter niet worden afgeleid dat |
la langue de l'instruction serait aussi celle de tous les écrits de | de taal van het onderzoek ook die van alle procedurestukken zou zijn : |
procédure : les articles 63 et 100, qui contiennent des règles propres | de artikelen 63 en 100, die regels bevatten die eigen zijn aan het |
onderzoek en aan de rechtspleging die het Hof in acht moet nemen, | |
à l'instruction et à la procédure que doit observer la Cour, ne | kunnen geen afbreuk doen aan de bepalingen van de wetten op het |
sauraient porter atteinte aux dispositions des lois coordonnées le 18 | gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en |
juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative, et | |
plus particulièrement à leur article 17, § 1er, auquel renvoie | meer in het bijzonder aan artikel 17, § 1, ervan, waarnaar artikel 62, |
l'article 62, 1o, de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage. | 1o, van de bijzondere wet op het Arbitragehof verwijst. |
B.2.6. Lorsqu'une question préjudicielle est posée à la Cour sur la | B.2.6. Wanneer aan het Hof een prejudiciële vraag wordt gesteld over |
constitutionnalité d'une loi, les mémoires du Conseil des ministres | de grondwettigheid van een wet moeten de memories van de Ministerraad |
doivent être rédigés dans les langues des questions préjudicielles, | worden geformuleerd in de talen van de prejudiciële vragen, |
conformément à l'article 17, § 1er, B, 2o, des lois coordonnées | overeenkomstig artikel 17, § 1, B, 2o, van de voormelde gecoördineerde |
précitées, même si, en cas de jonction, la Cour instruit l'affaire | wetten, zelfs wanneer, in geval van samenvoeging, het Hof de zaak |
dans la langue du premier rapporteur de la première affaire. | onderzoekt in de taal van de eerste verslaggever voor de eerste zaak. |
Il s'ensuit que dans les affaires francophones, le mémoire du Conseil | Daaruit volgt dat in de Franstalige zaken de memorie van de |
des ministres devait être introduit en français. | Ministerraad in het Frans moest worden ingediend. |
Toutefois, le Conseil des ministres a pu raisonnablement déduire du | Evenwel, uit het feit dat de kennisgeving van alle samengevoegde zaken |
fait que la notification de toutes les affaires jointes a eu lieu dans | overeenkomstig een gevestigde praktijk door het Hof in de taal van het |
la langue de l'instruction, en l'espèce le néerlandais, conformément à | onderzoek, te dezen in het Nederlands, is gebeurd, vermocht de |
une pratique établie par la Cour, que la procédure ne se déroulerait | Ministerraad in redelijkheid af te leiden dat de rechtspleging enkel |
que dans cette langue. L'application de la sanction de la nullité | in die taal zou verlopen. Het toepassen van de sanctie van de |
porterait atteinte en l'espèce aux attentes légitimes suscitées par un | nietigheid zou te dezen afbreuk doen aan de legitieme verwachting die |
acte de la Cour elle-même. | door een akte van het Hof zelf is gewekt. |
B.2.7. L'exception d'irrecevabilité est rejetée. | B.2.7. De exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt verworpen. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.3. L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 dispose : | B.3. Artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 bepaalt : |
« La partie XII de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position | « Deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling |
juridique du personnel des services de police est confirmée ». | van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten wordt |
L'article 168 de la loi-programme énonce : | bekrachtigd. » Artikel 168 van de programmawet luidt : |
« La présente loi entre en vigueur le 1er janvier 2002, à l'exception de : | « Deze wet treedt in werking op 1 januari 2002, met uitzondering van : |
[...] | [...] |
les articles 120, 129 et 130 qui produisent leurs effets le 1er avril 2001; | - de artikelen 120, 129 et 130 die uitwerking hebben op 1 april 2001; |
[...] ». | [...] ». |
L'article 129 de la loi du 26 avril 2002 dispose : | Artikel 129 van de wet van 26 april 2002 bepaalt : |
« A l'article 168, quinzième tiret, de la loi-programme du 30 décembre | « In artikel 168 van de programmawet van 30 december 2001 worden in |
2001, les mots ' et 131 ' sont insérés entre le mot ' 130 ' et le mot | het vijftiende streepje, de woorden ' en 131 ' ingevoegd tussen het |
' qui '. » | woord ' 130 ' en het woord ' die '. » |
Les articles 136 à 138 de la même loi énoncent : | De artikelen 136 tot 138 van dezelfde wet luiden : |
« Art. 136.Les articles I.I.1er, II.I.11, II.II.1er, II.II.2, |
« Art. 136.De artikelen I.I.1, II.I.11, II.II.1, II.II.2, II.III.1, |
II.III.1er, alinéa 1er, 2 et 3, II.III.2, III.III.1er, III.III.2, | eerste, tweede en derde lid, II.III.2, III.III.1, III.III.2, III.V.1, |
III.V.1er, III.V.2, IV.I.4, IV.I.5, IV.I.6, IV.I.7, IV.I.8, IV.I.9, | III.V.2, IV.I.4, IV.I.5, IV.I.6, IV.I.7, IV.I.8, IV.I.9, IV.I.10, |
IV.I.10, IV.I.11, IV.I.15, alinéa 2, IV.I.35, IV.I.41, IV.I.42, | IV.I.11, IV.I.15, tweede lid, IV.I.35, IV.I.41, IV.I.42, IV.I.43, |
IV.I.43, IV.I.44, IV.I.45, IV.I.46, IV.I.49, VII.I.1er, VII.I.2, | IV.I.44, IV.I.45, IV.I.46, IV.I.49, VII.I.1, VII.I.2, VII.I.3, |
VII.I.3, VII.I.4, VII.I.5, VII.I.10, alinéa 1er, VII.I.13, VII.I.21, | VII.I.4, VII.I.5, VII.I.10, eerste lid, VII.I.13, VII.I.21, eerste en |
alinéa 1er et 2, VII.I.26, VII.I.27, alinéa 2, VII.I.28, alinéa 1er, | tweede lid, VII.I.26, VII.I.27, tweede lid, VII.I.28, eerste lid, |
VII.I.29, VII.I.30, VII.I.40, alinéa 1er, VII.I.41, alinéa 1er, | VII.I.29, VII.I.30, VII.I.40, eerste lid, VII.I.41, eerste lid, |
VII.I.44, VII.II.1er, § 2, VII.II.2, VII.II.4, VII.II.5, VII.II.6, | VII.I.44, VII.II.1, § 2, VII.II.2, VII.II.4, VII.II.5, VII.II.6, |
VII.II.7, VII.II.8, VII.II.11, alinéa 2, VII.II.12, alinéa 2, | VII.II.7, VII.II.8, VII.II.11, tweede lid, VII.II.12, tweede lid, |
VII.II.28, VII.II.29, VII.III.1er, VII.III.2, VII.III.3, alinéa 1er, | VII.II.28, VII.II.29, VII.III.1, VII.III.2, VII.III.3, eerste lid, |
VII.III.4, alinéa 1er, VII.III.8, alinéa 1er, VII.III.16, alinéa 1er, | VII.III.4, eerste lid, VII.III.8, eerste lid, VII.III.16, eerste lid, |
VII.III.19, VII.III.20, alinéa 1er, VII.III.53, VII.III.86, | VII.III.19, VII.III.20, eerste lid, VII.III.53, VII.III.86, |
VII.III.87, VII.III.88, VII.III.124, VII.III.125, VII.III.129, | VII.III.87, VII.III.88, VII.III.124, VII.III.125, VII.III.129, |
VII.IV.2, VII.IV.4, VII.IV.5, VII.IV.6, VII.IV.7, VII.IV.8, VII.IV.9, | VII.IV.2, VII.IV.4, VII.IV.5, VII.IV.6, VII.IV.7, VII.IV.8, VII.IV.9, |
VII.IV.13, alinéa 2, VII.IV.14, alinéa 2, VII.IV.15, alinéa 2, IX.I.1er, | VII.IV.13, tweede lid, VII.IV.14, tweede lid, VII.IV.15, tweede lid, |
IX.I.2, alinéas 1er et 3, IX.I.3, IX.I.4, IX.I.6, alinéa 4, IX.I.7, | IX.I.1, IX.I.2, eerste en derde lid, IX.I.3, IX.I.4, IX.I.6, vierde |
alinéa 1er, IX.I.8, IX.I.10, IX.I.12, X.I.1er, XI.II.1er, alinéa 1er, | lid, IX.I.7, eerste lid, IX.I.8, IX.I.10, IX.I.12, X.I.1, XI.II.1, |
XI.II.2, XI.II.16, XI.II.23, § 1er, XI.II.24, XI.II.25, XI.II.26, | eerste lid, XI.II.2, XI.II.16, XI.II.23, § 1, XI.II.24, XI.II.25, |
XI.II.26, XI.II.27 en XI.II.28 van het koninklijk besluit van 30 maart | |
2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de | |
politiediensten, worden bevestigd. | |
Art. 137.Voor de toepassing van deel XII van het koninklijk besluit |
|
XI.II.27 et XI.II.28 de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la | van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel |
position juridique du personnel des services de police, sont | van de politiediensten, bekrachtigd bij artikel 131 van de |
confirmés. Art. 137.Pour son application, la partie XII de l'arrêté royal du 30 |
programmawet van 30 december 2001, moet dat deel XII worden |
mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de | samengelezen met de versie van voornoemd besluit van 30 maart 2001 |
police, confirmée par l'article 131 de la loi-programme du 30 décembre | |
2001, doit être lue avec la version du même arrêté telle que fixée à | |
la date d'entrée en vigueur de la présente loi. Les modifications | zoals vastgelegd op de datum van inwerkingtreding van deze wet. De |
apportées à l'arrêté royal du 30 mars 2001 précité après cette date | wijzigingen van voornoemd besluit van 30 maart 2001 na die datum van |
d'entrée en vigueur sont d'application conforme à cette partie XII | inwerkingtreding zijn slechts van overeenkomstige toepassing op dat |
dans la mesure et pour autant que ce soit explicitement prévu. | deel XII voor zover en in de mate dat daar uitdrukkelijk wordt in |
Art. 138.La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication |
voorzien. Art. 138.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch |
au Moniteur belge , à l'exception de : | Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van : |
1o l'article 97 qui produit ses effets le 1er janvier 2001; | 1o artikel 97 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2001; |
2o les articles 1er à 96, 130, 131 et 136 qui produisent leurs effets | 2o de artikelen 1 tot 96, 130, 131 en 136 die uitwerking hebben met |
le 1er avril 2001. » | ingang van 1 april 2001. » |
B.4. En ce qui concerne l'article 131 de la loi-programme du 30 | B.4. Wat betreft artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001, |
décembre 2001, certaines parties requérantes devant le juge a quo | betogen sommige verzoekende partijen voor de verwijzende rechter dat |
soutiennent que la confirmation qu'il prévoit ne serait, de l'aveu | de bekrachtiging waarin dat artikel voorziet, volgens de wetgever |
zelf, niet diegene zou zijn waarin bij artikel 184 van de Grondwet is | |
même du législateur, pas celle qu'avait prévue, pour le 30 avril 2002, | voorzien tegen 30 april 2002, aangezien zij geen betrekking heeft op |
l'article 184 de la Constitution, dès lors qu'elle ne porte pas sur | de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de |
les éléments essentiels du statut des membres du personnel des | geïntegreerde politiediensten. Aangezien niet in de bekritiseerde |
services de police intégrés. N'ayant pas été prévue, la confirmation | bekrachtiging was voorzien, zou zij een geldigverklaring vormen die |
critiquée constituerait une validation contraire aux articles 10 et 11 | strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij |
de la Constitution, en ce qu'elle interfère dans une procédure | interfereert in een lopende jurisdictionele procedure, zonder |
juridictionnelle en cours, sans être motivée par des considérations | gemotiveerd te zijn door overwegingen van het algemeen belang. |
d'intérêt général. | |
D'autres parties requérantes devant le juge a quo estiment que la | Andere verzoekende partijen voor de verwijzende rechter zijn van |
confirmation intervenue par l'article 131 de la loi-programme du 30 | mening dat de bekrachtiging bij artikel 131 van de programmawet van 30 |
décembre 2001, bien qu'elle ait été prescrite explicitement, serait, | december 2001 weliswaar expliciet was voorgeschreven, maar dat zij, |
vu les circonstances, intervenue exclusivement dans le but et avec | gelet op de omstandigheden, uitsluitend zou zijn toegepast met de |
pour objet de priver certains citoyens d'une garantie juridictionnelle | bedoeling bepaalde burgers een essentiële jurisdictionele waarborg te |
essentielle, en l'occurrence un recours au Conseil d'Etat contre la | ontzeggen, te dezen, een beroep bij de Raad van State tegen deel XII |
partie XII de l'arrêté royal du 30 mars 2001. | van het koninklijk besluit van 30 maart 2001. |
B.5.1. Il y a lieu de rappeler que l'ancien article 184 de la Constitution disposait : | B.5.1. Er dient in herinnering te worden gebracht dat het vroegere artikel 184 van de Grondwet bepaalde : |
« L'organisation et les attributions de la gendarmerie font l'objet | « De organisatie en de bevoegdheid van de rijkswacht worden door een |
d'une loi. », | wet geregeld. », |
et que dans son arrêt no 134/99 du 22 décembre 1999, la Cour a dit | en dat het Hof in zijn arrest nr. 134/99 van 22 december 1999, in |
pour droit, en B.6.1 : | B.6.1, voor recht heeft gezegd : |
« En attribuant au pouvoir législatif la compétence de régler | « Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen om de |
organisatie en de bevoegdheden van de rijkswacht te regelen, | |
l'organisation et les attributions de la gendarmerie, l'article 184 de | garandeert artikel 184 van de Grondwet dat die aangelegenheid het |
la Constitution garantit que cette matière fera l'objet de décisions | voorwerp zal uitmaken van beslissingen die door een democratisch |
prises par une assemblée délibérante démocratiquement élue. Bien que | verkozen beraadslagende vergadering zijn genomen. Ofschoon die |
cette disposition réserve ainsi, en cette matière, la compétence | bepaling aldus, in die aangelegenheid, de normatieve bevoegdheid |
normative au législateur fédéral - lequel doit en régler lui-même les | voorbehoudt aan de federale wetgever - die zelf de essentiële |
éléments essentiels -, elle n'exclut toutefois pas que soit laissé un | elementen ervan moet regelen -, sluit zij evenwel niet uit dat aan de |
pouvoir limité d'exécution au Roi. » | Koning een beperkte uitvoeringsbevoegdheid wordt gelaten. » |
B.5.2. Het bij de grondwetsbepaling van 30 maart 2001 ingevoegde | |
B.5.2. Le nouvel article 184 de la Constitution, inséré par la | nieuwe artikel 184 van de Grondwet in verband met de geïntegreerde |
disposition constitutionnelle du 30 mars 2001, relatif au service de | politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, een dienst die het |
police intégré, structuré à deux niveaux, lequel service résulte de la | resultaat is van de oprichting in één enkele eenheid van de voormalige |
constitution en une seule unité de l'ancienne gendarmerie, des | rijkswacht, van de voormalige gemeentepolitie en van de voormalige |
anciennes polices communales et de la police judiciaire près les parquets, dispose : | gerechtelijke politie bij de parketten, bepaalt : |
« L'organisation et les attributions du service de police intégré, | « De organisatie en de bevoegdheid van de geïntegreerde politiedienst, |
structuré à deux niveaux, sont réglées par la loi. Les éléments | gestructureerd op twee niveaus, worden bij de wet geregeld. De |
essentiels du statut des membres du personnel du service de police | essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de |
intégré, structuré à deux niveaux, sont réglés par la loi. | geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden |
bij de wet geregeld. | |
Disposition transitoire | Overgangsbepaling |
Le Roi peut toutefois fixer et exécuter les éléments essentiels du | De Koning kan echter de essentiële elementen van het statuut van de |
statut des membres du personnel du service de police intégré, | personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
structuré à deux niveaux, pour autant que cet arrêté soit confirmé, | twee niveaus, vaststellen en uitvoeren, voor zover het besluit, met |
quant à ces éléments, par la loi avant le 30 avril 2002. » | betrekking tot die elementen, bekrachtigd wordt bij de wet vóór 30 |
B.5.3. Lors de l'élaboration du nouvel article 184 de la Constitution, | april 2002. » B.5.3. Bij de totstandkoming van het nieuwe artikel 184 van de |
il a été renvoyé explicitement à l'arrêt no 134/99 de la Cour (Doc. | Grondwet is uitdrukkelijk verwezen naar het arrest nr. 134/99 van het |
parl., Sénat, 2000-2001, no 2-657/3, pp. 25-26). C'est du reste pour | Hof (Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-657/3, pp. 25-26). Om die |
cette raison que la disposition transitoire de ce nouvel article a | reden is overigens ook de overgangsbepaling bij dat nieuwe artikel |
également été adoptée : | aangenomen : |
« Cet amendement permet d'éviter de mettre en péril la réforme des | « Op deze wijze wordt de politiehervorming niet op de helling gezet |
polices, sans que l'on ne déroge pour autant au principe fondamental | |
selon lequel c'est en principe la loi qui règle le statut de la | maar wordt er ook niet afgeweken van het basisbeginsel dat de wet in |
police. » (ibid., p. 14; voy. également Doc. parl., Chambre, | beginsel het statuut van de politie regelt. » (ibid., p. 14; zie ook |
2000-2001, DOC 50-1169/003, p. 26) | Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50 1169/003, p. 26) |
En effet, l'article 121 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un | Voordien had immers artikel 121 van de wet van 7 december 1998 tot |
service de police intégré, structuré à deux niveaux, avait | organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
précédemment habilité le Roi « à fixer les modalités du statut des | twee niveaus, de Koning gemachtigd « het statuut van het personeel » |
membres du personnel »; en exécution de cette disposition a été pris | te bepalen, ter uitvoering waarvan het koninklijk besluit van 30 maart |
l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du | 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de |
personnel des services de police. Dans le prolongement de la | politiediensten werd genomen. Bij het voorstel van wet dat heeft |
jurisprudence de la Cour, la section de législation du Conseil d'Etat | geleid tot voormelde wet heeft de afdeling wetgeving van de Raad van |
a observé au sujet de la proposition de loi qui est devenue la loi précitée : | State, in aansluiting bij de rechtspraak van het Hof, opgemerkt dat |
« Si l'article 184 de la Constitution n'exclut pas que certaines | « hoewel artikel 184 van de Grondwet niet uitsluit dat aan de Koning |
délégations soient conférées au Roi, il réserve au législateur fédéral | bepaalde delegaties worden verleend, [het] de federale wetgever de |
la compétence d'établir les règles essentielles » (Doc. parl., | bevoegdheid voor om de essentiële regelen [...] vast te stellen » |
Chambre, 1997-1998, no 1676/5, p. 2). | (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1676/5, p. 2). |
La disposition transitoire du nouvel article 184 de la Constitution a | |
été adoptée afin de répondre à l'objection selon laquelle « le statut | Om tegemoet te komen aan het bezwaar dat « de rechtspositie van de |
des membres du personnel de [la] police intégrée relève de | personeelsleden van [die] geïntegreerde politie [deel uitmaakt] van de |
l'organisation de celle-ci [et] les éléments essentiels de ce statut | organisatie ervan, [en de] essentiële elementen van dat statuut [...] |
doivent, dès lors, être réglés par la loi elle-même » (avis du Conseil | derhalve bij wet [moeten] worden geregeld » (advies van de Raad van |
d'Etat, Moniteur belge , 31 mars 2001, troisième édition, p. 10867) | State, Belgisch Staatsblad , 31 maart 2001, derde uitgave, p. 10.867), |
is de overgangsbepaling van het nieuwe artikel 184 van de Grondwet | |
(voy. également Doc. parl., Sénat, 2000-2001, no 2-657/3, pp. 10 et | aangenomen (zie ook Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-657/3, pp. 10 |
suivantes). | en volgende). |
B.6.1. Tant le texte du nouvel article 184 de la Constitution que sa | B.6.1. Zowel uit de tekst van het nieuwe artikel 184 van de Grondwet |
genèse font apparaître que seul le législateur est compétent pour | als uit de ontstaansgeschiedenis ervan blijkt dat alleen de wetgever |
régler « les éléments essentiels » du statut des membres du personnel | bevoegd is om « de essentiële elementen » van het statuut van de |
du service de police intégré, sans préjudice de la compétence du Roi | personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst te regelen, |
d'exécuter ces dispositions législatives sur la base de l'article 108 | onverminderd de bevoegdheid van de Koning om, op grond van artikel 108 |
de la Constitution. La réglementation des éléments non essentiels du | van de Grondwet, die wetsbepalingen uit te voeren. De regeling van de |
statut relève de la compétence résiduaire du législateur, lequel, par | niet-essentiële elementen van het statuut behoort tot de residuaire |
application de l'article 105 de la Constitution, peut la confier au | bevoegdheid van de wetgever, die deze, met toepassing van artikel 105 |
Roi. | van de Grondwet, kan opdragen aan de Koning. |
B.6.2. Sur la base de la disposition transitoire du nouvel article 184 | B.6.2. Op grond van de overgangsbepaling van het nieuwe artikel 184 |
de la Constitution, le Roi pouvait toutefois, à titre de mesure | van de Grondwet kon de Koning echter, bij wege van overgangsmaatregel, |
transitoire, fixer et exécuter lui-même les éléments essentiels du | |
statut des membres du personnel du service de police intégré, sous | zelf de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden |
réserve de confirmation de cette réglementation par le législateur | van de geïntegreerde politiedienst vaststellen en uitvoeren, onder |
avant le 30 avril 2002. | voorbehoud van bekrachtiging van die regeling door de wetgever vóór 30 |
En vertu de l'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001, le | april 2002. Bij artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 is de |
législateur a procédé à cette confirmation. L'utilisation par cette | wetgever overgegaan tot die bekrachtiging. Het gebruik in die |
loi-programme des termes « La partie XII de l'arrêté royal du 30 mars | programmawet van de bewoordingen « Deel XII van het koninklijk besluit |
2001 [...] est confirmée » signifie que cette disposition a pour objet | van 30 maart 2001 [...] wordt bekrachtigd » betekent dat die bepaling |
et pour effet de donner valeur législative à cette partie de l'arrêté | tot doel en als gevolg heeft dat ze een wetgevende kracht toekent aan |
royal à la date de l'entrée en vigueur de celui-ci. La notion | dat deel van het koninklijk besluit op de datum van de |
juridique de « confirmation » a cette portée. L'article 129 de la loi | inwerkingtreding ervan. Het juridisch begrip « bekrachtiging » heeft |
du 26 avril 2002 a pour seul objet de lever une éventuelle incertitude | die draagwijdte. Artikel 129 van de wet van 26 april 2002 beoogt enkel |
à ce sujet. | een eventuele twijfel hieromtrent weg te nemen. |
L'article 137 de la même loi a pour objet de prévoir que la norme | Artikel 137 van dezelfde wet strekt ertoe te bepalen dat de aldus |
ainsi confirmée sera lue en tenant compte des modifications qui lui | bekrachtigde norm zal worden gelezen rekening houdend met de |
seraient apportées par la suite, que ce soit avant ou, moyennant | wijzigingen die later erin zouden zijn aangebracht, zij het vóór of, |
disposition expresse, après la date d'entrée en vigueur de la loi | mits een uitdrukkelijke bepaling, na de datum van inwerkingtreding van |
précitée du 26 avril 2002 et, par conséquent, de lever, de manière | de voormelde wet van 26 april 2002 en bijgevolg op analoge wijze een |
analogue, une éventuelle incertitude. | eventuele onzekerheid hieromtrent weg te nemen. |
B.7. A supposer même que certaines dispositions de cette partie XII et | B.7. In de veronderstelling zelfs dat sommige bepalingen van dat deel |
de ses annexes puissent être considérées comme ne constituant pas des | XII en van de bijlagen ervan niet zouden kunnen worden beschouwd als « |
« éléments essentiels » du statut, il n'en demeurerait pas moins que | essentiële elementen » van het statuut, zou zulks niet wegnemen dat |
cette partie XII constitue un tout, réalisant une phase essentielle de | dat deel XII een geheel vormt waarbij een essentiële fase van de |
la constitution de la nouvelle police, à savoir l'intégration dans un | oprichting van de nieuwe politie tot stand wordt gebracht, namelijk de |
integratie in een nieuw korps van politieambtenaren met zeer | |
corps nouveau de fonctionnaires de police aux statuts très variés. La | uiteenlopende statuten. De wettelijke bekrachtiging van het geheel van |
confirmation législative de l'ensemble de ces dispositions a renforcé | die bepalingen heeft de controle van de wetgever versterkt, |
le contrôle du législateur, sans préjudice de celui que la Cour doit | onverminderd de toetsing waaraan het Hof de bekrachtigde koninklijke |
opérer sur les arrêtés royaux confirmés. | besluiten moet onderwerpen. |
B.8. Le fait que la confirmation législative de la partie XII de | B.8. Het feit dat de wettelijke bekrachtiging van deel XII van het in |
l'arrêté royal en cause - arrêté royal intervenu au même moment que le | het geding zijnde koninklijk besluit - koninklijk besluit dat op |
nouvel article 184 de la Constitution - ait pour conséquence que des | hetzelfde ogenblik als het nieuwe artikel 184 van de Grondwet tot |
recours devant le Conseil d'Etat à l'encontre de certaines dispositions de cette partie XII dudit arrêté ont perdu leur objet, n'est pas de nature à mettre en cause la constitutionnalité des dispositions litigieuses. En effet, les requérants devant le Conseil d'Etat savaient que les dispositions étaient susceptibles d'une confirmation législative, qui aurait nécessairement cet effet. Par ailleurs, ces requérants alléguaient essentiellement devant le Conseil d'Etat des différences de traitement qu'ils estimaient injustifiées. Ces différences de traitement ont pu être dénoncées devant la Cour. La protection juridictionnelle de ces requérants n'est donc pas affectée. | stand is gekomen - tot gevolg heeft dat beroepen voor de Raad van State tegen sommige bepalingen van dat deel XII van het voormelde besluit zonder voorwerp zijn geworden, is niet van dien aard dat het de grondwettigheid van de aangevochten bepalingen in het geding brengt. De verzoekers voor de Raad van State wisten immers dat de bepalingen het voorwerp konden uitmaken van een wettelijke bekrachtiging, die noodzakelijkerwijs dat gevolg zou hebben. Bovendien voerden die verzoekers voor de Raad van State hoofdzakelijk verschillen in behandeling aan die zij onverantwoord achtten. Die verschillen in behandeling konden voor het Hof worden aangeklaagd. De rechtsbescherming van die verzoekers wordt dus niet aangetast. |
B.9. L'examen de la compatibilité de la disposition en cause avec les | B.9. Het onderzoek van de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde |
articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 13, | bepaling met de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met de |
144, 145 et 146 de la Constitution, compte tenu des articles 14, § 1er, | artikelen 13, 144, 145 en 146, van de Grondwet, rekening houdend met |
et 17, §§ 1er et 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, ne | de artikelen 14, § 1, en 17, §§ 1 en 2, van de gecoördineerde wetten |
peut aboutir à une autre conclusion que celle qui découle de l'examen | op de Raad van State, kan tot geen andere conclusie leiden dan diegene |
de la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution considérés seuls. | die volgt uit het enkele onderzoek van de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.10. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.10. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 ne viole pas les | Artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 schendt niet de |
articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec ses | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
articles 13, 144, 145 et 146. | met de artikelen 13, 144, 145 en 146 ervan. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 septembre 2003. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 september 2003. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |