Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 63/2003 du 14 mai 2003 Numéro du rôle : 2395 En cause : le recours en annulation de l'article 23 de la loi du 10 août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques, introduit par P. Vankrunkelsven. La Co composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, P. Martens, R. Henneuse, (...)"
Extrait de l'arrêt n° 63/2003 du 14 mai 2003 Numéro du rôle : 2395 En cause : le recours en annulation de l'article 23 de la loi du 10 août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques, introduit par P. Vankrunkelsven. La Co composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, P. Martens, R. Henneuse, (...) Uittreksel uit arrest nr. 63/2003 van 14 mei 2003 Rolnummer 2395 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 23 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, ingesteld door P. Vankrunkelsven. Het A samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. François, P. Martens, R. (...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 63/2003 du 14 mai 2003 Uittreksel uit arrest nr. 63/2003 van 14 mei 2003
Numéro du rôle : 2395 Rolnummer 2395
En cause : le recours en annulation de l'article 23 de la loi du 10 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 23 van de wet van 10
août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques, augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, ingesteld
introduit par P. Vankrunkelsven. door P. Vankrunkelsven.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L.
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke,
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet du recours et procédure I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 19 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2002
mars 2002 et parvenue au greffe le 20 mars 2002, P. Vankrunkelsven, ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart
demeurant à 2430 Laakdal, Lindestraat 9, a introduit un recours en 2002, heeft P. Vankrunkelsven, wonende te 2430 Laakdal, Lindestraat 9,
beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 23 van de wet van 10
annulation de l'article 23 de la loi du 10 août 2001 portant réforme augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting
de l'impôt des personnes physiques (publiée au Moniteur belge du 20 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 september 2001).
septembre 2001).
(...) (...)
II. En droit II. In rechte
(...) (...)
B.1. Le requérant demande l'annulation de l'article 23 de la loi du 10 B.1. De verzoeker vordert de vernietiging van artikel 23 van de wet
août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques. van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting.
La disposition entreprise énonce : De bestreden bepaling luidt :
«

Art. 23.A. Dans l'article 131, 2o, du même Code, modifié par la loi

«

Art. 23.A. In artikel 131, 2o, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij

du 4 mai 1999 et par l'arrêté royal du 20 juillet 2000, le montant de de wet van 4 mei 1999 en bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000,
3.250 EUR est remplacé par le montant de 3.390 EUR. wordt het bedrag van 3.250 EUR vervangen door het bedrag van 3.390
B. Le même article est remplacé par la disposition suivante : EUR. B. Hetzelfde artikel wordt vervangen als volgt :
'

Art. 131.Pour le calcul de l'impôt, un montant de base de 4.095 EUR

'

Art. 131.Voor de berekening van de belasting wordt een basisbedrag

est exempté d'impôt. van 4.095 EUR vrijgesteld van belasting.
Ce montant est majoré de 870 EUR lorsque le contribuable est atteint Dit bedrag wordt verhoogd met 870 EUR indien de belastingplichtige
d'un handicap. ' » gehandicapt is. ' »
En vertu de l'article 65, alinéa 4, de la loi précitée du 10 août 2001, l'article 23.A entre en vigueur à partir de l'exercice d'imposition 2004. En vertu de l'article 65, alinéa 5, de la même loi, l'article 23.B entre en vigueur à partir de l'exercice d'imposition 2005. B.2.1. La Cour doit déterminer l'étendue du recours en annulation en fonction du contenu de la requête, et notamment sur la base de l'exposé des moyens. Elle limite son examen aux dispositions dont il est exposé en quoi elles violeraient les dispositions invoquées aux moyens. B.2.2. Selon le requérant, la disposition entreprise, lue en Krachtens artikel 65, vierde lid, van de voormelde wet van 10 augustus 2001 treedt artikel 23.A in werking vanaf het aanslagjaar 2004. Krachtens artikel 65, vijfde lid, van dezelfde wet, treedt artikel 23.B in werking vanaf het aanslagjaar 2005. B.2.1. Het Hof dient de omvang van het beroep tot vernietiging te bepalen aan de hand van de inhoud van het verzoekschrift, inzonderheid op basis van de uiteenzetting van de middelen. Het beperkt zijn onderzoek tot de bepalingen waarvan wordt uiteengezet in welk opzicht zij de in de middelen aangevoerde bepalingen zouden schenden. B.2.2. Volgens de verzoeker schendt de bestreden bepaling, in
combinaison avec l'article 65 de la loi du 10 août 2001, viole le samenhang gelezen met artikel 65 van de wet van 10 augustus 2001, het
principe d'égalité et de non-discrimination en ce qu'elle réduit, à beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie doordat zij vanaf het
partir de l'exercice d'imposition 2004, la différence de traitement, aanslagjaar 2004 het verschil in behandeling, wat het belastingvrije
pour ce qui est du montant de base exempté d'impôt, entre, d'une part,
les isolés et, d'autre part, les conjoints et cohabitants, et en ce basisbedrag betreft, tussen alleenstaanden, enerzijds, en echtgenoten
qu'elle supprime cette différence à partir de l'exercice d'imposition en samenwonenden, anderzijds, verkleint en doordat zij vanaf het
2005, de sorte que les deux catégories de contribuables sont traitées aanslagjaar 2005 dat verschil opheft, zodat beide categorieën van
de manière égale, alors qu'elles se trouvent dans des situations belastingplichtigen gelijk worden behandeld, terwijl zij zich in
fondamentalement différentes. wezenlijk verschillende situaties bevinden.
B.2.3. Le grief du requérant selon lequel les catégories de B.2.3. De grief van de verzoeker volgens welke de voormelde
contribuables précitées sont injustement traitées de manière égale ne categorieën van belastingplichtigen ten onrechte gelijk worden
behandeld, geldt enkel in zoverre die grief betrekking heeft op
vaut qu'en tant qu'il porte sur le littera B de l'article 23 littera B van het bestreden artikel 23. Immers, littera A van dat
entrepris. En effet, le littera A de l'article 23 ne prévoit pas de artikel 23 voorziet niet in een gelijke behandeling van categorieën
traitement égal de catégories de contribuables, mais il se limite à van belastingplichtigen, maar is ertoe beperkt dat verschil te
réduire cette différence, sans toutefois la supprimer. verkleinen, zonder het evenwel op te heffen.
En outre, le requérant n'expose pas en quoi l'alinéa 2 de l'article Bovendien zet de verzoeker niet uiteen in welk opzicht het tweede lid
23.B, selon lequel le montant de base exempté d'impôt est majoré de van artikel 23.B, volgens hetwelk het belastingvrije basisbedrag met
870 euros lorsque le contribuable est atteint d'un handicap, violerait 870 euro wordt verhoogd indien de belastingplichtige gehandicapt is,
les articles 10 et 11 de la Constitution. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou schenden.
B.2.4. La Cour limite par conséquent son examen à l'alinéa 1er de B.2.4. Het Hof beperkt bijgevolg zijn onderzoek tot het eerste lid van
l'article 23.B en ce que cette disposition fixe à partir de l'exercice
d'imposition 2005 le même montant de base exempté d'impôt de 4.095 artikel 23.B in zoverre die bepaling vanaf het aanslagjaar 2005
hetzelfde belastingvrije basisbedrag van 4.095 euro vaststelt voor
euros pour toutes les catégories de contribuables auxquelles alle categorieën van belastingplichtigen waarop de bestreden bepaling
s'applique la disposition entreprise. van toepassing is.
B.3.1. Les travaux préparatoires de la loi du 10 août 2001 portant B.3.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 10 augustus
réforme de l'impôt des personnes physiques font apparaître qu'un des 2001 houdende hervorming van de personenbelasting blijkt dat een van
axes du projet consiste à poursuivre un but de « neutralité à l'égard de krachtlijnen van het ontwerp erin bestaat een doelstelling van «
neutraliteit ten opzichte van de samenlevingsvorm » na te streven
des choix de vie » (Doc. parl. , Chambre, 2000-2001, Doc. 50 1270/001, (Parl. St. , Kamer, 2000-2001, Doc. 50 1270/001, pp. 7 en 68; ibid. ,
pp. 7, 68; ibid. , 1270/006, p. 7; Doc. parl. , Sénat, 2000-2001, no 1270/006, p. 7; Parl. St. , Senaat, 2000-2001, nr. 2-832/3, p. 3). De
2-832/3, p. 3). La réforme fiscale vise à fiscale hervorming beoogt
« supprimer les mesures défavorables aux couples mariés et envisage de « de maatregelen die ongunstig zijn voor de gehuwden te schrappen en
permettre aux cohabitants qui ont conclu une déclaration de voorziet erin samenwonenden die een verklaring van wettelijke
cohabitation légale de bénéficier des avantages liés au mariage. samenwoning hebben afgelegd, te laten genieten van de voordelen die
aan het huwelijk zijn verbonden.
Concrètement, la réforme implique : des tranches exonérées d'impôt Concreet houdt de hervorming in : [...] gelijke belastingvrije sommen
identiques pour les mariés, les cohabitants et les isolés; [...] » voor gehuwden, samenwonenden en alleenstaanden; [...] » (Parl. St. ,
(Doc. parl. , Chambre, 2000-2001, Doc. 50 1270/001, p. 7; ibid. , 1270/006, pp. 9-10). Kamer, 2000-2001, Doc. 50 1270/001, p. 7; ibid. , 1270/006, pp. 9-10).
« L'assimilation au niveau du droit fiscal a pour conséquence que les « De fiscaalwettelijke gelijkschakeling heeft als gevolg dat de
avantages fiscaux dont bénéficiaient les personnes mariées par rapport
aux cohabitants sont dès à présent accordés aux cohabitants légaux. » fiscale voordelen die gehuwden hadden op samenwonenden, nu ook gelden
(ibid. , 1270/001, p. 8) voor de wettelijke samenwonenden. » (ibid ., 1270/001, p. 8)
B.3.2. A propos de l'article 23 attaqué, l'exposé des motifs précise : B.3.2. Met betrekking tot het bestreden artikel 23 vermeldt de memorie
« L'article 23 modifie l'article 131, C.I.R. 1992 qui prévoit que le van toelichting : « Artikel 23 wijzigt artikel 131, WIB 92. Met dit artikel wordt het
montant de base de la quotité du revenu exemptée d'impôt est identique basisbedrag van het belastingvrije inkomen voor iedere
pour tous les contribuables; il est fixé à 4.095 EUR tant pour les belastingplichtige gelijkgeschakeld. Zowel voor gehuwden als
personnes mariées que pour les isolés ou les cohabitants (de fait ou alleenstaanden of samenwonenden (feitelijke en wettelijke) is het
légaux). [...] » (ibid. , 1270/001, pp. 19-20) basisbedrag gelijk aan 4.095 EUR. » (ibid ., 1270/001, pp. 19-20)
« La modification légale précitée est mise à profit pour adapter les « Er is tevens gebruik gemaakt van deze wetswijziging om de artikelen
articles 131 à 134, C.I.R. 1992. La quotité du revenu exemptée d'impôt 131 tot 134, WIB 92 aan te passen. De belastingvrije som is het
eindresultaat van de optelling per belastingplichtige van de
correspond à la somme, par contribuable, des différents montants verschillende bedragen die van belasting worden vrijgesteld. Het
exonérés d'impôt. Ce résultat se compose du montant de base visé à bestaat dus uit het in artikel 131, WIB 92 bepaalde basisbedrag,
l'article 131, C.I.R. 1992, éventuellement majoré pour handicap et des eventueel verhoogd voor handicap en de toeslagen voor gezinslasten die
suppléments pour charges de famille repris aux articles 132 et 133, vervat zijn in de artikelen 132 en 133, WIB 92.
C.I.R. 1992. Il résulte de ce qui précède une structure plus logique des articles Dit leidt tot een meer logische opbouw van de artikelen 131 tot 134,
131 à 134, C.I.R. 1992 où l'on retrouve : WIB 92, waarbij :
- à l'article 131, le montant de base; - artikel 131 het basisbedrag bevat;
- à l'article 132, les suppléments pour personnes à charge; - artikel 132 de toeslagen voor personen ten laste bevat;
- à l'article 133, les suppléments pour certaines situations de - artikel 133 de toeslagen voor bepaalde gezinssituaties bevat;
famille; - et à l'article 134, la manière dont est composée la quotité du - en artikel 134 bepaalt hoe de belastingvrije som wordt samengesteld.
revenu exemptée d'impôt.
[...] [...]
Conformément au schéma budgétaire, l'adaptation du montant de base de Overeenkomstig het budgettaire schema wordt de aanpassing van het
la quotité du revenu exemptée d'impôt pour les conjoints s'effectue en
2 étapes. L'article 23, A précise que ce montant est majoré dans basisbedrag van de belastingvrije som voor echtgenoten in 2 stappen
opgetrokken. Met artikel 23, A wordt dat bedrag in het bestaande
l'article existant. La mesure s'applique de manière définitive par le artikel verhoogd. Met artikel 23, B wordt de maatregel dan definitief
biais de l'article 23, B. [...] » (ibid. , pp. 20-21). doorgevoerd. (...) » (ibid ., pp. 20-21)
B.3.3. Il fut déposé un amendement visant à remplacer l'article 23.B B.3.3. Een amendement werd ingediend dat ertoe strekte om het
en projet en ce sens que le montant de base proposé de 4.095 euros serait ontworpen artikel 23.B te vervangen, in die zin dat het voorgestelde basisbedrag van 4.095 euro
« majoré de 870 EUR lorsque l'imposition est établie séparément et que « [...] wordt verhoogd met 870 EUR, indien de aanslag afzonderlijk
le contribuable est isolé. Il y a lieu d'entendre par isolé dans le wordt gevestigd en de belastingplichtige alleenstaande is. Met
présent chapitre le contribuable qui, pendant la période imposable, alleenstaande wordt in dit hoofdstuk bedoeld, de belastingplichtige
n'a fait partie à aucun moment d'un ménage avec un autre contribuable die op geen enkel ogenblik tijdens het belastbare tijdperk deel
qui a eu des ressources qui, selon le cas, ont été supérieures à uitmaakt van een gezin met enige andere belastingplichtige die
bestaansmiddelen heeft gehad die, al naargelang het geval, hoger zijn
celles visées aux articles 136 et 141. [...] » (Doc. parl. , Chambre, dan die bepaald in de artikelen 136 en 141. » (Parl. St. , Kamer,
2000-2001, Doc. 50 1270/003, p. 2) 2000-2001, Doc. 50 1270/003, p. 2).
Cet amendement était justifié comme suit : Dat amendement werd als volgt verantwoord :
« Il est évident que les possibilités financières d'un véritable isolé « Het is duidelijk dat de draagkracht van een echte alleenstaande
sont moins fortes que la moitié de celles de deux cohabitants (mariés kleiner is dan de helft van de draagkracht van twee samenwoners (al of
ou non). C'est la raison pour laquelle, le principe de la réforme niet gehuwd). Daarom wordt het principe van de fiscale hervorming van
fiscale de 1988 est maintenu et un isolé a droit à une quotité 1988 behouden waarbij een alleenstaande recht heeft op een verhoogd
minimale exonérée plus importante. Le fait qu'après la réforme, cette belastingvrij minimum. Het feit dat deze verhoging na de hervorming
augmentation a également profité, sans qu'on le veuille, aux ook ongewild tegemoet kwam aan de samenwoners die elk een
cohabitants qui ont été imposés séparément, est toutefois supprimé. Il afzonderlijke aanslag kregen, wordt echter verholpen. Voortaan wordt
est désormais établi une distinction entre ' vrais ' cohabitants et een onderscheid gemaakt tussen ' echte ' alleenstaanden en feitelijke
cohabitants de fait. samenwoners.
Cet amendement tend à accorder une augmentation supplémentaire de 870 Dit amendement strekt ertoe een bijkomende verhoging van 870 EUR aan
EUR aux vrais cohabitants. La notion d'' isolé ' est à présent de echte alleenstaanden te geven. De notie ' alleenstaande ' wordt nu
clairement définie et est plus restrictive que par le passé. En effet, duidelijk gedefinieerd en is beperkter dan wat tot nu toe werd
actuellement toute personne non mariée est un isolé. La notion d'isolé aangenomen. Momenteel is immers iedereen die niet gehuwd is, een '
est désormais liée à la situation dans laquelle l'intéressé supporte alleenstaande '. Voortaan wordt de notie ' alleenstaande ' verbonden
réellement seul les charges du ménage. aan de toestand waarin de betrokkene werkelijk alleen de last van het gezin draagt.
Cela signifie qu'il est réellement tout seul ou qu'aucun membre du Dit betekent dat hij werkelijk heel alleen is, ofwel dat geen van de
ménage n'a des revenus qui dépassent le plafond de ressources fixé andere leden van het gezin inkomsten heeft die de grens van de
pour être considéré comme personne à charge. [...] » (ibid. , Doc. 50 bestaansmiddelen, bepaald om als ten laste te worden beschouwd, te
1270/003, p. 2) boven gaan [...]. » (ibid. , p. 2)
Lors de la discussion de cet amendement en commission à la Chambre, le In de Kamer bij de bespreking van dat amendement in commissie deed de
ministre a observé que « le fisc n'est pas à même de contrôler si un Minister opmerken dat « de fiscus niet bij machte is te controleren of
contribuable est ou non véritablement un isolé » (Doc. parl. , een belastingplichtige al dan niet een ' echte alleenstaande ' is »
Chambre, 2000-2001, Doc. 50 1270/006, p. 92). A l'observation selon (Parl. St ., Kamer, 2000-2001, Doc. 50 1270/006, p. 92). Op de
laquelle en sécurité sociale aussi, il est fait usage de la notion d'« opmerking dat in de sociale zekerheid ook gebruik wordt gemaakt van
isolé », le ministre a répliqué « que ce contrôle ne va pas non plus het begrip « alleenstaande », repliceerde de Minister « dat deze
sans poser de problèmes, notamment en matière d'allocations de chômage controle eveneens moeizaam verloopt, bijvoorbeeld inzake de
». L'amendement a été rejeté par la commission compétente de la werkloosheidsvergoedingen ». Het amendement werd door de bevoegde
Chambre (ibid. ). Kamercommissie verworpen (ibid. ).
Un nouvel amendement ayant la même portée a été déposé au Sénat (Doc. Een amendement met dezelfde strekking werd opnieuw ingediend in de
parl. , Sénat, 2000-2001, no 2-832/2, pp. 3-4); il a été rejeté tant Senaat (Parl. St. , Senaat, 2000-2001, nr. 2-832/2, pp. 3-4); het werd
en commission (ibid. , no 2-832/3, p. 45) qu'en assemblée plénière verworpen, zowel in commissie (ibid. , nr. 2-832/3, p. 45) als in de
(Ann. , Sénat, 19 juillet 2001, no 2-142, pp. 93-94). B.4.1. La disposition entreprise s'inscrit dans un ensemble de mesures grâce auxquelles le législateur entendait assurer, dans le domaine des impôts sur les revenus, la neutralité à l'égard des modes de vie. En ce qui concerne le montant exempté d'impôt, l'objectif que le législateur poursuit actuellement diffère essentiellement de celui, précisé dans l'arrêt no 140/2001, B.4, qu'il poursuivait antérieurement. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de poursuivre pareil objectif et d'adopter des dispositions de nature à le réaliser. B.4.2. Afin d'atteindre cet objectif, le législateur a, à partir de l'exercice d'imposition 2005, instauré un même montant de base exempté d'impôt - 4.095 euros - pour les personnes mariées, les cohabitants qui ont déposé une déclaration de cohabitation légale, les cohabitants de fait et les isolés. B.5. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Les mêmes règles s'opposent, par ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure considérée, sont essentiellement différentes. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.6. Lorsque le législateur fixe un montant de base exempté d'impôt, comme le fait la disposition entreprise, il ne viole pas le principe d'égalité par cela seul qu'il instaure un régime identique pour différentes catégories de contribuables concernés. Une adéquation complète à des situations individuelles, qui peuvent être officieuses et changeantes, ne peut être exigée d'une réglementation qui, procédant par voie de disposition générale, peut, sans comporter pour autant une erreur manifeste, appréhender la diversité de ces situations individuelles en faisant usage de catégories qui, nécessairement, ne correspondent aux réalités qu'avec un certain degré d'approximation. Sans doute les frais fixes de subsistance sont-ils, dans le cas d'un isolé, généralement supérieurs, par personne, à ceux de conjoints ou de cohabitants. Toutefois, lorsqu'il décide d'adopter une attitude de neutralité à l'égard des modes de vie, le législateur fiscal peut renoncer à établir des distinctions pouvant amener l'administration à faire des vérifications qui portent sur la vie privée et qui peuvent entraîner des frais importants. B.7. En fixant un même montant de base exempté d'impôt pour les conjoints, les cohabitants et les isolés, le législateur a pris une mesure qui n'est pas sans justification raisonnable. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 mai 2003. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, plenaire vergadering (Hand. , Senaat, 19 juli 2001, nr. 2-142, pp. 93-94). B.4.1. De bestreden bepaling past in een geheel van maatregelen waarmee de wetgever beoogde op het vlak van de inkomstenbelastingen de neutraliteit ten aanzien van de samenlevingsvormen na te streven. Wat de belastingvrije som betreft, streeft de wetgever thans een doelstelling na die wezenlijk verschilt van diegene die hij voorheen nastreefde, zoals gepreciseerd in het arrest nr. 140/2001, B.4. Het behoort tot de beoordelingsvrijheid van de wetgever zulk een doelstelling na te streven en bepalingen aan te nemen die haar kunnen verwezenlijken. B.4.2. Om die doelstelling te bereiken heeft de wetgever vanaf het aanslagjaar 2005 eenzelfde belastingvrij basisbedrag - 4.095 euro - ingevoerd voor gehuwden, samenwonenden die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, feitelijk samenwonenden en alleenstaanden. B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de terzake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.6. Wanneer de wetgever een belastingvrij basisbedrag vaststelt, zoals dat in de aangevochten bepaling het geval is, schendt hij het gelijkheidsbeginsel niet door het enkele feit dat hij voor verschillende categorieën van betrokken belastingplichtigen een identieke regeling invoert. Een volledige afstemming op individuele situaties die officieus en veranderlijk kunnen zijn, kan niet worden geëist van een reglementering die, uitgaande van een algemene bepaling, zonder daarom een kennelijke fout te bevatten, de diversiteit van die individuele situaties kan opvangen door gebruik te maken van categorieën die noodzakelijkerwijze slechts met een zekere graad van benadering met de werkelijkheid overeenstemmen. Wellicht zijn de vaste kosten voor levensonderhoud voor een alleenstaande doorgaans hoger, per persoon, dan die van gehuwden of samenwonenden. Wanneer de fiscale wetgever evenwel beslist ten aanzien van de samenlevingsvormen een neutrale houding aan te nemen, kan hij afzien van het invoeren van verschillen die de administratie ertoe zouden kunnen brengen controles uit te oefenen die betrekking hebben op het privé-leven en die kunnen leiden tot belangrijke kosten. B.7. Door eenzelfde belastingvrij basisbedrag voor echtgenoten, samenwonenden en alleenstaanden vast te stellen, heeft de wetgever een maatregel genomen die niet zonder redelijke verantwoording is. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 mei 2003. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^