← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 120/2003 du 24 septembre 2003 Numéro du rôle : 2446 En cause
: les questions préjudicielles relatives aux articles 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus
1992 et à l'article 603, 1°, du Code judiciaire, posées p La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, R(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 120/2003 du 24 septembre 2003 Numéro du rôle : 2446 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 et à l'article 603, 1°, du Code judiciaire, posées p La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, R(...) | Uittreksel uit arrest nr. 120/2003 van 24 september 2003 Rolnummer 2446 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en artikel 603, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 120/2003 du 24 septembre 2003 | Uittreksel uit arrest nr. 120/2003 van 24 september 2003 |
| Numéro du rôle : 2446 | Rolnummer 2446 |
| En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 377 à | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 377 tot 385 |
| 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 et à l'article 603, 1°, du | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en artikel 603, 1°, |
| Code judiciaire, posées par la Cour de cassation. | van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| François, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Moerman, | L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, |
| assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Par arrêt du 10 mai 2002 en cause de Y. Bausier contre l'Etat belge, | Bij arrest van 10 mei 2002 in zake Y. Bausier tegen de Belgische |
| Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | |
| dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 17 | ingekomen op 17 mei 2002, heeft het Hof van Cassatie de volgende |
| mai 2002, la Cour de cassation a posé les questions préjudicielles suivantes : « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en matière d'impôts sur les revenus par application des articles 366 à 375 du Code des impôts sur les revenus 1992 agit en tant qu'autorité administrative, 1. les articles 377, alinéa 2, 378, alinéa 2, et 381 du Code des impôts sur les revenus 1992 violent-ils les articles 10 et 11 de la | prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schenden de artikelen 377, tweede lid, 378, tweede lid, en 381 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer de gewestelijke directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar die, met toepassing van de artikelen 366 tot 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, uitspraak doet over een bezwaar inzake inkomstenbelastingen, als |
| Constitution du fait : | een administratieve overheid optreedt, |
| a) qu'ils privent les contribuables à l'impôt sur les revenus du droit | a) daar ze de belastingplichtigen in de inkomstenbelastingen het recht |
| de soumettre entièrement une contestation relative à l'impôt sur les | ontzeggen om een geschil betreffende een aanslag in de |
| inkomstenbelastingen in zijn geheel voor te leggen aan een gerecht in | |
| revenus à une juridiction au sens des articles 144 à 146 de la | de zin van de artikelen 144 tot 146 van de Grondwet; |
| Constitution; b) qu'ils ne font pas obstacle à ce qu'un grief déduit de la | b) daar ze zich niet ertegen verzetten dat een bezwaar dat berust op |
| forclusion, de la violation de l'autorité de la chose jugée ou de la | het verval, de miskenning van het gezag van gewijsde of de |
| contrariété du droit interne avec une disposition du droit | strijdigheid van het nationaal recht met een bepaling van |
| communautaire soit invoqué en tout état de cause pour la première fois | gemeenschapsrecht, dat steeds voor het eerst voor het hof van beroep |
| devant la Cour d'appel, alors que (i) ils interdisent d'invoquer pour | mag worden aangevoerd, terwijl (i) ze verbieden dat buiten de in de |
| la première fois devant la Cour d'appel, au-delà du délai fixé par les | |
| articles 378, alinéa 2, et 381 du Code des impôts sur les revenus | artikelen 378, tweede lid, en 381 van het Wetboek van de |
| inkomstenbelastingen 1992 bepaalde termijn, voor het eerst voor het | |
| hof van beroep bezwaren worden aangevoerd die berusten op de schending | |
| 1992, des griefs tirés de la violation de la loi ou des formes de | van de wet of van de op straffe van nietigheid voorgeschreven |
| procédure prescrites à peine de nullité et que (ii) ils interdisent | procedurevormen en (ii) ze verbieden dat voor het eerst voor het hof |
| d'invoquer pour la première fois devant la Cour d'appel tout autre | van beroep enig ander bezwaar wordt aangevoerd dat berust op feiten |
| grief fondé sur des faits qui n'ont pas été invoqués dans la | die noch in het bezwaarschrift, noch ambtshalve door de directeur zijn |
| réclamation ou d'office par le directeur ? | aangevoerd ? |
| 2. les articles 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 et 603, 1o, du Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en raison du fait que ces dispositions privent le contribuable à l'impôt des personnes physiques du double degré de juridiction de plein exercice dont bénéficient tant les redevables d'impôts d'une importance économique analogue que les justiciables faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, quant aux conséquences patrimoniales de ceux-ci ? » | 2. Schenden de artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer de gewestelijke directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar die, met toepassing van de artikelen 366 tot 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, uitspraak doet over een bezwaar inzake inkomstenbelastingen, als een administratieve overheid optreedt, daar die bepalingen de belastingplichtige in de inkomstenbelastingen het voordeel van een dubbele aanleg van rechtspraak ontzeggen, dat toekomt zowel aan degenen die belastingen van een gelijkwaardig economisch belang verschuldigd zijn, als aan de rechtzoekenden waarvan het vermogen door andere bestuurlijke handelingen getroffen wordt ? » |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Il ressort de la structure et de la formulation de la décision de | B.1. Uit de structuur en de formulering van de verwijzingsbeslissing |
| renvoi que la Cour est saisie d'une double question préjudicielle : la | volgt dat aan het Hof een dubbele prejudiciële vraag wordt voorgelegd |
| première partie de la question porte sur la compatibilité avec les | : het eerste deel van de vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid |
| articles 10 et 11 de la Constitution de la procédure fiscale prévue à | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de fiscale procedure |
| titre transitoire par la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux | waarin bij wijze van overgang is voorzien bij de wet van 15 maart 1999 |
| en matière fiscale et par la loi du 23 mars 1999 relative à | betreffende de beslechting van fiscale geschillen en bij de wet van 23 |
| l'organisation judiciaire en matière fiscale, en ce que cette | maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, in |
| procédure concerne les griefs qui peuvent être soumis à la cour | zoverre die procedure betrekking heeft op de bezwaren die aan het hof |
| d'appel; la seconde partie de la question concerne l'absence, dans le | van beroep kunnen worden voorgelegd; het tweede deel van de vraag |
| même contentieux, d'un double degré de juridiction. | betreft, in hetzelfde contentieux, het ontbreken van rechtspraak in |
| En ce qui concerne la première question | twee instanties. Wat de eerste vraag betreft |
| B.2. Les articles 377, 378 et 381 du Code des impôts sur les revenus | B.2. De artikelen 377, 378 en 381 van het Wetboek van de |
| 1992 (C.I.R. 1992), tels qu'ils étaient en vigueur avant l'entrée en | inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992), zoals zij van kracht waren |
| vigueur des lois du 15 mars 1999 et du 23 mars 1999 précitées, et tels | vóór de inwerkingtreding van de voormelde wetten van 15 en 23 maart |
| qu'ils demeurent applicables aux litiges pendants conformément au | 1999, en zoals zij van toepassing blijven op de hangende gedingen |
| régime transitoire prévu par ces lois, disposent : | overeenkomstig de overgangsregeling vervat in die wetten, bepalen : |
| « Art. 377.Les décisions des directeurs des contributions et des |
« Art. 377.Van de beslissingen van de directeurs der belastingen en |
| fonctionnaires délégués prises en vertu des articles 366, 367 et 376, peuvent être l'objet d'un recours devant la Cour d'appel dans le ressort de laquelle est situé le bureau où la perception a été ou doit être faite. Le requérant peut soumettre à la Cour d'appel des griefs qui n'ont été ni formulés dans la réclamation, ni examinés d'office par le directeur ou par le fonctionnaire délégué par lui, pour autant qu'ils invoquent une contravention à la loi ou une violation des formes de procédure prescrites à peine de nullité. Art. 378.Le recours est formé par requête, faite en personne ou par avocat, déposée au greffe de la Cour d'appel et signifiée par exploit d'huissier de justice au directeur des contributions visé à l'article 366. |
van de gedelegeerde ambtenaren, getroffen krachtens de artikelen 366, 367 en 376, kan men een voorziening indienen bij het Hof van beroep van het gebied waarin het kantoor gelegen is waar de belasting is of moet worden geïnd. De eiser mag aan het Hof van beroep bezwaren onderwerpen die noch in het bezwaarschrift werden geformuleerd, noch ambtshalve door de directeur of door de door hem gedelegeerde ambtenaar werden onderzocht, voor zover zij een overtreding van de wet of een schending van de op straf van nietigheid voorgeschreven procedurevormen aanvoeren. Art. 378.De voorziening wordt ingesteld bij een in persoon of door een advocaat opgemaakt verzoekschrift dat ter griffie van het Hof van beroep wordt afgegeven en bij gerechtsdeurwaardersexploot wordt betekend aan de directeur der belastingen bedoeld in artikel 366. |
| Les griefs nouveaux visés à l'article 377 peuvent être formulés soit | De in artikel 377 bedoelde nieuwe bezwaren mogen worden geformuleerd |
| dans le recours, soit dans un écrit remis au greffe de la cour d'appel | of wel in de voorziening, of wel in een geschrift dat aan de griffie |
| et ce sous peine de déchéance dans le délai prévu à l'article 381. » | van het Hof van beroep wordt afgegeven en dit op straf van verval binnen de termijn gesteld in artikel 381. » |
| « Art. 381.Le requérant qui veut faire emploi de pièces nouvelles est |
« Art. 381.De eiser die gebruik wil maken van nieuwe stukken, is |
| tenu de les déposer au greffe de la Cour dans les soixante jours du | gehouden deze neer te leggen ter griffie van het Hof, binnen zestig |
| dépôt par le directeur des contributions, de l'expédition et des | dagen na neerlegging van de uitgifte en van de stukken, bedoeld in |
| pièces visées à l'article 380. » | artikel 380, door de directeur der belastingen. » |
| B.3. La Cour de cassation interroge la Cour sur la compatibilité de | B.3. Het Hof van Cassatie ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid |
| ces dispositions avec les articles 10 et 11 de la Constitution en tant | van die bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat |
| qu'elles ne permettent au justiciable d'invoquer devant la cour | zij bepalen dat de rechtsonderhorige voor het hof van beroep alleen |
| d'appel un grief nouveau au sens de ces articles que dans les | een nieuw bezwaar in de zin van die artikelen mag aanvoeren wanneer |
| conditions restrictives qu'ils prévoient, le privant ainsi du droit de | hij de daarin bepaalde beperkende voorwaarden in acht neemt, waardoor |
| soumettre l'ensemble du litige à une juridiction au sens des articles | hem het recht wordt ontzegd het geschil in zijn geheel voor te leggen |
| 144 à 146 de la Constitution. Les contribuables, à l'encontre des | aan een rechtsinstantie in de zin van de artikelen 144 tot 146 van de |
| autres justiciables, ne peuvent par ailleurs articuler des nouveaux | Grondwet. In tegenstelling tot de andere rechtzoekenden kunnen de |
| griefs que pendant une période limitée, sauf en ce qui concerne ceux | belastingplichtigen overigens alleen gedurende een beperkte periode |
| tirés de la forclusion, de l'autorité de la chose jugée ou de la | nieuwe bezwaren formuleren, met uitzondering van de bezwaren afgeleid |
| uit rechtsverval, uit het gezag van gewijsde of uit de strijdigheid | |
| contrariété du droit interne au droit communautaire. | van het interne recht met het gemeenschapsrecht. |
| B.4. Dans l'ancien article 377, alinéa 2, du C.I.R. 1992, la | B.4. In het voormalige artikel 377, tweede lid, van het W.I.B. 1992 |
| werd de mogelijkheid van nieuwe bezwaren beperkt, in die zin dat aan | |
| possibilité de soumettre de nouveaux griefs a été limitée en ce sens | het hof van beroep slechts nieuwe juridische en geen nieuwe feitelijke |
| que ne pouvaient être soumises à la cour d'appel que de nouvelles | betwistingen konden worden voorgelegd. De beperking inzake het |
| contestations en droit et non en fait. La restriction relative à la | aanvoeren van nieuwe grieven hield verband met de specificiteit van |
| formulation de griefs nouveaux tenait à la spécificité de ce régime, | die regeling, waarbij de bezwaarprocedure voor de gewestelijke |
| la procédure de réclamation devant le directeur régional étant conçue | directeur als een filterprocedure werd opgevat die haar functie |
| comme une procédure de filtrage qui ne pouvait remplir sa fonction que | slechts kon vervullen indien de belastingplichtige al zijn bezwaren |
| si le contribuable faisait valoir tous ses griefs. | zou laten gelden. |
| B.5. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.5. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
| personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
| différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen |
| discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn |
| que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing |
| règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van |
| droits des personnes concernées. | de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
| B.6. La Cour constate que l'impossibilité de formuler des griefs | B.6. Het Hof stelt vast dat de onmogelijkheid om nieuwe grieven te |
| nouveaux n'est pas absolue puisque les dispositions en cause | formuleren niet absoluut is, vermits de verzoeker op grond van de in |
| permettent au requérant de soumettre des griefs nouveaux à la cour d'appel, pour autant qu'ils invoquent une contravention à la loi ou une violation des formes de procédure prescrites à peine de nullité. La disposition litigieuse ne porte pas une atteinte disproportionnée aux droits de la défense des contribuables par le fait qu'elle limite leur possibilité d'invoquer des griefs nouveaux. B.7. Le droit d'exciper en tout temps devant la cour d'appel de la forclusion, de l'autorité de la chose jugée ou de la contrariété du droit interne avec le droit communautaire résulte soit de principes | het geding zijnde bepalingen aan het hof van beroep nieuwe grieven kan voorleggen, voor zover zij een overtreding van de wet of een schending van de op straffe van nietigheid voorgeschreven procedurevormen aanvoeren. De in het geding zijnde bepaling maakt niet op onevenredige wijze inbreuk op de rechten van de verdediging van de belastingplichtigen door het feit dat zij hun mogelijkheid om nieuwe grieven aan te voeren beperkt. B.7. Het recht om zich voor het hof van beroep te allen tijde te beroepen op rechtsverval, op het gezag van gewijsde of op de strijdigheid van het interne recht met het gemeenschapsrecht vloeit voort uit hetzij algemene beginselen die gelden voor het vestigen van |
| généraux qui dominent l'établissement de l'impôt (conclusions du | de belasting (conclusies van eerste advocaat-generaal Mahaux |
| premier avocat général Mahaux précédant Cass. , 3 septembre 1968, Pas. | voorafgaand aan Cass. , 3 september 1968, Pas. , 1969, I, 4), hetzij |
| , 1969, I, 4) soit d'une disposition de droit communautaire (l'article | |
| 10 du Traité C.E.). Cette faculté n'est pas dépourvue de justification | een gemeenschapsrechtelijke bepaling (artikel 10 van het |
| E.G.-Verdrag). Die mogelijkheid is niet zonder redelijke | |
| raisonnable au regard de l'objectif que le législateur poursuit. Elle | verantwoording in het licht van het door de wetgever nagestreefde |
| ne peut être regardée comme discriminatoire. | doel. Zij kan niet als discriminerend worden beschouwd. |
| En ce qui concerne la seconde question | Wat de tweede vraag betreft |
| B.8. La seconde partie de la question préjudicielle porte sur | B.8. Het tweede deel van de prejudiciële vraag heeft betrekking op |
| l'article 377 du Code des impôts sur les revenus 1992 précité ainsi | artikel 377 van het voormelde Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 |
| que sur l'article 603, 1o, du Code judiciaire, qui portait, avant son | en op artikel 603, 1o, van het Gerechtelijk Wetboek dat, vóór de |
| abrogation par la loi du 23 mars 1999 : | opheffing ervan bij de wet van 23 maart 1999, bepaalde : |
| « La cour d'appel connaît des recours contre : | « Het hof van beroep neemt kennis van voorzieningen : |
| 1o les décisions des directeurs provinciaux et régionaux des | 1o tegen beslissingen van de provinciale en gewestelijke directeurs |
| contributions en matière de contributions directes ». | der belastingen inzake directe belastingen ». |
| B.9. La Cour est interrogée sur le point de savoir si ces dispositions | B.9. Aan het Hof wordt gevraagd of die bepalingen de artikelen 10 en |
| violent les articles 10 et 11 de la Constitution au motif que le | 11 van de Grondwet schenden om reden dat de belastingplichtige in de |
| contribuable à l'impôt des personnes physiques ou à l'impôt des | personenbelasting of in de vennootschapsbelasting geen dubbele aanleg |
| sociétés ne peut bénéficier du double degré de juridiction de plein | met volle rechtsmacht geniet, hoewel zulks wel is toegekend, |
| exercice, bien que cela soit accordé, d'une part, aux redevables | enerzijds, aan diegenen die andere belastingen verschuldigd zijn en, |
| d'autres impôts et, d'autre part, aux justiciables qui contestent les | anderzijds, aan rechtzoekenden die vermogensrechtelijke gevolgen van |
| conséquences patrimoniales d'autres actes administratifs. B.10. Selon les articles auxquels font référence les dispositions en cause, les contribuables pouvaient introduire une réclamation contre la cotisation à l'impôt sur les revenus auprès du directeur des contributions. Ils pouvaient donc, en ce qui concerne les impôts sur les revenus, faire examiner leurs griefs en premier lieu par une autorité qualifiée en la matière, compétente pour vérifier la légalité de la cotisation. Le grand nombre des contestations portant sur des cotisations à l'impôt sur les revenus contribue aussi à justifier que le législateur ait organisé en l'espèce un recours administratif spécial. | andere bestuurshandelingen betwisten. B.10. Op grond van de artikelen waarnaar de in het geding zijnde bepalingen verwijzen, konden de belastingplichtigen tegen de aanslag in de inkomstenbelasting bezwaar indienen bij de directeur der belastingen. Zij konden dus inzake de inkomstenbelastingen hun grieven allereerst laten onderzoeken door een ter zake gekwalificeerde overheid die bevoegd is te oordelen over de wettigheid van de aanslag. Het grote aantal betwistingen over aanslagen in de inkomstenbelasting verantwoordt mede dat de wetgever te dezen in een bijzonder administratief beroep heeft voorzien. |
| B.11. S'il est vrai que, lors de la réforme introduite par les lois | B.11. Weliswaar heeft de wetgever, tijdens de hervorming ingevoerd bij |
| des 15 et 23 mars 1999, le législateur a instauré au bénéfice du | de wetten van 15 en 23 maart 1999, ten voordele van de |
| redevable un double degré de juridiction, la circonstance qu'il a jugé | belastingschuldige in een dubbele aanleg voorzien maar het feit dat |
| cette règle préférable à l'ancienne ne démontre pas que les | hij die regel verkieslijk achtte boven de vroegere, toont niet aan dat |
| dispositions antérieures qui continuent à s'appliquer aux litiges en | de vroegere bepalingen die voor de hangende geschillen van toepassing |
| cours seraient contraires aux articles 10 et 11 de la Constitution. | blijven, strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.12. Dès lors que les intéressés peuvent en tout état de cause | B.12. Nu de betrokkenen in ieder geval een bijzonder administratief |
| introduire un recours administratif spécial et un recours | beroep en een jurisdictioneel beroep kunnen instellen en er geen |
| juridictionnel et qu'il n'existe pas de principe général de droit | algemeen rechtsbeginsel met betrekking tot een dubbele aanleg bestaat, |
| relatif à un double degré de juridiction, la mesure contestée n'a pas | heeft de betwiste maatregel geen onevenredige gevolgen. |
| d'effets disproportionnés. | |
| B.13. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.13. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| - Les articles 377, alinéa 2, 378, alinéa 2, et 381 du Code des impôts | - De artikelen 377, tweede lid, 378, tweede lid, en 381 van het |
| sur les revenus 1992 ne violent pas les articles 10 et 11 de la | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schenden de artikelen 10 en |
| Constitution en raison du fait qu'ils ne permettent au justiciable | 11 van de Grondwet niet doordat zij bepalen dat de rechtsonderhorige |
| d'invoquer devant la cour d'appel un grief nouveau au sens de ces | voor het hof van beroep alleen een nieuw bezwaar in de zin van die |
| articles que dans les conditions restrictives qu'ils prévoient. | artikelen mag aanvoeren wanneer hij de daarin bepaalde beperkende |
| voorwaarden in acht neemt. | |
| - Les mêmes dispositions ne violent pas lesdites dispositions | - Dezelfde bepalingen schenden die grondwettelijke bepalingen niet |
| constitutionnelles en ce qu'elles ne font pas obstacle à ce que soient | doordat zij niet verhinderen dat voor het hof van beroep middelen |
| invoqués devant la cour d'appel des moyens tirés de la forclusion, de | worden aangevoerd die zijn afgeleid uit rechtsverval, uit het gezag |
| l'autorité de la chose jugée ou de la contrariété du droit interne | van gewijsde of uit de strijdigheid van het interne recht met het |
| avec le droit communautaire. | gemeenschapsrecht. |
| - Les articles 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne | - De artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
| violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ne | 1992 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet doordat zij |
| prévoient pas un double degré de juridiction. | niet voorzien in een dubbele aanleg. |
| Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 septembre 2003. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 september 2003. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |