← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 21/2004 du 4 février 2004 Numéros du rôle : 2641 et 2646 En
cause : les recours en annulation des articles 6 à 11 du décret du Conseil flamand du 5 juillet 2002
réglant la dotation et la répartition du Fonds flamand d La Cour d'arbitrage, composée du président A. Arts et du juge P. Martens,
faisant fonction de pr(...)"
Extrait de l'arrêt n° 21/2004 du 4 février 2004 Numéros du rôle : 2641 et 2646 En cause : les recours en annulation des articles 6 à 11 du décret du Conseil flamand du 5 juillet 2002 réglant la dotation et la répartition du Fonds flamand d La Cour d'arbitrage, composée du président A. Arts et du juge P. Martens, faisant fonction de pr(...) | Uittreksel uit arrest nr. 21/2004 van 4 februari 2004 Rolnummers 2641 en 2646 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 6 tot 11 van het decreet van de Vlaamse Raad van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dot Het Arbitragehof, samengesteld uit voorzitter A. Arts en rechter P. Martens, waarnemend voorzitt(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 21/2004 du 4 février 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 21/2004 van 4 februari 2004 |
Numéros du rôle : 2641 et 2646 | Rolnummers 2641 en 2646 |
En cause : les recours en annulation des articles 6 à 11 du décret du | In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 6 tot 11 van |
Conseil flamand du 5 juillet 2002 réglant la dotation et la | het decreet van de Vlaamse Raad van 5 juli 2002 tot vaststelling van |
répartition du Fonds flamand des communes, introduits par les communes | de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams |
de Lennik et Beringen. | Gemeentefonds, ingesteld door de gemeenten Lennik en Beringen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée du président A. Arts et du juge P. Martens, faisant fonction | samengesteld uit voorzitter A. Arts en rechter P. Martens, waarnemend |
de président, et des juges R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, J.-P. | voorzitter, en de rechters R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, J.-P. |
Snappe et E. Derycke, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée | Snappe en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, |
par le président A. Arts, | onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des recours et procédure | I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging |
Par requêtes adressées à la Cour par lettres recommandées à la poste | Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 27 |
le 27 février 2003 et parvenues au greffe le 28 février 2003, la | februari 2003 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn |
commune de Lennik et la commune de Beringen ont introduit un recours | ingekomen op 28 februari 2003, hebben de gemeente Lennik en de |
en annulation des articles 6 à 11 du décret du Conseil flamand du 5 | gemeente Beringen beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 6 |
juillet 2002 réglant la dotation et la répartition du Fonds flamand | tot 11 van het decreet van de Vlaamse Raad van 5 juli 2002 tot |
vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het | |
des communes (publié au Moniteur belge du 31 août 2002, deuxième | Vlaams Gemeentefonds (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 |
édition). | augustus 2002, tweede uitgave). |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 2641 et 2646 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2641 en 2646 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à l'objet des recours | Ten aanzien van het onderwerp van de beroepen |
B.1. La première partie requérante demande l'annulation de l'article | B.1. De eerste verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel |
6, §§ 1er et 2, du décret du Conseil flamand du 5 juillet 2002 réglant | 6, §§ 1 en 2, van het decreet van de Vlaamse Raad van 5 juli 2002 tot |
la dotation et la répartition du Fonds flamand des communes (affaire no | vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het |
2641). La deuxième partie requérante demande l'annulation des articles | Vlaams Gemeentefonds (zaak nr. 2641). De tweede verzoekende partij |
6 à 11 du même décret (affaire no 2646). Les deux parties prennent un | vordert de vernietiging van de artikelen 6 tot en met 11 van hetzelfde |
decreet (zaak nr. 2646). Beide partijen voeren een enig middel aan, | |
moyen unique, fondé sur la violation des articles 10 et 11 de la Constitution. | afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.2. La Cour doit déterminer l'étendue des recours en annulation en | B.2. Het Hof dient de omvang van de beroepen tot vernietiging te |
fonction du contenu des requêtes, et notamment sur la base de l'exposé des moyens. Elle limite son examen aux dispositions dont il est exposé en quoi elles violeraient les dispositions invoquées aux moyens. Dès lors que les moyens invoqués sont dirigés contre les seuls paragraphes 1er et 2 de l'article 6 du décret précité du 5 juillet 2002, la Cour limite son examen à ces dispositions. En outre, s'il devait apparaître de l'examen des moyens invoqués que seules certaines parties de ces dispositions sont critiquées, l'examen sera, le cas échéant, limité à ces éléments. B.3. Les deux premiers paragraphes de l'article attaqué sont libellés comme suit : | bepalen op basis van de inhoud van de verzoekschriften, inzonderheid op basis van de uiteenzetting van de middelen. Het beperkt zijn onderzoek tot de bepalingen waarvan wordt uiteengezet in welk opzicht zij de in de middelen aangevoerde bepalingen zouden schenden. Nu enkel tegen de eerste twee paragrafen van artikel 6 van het voormelde decreet van 5 juli 2002 middelen worden aangevoerd, beperkt het Hof zijn onderzoek tot die bepalingen. Indien bovendien uit het nader onderzoek van de aangevoerde middelen zou blijken dat enkel bepaalde onderdelen van die bepalingen worden bekritiseerd, zal het onderzoek in voorkomend geval tot die onderdelen worden beperkt. B.3. De eerste twee paragrafen van het bestreden artikel luiden : |
« Art. 6.§ 1er. Le Fonds des Communes est réparti parmi les communes |
« Art. 6.§ 1. Het Gemeentefonds wordt op grond van de volgende |
selon les critères suivants : | maatstaven onder de gemeenten verdeeld : |
1o 40,8 % pour le financement spécial des villes-centres et des | 1o 40,8 % voor de bijzondere financiering van de centrumsteden en de |
communes côtières : | kustgemeenten : |
a) 30 % en fonction du nombre d'habitants des communes comptant | a) 30 % volgens het aantal inwoners in de gemeenten met 200.000 |
200.000 d'habitants ou plus; | inwoners of meer; |
b) 1,6 % en fonction du nombre d'habitants des communes comptant entre | b) 1,6 % volgens het aantal inwoners van gemeenten tussen 100.000 en |
100.000 et 200.000 habitants; | 200.000 inwoners; |
c) 6,2 % en fonction du nombre d'habitants des les communes suivantes | c) 6,2 % volgens het aantal inwoners in de volgende steden : Turnhout, |
: Turnhout, [Roulers], Genk, [Ostende], Hasselt, [Saint-Nicolas, | Roeselare, Genk, Oostende, Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen, |
Courtrai, Malines, Alost et Louvain]; | Aalst en Leuven; |
d) 2 % en fonction du nombre d'habitants des villes suivantes : | d) 2 % volgens het aantal inwoners in de volgende steden : Aarschot, |
Aarschot, Deinze, [Termonde], Diest, Eeklo, Geel, [Hal], Herentals, | Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, |
[Ypres], Knokke-Heist, [Lierre], Lokeren, Mol, [Audenarde, Renaix, | Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, |
Saint-Trond], Tielt, [Tirlemont, Tongres, Vilvorde] et Waregem; | Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem; |
e) 1 % en fonction du nombre d'habitants des communes dont le | e) 1 % volgens het aantal inwoners in de gemeenten waarvan het |
territoire est limitrophe de la mer; | grondgebied grenst aan de zee; |
2o 8 % pour la fonction de centre : | 2o 8 % voor de centrumfunctie : |
a) 4 % en fonction de la population active occupée dans la commune; | a) 4 % volgens de actieve bevolking, tewerkgesteld in de gemeente; |
b) 4 % en fonction du nombre d'élèves et d'étudiants qui suivent un | b) 4 % volgens het aantal leerlingen en studenten dat onderwijs volgt |
enseignement sur le territoire de la commune; | op het grondgebied van de gemeente; |
3o 30,2 % pour la pauvreté fiscale : | 3o 30,2 % voor de fiscale armoede : |
a) 19 % sur la proportionnalité inverse du produit global de l'impôt | a) 19 % op de omgekeerde evenredigheid van de totale opbrengst van de |
des personnes physiques des habitants de la commune, à l'exclusion des | personenbelasting van de inwoners in de gemeente, exclusief de |
taxes additionnelles à l'impôt des personnes physiques; | aanvullende belasting op de personenbelasting; |
b) 11,2 % sur la proportionnalité inverse du revenu cadastral | b) 11,2 % op de omgekeerde evenredigheid van het totale belastbare |
imposable global sur le territoire de la commune; | kadastrale inkomen op het grondgebied van de gemeente; |
4o 6 % pour les espaces libres sur la base de la superficie des bois, | 4o 6 % voor open ruimten op basis van de oppervlakte bos, tuinen en |
jardins, parcs, terres incultes, eaux cadastrées, terres arables, | parken, woeste gronden, gekadastreerde wateren, akkerland, grasland, |
prairies, zones de récréation et vergers; | recreatiegebieden en boomgaarden; |
5o 15 % pour critères sociaux : | 5o 15 % voor sociale maatstaven : |
a) 1 % en fonction du nombre de personnes bénéficiant d'un statut | a) 1 % volgens het aantal personen met een WIGW-statuut, met |
VIPO, à l'exclusion des minimexés; | uitzondering van de bestaansminimumtrekkers; |
b) 4 % en fonction du nombre de chômeurs infrascolarisés; | b) 4 % volgens het aantal werklozen met een lage scholingsgraad; |
c) 3 % en fonction du nombre de naissances dans des familles | c) 3 % volgens het aantal geboorten in kansarme gezinnen; |
défavorisées; d) 3 % en fonction du nombre d'occupants d'appartements locatifs | d) 3 % volgens het aantal bewoners van sociale huurappartementen; |
sociaux; e) 4 % en fonction du nombre de minimexés. | e) 4 % volgens het aantal bestaansminimumtrekkers. |
§ 2. Les nombres de base pour tous les critères, à l'exception des | § 2. De basisgetallen zijn voor alle maatstaven, met uitzondering van |
critères de la pauvreté fiscale, sont égaux à l'unité sur laquelle le | de maatstaven van de fiscale armoede, gelijk aan de eenheid waarop de |
critère est basé. Dans le § 1er, 1o a, b, c, d et e, 2o, a et b, 5o a, | maatstaf is gebaseerd. In § 1, 1o, a, b, c, d en e, 2o, a en b, 5o a, |
b, c, d et e, l'unité est représentée par des personnes; au 4o par des | b, d en e, is die eenheid : personen; in 4o : hectaren en in 5o, c : |
hectares et au 5o, c par le nombre de naissances. | aantal geboorten. |
Pour les critères de la pauvreté fiscale, visés au § 1er, 3o, a) et | Voor de maatstaven van de fiscale armoede, bedoeld in § 1, 3o, a) en |
b), les nombres de base sont calculés à l'aide des formules suivantes | b), worden de basisgetallen berekend aan de hand van de volgende |
: | formules : |
1o nombre de base de l'impôt sur les personnes physiques = habitants2/impôt | 1o basisgetal personenbelasting = inwoners2/totale inkohiering |
global sur les personnes physiques enrôlé, à l'exclusion des taxes | personenbelasting, exclusief de aanvullende belasting op de |
additionnelles sur l'impôt des personnes physiques des habitants de la commune; | personenbelasting, van de inwoners van de gemeente; |
2o nombre de base du revenu cadastral = habitants2/revenu cadastral | 2o basisgetal kadastraal inkomen = inwoners2/totale belastbare |
imposable global sur le territoire de la commune. » | kadastrale inkomen op het grondgebied van de gemeente. » |
Quant à l'exception soulevée par le Gouvernement flamand | Ten aanzien van de exceptie van de Vlaamse Regering |
B.4.1. Le Gouvernement flamand considère que l'exposé contestant les | B.4.1. De Vlaamse Regering is van oordeel dat de uiteenzetting van |
dispositions attaquées, en particulier celui de la deuxième partie | inzonderheid de tweede verzoekende partij waarin de bestreden |
requérante, ne peut être considéré comme un moyen, étant donné qu'il | bepalingen worden bekritiseerd, niet als een middel kan worden |
se limite à renvoyer à des éléments de fait et à la situation | aangemerkt, nu die uiteenzetting ertoe beperkt is te verwijzen naar |
spécifique de la partie requérante. | feitelijke elementen en naar de eigen situatie van de verzoekende |
B.4.2. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale | partij. B.4.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les moyens de la requête | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, moeten de middelen van het |
doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour garantit le | verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de |
respect, celles qui seraient violées ainsi que les dispositions qui | naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen |
violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles auraient été | zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht |
transgressées par ces dispositions. | die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. |
B.4.3. S'il est vrai que la deuxième partie requérante en particulier | B.4.3. Weliswaar voert inzonderheid de tweede verzoekende partij een |
avance une série d'éléments de fait, ceci n'empêche pas que son exposé | reeks feitelijke gegevens aan, doch zulks belet niet dat, voor het |
satisfait pour le reste aux exigences précitées de l'article 6 de la | overige, haar uiteenzetting voldoet aan de voormelde vereisten waarin |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage et peut par | artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof |
conséquent être considéré comme un moyen recevable. | voorziet en bijgevolg als een ontvankelijk middel kan worden beschouwd. |
B.4.4. L'exception ne peut être admise. | B.4.4. De exceptie kan niet worden aangenomen. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.5.1. Dans les travaux préparatoires, le but du décret du 5 juillet | B.5.1. In de parlementaire voorbereiding wordt het doel dat door het |
2002 est décrit comme suit : | decreet van 5 juli 2002 wordt nagestreefd als volgt omschreven : |
« [Le] décret a pour but de réformer en profondeur le financement | « [Het] decreet heeft tot doel een grondige hervorming tot stand te |
général des communes via le Fonds flamand des communes, tant en ce qui | brengen in de algemene financiering van de gemeenten via het Vlaams |
concerne l'établissement de la dotation qu'en ce qui concerne la | Gemeentefonds, zowel wat de vaststelling van de dotatie betreft als |
manière dont les moyens sont répartis entre les communes. | inzake de wijze waarop de middelen onder de gemeenten worden verdeeld. |
Par cette réforme, le Gouvernement flamand exécute un point important | Met deze hervorming geeft de Vlaamse regering uitvoering aan een |
de l'accord de gouvernement pour la Flandre. Cet accord prévoit la | belangrijk punt uit het Vlaamse regeerakkoord. Dit akkoord stelt de |
réforme des fonds de financement sur la base d'une série de critères : | herziening van de financieringsfondsen in het vooruitzicht op basis |
plus d'attention apportée à la capacité fiscale objective et à la | van een aantal krachtlijnen : meer aandacht voor het objectieve |
solidarité fiscale entre les communes, valorisation de la fonction de | belastingvermogen en de fiscale solidariteit tussen de gemeenten, de |
centre et de la fonction urbaine, attention apportée à la capacité | valorisering van de centrumfuncties en de stedelijkheid, aandacht voor |
administrative des communes plus petites, y compris des communes | de bestuurskracht van de kleinere, ook landelijke gemeenten, de zorg |
rurales, souci de la conservation et de l'extension des espaces libres [...]. | voor het bewaren en het uitbreiden van de open ruimten [...]. |
En réformant le Fonds des communes, le Gouvernement flamand entend | Met de hervorming van het Gemeentefonds wil de Vlaamse Regering een |
concilier de manière équilibrée une diversité d'objectifs. » (Doc ., | verscheidenheid aan doelstellingen op een evenwichtige wijze |
Parlement flamand, 2001-2002, no 1148/1, p. 3) | verzoenen. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. 1148/1, p. |
B.5.2. Les règles de répartition du Fonds des communes figurant à | 3) B.5.2. De criteria voor de verdeling van het Gemeentefonds, opgenomen |
l'article 6 attaqué sont groupées sous cinq « critères », à savoir 1) | in het bestreden artikel 6, zijn gegroepeerd in vijf « maatstaven », |
le fait que la commune présente les caractéristiques d'une grande | namelijk criteria verband houdend met 1) het feit dat de gemeente de |
ville, d'une ville-centre, d'une ville provinciale ou d'une commune | kenmerken vertoont van een grote stad, een centrumstad, een |
côtière; 2) la fonction de centre; 3) la capacité fiscale; 4) la | provinciale stad of een kustgemeente; 2) de centrumfunctie; 3) de |
présence d'espaces libres; 5) les critères sociaux. | fiscale draagkracht; 4) de aanwezigheid van open ruimten; 5) sociale |
La part de chacune des communes dans le Fonds flamand des communes est | maatstaven. Op basis van de vijf voormelde maatstaven en de daarin opgenomen |
calculée sur la base des cinq critères précités et des règles et | criteria en wegingscoëfficiënten wordt het aandeel van elk van de |
coefficients de pondération qui les accompagnent. | gemeenten in het Vlaams Gemeentefonds berekend. |
Le ministre flamand des Affaires intérieures a commenté comme suit ce | De verdelingsregeling werd door de Vlaamse Minister van Binnenlandse |
régime de répartition : | Aangelegenheden als volgt toegelicht : |
« La répartition de moyens entre 308 communes est une tâche délicate | « De verdeling van middelen over 308 gemeenten is een heikele opdracht |
qui donnera toujours lieu à des contestations. Un accroissement du | die altijd tot betwisting aanleiding zal geven. Samen met een toename |
montant fera grandir aussi la discussion au sujet du partage. | van het bedrag zal ook de discussie over de verdeling toenemen. |
En établissant les règles de répartition, le Gouvernement flamand | Bij het uittekenen van de verdelingsregeling geeft de Vlaamse regering |
exécute les principes qui figurent explicitement dans l'accord de | uitvoering aan de principes, zoals uitdrukkelijk opgenomen in het |
gouvernement. | regeerakkoord. |
Un financement de base est garanti à chacune des communes, tenant | Voor elk van de gemeenten is een basisfinanciering gewaarborgd, |
rekening houdend met hun belangrijke bijdrage tot het algemeen | |
compte de l'importante contribution de celles-ci à la politique | overheidsbeleid. Toch is de verdeling in de eerste plaats gericht op |
générale de l'autorité. Le partage vise toutefois en premier lieu à | een herverdeling van middelen, die worden bekomen via de heffing van |
redistribuer des moyens obtenus par la levée des impôts de tous les | belastingen van alle burgers. Gemeenten die ten gevolge van een |
citoyens. Les communes qui, par suite d'une capacité fiscale moindre | beperkter fiscaal vermogen in verhouding tot andere gemeenten over |
par rapport aux autres communes, ont moins de possibilités de recettes | minder mogelijkheden beschikken om via eigen belastingen zelf |
suffisantes via leur fiscalité propre reçoivent une plus grande part | voldoende middelen te verwerven, ontvangen een groter aandeel uit het |
du Fonds flamand des communes. | Vlaams Gemeentefonds. |
La capacité fiscale propre des communes diffère fortement. En | De eigen fiscale draagkracht van de gemeenten verschilt sterk. Bij de |
appliquant des taux identiques d'additionnels à l'impôt des personnes | heffing van gelijke aanslagvoeten inzake de aanvullende |
physiques et au précompte immobilier, on obtient des recettes par | personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing |
habitant qui diffèrent considérablement. Ceci est la conséquence de | verschillen de opbrengsten per inwoner aanzienlijk. Dat is het gevolg |
facteurs qui sont, pour une grande part, étrangers à la politique qui | van factoren die voor een belangrijk deel vreemd zijn aan het eigen |
est menée, tels que, notamment, le niveau de revenu des habitants, la | beleid, zoals onder andere het inkomensniveau van de inwoners, de |
valeur des revenus cadastraux, la présence d'établissements | waarde van de kadastrale inkomens, de aanwezigheid van industriële |
industriels, la fonction de centre et le contexte urbain ou rural. Ces facteurs externes déterminent également dans une large mesure le schéma des dépenses d'une commune. Il y a par conséquent une inégalité manifeste des chances. La redistribution des moyens est une tâche essentielle de l'autorité. Il n'est pas acceptable que le citoyen, par suite d'une différence de la capacité et de l'environnement socio-économique de son administration, soit mis à contribution de manière très différente pour une même offre de services, en fonction de la commune où il habite. C'est pourquoi la richesse ou la pauvreté fiscale devient un des critères essentiels du partage du Fonds flamand des communes. Plus la commune peut percevoir de moyens par habitant sur la base de l'impôt des personnes physiques et du revenu cadastral, moins élevée sera sa part dans le Fonds des communes. Ce critère revêt une grande importance pour les communes financièrement plus faibles, parmi lesquelles souvent les petites communes rurales. A côté de cela ont été repris, dans le Fonds des communes, des critères tenant compte des principes de l'accord de gouvernement : ' Les grandes villes, les villes-centres et les villes provinciales bénéficient d'un financement spécial. Le Gouvernement flamand entend valoriser ainsi de manière significative leur fonction de centre. Ces communes ont, précisément à cause de leur fonction de centre, des missions spécifiques importantes qui donnent aussi lieu à des dépenses supplémentaires considérables. Les communes côtières bénéficient elles aussi d'un financement spécial. Ceci est justifié par leurs activités et leur infrastructure touristiques. ' Supprimer cette aide particulière ébranlerait grandement la situation financière des villes et communes concernées. Ce financement particulier s'opère sur la base du nombre d'habitants. A côté de cela, la fonction de centre de toutes les communes est prise en considération par le biais du degré d'activité et du nombre d'élèves et d'étudiants. La préservation des espaces libres et de la ruralité des communes est prise en compte. Des critères tels que la surface des bois, des parcs, des friches, des terres arables, des zones de | vestigingen, de centrumfunctie en de stedelijke of landelijke context. Deze externe factoren bepalen ook in aanzienlijke mate het uitgavenpatroon van de gemeenten. Er is bijgevolg een duidelijke ongelijkheid van kansen. Herverdeling van middelen is een kerntaak van de overheid. Het kan niet dat de burger ten gevolge van een verschil in draagkracht en socio-economische omgeving van zijn bestuur voor een gelijkwaardig dienstverleningspakket sterk uiteenlopend fiscaal aangesproken wordt in functie van de gemeente waar hij woont. Het fiscaal vermogen of onvermogen wordt daarom een van de hoofdcriteria bij de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds. Hoe meer middelen de gemeente per inwoner kan ontvangen op basis van de personenbelasting of het kadastraal inkomen, hoe lager het aandeel uit het Gemeentefonds zal bedragen. Dat criterium is van groot belang voor de financieel minder bestuurskrachtige gemeenten, waaronder vaak de kleine, landelijke gemeenten. Daarnaast werden in het Gemeentefonds criteria opgenomen, rekening houdend met de uitgangspunten van het regeerakkoord : ' De grote steden, de centrum- en provinciale steden genieten een bijzondere financiering. Daarmee wil de Vlaamse regering op een bepalende wijze hun centrumfunctie waarderen. Deze gemeenten hebben, juist omwille van hun centrumfunctie, belangrijke specifieke opdrachten die ook tot aanzienlijke bijkomende uitgaven aanleiding geven. Ook de kustgemeenten genieten van een bijzondere financiering. Deze wordt verantwoord door hun toeristische activiteit en infrastructuur '. Het schrappen van de bijzondere ondersteuning zou de financiële situatie in de betrokken steden en gemeenten grondig ontwrichten. Die bijzondere financiering gebeurt op basis van het aantal inwoners. Daarnaast wordt de centrumfunctie van alle gemeenten in aanmerking genomen via de activiteitsgraad en het aantal leerlingen en studenten. De vrijwaring van de open ruimten en de landelijkheid van de gemeenten wordt gehonoreerd. Hier gelden criteria zoals de oppervlakte aan |
récréation, des vergers sont pris en considération pour cela. Enfin, | bossen, parken, woeste gronden, akkerlanden, recreatiegebieden, |
il y a les critères sociaux, repris sur la base des critères | boomgaarden. Tot slot zijn er sociale maatstaven, overgenomen op basis |
pertinents du Fonds d'impulsion sociale. » (Doc., Parlement flamand, | van relevante criteria uit het Sociaal Impulsfonds. » (Parl. St., |
2001-2002, no 1148/5, pp. 8-9) | Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. 1148/5, pp. 8-9) |
B.6.1. C'est au législateur décrétal qu'il appartient, dans l'exercice | B.6.1. Het komt de decreetgever toe om, in de uitoefening van zijn |
de sa compétence relative au financement des communes, de déterminer | bevoegdheid met betrekking tot de financiering van de gemeenten, de |
les critères de répartition des moyens du Fonds flamand des communes | criteria voor de verdeling van de middelen van het Vlaams |
et de fixer le coefficient de pondération à appliquer. Le législateur | Gemeentefonds vast te stellen en de toe te passen wegingscoëfficiënt |
décrétal dispose en ce domaine d'une large marge d'appréciation. La | te bepalen. De decreetgever beschikt ter zake over een ruime |
Cour peut seulement considérer qu'une différence de traitement est | beoordelingsmarge. Het Hof kan een verschil in behandeling slechts |
inconstitutionnelle lorsqu'elle n'est pas susceptible de justification | ongrondwettig bevinden wanneer daarvoor geen redelijke verantwoording |
raisonnable. | bestaat. |
B.6.2. La rigidité résultant inévitablement de l'utilisation de | B.6.2. De rigiditeit die onvermijdelijk volgt uit de aanwending van |
critères de répartition et de coefficients de pondération fixés de | algemeen bepaalde verdelingscriteria en wegingscoëfficiënten kan |
manière générale peut se justifier par la considération que le | worden verantwoord door de overweging dat de decreetgever veeleer per |
législateur décrétal entend légiférer par catégories plutôt que de | categorie decreetgevend wil optreden in plaats van rekening te houden |
tenir compte des particularités propres à chaque cas individuel - en | met de bijzondere kenmerken eigen aan elk individueel geval - te dezen |
l'espèce les 308 communes flamandes -, de sorte qu'il faut admettre, | de 308 Vlaamse gemeenten -, zodat moet worden aanvaard dat, behoudens |
sauf erreur manifeste, que, nécessairement, ces catégories | klaarblijkelijke vergissing, die categorieën, noodzakelijkerwijze, de |
n'appréhendent la diversité des situations qu'avec un certain degré d'approximation. B.6.3. Il convient à cet égard de tenir compte du fait que certains critères de répartition pouvant être perçus comme discriminatoires par les communes requérantes constituent un élément d'un règlement global. Il peut arriver, en pareil cas, que l'application concrète de certains critères, considérée isolément, soit moins favorable pour certaines communes. L'éventuelle annulation d'un élément de ce règlement global pourrait alors conduire à rompre l'équilibre qu'une approche plus globale ferait peut-être apparaître. B.7. Le recours au procédé de critères de répartition n'est pas déraisonnable en soi; il convient néanmoins d'examiner si les critères utilisés peuvent raisonnablement se justifier au regard des articles | verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van benadering opvangen. B.6.3. In dat opzicht dient rekening te worden gehouden met het feit dat bepaalde verdelingscriteria die door de verzoekende gemeenten als discriminerend worden ervaren, een onderdeel vormen van een algehele regeling. In een zodanig geval kan het voorkomen dat de concrete toepassing van bepaalde criteria, afzonderlijk beschouwd, minder gunstig is voor bepaalde gemeenten. De eventuele vernietiging van één onderdeel van een algehele regeling zou alsdan tot een verstoring van het evenwicht kunnen leiden dat mogelijk uit een ruimere benadering zou blijken. B.7. Het beroep op het procédé van verdelingscriteria is niet onredelijk op zich; niettemin moet worden onderzocht of die aangewende criteria redelijkerwijze kunnen worden verantwoord in het licht van de |
10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
En ce qui concerne le premier critère | Wat de eerste maatstaf betreft |
B.8.1. Le premier critère sur la base duquel les moyens du Fonds | B.8.1. De eerste maatstaf op basis waarvan de middelen van het Vlaams |
flamand des communes sont répartis entre les communes - coefficient de | Gemeentefonds onder de gemeenten worden verdeeld - wegingscoëfficiënt |
pondération de 40,8 % - concerne le « financement spécial des | van 40,8 % - heeft betrekking op « de bijzondere financiering van de |
villes-centres et des communes côtières » (article 6, § 1er, 1o). | centrumsteden en de kustgemeenten » (artikel 6, § 1, 1o). |
Contrairement aux quatre autres critères, la répartition des communes | In tegenstelling tot de overige vier maatstaven wordt de indeling van |
en catégories est exclusivement utilisée dans le premier critère. Pour | gemeenten in groepen van gemeenten uitsluitend bij de eerste maatstaf |
gehanteerd. Voor de overige maatstaven worden de aandelen berekend | |
les autres critères, les moyens sont répartis entre les 308 communes | over alle 308 Vlaamse gemeenten, zonder indeling in categorieën (Parl. |
flamandes, sans classement en catégories (Doc., Parlement flamand, 2001-2002, no 1148/1, p. 16). | St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. 1148/1, p. 16). |
Dans le premier critère, un pourcentage fixe du Fonds des communes est | In de eerste maatstaf wordt binnen ieder van de vijf groepen van |
réparti, au sein de chacune des cinq catégories de communes | gemeenten die in de bestreden bepalingen worden onderkend, een vast |
distinguées par les dispositions attaquées, sur la base du nombre | percentage van het Gemeentefonds verdeeld op basis van het aantal |
d'habitants de cette catégorie. Ces cinq catégories de communes sont : | inwoners binnen die groep. Die vijf groepen van gemeenten zijn : |
les communes de 200.000 habitants et plus; les communes comptant entre | gemeenten met 200.000 inwoners of meer; gemeenten met tussen de |
100.000 et 200.000 habitants; les villes-centres; les villes | 100.000 en 200.000 inwoners; de centrumsteden; de provinciale steden; |
provinciales; les communes côtières. Le fait que ces catégories de | de kustgemeenten. Dat in de verdelingsregeling die groepen van |
communes bénéficient d'un financement spécial dans le système de | gemeenten een bijzondere financiering genieten, werd in de |
répartition a été justifié dans les travaux préparatoires par une | parlementaire voorbereiding verantwoord met verwijzing naar de |
référence à la fonction de centre exercée par ces communes : du fait | centrumfunctie die deze gemeenten uitoefenen : zij hebben vanwege hun |
de leur fonction de centre, elles ont des missions spécifiques telles | centrumfunctie specifieke opdrachten zoals « een bepaalde minimale |
que de prévoir et d'exploiter « des infrastructures minimales en | infrastructuur inzake administratie, politie, cultuur en ontspanning |
matière d'administration, de police, de culture et de loisirs » (Doc., | uit te bouwen en te exploiteren » (Parl. St., ibid., p. 29), die tot |
ibid ., p. 29) qui donnent lieu à des dépenses supplémentaires | aanzienlijke bijkomende uitgaven aanleiding geven. Het schrappen van |
considérables. Supprimer cette aide particulière bouleverserait | die bijzondere ondersteuning zou overigens hun financiële situatie |
d'ailleurs profondément leur situation financière (Doc., Parlement | grondig ontwrichten (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. |
flamand, 2001-2002, no 1148/1, p. 8; ibid., no 1148/5, pp. 8-9). | 1148/1, p. 8; ibid., nr. 1148/5, pp. 8-9). |
B.8.2. La deuxième partie requérante ne démontre pas - et la Cour | B.8.2. De tweede verzoekende partij toont niet aan - en het Hof ziet |
n'aperçoit pas - en quoi cette répartition des communes en catégories | niet in - om welke reden die indeling in groepen van gemeenten niet |
ne serait pas raisonnablement justifiée. Affirmer que cette | redelijk zou zijn verantwoord. De bewering dat die indeling |
répartition est arbitraire et imprécise et que la commune de Beringen | willekeurig en onduidelijk zou zijn en dat de gemeente Beringen |
serait de ce fait discriminée par rapport aux autres communes ne | daardoor zou worden gediscrimineerd in vergelijking met andere |
suffit pas pour établir une violation du principe d'égalité et de | gemeenten volstaat niet om een schending van het beginsel van |
non-discrimination. | gelijkheid en niet-discriminatie aan te tonen. |
En ce qui concerne le second critère | Wat de tweede maatstaf betreft |
B.9.1. Le second critère - coefficient de pondération de 8 p.c. - a | B.9.1. De tweede maatstaf - wegingscoëfficiënt van 8 pct. - heeft |
trait à la « fonction de centre » et comporte deux sous-critères : la | betrekking op de « centrumfunctie » en omvat twee criteria : de |
population active occupée dans la commune et le nombre d'élèves et | actieve bevolking, tewerkgesteld in de gemeente, en het aantal |
d'étudiants qui suivent un enseignement sur le territoire de la | leerlingen en studenten dat onderwijs volgt op het grondgebied van de |
commune (article 6, § 1er, 2o). Ceci vise en particulier les élèves et | gemeente (artikel 6, § 1, 2o). Daarmee zijn inzonderheid de leerlingen |
étudiants de l'enseignement secondaire et de l'enseignement supérieur | en studenten in het secundair en het hoger onderwijs bedoeld (artikel |
(article 8, § 1er, 1o). | 8, § 1, 1o). |
B.9.2. La deuxième partie requérante n'attaque que le deuxième | B.9.2. De tweede verzoekende partij bestrijdt enkel het tweede |
sous-critère, en tant qu'il ne mentionne pas l'enseignement primaire | criterium, in zoverre het het lager onderwijs en het deeltijds |
et l'enseignement artistique à temps partiel, de sorte que les | kunstonderwijs niet vermeldt, zodat gemeenten met een grote |
communes connaissant une grande concentration de ce type | |
d'enseignement seraient discriminées par rapport aux communes | concentratie van dat soort van onderwijs zouden worden gediscrimineerd |
connaissant une concentration d'établissements d'enseignement | ten opzichte van gemeenten met een concentratie van secundair en hoger |
secondaire et supérieur. La Cour limite son examen à ce sous-critère. | onderwijs. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat criterium. |
B.9.3. Le sous-critère fondé sur le nombre d'élèves et d'étudiants qui | B.9.3. Het criterium, gegrond op het aantal leerlingen en studenten |
suivent un enseignement sur le territoire de la commune mesure la | dat onderwijs volgt op het grondgebied van de gemeente, meet de |
concentration de personnes qui viennent dans la commune pour y suivre | concentratie van personen die in de gemeente een opleiding komen |
une formation. Ce sous-critère est lié à l'importance des dépenses | volgen. Die maatstaf houdt verband met de omvang van de kosten die |
nécessaires pour développer une infrastructure minimale en matière | nodig zijn voor de uitbouw van een minimale infrastructuur inzake |
d'administration et de police notamment (Doc., Parlement flamand, | onder meer administratie en politie (Parl. St., Vlaams Parlement, |
2001-2002, no 1148/1, p. 19) et vise à valoriser la fonction de centre | 2001-2002, nr. 1148/1, p. 19) en strekt ertoe de centrumfunctie van |
d'une commune. De petites communes comptant peu d'habitants peuvent | een gemeente te valoriseren. Ook kleine gemeenten met weinig inwoners |
elles aussi avoir une certaine fonction de centre par rapport aux | kunnen een bepaalde centrumfunctie hebben ten opzichte van de |
communes environnantes (ibid., pp. 20 et 29). | omliggende gemeenten (ibid ., pp. 20 en 29). |
Le sous-critère concerne les élèves et étudiants de l'enseignement | De maatstaf heeft betrekking op de leerlingen en studenten uit het |
secondaire et de l'enseignement supérieur ainsi que les élèves de | secundair en het hoger onderwijs en de leerlingen uit het onderwijs |
l'enseignement de promotion sociale et de l'enseignement artistique à | voor sociale promotie en uit het deeltijds kunstonderwijs. In die |
temps partiel. Dans ces deux dernières catégories, les élèves comptent | laatste twee categorieën tellen de cursisten mee voor een half |
pour un demi-équivalent (article 8, § 1er, 2o et 3o), étant donné | equivalent (artikel 8, § 1, 2o en 3o), aangezien het onderwijsvormen |
qu'il s'agit de formes d'enseignement à horaire réduit (ibid., pp. 20, 29 et 30). En tant que la deuxième partie requérante affirme que l'enseignement artistique à temps partiel n'est aucunement pris en compte comme critère de distinction, le moyen manque par conséquent en fait. Le fait qu'il n'est pas tenu compte de l'enseignement primaire dans ce sous-critère peut se justifier par la constatation que cette sorte d'enseignement est organisée dans la plupart des communes et que cela ne constitue dès lors pas un critère de distinction utile, étant donné qu'il aurait un effet de trop grand nivellement. En ce qui concerne le troisième critère | betreft zonder volledig leerplan (ibid ., pp. 20, 29 en 30). In zoverre de tweede verzoekende partij staande houdt dat het deeltijds kunstonderwijs in het geheel niet als onderscheidingscriterium in aanmerking is genomen, mist het middel bijgevolg feitelijke grondslag. Dat het lager onderwijs niet in de maatstaf is opgenomen kan worden verantwoord door de vaststelling dat in de meeste gemeenten in dat soort van onderwijs is voorzien, zodat het als onderscheidingscriterium niet dienstig is, aangezien het alsdan een al te nivellerende uitwerking zou hebben. Wat de derde maatstaf betreft |
B.10.1. Le troisième critère - coefficient de pondération de 30,2 p.c. | B.10.1. De derde maatstaf - wegingscoëfficiënt van 30,2 pct. - heeft |
- concerne la capacité fiscale (« pauvreté fiscale ») d'une commune | betrekking op de fiscale draagkracht (« fiscale armoede ») van een |
(article 6, § 1er, 3o). | gemeente (artikel 6, § 1, 3o). |
B.10.2. Dans les travaux préparatoires, ce critère est commenté comme | B.10.2. In de parlementaire voorbereiding werd die maatstaf als volgt |
suit : « La notion de capacité fiscale n'a rien à voir avec les taux d'imposition, le nombre de taxes levées ou la pression fiscale effective dans une commune mais mesure la capacité d'une commune d'acquérir des recettes par la fiscalité. La taxe additionnelle à l'impôt des personnes physiques et les centimes additionnels au précompte immobilier étant les deux impositions primaires permettant une parfaite comparaison entre les communes, ce sont ces deux impositions qui sont utilisées pour mesurer la capacité fiscale. Une commune dont les habitants génèrent des revenus relativement élevés aura une grande capacité fiscale, même si elle ne perçoit pas de taxe additionnelle à l'impôt des personnes physiques, parce que la | toegelicht : « Het begrip fiscaal vermogen houdt geen verband met aanslagvoeten, aantal belastingen of de effectieve belastingdruk in een gemeente, maar peilt naar het vermogen van een gemeente om via de fiscaliteit middelen te verwerven. Omdat de aanvullende belasting op de personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing de twee primaire belastingen zijn waar een perfecte vergelijking mogelijk is tussen de gemeenten onderling, worden deze belastingen gebruikt als graadmeter van de fiscale draagkracht. Een gemeente waarvan de inwoners relatief grote inkomsten genereren, zal een grote fiscale draagkracht hebben, zelfs al heft zij geen |
valeur de 1 % de l'impôt des personnes physiques par habitant est | aanvullende personenbelasting, omdat de waarde van 1 % |
élevée. A l'inverse, une commune ' pauvre ' dont les habitants paient | personenbelasting per inwoner hoog is. Omgekeerd, een ' arme ' |
peu d'impôts est fiscalement pauvre, même si ses taux d'imposition | gemeente met inwoners die weinig belastingen betalen, is fiscaal arm, |
sont élevés. Il en va de même, mutatis mutandis, pour le précompte | zelfs al heeft zij hoge aanslagvoeten. Hetzelfde geldt mutatis |
mutandis voor de onroerende voorheffing die gebaseerd is op het | |
immobilier qui est basé sur le revenu cadastral. Un poids moindre est | kadastraal inkomen. Aan deze laatste maatstaf wordt een kleinere |
attribué à cette dernière donnée en raison du fait que les revenus | weging toegekend omwille van het niet meer up-to-date zijn van de |
cadastraux ne sont plus à jour. | kadastrale inkomens. |
La clé de répartition fonctionnera ici suivant la proportionnalité | De verdeelsleutel zal voor deze maatstaven werken met de omgekeerde |
inverse. Plus le montant de 1 % de l'enrôlement par personne est | evenredigheid. Hoe groter 1 % van de inkohiering per persoon, hoe |
élevé, plus la part que les communes reçoivent pour ces critères sera réduite. | lager het aandeel dat de gemeenten ontvangen voor deze maatstaven. |
[...] | [...] |
Le grand poids donné à ces critères accentue l'importance du rôle | Het grote gewicht dat aan deze maatstaven wordt gegeven, accentueert |
redistributeur du Fonds des communes. Les communes qui ont la | het belang van de herverdelingsrol van het Gemeentefonds. Gemeenten |
possibilité d'acquérir plus aisément des recettes doivent en effet | die de mogelijkheid hebben op een gemakkelijkere manier middelen te |
verwerven, moeten immers in mindere mate een beroep kunnen doen op | |
moins pouvoir faire appel aux subventions de l'autorité. » (Doc., | overheidssubsidies. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. |
Parlement flamand, 2001-2002, no 1148/1, pp. 20 et 21) | 1148/1, pp. 20 en 21) |
B.10.3. Ces commentaires font apparaître que le troisième critère | B.10.3. Die toelichtingen doen blijken dat de derde maatstaf niet |
n'est pas dénué de justification raisonnable. Le grief formulé par les | zonder redelijke verantwoording is. Daaraan wordt geen afbreuk gedaan |
parties requérantes, selon lequel le revenu cadastral ne serait pas | door de grief van de verzoekende partijen dat de vaststelling van het |
également et correctement établi dans toutes les communes, n'affecte | kadastraal inkomen in alle gemeenten niet even correct zou zijn |
pas la pertinence de cette justification. Ainsi qu'il ressort des | bepaald. Zoals uit de voormelde parlementaire voorbereiding blijkt, |
travaux préparatoires précités, le législateur décrétal a en effet | heeft de decreetgever immers met die omstandigheid rekening gehouden |
tenu compte de cette circonstance en prévoyant que le critère du | door voor het criterium van het kadastrale inkomen in een kleinere |
revenu cadastral aurait un poids moindre que celui de l'impôt des personnes physiques. | weging te voorzien dan voor het criterium van de personenbelasting. |
En ce qui concerne le quatrième critère | Wat de vierde maatstaf betreft |
B.11.1. Le quatrième critère - coefficient de pondération de 6 p.c. - | B.11.1. De vierde maatstaf - wegingscoëfficiënt van 6 pct. - heeft |
a trait aux espaces libres (article 6, § 1er, 4o). | betrekking op de open ruimten (artikel 6, § 1, 4o). |
B.11.2. L'utilisation de ce critère a été justifiée comme suit dans | B.11.2. Het opnemen van die maatstaf werd in de parlementaire |
les travaux préparatoires : d'une part, les communes ayant de grands | voorbereiding als volgt verantwoord : enerzijds, zijn gemeenten met |
espaces libres sont financièrement défavorisées par rapport aux | veel open ruimten financieel benadeeld ten opzichte van gemeenten met |
communes comportant de nombreuses zones d'habitat, étant donné que les | veel woongebieden, aangezien de eerstvermelde gemeenten geen inkomsten |
premières nommées ne tirent aucun revenu de cette portion de leur | |
territoire; d'autre part, l'entretien de ces espaces libres peut | verwerven uit dat deel van hun grondgebied; anderzijds, kan de |
générer des dépenses considérables pour l'adoption de certaines | instandhouding van de open ruimten aanzienlijke kosten tot gevolg |
mesures (en matière d'érosion des sols, de curage des ruisseaux et des | hebben voor het nemen van bepaalde maatregelen (onder meer wat betreft |
fossés, de gestion de l'eau et de pollution de l'environnement | de bodemerosie, het ruimen van beken en grachten, waterbeheersing, |
notamment) (Doc ., Parlement flamand, 2001-2002, no 1148/1, pp. | milieuverontreiniging) (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. |
21-22). | 1148/1, pp. 21-22). |
B.11.3. La circonstance que les terres arables, les vergers et les | B.11.3. De omstandigheid dat akkerland, boomgaarden en |
zones de récréation pèsent du même poids que les bois, les parcs et | recreatieterreinen een zelfde weging genieten als bossen, parken en |
les étendues d'eau n'est pas de nature - contrairement à ce que | wateren, is niet van die aard dat zij - in tegenstelling tot wat de |
soutient la seconde partie requérante - à priver le quatrième critère | tweede verzoekende partij beweert - de vierde maatstaf zijn redelijke |
de justification raisonnable, compte tenu notamment de l'approche | verantwoording kan ontnemen, mede gelet op de algehele benadering, |
globale à laquelle il est fait référence aux B.6.2 et B.6.3. | waarnaar in B.6.2 en B.6.3 is verwezen. |
En ce qui concerne le cinquième critère | Wat de vijfde maatstaf betreft |
B.12.1. Le cinquième critère - coefficient de pondération de 15 p.c. - | B.12.1. De vijfde maatstaf - wegingscoëfficiënt van 15 pct. - heeft |
concerne les « critères sociaux » concrétisés par cinq sous-critères | betrekking op « sociale maatstaven » die in vijf criteria worden |
(article 6, § 1er, 5o). | geconcretiseerd (artikel 6, § 1, 5o). |
Etant donné que les parties requérantes ne contestent que le quatrième | |
de ces sous-critères - « nombre d'occupants d'appartements locatifs | Nu de verzoekende partijen enkel het vierde criterium - aantal |
sociaux » (coefficient de pondération de 3 p.c.) -, la Cour limite son | bewoners van sociale huurappartementen (wegingscoëfficiënt van 3 pct;) |
examen à ce sous-critère. | - bekritiseren, beperkt het Hof zijn onderzoek daartoe. |
B.12.2. Selon les parties requérantes, on ne saurait justifier que le | B.12.2. Volgens de verzoekende partijen zou geen verantwoording |
législateur décrétal ne prenne en compte comme critère de distinction | voorhanden zijn waarom de decreetgever enkel het aantal bewoners van |
que le nombre d'habitants d'appartements locatifs sociaux et non le | sociale huurappartementen, doch niet van het geheel van sociale |
nombre d'habitants des logements sociaux dans leur ensemble. | woningen, als onderscheidingscriterium in aanmerking neemt. |
B.12.3. Les travaux préparatoires mentionnent à cet égard : | B.12.3. De parlementaire voorbereiding vermeldt in dat verband : |
« Les quartiers comportant de nombreux appartements locatifs sociaux | « Wijken met veel sociale huurappartementen kenmerken zich door een |
se caractérisent par un retard social des habitants. Bien que cette | sociale achterstand bij de bewoners. Alhoewel deze woningvorm over het |
forme d'habitat soit répartie sur l'ensemble du territoire, il en | |
existe d'importantes concentrations dans les villes, au point de | hele grondgebied verspreid is, zijn er belangrijke concentraties in de |
constituer des quartiers entiers. Il n'est pas besoin d'expliquer que | steden waardoor hele buurten gevormd worden. Het hoeft weinig |
c'est précisément là que les efforts doivent être les plus importants | toelichting dat juist daar de inspanningen het grootst moeten zijn om |
pour améliorer la qualité du milieu de vie. » (Doc ., Parlement | de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. » (Parl. St., Vlaams |
flamand, 2001-2002, no 1148/1, pp. 22 et 31) | Parlement, 2001-2002, nr. 1148/1, pp. 22 en 31) |
« On a choisi de ne pas retenir toutes les habitations sociales parce | « Men heeft er voor gekozen om niet alle sociale woningen te |
que l'on voulait opérer une distinction entre le contexte urbain et le | weerhouden omdat men een verschil wilde maken tussen een stedelijke en |
contexte rural. Prendre en compte toutes les habitations sociales | een plattelandscontext. Het opnemen van alle sociale huurwoningen zou |
aurait seulement eu un effet de nivellement et aurait dès lors été | enkel nivellerend werken en bijgevolg overbodig zijn. » (Parl. St., |
superflu. » (Doc., Parlement flamand, 2001-2002, no 1148/5, p. 12) | Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. 1148/5, p. 12) |
Un amendement qui visait à prendre également en compte les habitations | Een amendement dat ertoe strekte ook de sociale huurwoningen als |
sociales comme critère a été rejeté (Doc ., Parlement flamand, | criterium op te nemen werd verworpen (Parl. St., Vlaams Parlement, |
2001-2002, no 1148/3, p. 3; ibid., no 1148/5, pp. 31-32; ibid., no | 2001-2002, nr. 1148/3, p. 3; ibid., nr. 1148/5, pp. 31-32; ibid., nr. |
1148/6, p. 3). Le ministre a déclaré à cet égard que les appartements | 1148/6, p. 3). De minister verklaarde in dat verband dat de sociale |
locatifs sociaux figurent dans les critères de répartition par suite | huurappartementen in de verdelingscriteria zijn opgenomen ten gevolge |
de l'intégration du Fonds d'impulsion sociale dans le Fonds des | van de integratie van het Sociaal Impulsfonds in het Gemeentefonds en |
communes et que le but est de tenir davantage compte de l'ensemble des | dat het de bedoeling is om de sociale problematiek sterker aan bod te |
problèmes sociaux dans la répartition du Fonds des communes (Doc., | laten komen bij de verdeling van het Gemeentefonds (Parl. St., Vlaams |
Parlement flamand, 2001-2002, no 1148/5, p. 31). B.12.4. Il ressort de ceci que ce n'est pas sans justification raisonnable que le législateur décrétal n'a tenu compte, à titre de critère, que du nombre d'habitants des appartements locatifs sociaux, et non de celui de l'ensemble des logements sociaux. B.13. Les critères et sous-critères litigieux, figurant à l'article 6, § 1er, du décret du 5 juillet 2002, ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. Il s'ensuit que le paragraphe 2 de l'article 6 précité résiste également au contrôle de constitutionnalité, puisqu'il se limite à définir les « nombres de base » utilisés pour les critères mentionnés au paragraphe 1er. Par ces motifs, la Cour rejette les recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 4 février 2004. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, | Parlement, 2001-2002, nr. 1148/5, p. 31). B.12.4. Uit die elementen blijkt dat de decreetgever niet zonder redelijke verantwoording enkel het criterium van het aantal bewoners van sociale huurappartementen, en niet van het geheel van de sociale woningen, in aanmerking heeft genomen. B.13. De bestreden maatstaven en criteria, opgenomen in de eerste paragraaf van artikel 6 van het decreet van 5 juli 2002, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Daaruit volgt dat ook de tweede paragraaf van het voormelde artikel 6 de grondwettigheidstoets kan doorstaan, nu die paragraaf ertoe is beperkt de « basisgetallen » voor de maatstaven, vermeld in de eerste paragraaf, te omschrijven. Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 4 februari 2004. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |