← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 185/2002 du 11 décembre 2002 Numéros du rôle : 2221 et 2240 En
cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 131, 147 à 150 et 171, 6°, du Code des impôts
sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et
A. Arts, et des juges L. François, (...)"
Extrait de l'arrêt n° 185/2002 du 11 décembre 2002 Numéros du rôle : 2221 et 2240 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 131, 147 à 150 et 171, 6°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 185/2002 van 11 december 2002 Rolnummers 2221 en 2240 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 131, 147 tot 150 en 171, 6°, van de Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtba Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fra(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 185/2002 du 11 décembre 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 185/2002 van 11 december 2002 |
Numéros du rôle : 2221 et 2240 | Rolnummers 2221 en 2240 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 131, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 131, 147 tot |
147 à 150 et 171, 6°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posées | 150 en 171, 6°, van de Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, |
par le Tribunal de première instance de Namur et par le Tribunal de | gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Namen en de Rechtbank |
première instance de Nivelles. | van eerste aanleg te Nijvel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
a. Par jugement du 29 juin 2001 en cause de J. Willame contre l'Etat | a. Bij vonnis van 29 juni 2001 in zake J. Willame tegen de Belgische |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
le 10 juillet 2001, le Tribunal de première instance de Namur a posé | ingekomen op 10 juli 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
les questions préjudicielles suivantes : | Namen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. Les articles 147, 148, 149 et 150 du Code des impôts sur les | « 1. Zijn de artikelen 147, 148, 149 en 150 van het Wetboek van de |
revenus 1992, lus conjointement ou non avec les articles 3, 6, 86, 87, | inkomstenbelastingen 1992, al dan niet in samenhang gelezen met de |
88, 126, 127 et 134 du même Code, dans l'interprétation selon laquelle | artikelen 3, 6, 86, 87, 88, 126, 127 en 134 van hetzelfde Wetboek, |
chaque contribuable membre d'un couple non marié cohabitant - dont | geïnterpreteerd in die zin dat elke belastingplichtige die deel |
chacun des cohabitants bénéficie de revenus de remplacement imposables | uitmaakt van een samenwonend ongehuwd paar - waarvan elke samenwonende |
- peut bénéficier de réductions d'impôts sur ces revenus alors qu'un | belastbare vervangingsinkomsten verkrijgt - op die inkomsten |
couple marié cohabitant dont chacun des cohabitants bénéficient [ lire | belastingverminderingen kan genieten, terwijl de inkomsten van een |
: bénéficie] de revenus de remplacement voient [lire voit] leur [lire | samenwonend gehuwd paar waarvan elke samenwonende vervangingsinkomsten |
ses] revenus cumulés pour le calcul de la réduction d'impôt, sont-ils | verkrijgt, voor de berekening van de belastingvermindering worden |
compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, compte tenu | samengevoegd, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
du fait que ces deux catégories de personnes se trouvent dans la même | gelet op het feit dat beide categorieën van personen zich in dezelfde |
situation et les mêmes circonstances et que la ratio legis de la | toestand en in dezelfde omstandigheden bevinden en de ratio legis van |
distinction opérée par ces articles ne peut justifier pourquoi des | het door die artikelen gemaakte onderscheid niet kan verantwoorden |
conjoints devraient être défavorisés fiscalement par rapport aux | waarom echtgenoten fiscaal ongunstiger zouden moeten worden behandeld |
personnes non mariées dans la même situation ? | in vergelijking met ongehuwde personen in dezelfde toestand ? |
2. Les articles 147, 148, 149 et 150, de même que l'article 171, 6°, | 2. Zijn de artikelen 147, 148, 149 en 150 alsook artikel 171, 6°, van |
du Code des impôts sur les revenus 1992, lus conjointement ou non avec | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, al dan niet in samenhang |
les articles 3, 6, 86, 87, 88, 126, 127 et 134 du même Code, dans | gelezen met de artikelen 3, 6, 86, 87, 88, 126, 127 en 134 van |
l'interprétation selon laquelle un employé puisse bénéficier d'un | hetzelfde Wetboek, geïnterpreteerd in die zin dat een bediende op het |
régime spécifique quant au taux d'imposition du pécule de vacances et | vlak van de aanslagvoet van het vakantiegeld een bijzondere regeling |
bénéficier d'une réduction d'impôt alors que l'ouvrier voit son pécule | en tevens een belastingvermindering kan genieten, terwijl het |
de vacances entrer en ligne de compte pour la détermination des | vakantiegeld van een arbeider in aanmerking wordt genomen voor de |
plafonds à hauteur desquels le travailleur prépensionné a droit à un | bepaling van de maximumbedragen waarvoor de werknemer op brugpensioen |
abattement en vertu des articles 146 et suivants du Code des impôts | krachtens de artikelen 146 en volgende van het Wetboek van de |
sur les revenus 92 et donc, que l'ouvrier, à la suite de la perception | inkomstenbelastingen 1992 recht heeft op een belastingaftrek, en dus |
du pécule de vacances, n'a pas droit à l'abattement d'impôt prévu à | de arbeider na het verkrijgen van zijn vakantiegeld geen recht heeft |
ces articles et ce contrairement à l'employé, sont-ils compatibles | op de in die artikelen voorgeschreven belastingaftrek in tegenstelling |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution, compte tenu du fait que | tot de bediende, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet, gelet op het feit dat die beide categorieën van personen | |
ces deux catégories de personnes se trouvent dans la même situation et | zich in dezelfde toestand en in dezelfde omstandigheden bevinden en de |
les mêmes circonstances et que la ratio legis de la distinction opérée | ratio legis van het door die artikelen gemaakte onderscheid niet kan |
par ces articles ne peut justifier pourquoi des ouvriers devraient | verantwoorden waarom arbeiders fiscaal ongunstiger zouden moeten |
être défavorisés fiscalement par rapport aux employés dans la même | worden behandeld in vergelijking met bedienden in dezelfde toestand ? |
situation ? » | » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2221 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2221 van de rol van het Hof. |
b. Par jugement du 7 septembre 2001 en cause de R. Buyens et G. Vander | b. Bij vonnis van 7 september 2001 in zake R. Buyens en G. Vander |
Wauwen contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe | Wauwen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van |
de la Cour d'arbitrage le 18 septembre 2001, le Tribunal de première | het Arbitragehof is ingekomen op 18 september 2001, heeft de Rechtbank |
instance de Nivelles a posé la question préjudicielle suivante : | van eerste aanleg te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 131 du Code des impôts sur les revenus en ce qu'il fixe | « Schenden artikel 131 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in |
pour chaque conjoint une quotité de revenu exemptée d'impôt moins | zoverre het voor elke echtgenoot een kleinere belastingvrije som |
bepaalt dan voor een samenwonende alleenstaande belastingplichtige, en | |
importante que pour un contribuable isolé cohabitant et l'article 147 | artikel 147 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in zoverre |
du Code des impôts sur les revenus en ce qu'il accorde aux deux | het beide echtgenoten een belastingvermindering met betrekking tot de |
conjoints une réduction de l'impôt, afférent aux pensions qu'ils | pensioenen die zij ontvangen, toekent die kleiner is dan die welke |
perçoivent, moindre que celle accordée à deux contribuables isolés | wordt toegekend aan twee samenwonende alleenstaande |
cohabitant, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution ? » | belastingplichtigen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2240 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2240 van de rol van het Hof |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Il est demandé à la Cour d'apprécier la compatibilité avec le | |
principe d'égalité de diverses dispositions du Code des impôts sur les | B.1. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid van diverse bepalingen |
revenus 1992 (en abrégé : C.I.R. 1992), en ce qu'elles établissent une discrimination, parmi les contribuables qui perçoivent des pensions et revenus de remplacement, d'une part, entre les cohabitants mariés et non mariés et, d'autre part, entre les ouvriers et les employés. La Cour examine successivement ces deux différences de traitement. Quant à la différence de traitement entre les cohabitants mariés et non mariés B.2.1. Cette différence de traitement est soumise à la Cour en | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (afgekort W.I.B. 1992) met het gelijkheidsbeginsel te beoordelen, in zoverre zij een discriminatoir onderscheid zouden maken tussen de belastingplichtigen die pensioenen en vervangingsinkomsten ontvangen, enerzijds, naargelang het om gehuwd of ongehuwd samenwonenden gaat en, anderzijds, naargelang het om arbeiders of bedienden gaat. Het Hof onderzoekt achtereenvolgens die twee verschillen in behandeling. Ten aanzien van het verschil in behandeling tussen gehuwd en ongehuwd samenwonenden B.2.1. Dat verschil in behandeling wordt aan het Hof voorgelegd in |
relation, d'une part, avec l'article 147 du C.I.R. 1992 et des | verband met, enerzijds, artikel 147 van het W.I.B. 1992 en de ermee |
dispositions qui y sont liées, et, d'autre part, avec l'article 131 de | verbonden bepalingen en, anderzijds, artikel 131 van datzelfde |
ce même Code. | Wetboek. |
Ces dispositions sont soumises au contrôle de la Cour dans l'état | Die bepalingen worden ter toetsing aan het Hof voorgelegd in de versie |
antérieur à leur modification par la loi du 10 août 2001 portant | die dateert van vóór de wijziging ervan bij de wet van 10 augustus |
réforme de l'impôt des personnes physiques, publiée au Moniteur belge | 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, bekendgemaakt in |
du 20 septembre 2001, modification irrelevante en l'espèce. | het Belgisch Staatsblad van 20 september 2001, welke wijziging te |
dezen niet ter zake dienend is. | |
B.2.2. L'article 147 du C.I.R. 1992, comme les articles 149 et 150 du | B.2.2. Artikel 147 van het W.I.B. 1992 maakt, net zoals de artikelen |
149 en 150 van hetzelfde Wetboek, deel uit van onderafdeling 3, waarin | |
même Code, font partie de la sous-section 3, qui règle la réduction | de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten wordt |
d'impôt pour pensions et revenus de remplacement. Tel qu'il est | geregeld. Zoals het op het voor de verwijzende rechters in het geding |
applicable à l'exercice d'imposition en cause devant les juges a quo , | zijnde aanslagjaar van toepassing is, luidt artikel 147 van het W.I.B. |
l'article 147 du C.I.R. 1992 dispose : | 1992 : |
« Sur l'impôt afférent aux pensions et aux revenus de remplacement, | « Op de belasting met betrekking tot pensioenen en |
sont accordées les réductions suivantes : | vervangingsinkomsten worden de volgende verminderingen verleend : |
1° lorsque le revenu se compose exclusivement de pensions ou d'autres | 1° als het inkomen uitsluitend uit pensioenen of andere |
revenus de remplacement : | vervangingsinkomsten bestaat : |
- 54 240 francs pour un contribuable isolé; | - 54 240 frank voor een alleenstaande belastingplichtige; |
- 63 332 francs pour les deux conjoints; | - 63 332 frank voor echtgenoten samen; |
2° lorsque le revenu se compose partiellement de pensions ou d'autres | 2° als het inkomen gedeeltelijk uit pensioenen of andere |
revenus de remplacement : un montant égal à une quotité des réductions | vervangingsinkomsten bestaat : een bedrag gelijk aan een gedeelte van |
mentionnées au 1°, cette quotité étant déterminée par le rapport qu'il | de in 1° vermelde verminderingen, waarbij dat gedeelte wordt bepaald |
y a entre, d'une part, le montant net des pensions et des autres | naar de verhouding tussen het nettobedrag van de pensioenen en andere |
revenus de remplacement et, d'autre part, le montant de l'ensemble des revenus nets; | vervangingsinkomsten enerzijds en het totale netto-inkomen anderzijds; |
3° lorsque le revenu se compose exclusivement de prépensions ancien | 3° als het inkomen uitsluitend uit brugpensioenen oud stelsel bestaat |
régime : | : |
- 98 214 francs pour un contribuable isolé; | - 98 214 frank voor een alleenstaande belastingplichtige; |
- 107 307 francs pour les deux conjoints; | - 107 307 frank voor echtgenoten samen; |
4° lorsque le revenu se compose partiellement de prépensions ancien | 4° als het inkomen gedeeltelijk uit brugpensioenen oud stelsel bestaat |
régime : un montant égal à une quotité des réductions mentionnées au | : een bedrag gelijk aan een gedeelte van de in 3° vermelde |
3°, cette quotité étant déterminée par le rapport qu'il y a entre, | verminderingen, waarbij dat gedeelte wordt bepaald naar de verhouding |
d'une part, le montant net de ces prépensions et, d'autre part, le | tussen het nettobedrag van die brugpensioenen enerzijds en het totale |
montant de l'ensemble des revenus nets; | netto-inkomen anderzijds; |
5° lorsque le revenu se compose exclusivement d'allocations de | 5° als het inkomen uitsluitend uit werkloosheidsuitkeringen bestaat : |
chômage: le montant des réductions visées au 1°; | het bedrag van de belasting als vermeld in 1°; |
6° lorsque le revenu se compose partiellement d'allocations de chômage | 6° als het inkomen gedeeltelijk uit werkloosheidsuitkeringen bestaat : |
: un montant égal à une quotité des réductions mentionnées au 1°, | een bedrag gelijk aan een gedeelte van de in 1° vermelde |
cette quotité étant déterminée par le rapport qu'il y a entre, d'une | verminderingen, waarbij dat gedeelte wordt bepaald naar de verhouding |
part, le montant net des allocations de chômage et, d'autre part, le | tussen het nettobedrag van de werkloosheidsuitkeringen enerzijds en |
montant de l'ensemble des revenus nets; | het totale netto-inkomen anderzijds; |
7° lorsque le revenu se compose exclusivement d'indemnités légales | 7° als het inkomen uitsluitend uit wettelijke ziekte- en |
d'assurance en cas de maladie ou d'invalidité : | invaliditeitsuitkeringen bestaat : |
- 69 626 francs pour un contribuable isolé; | - 69 626 frank voor een alleenstaande belastingplichtige; |
- 78 712 francs pour les deux conjoints; | - 78 719 frank voor echtgenoten samen; |
8° lorsque le revenu se compose partiellement d'indemnités légales | 8° als het inkomen gedeeltelijk uit wettelijke ziekte- en |
d'assurance en cas de maladie ou d'invalidité : un montant égal à une | invaliditeitsuitkeringen bestaat : een bedrag gelijk aan een gedeelte |
quotité des réductions mentionnées au 7°, cette quotité étant | van de in 7° vermelde verminderingen, waarbij dat gedeelte wordt |
déterminée par le rapport qu'il y a entre, d'autre part, le montant | bepaald naar de verhouding tussen het nettobedrag van de wettelijke |
net des indemnités légales d'assurance en cas de maladie ou | ziekte- en invaliditeitsuitkeringen enerzijds en het totale |
d'invalidité et, d'autre part, le montant de l'ensemble des revenus nets. » | netto-inkomen anderzijds. » |
Tels qu'ils sont applicables au même exercice, les articles 149 et 150 | De artikelen 149 en 150 van hetzelfde Wetboek, zoals van toepassing op |
du même Code disposent : | hetzelfde aanslagjaar, bepalen : |
« Art. 149.Pour l'application de la présente sous-section, le montant |
« Art. 149.Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt het |
net des pensions et des revenus de remplacement, est déterminé | nettobedrag van de pensioenen en vervangingsinkomsten bepaald |
conformément aux articles 23, § 2, et 129. | overeenkomstig de artikelen 23, § 2, en 129. |
Art. 150.Lorsque la cotisation est établie au nom des deux conjoints |
Art. 150.Wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt |
et que ceux-ci bénéficient chacun de revenus, ces revenus sont cumulés | gevestigd en zij beiden inkomsten hebben, worden die per soort en per |
par espèce et par catégorie pour déterminer la réduction prévue par la | categorie samengesteld om de in deze onderafdeling bedoelde |
présente sous-section. » | vermindering te bepalen. » |
B.2.3. L'article 131 du C.I.R. 1992, tel qu'il est applicable à | B.2.3. Artikel 131 van het W.I.B. 1992, zoals van toepassing op het in |
l'exercice fiscal en cause, dispose : | het geding zijnde aanslagjaar, bepaalt : |
« Pour le calcul de l'impôt, est exemptée une quotité du revenu | « Voor de berekening van de belasting wordt een belastingvrije som |
déterminée comme suit : | verleend die als volgt wordt bepaald : |
1° pour un contribuable isolé, un montant de base de 165 000 francs; | 1° voor een alleenstaande belastingplichtige een basisbedrag van 165 |
2° pour chaque conjoint, un montant de base de 130 000 francs. » | 000 frank; 2° voor elke echtgenoot een basisbedrag van 130 000 frank. » |
B.3. Il est demandé à la Cour si l'article 131 et l'article 147, 1°, | B.3. Aan het Hof wordt gevraagd of de artikelen 131 en 147, 1°, het |
violent le principe d'égalité et de non-discrimination, en ce que tant | beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden, in zoverre de |
gehuwd samenwonenden zowel inzake de belastingvrije som van het | |
en matière de quotité du revenu exemptée d'impôt qu'en matière de | inkomen als inzake de belastingvermindering voor pensioenen en |
réduction d'impôt pour pensions et revenus de remplacement, les | vervangingsinkomsten minder goed worden behandeld dan de ongehuwd |
cohabitants mariés sont moins bien traités que les cohabitants non | samenwonenden wegens de bedragen waarin de voormelde bepalingen |
mariés, du fait des montants que prévoient les dispositions précitées, | respectievelijk voor de echtgenoten en voor de alleenstaande |
respectivement pour les conjoints et pour les contribuables isolés. | belastingplichtigen voorzien. |
B.4. Les articles 131 et 147, 1°, pour la quotité exemptée d'impôt et | B.4. De artikelen 131 en 147, 1°, strekken ertoe, bij het verlenen van |
la réduction qu'ils prévoient respectivement, visent à tenir compte, | respectievelijk de belastingvrije som en de belastingvermindering, in |
dans une certaine mesure, de la capacité contributive plus importante | zekere mate rekening te houden met de grotere financiële draagkracht |
des personnes qui supportent ensemble les frais fixes de subsistance. | van personen die samen de vaste kosten van levensonderhoud dragen. |
B.5. La différence de traitement entre conjoints et cohabitants non | B.5. Het verschil in behandeling tussen echtgenoten en ongehuwd |
mariés se fonde sur un élément objectif, à savoir que leur situation | samenwonenden steunt op het objectieve gegeven dat hun juridische |
juridique diffère aussi bien en ce qui concerne les obligations | toestand verschilt, zowel wat hun wederzijdse plichten als wat hun |
mutuelles qu'en ce qui concerne leur situation patrimoniale. | vermogensrechtelijke toestand betreft. |
Cette situation juridique différente peut, dans certains cas, | Die verschillende juridische toestand kan in bepaalde gevallen, |
lorsqu'elle est liée au but de la mesure, justifier une différence de | wanneer zij verband houdt met het doel van de maatregel, een verschil |
traitement entre cohabitants mariés et non mariés. | in behandeling tussen gehuwd en ongehuwd samenwonenden verantwoorden. |
B.6. La différence de traitement entre contribuables isolés, d'une | B.6. Het verschil in behandeling tussen alleenstaande |
part, et conjoints, d'autre part, n'est pas sans justification | belastingplichtigen, enerzijds, en echtgenoten, anderzijds, is niet |
raisonnable s'il s'agit de déterminer, lors du calcul de l'impôt, la | zonder redelijke verantwoording wanneer het erom gaat, bij de |
quotité exemptée d'impôt (article 131) ou la réduction pour pensions | berekening van de belasting, de belastingvrije som (artikel 131) of de |
belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten (artikel | |
et revenus de remplacement (article 147, 1° ). En effet, le | 147, 1°) vast te stellen. De wetgever kon er immers rekening mee |
législateur a pu tenir compte du fait que, dans le cas des personnes | houden dat de vaste kosten van levensonderhoud in het geval van |
mariées, les frais fixes de subsistance sont généralement inférieurs | gehuwde personen per persoon doorgaans lager liggen dan in het geval |
par personne à ceux d'un isolé. | van een alleenstaande. |
B.7. Cette justification ne saurait toutefois être retenue lorsque la | B.7. De verantwoording gaat evenwel niet op wanneer de situatie van de |
situation des conjoints est comparée avec celle des cohabitants non | echtgenoten vergeleken wordt met die van ongehuwd samenwonenden, die |
mariés, qui supportent également ensemble les frais fixes de | eveneens samen de vaste kosten van levensonderhoud dragen. Aangezien |
subsistance. Le fait, pour les cohabitants, d'être mariés ou non | het al of niet gehuwd zijn van de samenwonenden geen wezenlijke |
n'ayant pas d'influence essentielle sur les frais fixes de | invloed heeft op de vaste kosten van levensonderhoud, is dat |
subsistance, cette distinction n'est pas pertinente pour déterminer la | onderscheid niet relevant voor het bepalen van de belastingvrije som |
quotité exemptée d'impôt ou la réduction pour pensions et revenus de | of van de belastingvermindering voor pensioenen en |
remplacement qui leur est accordée. | vervangingsinkomsten die hun wordt toegekend. |
Il s'ensuit qu'il existe, en ce qui concerne le bénéfice de ces deux | Daaruit volgt dat, wat betreft het voordeel van die twee maatregelen, |
mesures, une différence de traitement injustifiée entre cohabitants | een onverantwoord verschil in behandeling bestaat tussen gehuwd en |
mariés et non mariés. | ongehuwd samenwonenden. |
B.8. Cette discrimination provient non des articles 131 et 147, 1°, du | B.8. Die discriminatie vloeit niet voort uit de artikelen 131 en 147, |
C.I.R. 1992 mais de ce que le législateur n'a prévu aucune disposition | 1°, van het W.I.B. 1992, maar uit het feit dat de wetgever in geen |
particulière à l'égard des cohabitants non mariés. | enkele bijzondere bepaling ten aanzien van de ongehuwd samenwonenden |
B.9. La première question préjudicielle dans l'affaire n° 2221 et la | heeft voorzien. B.9. De eerste prejudiciële vraag in de zaak nr. 2221 en de |
question préjudicielle posée dans l'affaire n° 2240 appellent une | prejudiciële vraag in de zaak nr. 2240 dienen ontkennend te worden |
réponse négative. | beantwoord. |
Quant à la différence de traitement entre employés et ouvriers en | Ten aanzien van het verschil in behandeling tussen bedienden en |
matière d'imposition du pécule de vacances | arbeiders inzake de aanslag van het vakantiegeld |
B.10. La seconde différence de traitement soumise à la Cour dans | |
l'affaire n° 2221 a pour objet le régime fiscal du pécule de vacances | B.10. Het tweede verschil in behandeling dat in de zaak nr. 2221 aan |
het Hof wordt voorgelegd, betreft de belastingregeling van het | |
payé à un travailleur admis à la prépension, selon que celui-ci est | vakantiegeld dat aan een op brugpensioen gestelde werknemer wordt |
employé ou ouvrier. | uitbetaald, naargelang hij bediende of arbeider is. |
La différence de traitement soumise à la Cour est double : | Het aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling is tweevoudig : |
- d'une part, l'article 171, 6°, du C.I.R. 1992 prévoit, au bénéfice | - enerzijds, bepaalt artikel 171, 6°, van het W.I.B. 1992, uitsluitend |
des seuls employés, que ce pécule est « imposable distinctement », le | in het voordeel van de bedienden, dat dat vakantiegeld « afzonderlijk |
taux retenu étant celui « afférent à l'ensemble des autres revenus | belastbaar » is, waarbij de toepasselijke aanslagvoet de aanslagvoet |
imposables »; en ce qui concerne les ouvriers, le pécule de vacances | is « met betrekking tot het geheel van de andere belastbare inkomsten |
s'ajoute aux autres revenus imposables et se voit appliquer, le cas | »; voor de arbeiders wordt het vakantiegeld bij de andere belastbare |
échéant, la règle de progressivité de l'impôt; | inkomsten gevoegd waardoor de regel van de progressiviteit van de |
belasting in voorkomend geval van toepassing wordt; | |
- d'autre part, dès lors que le pécule de vacances est payé à | - anderzijds, aangezien het vakantiegeld aan de bediende met |
l'employé prépensionné l'année de son départ (article 46 de l'arrêté | brugpensioen wordt uitbetaald in het jaar van zijn vertrek (artikel 46 |
royal du 30 mars 1967 relatif aux vacances annuelles des | van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 met betrekking tot de |
jaarlijkse vakantie van de werknemers), doch aan de bruggepensioneerde | |
travailleurs), mais n'est payé au prépensionné ayant le statut | met een arbeidersstatuut pas in het jaar dat volgt op zijn vertrek |
d'ouvrier que l'année qui suit son départ (article 23 du même arrêté | (artikel 23 van hetzelfde koninklijk besluit), wordt de arbeider met |
royal), l'ouvrier prépensionné, du fait du cumul de ce pécule avec ses | brugpensioen, wegens de samenvoeging van dat vakantiegeld met zijn |
revenus de remplacement, se voit privé totalement ou partiellement du bénéfice de la réduction d'impôt prévue par l'article 147 du C.I.R. 1992; à l'inverse, l'employé prépensionné ne reçoit, l'année qui suit son départ, que des revenus de remplacement, et peut dès lors bénéficier pleinement de la réduction d'impôt prévue par l'article 147, 1°, du même Code. B.11. Sans qu'il y ait lieu d'examiner s'il est raisonnablement justifié que le pécule de vacances payé à un travailleur qui bénéficie d'une prépension lui soit payé l'année de ce départ s'il a un statut d'employé mais, par contre, lui soit payé l'année qui suit ce départ s'il a un statut d'ouvrier, il faut constater que la combinaison de cette différence de traitement avec la réduction d'impôt prévue par l'article 147, vu les modalités retenues, aboutit à ce que les ouvriers prépensionnés soient traités différemment des employés prépensionnés sur le plan du bénéfice de cette réduction. | vervangingsinkomsten, geheel of gedeeltelijk het voordeel van de in artikel 147 van het W.I.B. 1992 verleende belastingvermindering ontzegd; omgekeerd ontvangt de bediende met brugpensioen in het jaar dat volgt op zijn vertrek enkel vervangingsinkomsten en kan hij bijgevolg ten volle de in artikel 147, 1°, van hetzelfde Wetboek verleende belastingvermindering genieten. B.11. Zonder dat er aanleiding is te onderzoeken of het redelijk verantwoord is dat het vakantiegeld dat wordt uitbetaald aan een werknemer die het voordeel van een brugpensioen geniet, wordt uitbetaald in het jaar van dat vertrek indien hij een bediendenstatuut heeft, doch, daarentegen, in het jaar dat volgt op zijn vertrek zo hij een arbeidersstatuut heeft, dient te worden vastgesteld dat de combinatie van dat verschil in behandeling met de in artikel 147 verleende belastingvermindering, gelet op de in aanmerking genomen modaliteiten, ertoe leidt dat de arbeiders met brugpensioen op het vlak van het voordeel van die belastingvermindering verschillend worden behandeld vergeleken met de bedienden met brugpensioen. |
En effet, l'article 147, 2°, prévoit que lorsque figurent aussi parmi | Artikel 147, 2°, bepaalt immers dat, wanneer het netto-inkomen ook uit |
les revenus, d'autres revenus que des pensions ou des revenus de | andere inkomsten bestaat dan pensioenen of vervangingsinkomsten, het |
remplacement, le montant de la réduction d'impôt fixée au 1° est | bedrag van de in het 1° bepaalde belastingvermindering wordt verlaagd |
réduit en fonction de l'importance de ces autres revenus par rapport aux revenus de remplacement. Pour les ouvriers qui bénéficient d'une prépension, le fait que leur pécule de vacances est payé l'année qui suit cette prépension a pour effet de leur rendre applicable l'article 147, 2°, avec pour conséquence qu'ils bénéficient d'une réduction d'impôt moindre que celle dont bénéficie, à situation égale, un prépensionné ayant le statut d'employé. Le Conseil des ministres n'établit pas et la Cour n'aperçoit pas davantage de justification raisonnable à cette différence de traitement entre travailleurs prépensionnés, selon qu'ils sont employés ou ouvriers. En ce que l'article 147 rend applicable au pécule de vacances payé aux ouvriers qui partent à la prépension, non son 1° mais son 2°, il n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.12. Par ailleurs, en ce que l'article 171, 6°, réserve aux seuls employés le bénéfice du taux distinct auquel il soumet le pécule de vacances acquis et payé à l'employé qui quitte l'entreprise, il prive du bénéfice d'une imposition à ce même taux préférentiel le pécule de vacances payé aux ouvriers se trouvant dans la même situation. Le Conseil des ministres n'établit pas, et la Cour n'aperçoit pas davantage ce qui justifierait raisonnablement une telle différence de traitement opérée entre travailleurs prépensionnés. L'argument avancé par le Conseil des ministres - à savoir le souci d'éviter l'effet de | naar de verhouding tussen die andere inkomsten en de vervangingsinkomsten. Aangezien het vakantiegeld aan de arbeiders die met brugpensioen gaan wordt uitbetaald in het jaar dat volgt op dat brugpensioen, wordt artikel 147, 2°, op hen van toepassing, met als gevolg dat zij een lagere belastingvermindering genieten dan die welke een bruggepensioneerde met een bediendenstatuut in een gelijke situatie geniet. De Ministerraad toont niet aan, en het Hof ziet evenmin in, in welk opzicht dat verschil in behandeling tussen werknemers met brugpensioen, naargelang zij bedienden of arbeiders zijn, nog redelijk verantwoord is. In zoverre het vakantiegeld dat wordt uitbetaald aan de arbeiders die met brugpensioen gaan, onder de toepassing van artikel 147, 2°, en niet onder de toepassing van artikel 147, 1°, valt, is artikel 147 niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.12. Overigens, in zoverre artikel 171, 6°, het voordeel van de afzonderlijke aanslagvoet waaraan het verkregen vakantiegeld dat wordt betaald aan een bediende die de onderneming verlaat is onderworpen, uitsluitend aan de bedienden voorbehoudt, ontzegt het het vakantiegeld dat wordt betaald aan de arbeiders die zich in dezelfde situatie bevinden, het voordeel van een aanslag tegen diezelfde preferentiële aanslagvoet. De Ministerraad toont niet aan, en het Hof ziet niet in, wat een dergelijk verschil in behandeling tussen werknemers met brugpensioen redelijk zou verantwoorden. Zo het door de Ministerraad aangevoerde argument - namelijk de zorg om het gevolg te vermijden van de |
la progressivité de l'impôt lié au cumul du pécule de vacances avec | progressiviteit van de belasting verbonden met de samenvoeging van het |
les autres revenus de l'année durant laquelle ce pécule est payé -, | vakantiegeld met de andere inkomsten van het jaar waarin dat |
s'il est de nature à justifier l'application à ce pécule d'un taux | vakantiegeld wordt betaald - de toepassing van een afzonderlijke |
d'imposition distinct, n'est toutefois pas de nature à justifier que | aanslagvoet op dat vakantiegeld kan verantwoorden, is het evenwel niet |
van die aard dat het kan verantwoorden dat het voordeel van die | |
le bénéfice de ce taux soit réservé aux seuls employés qui quittent | aanslagvoet uitsluitend wordt voorbehouden aan de bedienden die een |
une entreprise. | onderneming verlaten. |
Il s'ensuit que, en ce que l'article 171, 6°, du C.I.R. 1992 | Daaruit volgt dat, in zoverre artikel 171, 6°, van het W.I.B. 1992 |
s'applique aux seuls employés, il n'est pas compatible avec les | enkel op de bedienden van toepassing is, het niet bestaanbaar is met |
articles 10 et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. En tant que la discrimination constatée en B.7 ne provient pas des | 1. In zoverre de in B.7 vastgestelde discriminatie niet voortvloeit |
articles 131 et 147, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992, ces | uit de artikelen 131 en 147, 1°, van het Wetboek van de |
dispositions ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | inkomstenbelastingen 1992, schenden die bepalingen de artikelen 10 en |
11 van de Grondwet niet. | |
2. En tant qu'il exclut du bénéfice de l'application de son 1° le | 2. In zoverre het het inkomen van de arbeider met brugpensioen met |
inbegrip van het vakantiegeld dat naar aanleiding van zijn | |
revenu de l'ouvrier prépensionné comprenant le pécule de vacances payé | brugpensioen wordt betaald, uitsluit van het voordeel van de |
du fait de sa prépension, l'article 147 du même Code viole les | toepassing van artikel 147, 1°, schendt artikel 147 van hetzelfde |
articles 10 et 11 de la Constitution. | Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
3. L'article 171, 6°, premier tiret, du même Code viole les articles | 3. Artikel 171, 6°, eerste streepje, van hetzelfde Wetboek schendt de |
10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 11 décembre 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 11 december 2002. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |