← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 147/2003 du 19 novembre 2003 Numéro du rôle : 2611 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 55, § 1 er , 1°, du Code w(...)"
Extrait de l'arrêt n° 147/2003 du 19 novembre 2003 Numéro du rôle : 2611 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 55, § 1 er , 1°, du Code w(...) | Uittreksel uit arrest nr. 147/2003 van 19 november 2003 Rolnummer 2611 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 55, § 1, 1°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, zoals van kracht vóór 1 m Het Arbitragehof, samengesteld uit rechter L. François, waarnemend voorzitter, en voorzitter A.(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 147/2003 du 19 novembre 2003 | Uittreksel uit arrest nr. 147/2003 van 19 november 2003 |
Numéro du rôle : 2611 | Rolnummer 2611 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 55, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 55, § 1, 1°, van |
1°, du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et | het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, |
du patrimoine, tel qu'il était en vigueur avant le 1er mars 1998, | zoals van kracht vóór 1 maart 1998, gesteld door de Raad van State. |
posée par le Conseil d'Etat. | |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée du juge L. François, faisant fonction de président, et du | samengesteld uit rechter L. François, waarnemend voorzitter, en |
président A. Arts, et des juges R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, | voorzitter A. Arts, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. |
J.-P. Snappe et E. Derycke, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, bijgestaan door de griffier |
présidée par le juge L. François, | P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter L. François, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt n° 114.361 du 9 janvier 2003 en cause de H. Grégoire et A. | Bij arrest nr. 114.361 van 9 januari 2003 in zake H. Grégoire en A. |
Rowart contre la Région wallonne et autres, dont l'expédition est | Rowart tegen het Waalse Gewest en anderen, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 23 janvier 2003, le | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 januari 2003, heeft de |
Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« En ce qu'il ne soumet pas à enquête publique la demande de permis de | « Schendt artikel 55, § 1, 1°, van het Waalse Wetboek van ruimtelijke |
bâtir qui implique l'ouverture de voirie, alors que semblable enquête | ordening, stedebouw en patrimonium, zoals het van kracht was vóór 1 |
est requise préalablement à l'instruction de la demande de permis de | maart 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de |
lotir ayant une telle implication, l'article 55, § 1er, 1°, du Code | bouwaanvraag die voorziet in de aanleg van wegen niet onderwerpt aan |
wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du | een openbaar onderzoek, terwijl een soortgelijk onderzoek wel vooraf |
patrimoine, tel qu'il était en vigueur avant le 1er mars 1998, | vereist is voor de behandeling van de verkavelingsaanvragen die in de |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? » | aanleg van wegen voorzien ? » |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à l'interprétation de la disposition en cause | Ten aanzien van de interpretatie van de in het geding zijnde bepaling |
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 55 du Code wallon | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 55 van het |
de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine, tel | Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, |
qu'il était en vigueur avant le 1er mars 1998 - en abrégé, ci-après, | zoals het van kracht was vóór 1 maart 1998 - hierna afgekort het |
le CWATUP ancien. | vroegere W.W.R.O.S.P. |
Cette disposition, dont seul le premier paragraphe, 1°, est en cause, | Die bepaling, waarvan enkel de eerste paragraaf, 1°, in het geding is, |
énonçait : | stelde : |
« Art. 55.§ 1er. Lorsqu'une demande de permis de lotir implique |
« Art. 55.§ 1. Indien een verkavelingsaanvraag de aanleg van nieuwe |
l'ouverture de nouvelles voies de communication, la modification du | |
tracé de voies de communication communales existantes, l'élargissement | verkeerswegen, de tracéwijziging, verbreding op [lees : of] opheffing |
ou la suppression de celles-ci et que le collège des bourgmestre et | van bestaande gemeentelijke verkeerswegen omvat en het college van |
échevins constate que le permis peut être accordé en ce qui le | burgemeester en schepenen bevindt dat de vergunning zijnentwege kan |
concerne, l'instruction de la demande est soumise aux formalités | worden verleend, gelden voor de behandeling van de aanvraag de |
complémentaires ci-après : | volgende bijkomende formaliteiten : |
1° le collège des bourgmestre et échevins soumet la demande à une | 1° het college van burgemeester en schepenen onderwerpt de aanvraag |
enquête publique dont les frais sont à charge du demandeur; l'exécutif | aan een openbaar onderzoek, waarvan de kosten ten laste van de |
détermine les modalités de cette enquête; | aanvrager komen. De Executieve bepaalt de wijze waarop dit onderzoek |
2° le conseil communal délibère sur les questions de voirie avant que | plaatsheeft; 2° de gemeenteraad neemt een besluit over de zaak van de wegen |
le collège des bourgmestre et échevins statue sur la demande de | alvorens het college van burgemeester en schepenen over de |
permis; cette délibération n'est pas soumise aux dispositions de | vergunningsaanvraag beslist. Dat raadsbesluit is niet onderworpen aan |
l'article 76, 7°, de la loi communale. | de bepalingen van artikel 76, 7°, der gemeentewet. |
§ 2. En cas de recours, les délais de soixante jours visés à l'article | § 2. In geval van beroep worden de in artikel 52, § 1, derde lid, en § |
52, § 1er, alinéa 2, et § 2, alinéa 4, sont doublés. | 2, vierde lid, bedoelde termijnen van zestig dagen verdubbeld. |
Lorsque le conseil communal n'a pas été appelé à se prononcer sur la | Heeft de gemeenteraad over de zaak van de wegen geen beslissing moeten |
question de voirie ou qu'il s'est abstenu de se prononcer sur la | nemen of zich van beslissing over de zaak van de wegen onthouden en is |
question de voirie et qu'un recours a été introduit, le conseil | beroep ingesteld, dan roept de Gouverneur van de provincie de |
communal est convoqué par le gouverneur de la province à l'invitation | gemeenteraad samen op verzoek van de bestendige deputatie of van de |
de la députation permanente ou de l'exécutif, selon le cas. Il doit | Executieve, al naar het geval. De raad moet dan over de zaak van de |
alors se prononcer sur la question de voirie et communiquer sa | wegen een besluit nemen en dit mededelen binnen een termijn van |
décision dans un délai de nonante jours à dater de la convocation du | negentig dagen te rekenen vanaf de samenroeping door de Gouverneur; zo |
gouverneur; s'il y a lieu, le collège des bourgmestre et échevins | nodig houdt het college van burgemeester en schepenen het in § 1, 1°, |
bedoelde openbaar onderzoek. | |
procède à l'enquête publique visée au § 1er, 1°. | In dat geval wordt de termijn van honderdtwintig dagen die aan de |
Dans ce cas, le délai de cent vingt jours imparti à la députation | bestendige deputatie of de Executieve voor de mededeling van hun |
permanente ou à l'exécutif pour communiquer sa décision sur recours | beschikking op het beroep is voorgeschreven, verlengd met de tijd die |
est prorogé du délai réellement utilisé par le conseil communal pour | de gemeenteraad werkelijk heeft gebruikt om zijn besluit over de zaak |
communiquer sa décision sur la question de voirie. | van de wegen mede te delen. |
§ 3. Nul ne peut volontairement exposer en vente ou vendre, exposer en location ou louer pour plus de neuf ans un lot faisant partie d'un tel lotissement ou d'une phase de celui-ci, avant que le titulaire du permis ait, soit exécuté les travaux et charges imposés, soit fourni les garanties financières nécessaires à leur exécution. L'accomplissement de cette formalité est constaté dans un certificat délivré par le collège des bourgmestre et échevins et notifié au lotisseur par lettre recommandée à la poste. Le collège transmet copie de ce certificat au fonctionnaire délégué. Hors le cas où l'équipement a été réalisé par les autorités publiques, | § 3. Niemand mag een in een dergelijke verkaveling of verkavelingsfase begrepen perceel vrijwillig te koop zetten of verkopen, voor meer dan negen jaar te huur zetten of verhuren, dan nadat de houder van de vergunning de voorgeschreven werken en lasten heeft uitgevoerd, of de nodige financiële waarborgen voor de uitvoering ervan heeft verschaft. De vervulling van deze formaliteit wordt geconstateerd door een bewijs dat door het college van burgemeester en schepenen afgegeven en bij ter post aangetekende brief aan de verkavelaar medegedeeld wordt. Het college zend aan de gemachtigde ambtenaar een afschrift van dat bewijs. Behalve wanneer de uitrusting door de overheid is uitgevoerd, blijft |
le titulaire du permis de lotir demeure solidairement responsable | de houder van de verkavelingsvergunning met de aannemer en de |
pendant dix ans avec l'entrepreneur et l'architecte de l'équipement du | architect tien jaar lang voor de uitrusting van de verkaveling |
lotissement à l'égard de la Région wallonne, de la province, de la | hoofdelijk aansprakelijk tegenover het Waalse Gewest, de provincie, de |
commune et des acquéreurs de lots, et ce dans les limites déterminées | gemeente en de kopers van de percelen, binnen de in de artikelen 1792 |
par les articles 1792 et 2270 du Code civil. | en 2270 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde perken. |
§ 4. Le permis concernant de tels lotissements est périmé lorsque le | § 4. De vergunning betreffende dergelijke verkavelingen vervalt indien |
titulaire du permis n'a pas exécuté les travaux et les charges imposés | de vergunninghouder de voorgeschreven werken en lasten binnen vijf |
ou fourni les garanties financières exigées dans les cinq ans de sa | jaar na de afgifte van de vergunning niet heeft uitgevoerd of de |
délivrance. | vereiste financiële waarborgen niet heeft verschaft. |
§ 5. Lorsque la réalisation du lotissement est permise par phases, le | § 5. Indien de verkaveling in fasen mag worden uitgevoerd, bepaalt de |
permis détermine le point de départ du délai de péremption de cinq ans | vergunning het tijdstip waarop de vijfjarige vervaltermijn ingaat voor |
pour chaque phase autre que la première. » | elke fase buiten de eerste. » |
B.2.1. Le requérant devant le juge a quo invite la Cour, à titre | B.2.1. De verzoekende partij voor de verwijzende rechter verzoekt het |
principal, à interpréter l'article 55, § 1er, du CWATUP ancien comme | Hof, in hoofdorde, artikel 55, § 1, van het vroegere W.W.R.O.S.P. in |
s'appliquant également aux demandes de permis de bâtir qui impliquent | die zin te interpreteren dat het eveneens van toepassing is op de |
l'ouverture de voiries. | bouwaanvragen die voorzien in de aanleg van wegen. |
Dès lors que l'article 55 imposait, selon cette partie, une enquête | Aangezien artikel 55, volgens die partij, de verplichting van een |
openbaar onderzoek oplegde zowel voor de verkavelingsvergunningen als | |
publique tant aux permis de lotir qu'aux permis de bâtir qui ont une | voor de bouwvergunningen die een weerslag hebben op het vlak van de |
incidence sur le plan de la voirie, cette disposition, ainsi | verkeerswegen, zou die bepaling, aldus geïnterpreteerd, de artikelen |
interprétée, ne violerait pas les articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet niet schenden. |
Constitution. | |
B.2.2. Dans sa formulation antérieure à sa modification par le décret | B.2.2. In de formulering die voorafging aan de wijzing ervan bij het |
du 27 novembre 1997, le CWATUP ancien, en son article 55, prévoyait | decreet van 27 november 1997, voorzag artikel 55 van het vroegere |
une enquête publique pour les demandes de permis de lotir qui | W.W.R.O.S.P. in een openbaar onderzoek voor de verkavelingsaanvragen |
impliquaient « l'ouverture de nouvelles voies de communication, la | die « de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de tracéwijziging, |
modification du tracé de voies de communications communales | verbreding op [lees : of] opheffing van bestaande gemeentelijke |
existantes, l'élargissement ou la suppression de celles-ci ». | verkeerswegen omvat[ten] ». |
Cette disposition limitait, de façon expresse, cette exigence aux | Die bepaling beperkte uitdrukkelijk die vereiste tot de enkele |
seuls permis de lotir; elle figurait d'ailleurs dans le titre 3 du | verkavelingsvergunningen; zij stond overigens in titel 3 van boek I |
livre Ier dudit Code, titre consacré exclusivement au permis de lotir. | van het genoemde Wetboek, een titel die uitsluitend aan de verkavelingsvergunning is gewijd. |
La Cour observe de surcroît que, en son paragraphe 1er, l'article 55 | Het Hof merkt bovendien op dat paragraaf 1 van artikel 55 een |
reproduisait de façon littérale l'article 57bis, § 1er, de la loi du | letterlijke weergave was van artikel 57bis, § 1, van de wet van 29 |
29 mars 1962 organique de l'aménagement du territoire et de | maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de |
l'urbanisme, article inséré dans cette loi par l'article 15 de la loi | stedebouw, een artikel dat in die wet is ingevoegd bij artikel 15 van |
du 22 décembre 1970. Les travaux parlementaires consacrés à cette | de wet van 22 december 1970. In de parlementaire voorbereiding in |
modification législative la justifient comme suit : | verband met die wetswijziging wordt die verantwoord als volgt : |
« Au Parlement et dans certaines sphères communales, des suggestions | « In het Parlement en in gemeentelijke kringen zijn suggesties voor |
ont été faites en vue de donner une publicité plus grande aux | het geven van een grotere openbaarheid aan de belangrijke |
lotissements importants. | verkavelingen gemaakt. |
Le Gouvernement estime qu'une enquête publique doit être requise | De Regering meent dat een openbaar onderzoek moet worden geëist |
lorsqu'un lotissement prévoit l'ouverture, la modification ou la | wanneer een verkaveling de aanleg, de wijziging of de opheffing van |
suppression de voies de communication, opérations qui font l'objet en | verkeerswegen omvat, voor welke zaken in het gemeen recht van een |
droit commun d'un plan d'alignement soumis à l'enquête publique. Cette | rooiplan insgelijks een openbaar onderzoek plaats heeft. Aangezien dit |
enquête étant faite en faveur d'un intérêt privé, il est équitable que | onderzoek ten bate van een particulier belang gebeurt, is het niet |
les frais qui en résultent soient récupérés par la commune à charge du | meer dan billijk dat de gemeente de daaruit voortvloeiende kosten op |
lotisseur. » (Doc. parl., Sénat, 1968-1969, n° 559, 2 octobre 1969, p. | de verkavelaar verhaalt. » (Parl. St., Senaat, 1968-1969, nr. 559, 2 |
39) | oktober 1969, p. 39) |
B.2.3. Outre le fait que la Cour doit examiner, en principe, la | B.2.3. Naast het feit dat het Hof in beginsel de voorgelegde bepaling |
disposition qui lui est soumise dans l'interprétation du juge a quo, | dient te onderzoeken in de interpretatie van de verwijzende rechter, |
la Cour constate que, comme il ressort des éléments exposés en B.2.2, | stelt het Hof vast dat, zoals blijkt uit de in B.2.2 uiteengezette |
l'interprétation différente suggérée par le requérant devant le juge a | elementen, de door de verzoeker voor de verwijzende rechter |
quo ne trouve appui ni dans les termes de l'article 55 en cause, ni | gesuggereerde afwijkende interpretatie geen steun vindt in de |
bewoordingen van het in het geding zijnde artikel 55, noch in het | |
dans l'objet du titre dont cette disposition fait partie, ni davantage | onderwerp van de titel waarvan die bepaling deel uitmaakt, noch in de |
dans le texte et les travaux préparatoires de la disposition fédérale | tekst en de parlementaire voorbereiding van de federale bepaling |
que cet article 55 reproduit. Il n'y a donc pas lieu d'examiner cette autre interprétation. En ce qui concerne la recevabilité Quant à l'exception soulevée par le requérant devant le juge a quo B.3.1. Dans son mémoire en réponse, cette partie conteste la recevabilité de l'intervention de la commune d'Orp-Jauche, au motif que le juge a quo, dans l'arrêt interrogeant à titre préjudiciel la Cour, a lui-même rejeté la demande d'intervention, formée par cette même commune, dans la procédure au fond. | waarvan dat artikel 55 een weergave is. Die andere interpretatie dient dus niet te worden onderzocht. Wat betreft de ontvankelijkheid Ten aanzien van de door de verzoeker voor de verwijzende rechter opgeworpen exceptie B.3.1. In haar memorie van antwoord betwist die partij de ontvankelijkheid van het optreden van de gemeente Orp-Jauche, om reden dat de verwijzende rechter, in het arrest waarbij aan het Hof de prejudiciële vraag wordt gesteld, zelf het door diezelfde gemeente geformuleerde verzoek om tussenkomst in de rechtspleging ten gronde heeft verworpen. |
B.3.2. L'article 87, § 1er, de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage | B.3.2. Artikel 87, § 1, van de bijzondere wet op het Arbitragehof |
dispose que lorsque la Cour statue, à titre préjudiciel, sur les | bepaalt dat wanneer het Arbitragehof, bij wijze van prejudiciële |
questions visées à l'article 26, toute personne justifiant d'un | beslissing, uitspraak doet op vragen als bedoeld in artikel 26, ieder |
intérêt dans la cause soumise à la juridiction qui ordonne le renvoi | die van een belang doet blijken in de zaak voor de rechter die de |
peut adresser un mémoire à la Cour dans les trente jours de la | verwijzing gelast, een memorie aan het Hof kan richten binnen dertig |
publication prescrite par l'article 74 et est, de ce fait, réputée | dagen na de bekendmaking voorgeschreven in artikel 74 en hij daardoor |
partie au litige. | geacht wordt partij in het geding te zijn. |
B.3.3. Dès lors que le mémoire déposé par la commune d'Orp-Jauche est | B.3.3. Aangezien de door de gemeente Orp-Jauche ingediende memorie |
recevable, notamment ratione temporis, sur la base de l'article 87 de | ontvankelijk is, met name ratione temporis, op grond van artikel 87 |
la loi spéciale du 6 janvier 1989 - et qu'elle est devenue, en vertu | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 - en zij, op grond van |
de l'article 89 de la même loi, partie au litige devant la Cour -, il | artikel 89 van diezelfde wet, partij in het geding voor het Hof is |
geworden -, dient de ontvankelijkheid van de door die partij | |
n'y a pas lieu d'examiner la recevabilité des mémoires déposés par | ingediende memories niet te worden onderzocht in het licht van de |
cette partie au regard des articles 85 et 89. | artikelen 85 en 89. |
B.3.4. L'exception est rejetée. | B.3.4. De exceptie wordt verworpen. |
Quant à l'exception soulevée par la commune d'Orp-Jauche et | Ten aanzien van de exceptie opgeworpen door de gemeente Orp-Jauche en |
l'association intercommunale coopérative Sedilec (en abrégé Sedilec) | de coöperatieve intercommunale vereniging Sedilec (in het kort Sedilec) |
B.4.1. Selon ces parties, la question préjudicielle n'appellerait pas | B.4.1. Volgens die partijen zou de prejudiciële vraag geen antwoord |
de réponse : dès lors que l'absence d'enquête publique dans l'hypothèse d'un permis de bâtir ne résulte pas de l'article 55, soumis à la Cour, un éventuel constat d'inconstitutionnalité de cette disposition n'aurait pas pour effet d'imposer une telle enquête dans cette hypothèse. B.4.2. Cette exception étant liée à l'interprétation qu'il y a lieu de donner à la disposition en cause, la Cour joint son examen à celui du fond. Quant à la portée de la question préjudicielle B.5. La différence de traitement soumise au contrôle de la Cour | behoeven : aangezien de ontstentenis van openbaar onderzoek in het geval van een bouwvergunning niet voortvloeit uit het aan het Hof voorgelegde artikel 55, zou een mogelijke vaststelling van ongrondwettigheid van die bepaling niet tot gevolg hebben dat een dergelijk onderzoek in dat geval wordt opgelegd. B.4.2. Aangezien die exceptie verbonden is met de interpretatie die aan de in het geding zijnde bepaling moet worden gegeven, verbindt het Hof zijn toetsing aan het onderzoek ten gronde. Wat betreft de draagwijdte van de prejudiciële vraag B.5. Het ter toetsing aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling bestaat, volgens de verwijzende rechter, daarin dat het voormelde |
consiste en ce que, selon le juge a quo, l'article 55 précité ne | artikel 55 de bouwaanvragen die de aanleg van nieuwe verkeerswegen |
soumettait pas à enquête publique les demandes de permis de bâtir | impliceerde niet onderwierp aan het openbaar onderzoek, terwijl het |
impliquant l'ouverture de voiries, alors qu'il prescrivait une telle | een dergelijk onderzoek wel voorschreef voor de verkavelingsaanvragen |
enquête pour les demandes de permis de lotir ayant, en ce qui concerne | die wat het wegennet betreft diezelfde implicatie hadden. |
la voirie, cette même implication. | |
B.6.1. La partie requérante devant le juge a quo, notamment dans son | B.6.1. De verzoekende partij voor de verwijzende rechter spitst, met |
mémoire en réponse, axe l'essentiel de son argumentation sur | name in haar memorie van antwoord, de essentie van haar argumentering |
l'hypothèse des permis de bâtir qualifiés de « collectifs », pour | toe op het geval van de « collectief » genoemde bouwvergunningen, |
conclure au caractère discriminatoire de l'interprétation selon | teneinde te besluiten tot het discriminerende karakter van de |
interpretatie volgens welke het openbaar onderzoek dat is | |
laquelle l'enquête publique prescrite par l'article 55 en cause ne | voorgeschreven in het in het geding zijnde artikel 55, niet van |
s'appliquerait pas aux demandes de permis de bâtir. | toepassing zou zijn op de bouwaanvragen. |
B.6.2. Devant la Cour, les parties ne sont pas autorisées à modifier | B.6.2. De partijen voor het Hof vermogen niet de draagwijdte van de |
ou faire modifier la portée de la question préjudicielle. | prejudiciële vraag te wijzigen of te laten wijzigen. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.7. Il est demandé à la Cour d'apprécier s'il est raisonnablement | B.7. Aan Hof wordt gevraagd te beoordelen of, ten aanzien van het |
justifié, au regard du principe d'égalité, que l'article 55 impose une | gelijkheidsbeginsel, het redelijkerwijze verantwoord is dat artikel 55 |
enquête publique pour les demandes de permis de lotir et ne le fasse | een openbaar onderzoek oplegt voor de verkavelingsaanvragen en dat |
pas pour les demandes de permis de bâtir, alors même que l'un comme | niet doet voor de bouwaanvragen, terwijl die beide vergunningen een |
l'autre de ces permis aurait une incidence sur la voirie. | weerslag op het wegennet zouden hebben. |
B.8.1. Le permis de lotir n'est pas seulement créateur de droits et | B.8.1. De verkavelingsvergunning roept niet alleen rechten en |
d'obligations pour les acquéreurs des biens lotis : à la différence du | verplichtingen in het leven voor de kopers van verkavelde goederen : |
permis de bâtir, il revêt en outre un caractère réglementaire. Il a de | zij heeft ook, anders dan de bouwvergunning, een verordenend karakter. |
De verkavelingsvergunning heeft in dat opzicht een waarde die | |
ce point de vue une valeur équivalente à celle d'un plan particulier | vergelijkbaar is met die van een bijzonder plan van aanleg doordat |
d'aménagement en ce qu'il a pour fonction non seulement de protéger | haar functie niet alleen erin bestaat de kopers en de gemeenten te |
les acquéreurs et les communes, mais aussi de sauvegarder l'intérêt | beschermen, maar ook het algemeen belang te vrijwaren door een goede |
général par un bon aménagement du territoire. C'est d'ailleurs, | ruimtelijke ordening. De finaliteit van een openbaar onderzoek is |
précisément, la finalité d'une enquête publique que de s'assurer que | overigens precies zich ervan te vergewissen dat de goede ruimtelijke |
le bon aménagement du territoire n'est pas affecté par un projet | ordening niet wordt aangetast door een stedenbouwkundig project, |
urbanistique, seules des observations en rapport avec cette finalité | waarbij enkel overwegingen in verband met die finaliteit in aanmerking |
pouvant être prises en considération. | kunnen worden genomen. |
Par ailleurs, comme l'indiquent les travaux préparatoires cités en | Zoals in de in B.2.2 geciteerde parlementaire voorbereiding wordt |
B.2.2, ceux des permis de lotir visés par l'article 55, § 1er, en | aangegeven, vertonen de in het betwiste artikel 55, § 1, bedoelde |
cause - à savoir ceux qui ont une incidence en matière de voiries - | verkavelingsvergunningen - namelijk diegene die een weerslag hebben op |
présentent une analogie, notamment quant à leur nature réglementaire, | het gebied van het wegennet - bovendien een analogie, met name wat |
avec les plans d'alignement, pour lesquels une enquête publique était | betreft hun verordenend karakter, met de rooiplannen, waarvoor |
également prescrite. | eveneens een openbaar onderzoek voorgeschreven was. |
B.8.2. En considération de ces éléments, le principe d'égalité | B.8.2. Rekening houdend met die elementen, legde het |
n'imposait pas au législateur de prévoir, de même qu'il l'avait fait | gelijkheidsbeginsel aan de wetgever niet de verplichting op om, zoals |
pour les permis de lotir impliquant une ouverture de voiries, une | hij dat deed voor de verkavelingsvergunningen die voorzien in de |
aanleg van wegen, een openbaar onderzoek voor te schrijven voor de | |
enquête publique pour les permis de bâtir ayant la même implication. | bouwvergunningen die voorzien in de aanleg van wegen. |
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
En ce qu'il ne soumet pas à enquête publique la demande de permis de | In zoverre artikel 55, § 1, 1°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
bâtir qui implique l'ouverture de voiries, l'article 55, § 1er, 1°, du | Ordening, Stedebouw en Patrimonium, zoals het van kracht was vóór 1 |
Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du | maart 1998, de bouwaanvraag die voorziet in de aanleg van wegen niet |
patrimoine, tel qu'il était en vigueur avant le 1er mars 1998, ne | onderwerpt aan een openbaar onderzoek, schendt het de artikelen 10 en |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 novembre 2003. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 november 2003. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président f.f., | De wnd. voorzitter, |
L. François. | L. François. |