← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 71/2003 du 21 mai 2003 Numéro du rôle : 2528. En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 295, § 1 er , combiné avec l'article
75, du Code des impôts sur les revenus 1964, posée par la Cour La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 71/2003 du 21 mai 2003 Numéro du rôle : 2528. En cause : la question préjudicielle relative à l'article 295, § 1 er , combiné avec l'article 75, du Code des impôts sur les revenus 1964, posée par la Cour La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 71/2003 van 21 mei 2003 Rolnummer : 2528. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 295, § 1, in samenhang gelezen met artikel 75, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 71/2003 du 21 mai 2003 | Uittreksel uit arrest nr. 71/2003 van 21 mei 2003 |
| Numéro du rôle : 2528. | Rolnummer : 2528. |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 295, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 295, § 1, in |
| combiné avec l'article 75, du Code des impôts sur les revenus 1964, | samenhang gelezen met artikel 75, van het Wetboek van de |
| posée par la Cour d'appel de Liège. | inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et L. Lavrysen, assistée | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en L. Lavrysen, |
| du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant: | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt du 8 octobre 2002 en cause de C. Oudenne contre le receveur | Bij arrest van 8 oktober 2002 in zake C. Oudenne tegen de ontvanger |
| des contributions directes de Jodoigne et l'Etat belge, dont | der directe belastingen van Geldenaken en de Belgische Staat, waarvan |
| l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 16 | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 |
| octobre 2002, la Cour d'appel de Liège a posé la question | oktober 2002, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende |
| préjudicielle suivante : « Si l'article 295, § 1er, du Code des impôts sur les revenus (1964) doit être interprété en ce sens que le rôle d'un impôt établi après la séparation de fait ou le divorce au nom d'un seul des conjoints ou ex-conjoints (ci-après ' le conjoint porté au rôle ') sur les revenus professionnels que celui-ci a réalisés pendant le mariage à une époque où les époux étaient séparés de fait constitue un titre exécutoire contre l'autre conjoint ou ex-conjoint (ci-après ' le conjoint non | prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 295, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, in samenhang gelezen met artikel 75 van hetzelfde Wetboek, indien dat artikel 295, § 1, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het kohier van een belasting vastgesteld na de feitelijke scheiding of de echtscheiding ten name van een enkele van de echtgenoten of ex-echtgenoten (hierna ' de in het kohier vermelde echtgenoot ') ten aanzien van de beroepsinkomsten die deze heeft verwezenlijkt tijdens het huwelijk op een ogenblik dat de echtgenoten feitelijk gescheiden waren, een uitvoerbare titel tegenover de andere echtgenoot of ex-echtgenoot (hierna ' de niet in het kohier vermelde |
| porté au rôle '), alors que l'article 267 dudit Code ne permet pas au | echtgenoot ') vormt, terwijl artikel 267 van hetzelfde Wetboek de niet |
| conjoint non porté au rôle de réclamer contre cette imposition, dont | in het kohier vermelde echtgenoot niet toestaat bezwaar aan te tekenen |
| il n'a d'ailleurs pas nécessairement connaissance, dans le délai de | tegen die aanslag, waarvan hij overigens niet noodzakelijkerwijze |
| réclamation prescrit par l'article 272 du même Code, ledit article | kennis heeft, binnen de bezwaartermijn voorgeschreven in artikel 272 |
| 295, § 1er, combiné avec l'article 75 du même Code, viole-t-il les | |
| articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il soumet le conjoint | van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat |
| non porté au rôle à un régime différent de celui des conjoints non | het de niet in het kohier vermelde echtgenoot onderwerpt aan een |
| séparés et d'ailleurs de tous les autres contribuables, du fait que ce | verschillende regeling ten opzichte van de niet feitelijk gescheiden |
| conjoint non porté au rôle est tenu définitivement d'une dette d'impôt | echtgenoten en overigens van alle andere belastingplichtigen, vanwege |
| enrôlée au nom d'un tiers sans aucune possibilité de contester cette | het feit dat de niet in het kohier vermelde echtgenoot definitief |
| gehouden is tot een belastingschuld ingekohierd ten name van een | |
| imposition ? » | derde, zonder enige mogelijkheid om die aanslag te betwisten ? » |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 295, § 1er, du | B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 295, § 1, van |
| Code des impôts sur les revenus 1964 (C.I.R. 1964), dont le texte | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (W.I.B. 1964), waarvan de |
| forme actuellement l'article 394, § 1er, du Code des impôts sur les | tekst thans is opgenomen in artikel 394, § 1, van het Wetboek van de |
| revenus 1992 (C.I.R. 1992), qui disposait, dans sa version applicable | inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992) dat, in de versie die van |
| aux faits de l'espèce, c'est-à-dire avant sa modification par la loi | toepassing is op de feiten van de zaak, dat wil zeggen, vóór de |
| du 4 mai 1999: | wijziging ervan bij de wet van 4 mei 1999, bepaalde : |
| « Chacune des quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs | « Elk gedeelte van de belasting in verband met de onderscheiden |
| des conjoints ainsi que le précompte enrôlé au nom de l'un d'eux | inkomsten van de echtgenoten alsook de voorheffing ingekohierd op naam |
| peuvent, quel que soit le régime matrimonial, être recouvrés sur tous | van één van hen, mag ongeacht het aangenomen huwelijksvermogensstelsel |
| les biens propres et sur les biens communs des deux conjoints. | worden vervolgd op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van |
| beide echtgenoten. | |
| Toutefois, la quotité de l'impôt afférente aux revenus de l'un des | Het gedeelte van de belasting in verband met de inkomsten van één van |
| de echtgenoten, die hem eigen zijn op grond van zijn | |
| conjoints qui lui sont propres en vertu de son régime matrimonial | huwelijksvermogensstelsel, alsook de roerende voorheffing en de |
| ainsi que le précompte mobilier et le précompte professionnel enrôlés | bedrijfsvoorheffing, ingekohierd op naam van één van hen, mogen |
| au nom de l'un d'eux ne peuvent être recouvrés sur les biens propres | evenwel niet worden vervolgd op de eigen goederen van de andere |
| de l'autre conjoint lorsque celui-ci peut établir: | echtgenoot wanneer deze laatste aantoont : |
| 1o qu'il les possédait avant le mariage; | 1o dat hij ze bezat vóór het huwelijk; |
| 2o ou qu'ils proviennent d'une succession ou d'une donation faite par | 2o of dat zij voortkomen van een erfenis of van een schenking door een |
| une personne autre que son conjoint; | andere persoon dan zijn echtgenoot; |
| 3o ou qu'il les a acquis au moyen de fonds provenant de la réalisation | 3o of dat hij ze heeft verworven door middel van fondsen die |
| de semblables biens; | voortkomen van de realisatie van dergelijke goederen; |
| 4o ou qu'il les a acquis au moyen de revenus qui lui sont propres en | 4o of dat hij ze heeft verkregen met inkomsten die eigen zijn op grond |
| vertu de son régime matrimonial. » | van zijn huwelijksvermogenstelsel. » |
| B.1.2. Cette disposition est combinée avec l'article 267 du C.I.R. | B.1.2. Die bepaling wordt in samenhang gelezen met artikel 267 van het |
| 1964, dont le texte forme l'article 366 du C.I.R. 1992 qui disposait, | W.I.B. 1964, waarvan de tekst artikel 366 van het W.I.B. 1992 vormt, |
| avant sa modification par l'article 24 de la loi du 15 mars 1999: | dat, vóór de wijziging ervan bij artikel 24 van de wet van 15 maart |
| « Le redevable peut se pourvoir en réclamation, par écrit, contre le | 1999, bepaalde : « De belastingplichtige kan tegen het bedrag van de te zijnen name |
| montant de l'imposition établie à sa charge, y compris tous | gevestigde aanslag, opcentiemen, verhogingen en boeten inbegrepen, |
| additionnels, accroissements et amendes, auprès du directeur des | schriftelijk bezwaar indienen bij de directeur der belastingen van de |
| contributions de la province ou de la région dans le ressort de | provincie of het gewest in wiens ambtsgebied de aanslag, de verhoging |
| laquelle l'imposition, l'accroissement et l'amende ont été établis. » | en de boete zijn gevestigd. » |
| B.1.3. En vertu de l'article 73 du C.I.R. 1964 (actuellement l'article | B.1.3. Krachtens artikel 73 van het W.I.B. 1964 (thans artikel 126 van |
| 126 du C.I.R. 1992), la cotisation est établie au nom des deux | het W.I.B. 1992) wordt de aanslag gevestigd op naam van beide |
| echtgenoten. Op grond van artikel 75, eerste lid, 2o, van het W.I.B. | |
| conjoints. L'article 75, alinéa 1er, 2o, du C.I.R. 1964 (actuellement | 1964 (thans artikel 128, eerste lid, 2o, van het W.I.B. 1992) worden |
| l'article 128, alinéa 1er, 2o, du C.I.R. 1992) prévoit toutefois qu'à | gehuwde personen vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding |
| partir de l'année qui suit celle au cours de laquelle une séparation | heeft plaatsgevonden, evenwel niet als echtgenoten maar als |
| de fait est intervenue, les personnes mariées sont considérées non | alleenstaanden aangemerkt voor zover de scheiding in het belastbare |
| comme des conjoints mais comme des isolés pour autant que la | |
| séparation soit effective durant toute la période imposable, deux | tijdperk niet ongedaan is gemaakt, en worden twee afzonderlijke |
| impositions distinctes étant alors établies. | aanslagen gevestigd. |
| B.2. La question préjudicielle porte sur la différence de traitement | B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in |
| qui découle de ces dispositions entre les conjoints séparés de fait et | behandeling dat uit die bepalingen voortvloeit tussen de feitelijk |
| les conjoints non séparés, ainsi qu'entre les conjoints séparés de | gescheiden echtgenoten en de niet feitelijk gescheiden echtgenoten, |
| fait et tous les autres contribuables. La combinaison de ces | alsmede tussen de feitelijk gescheiden echtgenoten en alle andere |
| dispositions a en effet pour conséquence que bien que des impositions | belastingplichtigen. De combinatie van die bepalingen heeft immers tot |
| distinctes soient établies, les conjoints séparés de fait demeurent tenus solidairement au paiement de la dette fiscale, comme les conjoints vivant ensemble. Or, l'article 267 du C.I.R. 1964 (article 366 du C.I.R. 1992), avant sa modification par la loi du 15 mars 1999, ne visant que « le redevable », il ne permettait pas au conjoint non porté au rôle de réclamer contre l'imposition établie au nom de l'autre conjoint. Le conjoint non porté au rôle était dès lors tenu définitivement d'une dette d'impôt enrôlée au nom d'un tiers sans qu'il ait aucune possibilité de contester l'imposition, contrairement au conjoint non séparé qui est porté au rôle et peut donc contester l'imposition enrôlée au nom des époux. B.3. Il apparaît des travaux préparatoires de la disposition soumise | gevolg dat, ondanks de afzonderlijk gevestigde aanslag, de feitelijk gescheiden echtgenoten, zoals samenwonende echtgenoten, hoofdelijk gehouden blijven tot de betaling van de belastingschuld. Aangezien artikel 267 van het W.I.B. 1964 (artikel 366 van het W.I.B. 1992), vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999, enkel de « belastingplichtige » bedoelde, was het voor de echtgenoot die niet in het kohier vermeld stond, evenwel niet mogelijk bezwaar in te dienen tegen de aanslag gevestigd op naam van de andere echtgenoot. De niet in het kohier vermelde echtgenoot was derhalve definitief een belasting verschuldigd die was ingekohierd op naam van een derde zonder dat hij enige mogelijkheid had om de aanslag te betwisten, in tegenstelling met de niet feitelijk gescheiden echtgenoot die in het kohier wordt vermeld en dus de op naam van de echtgenoten ingekohierde aanslag kan betwisten. B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de bepaling die aan de |
| au contrôle de la Cour que le législateur a voulu maintenir une | toetsing van het Hof wordt voorgelegd, blijkt dat de wetgever een |
| disposition, dérogatoire au droit commun, dont le but est « d'écarter | bepaling heeft willen handhaven, die afwijkt van het gemeen recht, met |
| une fraude facilement réalisable en matière de recouvrement de l'impôt | de bedoeling « een gemakkelijk realiseerbare fraude inzake invordering |
| van belastingen te beletten » (Parl. St. , Kamer, 1980-1981, nr. | |
| » (Doc. parl. , Chambre, 1980-1981, no 716/8, p. 57). Le législateur | 716/8, p. 57). De wetgever heeft in het bijzonder elke mogelijkheid |
| voulait plus particulièrement éviter toute possibilité de collusion | tot heimelijke verstandhouding tussen de echtgenoten ten nadele van de |
| entre les époux au détriment du Trésor. Il ressort également des | Schatkist willen vermijden. Uit de parlementaire voorbereiding vloeit |
| travaux préparatoires que le législateur voulait par cette mesure que | tevens voort dat de wetgever met die maatregel wilde dat de rechten |
| les droits du Trésor soient garantis de la même manière à l'égard des | van de Schatkist op dezelfde wijze gegarandeerd zouden worden ten |
| époux, que leur régime matrimonial soit un régime de communauté ou un | aanzien van de echtgenoten, ongeacht of hun huwelijksstelsel een |
| régime de séparation de biens (ibid. ). | stelsel van gemeenschap of van scheiding van goederen is (ibid. ). |
| B.4. Le produit de l'impôt étant affecté à des dépenses publiques qui | B.4. Aangezien de opbrengst van de belasting wordt aangewend voor |
| visent à la satisfaction de l'intérêt général, il doit être admis que | overheidsuitgaven die gericht zijn op het algemeen belang, moet worden |
| la procédure de recouvrement puisse déroger aux règles du droit commun | aangenomen dat de procedure van invordering mag afwijken van de regels |
| pour autant que cette dérogation soit compatible avec les articles 10 | van het gemeen recht, voor zover die afwijking bestaanbaar is met de |
| et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.5. L'article 295, § 1er, du C.I.R. 1964 (article 394, § 1er, du | B.5. Artikel 295, § 1, van het W.I.B. 1964 (artikel 394, § 1, van het |
| C.I.R. 1992), qui permet le recouvrement de chacune des quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs des conjoints sur les biens propres des deux conjoints, est une mesure pertinente au regard du but poursuivi par le législateur: éviter toute possibilité de collusion entre époux, qui peut exister même en cas de séparation de fait. La séparation de fait des époux n'affecte en rien les effets de leur régime matrimonial : les mesures qu'ils auraient prises pour mettre le patrimoine de l'un d'eux à l'abri des poursuites pourraient être opposées au fisc. Le législateur a donc pu, sans violer le principe | W.I.B. 1992), dat de invordering toestaat van elk gedeelte van de belasting met betrekking tot de onderscheiden inkomsten van de echtgenoten op de eigen goederen van de beide echtgenoten, is een relevante maatregel ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling : de mogelijkheid vermijden van een heimelijke verstandhouding tussen echtgenoten, die ook aanwezig kan zijn wanneer zij feitelijk gescheiden zijn. De feitelijke scheiding van echtgenoten heeft in geen enkel opzicht een weerslag op de gevolgen van hun huwelijksvermogensstelsel : de maatregelen die zij zouden hebben genomen om het vermogen van één van hen tegen vervolgingen veilig te stellen, zouden aan de fiscus kunnen worden tegengeworpen. De wetgever heeft dus, zonder het gelijkheidsbeginsel te schenden, zich ervan |
| d'égalité, s'abstenir de déroger à la règle de l'article 295, § 1er, | kunnen onthouden af te wijken van de regel van artikel 295, § 1, van |
| du C.I.R. 1964 (article 394, § 1er, du C.I.R. 1992) au profit des | het W.I.B. 1964 (artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992) ten voordele |
| conjoints séparés de fait puisque cette séparation ne modifie pas la | van feitelijk gescheiden echtgenoten, omdat een dergelijke scheiding |
| situation juridique de leurs biens. | de rechtstoestand van hun goederen niet wijzigt. |
| B.6. Par ailleurs, le moyen utilisé pour atteindre l'objectif n'est | B.6. Overigens is het aangewende middel om de doelstelling te bereiken |
| niet onevenredig, aangezien het voor de echtgenoot van de | |
| pas disproportionné, l'alinéa 2 de l'article 295, § 1er, du C.I.R. | belastingschuldige overeenkomstig het tweede lid van artikel 295, § 1, |
| 1964 (article 394, § 1er, du C.I.R. 1992) permettant au conjoint du | van het W.I.B. 1964 (artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992) mogelijk |
| redevable d'échapper à un recouvrement de l'impôt sur ses biens | was te ontsnappen aan een invordering van de belasting op de eigen |
| propres s'il démontre qu'il se trouve dans une des quatre hypothèses | goederen, indien hij aantoont dat hij zich in één van de vier in die |
| énumérées par cette disposition. En outre, si la séparation de fait | bepaling opgesomde gevallen bevindt. Bovendien, indien de feitelijke |
| aboutit à un divorce, il peut, en règle, être tenu compte de la dette | scheiding uitloopt op een echtscheiding, kan in de regel rekening |
| d'impôt acquittée par le conjoint du redevable lors de la liquidation | worden gehouden met de door de echtgenoot van de belastingschuldige |
| du régime matrimonial. | |
| B.7. En ce qu'il permet à l'administration fiscale de recouvrer la | betaalde belastingschuld bij de vereffening van het |
| dette d'impôt sur les biens des deux conjoints, même lorsque ceux-ci | huwelijksvermogensstelsel. |
| sont séparés de fait, l'article 295, § 1er, du C.I.R. 1964 (article | B.7. Doordat artikel 295, § 1, van het W.I.B. 1964 (artikel 394, § 1, |
| van het W.I.B. 1992) de belastingadministratie toestaat de | |
| belastingschuld te verhalen op de goederen van de beide echtgenoten, | |
| 394, § 1er, du C.I.R. 1992) ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | zelfs wanneer die feitelijk gescheiden zijn, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| B.8. Par contre, en visant uniquement le « redevable », par suite de | B.8. Door ingevolge de toepassing van de regels betreffende de |
| inkohiering de feitelijk gescheiden echtgenoot uit te sluiten uit het | |
| l'application des règles relatives à l'enrôlement, l'article 267 du | begrip « belastingplichtige » in artikel 267 van het W.I.B. 1964 |
| C.I.R. 1964 (article 366 du C.I.R. 1992), prive le conjoint séparé de | (artikel 366 van het W.I.B. 1992), wordt daarentegen aan die |
| fait, en matière d'impôts sur les revenus, du droit fondamental de se | echtgenoot het fundamenteel recht van verdediging inzake |
| défendre alors que ce droit est garanti, sur la base des mêmes règles, | inkomstenbelastingen ontzegd, terwijl dat recht, op basis van dezelfde |
| aux conjoints vivant ensemble. Le conjoint séparé de fait ne dispose | regels, is gewaarborgd aan de samenwonende echtgenoot. De feitelijk |
| dès lors d'aucun recours lui permettant de contester l'impôt établi au | gescheiden echtgenoot beschikt dan ook over geen enkel rechtsmiddel om |
| nom de l'autre conjoint et au paiement duquel il pourrait être tenu. | de belasting te betwisten die ten name van de andere echtgenoot is |
| gevestigd en tot betaling waarvan hij gehouden zou kunnen zijn. | |
| B.9. Le souci de décourager les séparations fictives dans le but | B.9. De zorg om fictieve scheidingen te ontmoedigen met als doel de |
| d'éviter l'impôt ne peut justifier qu'il soit dérogé au droit | belasting te vermijden, kan niet verantwoorden dat wordt afgeweken van |
| fondamental de pouvoir contester devant une juridiction le bien-fondé | het fundamenteel recht om voor een rechtsinstantie de gegrondheid van |
| d'une dette, même s'il s'agit d'une dette fiscale et que le débiteur | een schuld te betwisten, zelfs als het een belastingschuld betreft en |
| est tenu de la payer en vertu d'une solidarité établie par la loi. | de schuldenaar krachtens een bij wet ingevoerde hoofdelijkheid |
| gehouden is tot betaling ervan. | |
| B.10. L'article 267 du C.I.R. 1964 (article 366 du C.I.R. 1992) viole | B.10. Artikel 267 van het W.I.B. 1964 (artikel 366 van het W.I.B. |
| l'article 10 de la Constitution en tant qu'il n'accorde le droit de se | 1992) schendt artikel 10 van de Grondwet in zoverre die bepaling het |
| pourvoir en réclamation contre une imposition qu'au seul redevable au | recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts |
| nom duquel la cotisation est établie, à l'exclusion du conjoint séparé | toekent aan de belastingplichtige ten name van wie de aanslag |
| de fait au nom duquel cette cotisation n'est pas établie, alors que ce | gevestigd is, met uitsluiting van de feitelijk gescheiden echtgenoot |
| ten name van wie de aanslag niet gevestigd is, terwijl die echtgenoot, | |
| dernier, sur la base de l'article 295 du C.I.R. 1964 (article 394 du | op grond van artikel 295 van het W.I.B. 1964 (artikel 394 van het |
| C.I.R. 1992), est tenu de payer la dette fiscale établie au nom de | W.I.B. 1992) gehouden is tot de belastingschuld die ten name van de |
| l'autre conjoint. | andere echtgenoot is gevestigd. |
| B.11. Il convient d'observer que cette disposition a été modifiée, à | B.11. Er dient te worden opgemerkt dat die bepaling, ingevolge het |
| la suite de l'arrêt no 39/96 de la Cour qui avait constaté | arrest nr. 39/96 van het Hof waarin de in B.10 beschreven |
| l'inconstitutionnalité décrite en B.10, par l'article 24 de la loi du | ongrondwettigheid werd vastgesteld, is gewijzigd bij artikel 24 van de |
| 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale. Cette | wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale |
| disposition modifie l'article 366 du C.I.R. 1992, qui se lit désormais | geschillen. Die bepaling wijzigt artikel 366 van het W.I.B. 1992, dat |
| comme suit : | voortaan als volgt luidt : |
| « Le redevable, ainsi que son conjoint sur les biens duquel | « De belastingschuldige, alsmede zijn echtgenoot op wiens goederen de |
| l'imposition est mise en recouvrement, peut se pourvoir en | |
| réclamation, par écrit, contre le montant de l'imposition établie, y | aanslag wordt ingevorderd, kan tegen het bedrag van de gevestigde |
| compris tous additionnels, accroissements et amendes, auprès du | aanslag, opcentiemen, verhogingen en boeten inbegrepen, schriftelijk |
| directeur des contributions dans le ressort duquel l'imposition, | bezwaar indienen bij de directeur der belastingen in wiens ambtsgebied |
| l'accroissement et l'amende ont été établis. » | de aanslag, de verhoging en de boete zijn gevestigd. » |
| Krachtens artikel 97, tweede lid, van dezelfde wet is die bepaling in | |
| En vertu de l'article 97, alinéa 2, de la même loi, cette disposition | werking getreden vanaf de bekendmaking van de wet, dat wil zeggen op |
| est entrée en vigueur dès la publication de la loi, c'est-à-dire le 27 | 27 maart 1999. |
| mars 1999. B.12. Il appartient à la juridiction a quo d'examiner si, en l'espèce, | B.12. Het komt het verwijzende rechtscollege toe te onderzoeken of, te |
| l'appelante a bénéficié de cette nouvelle disposition ou si elle s'est | dezen, de appellante het voordeel van die nieuwe bepaling heeft |
| vu appliquer le régime antérieur, jugé discriminatoire par la Cour. | genoten ofwel of op haar de vroegere regeling werd toegepast, die door |
| het Hof discriminerend werd geacht. | |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| - L'article 295, § 1er, du Code des impôts sur les revenus 1964 ne | - Artikel 295, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 |
| viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| - L'article 267 du même Code, avant sa modification par l'article 24 | - Artikel 267 van hetzelfde Wetboek, vóór de wijziging ervan bij |
| de la loi du 15 mars 1999, viole les articles 10 et 11 de la | artikel 24 van de wet van 15 maart 1999, schendt de artikelen 10 en 11 |
| van de Grondwet in zoverre die bepaling het recht om bezwaar in te | |
| Constitution en tant qu'il n'accorde le droit de se pourvoir en | dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de |
| réclamation contre une imposition qu'au seul redevable au nom duquel | belastingplichtige ten name van wie de aanslag gevestigd is, met |
| la cotisation a été établie, à l'exclusion du conjoint séparé de fait | uitsluiting van de feitelijk gescheiden echtgenoot ten name van wie de |
| au nom duquel cette cotisation n'est pas établie, alors que ce | aanslag niet gevestigd is, terwijl laatstgenoemde, op grond van |
| dernier, sur la base de l'article 295 du même Code, est tenu de payer | artikel 295 van hetzelfde Wetboek, gehouden is tot de belastingschuld |
| la dette fiscale établie au nom de l'autre conjoint. | die ten name van de andere echtgenoot is gevestigd. |
| Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 mai 2003. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 mei 2003. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |