Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 160/2002 du 6 novembre 2002 Numéros du rôle : 2328 et 2378 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 378, alinéa 1 er , du Code civil, posée par le juge de paix du troisième canton de Gand. "
Extrait de l'arrêt n° 160/2002 du 6 novembre 2002 Numéros du rôle : 2328 et 2378 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 378, alinéa 1 er , du Code civil, posée par le juge de paix du troisième canton de Gand. Uittreksel uit arrest nr. 160/2002 van 6 november 2002 Rolnummers 2328 en 2378 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 378, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het derde kanton Gent. Het samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. (...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 160/2002 du 6 novembre 2002 Uittreksel uit arrest nr. 160/2002 van 6 november 2002
Numéros du rôle : 2328 et 2378 Rolnummers 2328 en 2378
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 378, alinéa In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 378, eerste lid,
1er, du Code civil, posée par le juge de paix du troisième canton de van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het derde
Gand. kanton Gent.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et J.-P. Snappe, P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Snappe,
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van
Arts, voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par ordonnances des 27 décembre 2001 et 21 février 2002 en cause de C. Bij beschikkingen van 27 december 2001 en 21 februari 2002 in zake C.
Van Ooteghem et en cause de J. Goedertier et C. Key, dont les Van Ooteghem en in zake J. Goedertier en C. Key, waarvan de expedities
expéditions sont parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage les 24 ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 24 januari 2002 en
janvier 2002 et 28 février 2002, le juge de paix du troisième canton 28 februari 2002, heeft de vrederechter van het derde kanton Gent de
de Gand a posé la question préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Houdt artikel 378, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, juncto
« L'article 378, alinéa 1er, du Code civil, combiné avec l'article 410 artikel 410 van hetzelfde Wetboek, een schending in van de artikelen
du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en 10 en 11 van de Grondwet in zoverre dit voorziet in een verschuldigd
zijn van griffierechten voor de verzoeken uitgaande van de ouders van
tant qu'il prescrit que des droits de greffe sont dus pour les een minderjarig kind, terwijl voor de verzoeken in toepassing van
artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek door de persoon van de voogd
requêtes émanant des parents d'un enfant mineur, alors qu'en vertu de over een minderjarig kind krachtens artikel 162, 42°, junctis de
l'article 162, 42°, combiné avec les articles 279 et 280 du Code des artikelen 279 en 280 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en
droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, aucun droit de
greffe n'est dû par la personne du tuteur de l'enfant mineur pour les
requêtes déposées en application de l'article 410 du Code civil ? » griffierechten geen griffierechten verschuldigd zijn ? »
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 2328 et 2378 du rôle de Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2328 en 2378 van de rol
la Cour. van het Hof.
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle, telle qu'elle a été reformulée, est B.1. De prejudiciële vraag, zoals zij werd geherformuleerd, luidt :
libellée comme suit :
« L'article 279-1 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et « Schendt artikel 279-1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek-
de greffe, en tant qu'il renvoie à l'article 162, 42°, du même Code, en griffierechten, in zoverre het verwijst naar artikel 162, 42°, van
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het
exempte du droit de mise au rôle les requêtes en autorisation de verzoeken tot machtiging door de vrederechter, uitgaande van een
adressées au juge de paix par les tuteurs (article 410 du Code civil), voogd (artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek), vrijstelt van het
alors que les mêmes requêtes en autorisation émanant des parents rolrecht, terwijl dezelfde verzoeken tot machtiging door de
(article 378 du Code civil) ne sont pas exemptées de ce droit ? » vrederechter, uitgaande van de ouders (artikel 378 van het Burgerlijk
Wetboek), niet van het rolrecht zijn vrijgesteld ? »
B.2. L'article 378, alinéa 1er, du Code civil, qui fait partie des B.2. Artikel 378, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat deel
dispositions relatives à l'autorité parentale, dispose : uitmaakt van de bepalingen inzake ouderlijk gezag, bepaalt :
« Sont subordonnés à l'autorisation du juge de paix, les actes prévus « Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 935, derde lid, is de
à l'article 410 pour lesquels le tuteur doit requérir une autorisation machtiging van de vrederechter vereist om de in artikel 410 bepaalde
spéciale du juge de paix, sous réserve de ce qui est prévu à l'article handelingen te verrichten waarvoor de voogd bijzondere machtiging van
935, alinéa 3. » de vrederechter moet verkrijgen. »
L'article 410 du même Code, qui fait partie des dispositions en Artikel 410 van hetzelfde Wetboek, dat deel uitmaakt van de bepalingen
matière de tutelle, énonce : inzake voogdij, bepaalt :
« § 1er. Le tuteur doit être spécialement autorisé par le juge de paix « § 1. De vrederechter moet de voogd bijzondere machtiging verlenen om
pour : :
1° aliéner les biens du mineur, hormis les fruits et objets de rebut, 1° de goederen van de minderjarige, met uitzondering van de vruchten
sauf dans le cadre de la gestion confiée à un établissement tel que en de onbruikbare voorwerpen, te vervreemden, tenzij het beheer is
visé à l'article 407, § 1er, 4°; opgedragen aan een instelling bedoeld in artikel 407, § 1, 4°;
2° emprunter; 3° hypothéquer ou donner en gage les biens du mineur; 4° consentir un bail à ferme, un bail commercial ou un bail à loyer de plus de neuf ans ainsi que pour renouveler un bail commercial; 5° renoncer à une succession ou à un legs universel ou à titre universel ou l'accepter, ce qui ne pourra se faire que sous bénéfice d'inventaire; 6° accepter une donation ou un legs à titre particulier; 7° représenter le mineur en justice comme demandeur dans les autres 2° een lening aan te gaan; 3° de goederen van de minderjarige te hypothekeren of in pand te geven; 4° een pachtcontract, een handelshuurovereenkomst of een gewone huurovereenkomst van meer dan negen jaar te sluiten alsook een handelshuurovereenkomst te hernieuwen; 5° een nalatenschap, een algemeen legaat of een legaat onder algemene titel te verwerpen of te aanvaarden, wat slechts onder voorrecht van boedelbeschrijving kan geschieden; 6° een schenking of een legaat onder bijzondere titel te aanvaarden; 7° de minderjarige in rechte te vertegenwoordigen als eiser bij de andere rechtsplegingen en handelingen dan die bedoeld in de artikelen
procédures et actes que ceux prévus aux articles 1150, 1180-1° et 1206 1150, 1180-1° en 1206 van het Gerechtelijk Wetboek;
du Code judiciaire; 8° conclure un pacte d'indivision; 8° een overeenkomst van onverdeeldheid te sluiten;
9° acheter un bien immeuble; 9° een onroerend goed aan te kopen;
10° acquiescer à une demande ou à un jugement; 10° te berusten in een vordering of in een vonnis;
11° transiger ou conclure une convention d'arbitrage; 11° een dading aan te gaan of een arbitrage-overeenkomst te sluiten;
12° continuer un commerce recueilli dans une succession légale ou testamentaire. L'administration du commerce peut être confiée à un administrateur spécial sous le contrôle du tuteur. Le juge de paix peut à tout moment retirer son autorisation; 13° aliéner des souvenirs et autres objets à caractère personnel, même s'il s'agit d'objets de peu de valeur. § 2. La vente des biens meubles ou immeubles du mineur est publique. Le tuteur peut toutefois se faire autoriser à vendre de gré à gré les biens meubles ou immeubles. L'autorisation est accordée si l'intérêt du mineur l'exige. Elle indique expressément la raison pour laquelle la vente de gré à gré sert l'intérêt du mineur. Lorsqu'il s'agit de la vente d'un bien immeuble, celle-ci a lieu conformément au projet d'acte de vente dressé par un notaire et approuvé par le juge de paix. Le juge de paix s'entoure de tous les renseignements utiles; il peut notamment recueillir l'avis de toute personne qu'il estime apte à le renseigner. Les souvenirs et autres objets de caractère personnel sont, sauf nécessité absolue, exceptés de l'aliénation et sont gardés à la disposition du mineur jusqu'à sa majorité. En tout cas, le mineur qui possède le discernement requis est invité pour être entendu, s'il le souhaite, avant que l'autorisation puisse être accordée. » En vertu de l'article 935, alinéa 3, du même Code, les père et mère du mineur émancipé ou non émancipé peuvent accepter pour lui la donation qui lui est faite. B.3. Ce n'est pas le traitement égal des parents et des tuteurs, 12° een handelszaak voort te zetten die is verkregen door wettelijke erfopvolging of door erfopvolging krachtens uiterste wil. Het bestuur van de handelszaak mag worden opgedragen aan een bijzondere bewindvoerder onder het toezicht van de voogd. De vrederechter kan zijn toestemming te allen tijde intrekken; 13° souvenirs en andere persoonlijke voorwerpen, zelfs als het om voorwerpen van geringe waarde gaat te vervreemden. § 2. De verkoop van de roerende of onroerende goederen van de minderjarige gebeurt openbaar. Aan de voogd kan evenwel machtiging worden verleend om de roerende of onroerende goederen onderhands te verkopen. Deze machtiging wordt verleend indien het belang van de minderjarige zulks vereist. Er wordt uitdrukkelijk in vermeld waarom de onderhandse verkoop de belangen van de minderjarige dient. Onroerende goederen worden verkocht overeenkomstig het ontwerp van verkoopakte opgesteld door een notaris en goedgekeurd door de vrederechter. De vrederechter wint de nodige inlichtingen in. Hij kan inzonderheid het advies inwinnen van eenieder die hij daartoe geschikt acht. Souvenirs en andere persoonlijke voorwerpen kunnen niet worden vervreemd tenzij zulks volstrekt noodzakelijk is en worden ter beschikking van de minderjarige gehouden tot zijn meerderjarigheid. In elk geval wordt de minderjarige die over het vereiste onderscheidingsvermogen beschikt uitgenodigd om, indien hij dit wenst, gehoord te worden vooraleer machtiging kan worden verleend. » Krachtens artikel 935, derde lid, van hetzelfde Wetboek kunnen de vader en de moeder van de ontvoogde of niet ontvoogde minderjarige de schenking voor hem aannemen.
résultant des dispositions précitées, en matière d'obligation B.3. Niet de gelijke behandeling van ouders en voogden inzake de
d'autorisation par le juge de paix qui constitue l'objet de la verplichting tot machtiging van de vrederechter, die uit de voormelde
question préjudicielle, mais bien la différence de traitement entre bepalingen voortvloeit, vormt het onderwerp van de prejudiciële vraag,
les parents et les tuteurs concernant le droit de mise au rôle dû à maar wel het verschil in behandeling van ouders en voogden inzake het
cette occasion. rolrecht dat daarvoor verschuldigd is.
B.4. Voor elk verzoekschrift dat in de registers der verzoekschriften
B.4. Il est perçu un droit de 27 euros pour chaque requête inscrite van de vredegerechten wordt ingeschreven, wordt een recht van 27 euro
dans les registres des requêtes des justices de paix (article 269-2, geheven (artikel 269-2, 1°, van het Wetboek der registratie-,
1°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe). hypotheek- en griffierechten).
En vertu de l'article 162, 42°, du même Code, les actes, jugements et Op grond van artikel 162, 42°, van hetzelfde Wetboek zijn de akten,
arrêts relatifs aux procédures en matière de tutelle des mineurs, des vonnissen en arresten betreffende procedures inzake de voogdij van
minderjarigen, van personen in staat van verlengde minderjarigheid en
mineurs prolongés ou des interdits sont exemptés de la formalité de van onbekwaamverklaarden vrijgesteld van de formaliteit der
l'enregistrement. registratie.
Aux termes de l'article 279-1 du même Code, l'inscription des causes Op grond van artikel 279-1 van hetzelfde Wetboek zijn de
dont les jugements et arrêts bénéficient de l'exemption du droit ou de inschrijvingen van zaken waarvan de vonnissen en arresten krachtens de
la formalité de l'enregistrement en vertu des articles 161 et 162 est artikelen 161 en 162 vrijstelling genieten van het recht of van de
exemptée du droit de mise au rôle. formaliteit der registratie, vrijgesteld van het rolrecht.
B.5. Avant sa modification par l'article 85 de la loi du 29 avril 2001 B.5. Vóór de wijziging bij artikel 85 van de wet van 29 april 2001 tot
modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over
mineurs, l'article 162, 42°, du Code des droits d'enregistrement, minderjarigen bepaalde artikel 162, 42°, van het Wetboek der
d'hypothèque et de greffe disposait que les citations préalables aux registratie-, hypotheek- en griffierechten dat de dagvaardingen die
conseils de famille étaient exemptées de la formalité de aan een familieraad voorafgaan van de formaliteit der registratie en,
l'enregistrement et dès lors aussi, en vertu de l'article 279-1 du op grond van artikel 279-1 van hetzelfde Wetboek, derhalve ook van het
même Code, du droit de mise au rôle, lorsque l'indigence des mineurs rolrecht waren vrijgesteld wanneer het onvermogen van de minderjarigen
ou interdits et celle des père et mère des mineurs était constatée par of ontzette personen en dat van de vader en de moeder van de
un certificat du bourgmestre de leur résidence ou de son délégué. Il minderjarigen bleek uit een getuigschrift van de burgemeester van hun
s'agissait par conséquent d'une exemption à caractère social. verblijfplaats of diens gelastigde. Het betrof bijgevolg een sociale
vrijstelling.
B.6. La loi du 29 avril 2001 a supprimé l'institution du conseil de B.6. De wet van 29 april 2001 heeft de instelling van de familieraad
famille. Cette loi a tout autant étendu que limité le champ
d'application de l'exemption du droit de mise au rôle. D'une part, afgeschaft. Het toepassingsgebied van de vrijstelling van het rolrecht
l'exemption n'est plus limitée aux cas dans lesquels les intéressés werd door die wet zowel uitgebreid als beperkt. Enerzijds, is de
s'avèrent être indigents. D'autre part, du fait que la tutelle vrijstelling niet langer beperkt tot de gevallen waarin de betrokkenen
n'existe désormais plus que lorsque les deux parents sont décédés onvermogend blijken te zijn. Anderzijds, doordat de voogdij voortaan
(article 389 du Code civil), l'exemption ne peut plus être appliquée si l'un des parents seulement est décédé. B.7. Il appartient au législateur d'apprécier si un régime d'exemption fiscale instauré par lui doit être maintenu ou non ou être remplacé par un autre régime. Toutefois, s'il en résulte une différence de traitement entre des catégories de redevables, la Cour doit examiner si cette différence peut se justifier objectivement et raisonnablement au regard de l'objectif poursuivi. B.8. En accordant l'exemption du droit de mise au rôle sur la base du critère de l'existence d'une tutelle et donc du décès des deux parents, le législateur a favorisé une catégorie de redevables dont il peut raisonnablement être admis qu'elle correspond le mieux à l'objectif social visé par l'exemption. slechts ontstaat indien beide ouders zijn overleden (artikel 389 van het Burgerlijk Wetboek), kan de vrijstelling niet langer worden toegepast indien één van de ouders is overleden. B.7. Het komt de wetgever toe te oordelen of een stelsel van fiscale vrijstellingen dat hij heeft ingevoerd al dan niet moet worden gehandhaafd of vervangen door een ander stelsel. Indien daardoor evenwel een verschil in behandeling tussen categorieën van belastingplichtigen ontstaat, dient het Hof te beoordelen of dat verschil objectief en in redelijkheid kan worden verantwoord ten aanzien van de nagestreefde doelstelling. B.8. Door de vrijstelling van het rolrecht toe te kennen op grond van het criterium dat de voogdij is ontstaan en derhalve dat beide ouders zijn overleden, heeft de wetgever een categorie van belastingplichtigen begunstigd waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij het meest beantwoordt aan de sociale doelstelling die met de vrijstelling wordt beoogd.
Compte tenu du montant limité du droit de mise au rôle, l'exclusion Gelet op het beperkte bedrag van het rolrecht kan de uitsluiting van
des autres redevables de l'exemption ne peut pas être considérée comme de andere belastingplichtigen van de vrijstelling niet als kennelijk
étant manifestement disproportionnée. onevenredig worden beschouwd.
B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.9. De prejudiciële vraag moet ontkennend worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 279-1 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et Artikel 279-1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en
de greffe, en tant qu'il renvoie à l'article 162, 42°, du même Code, griffierechten, in zoverre het verwijst naar artikel 162, 42°, van
ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il hetzelfde Wetboek, schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
exempte du droit de mise au rôle les requêtes en autorisation doordat het de verzoeken tot machtiging door de vrederechter,
adressées au juge de paix par les tuteurs (article 410 du Code civil). uitgaande van een voogd (artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek),
vrijstelt van het rolrecht.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 6 novembre 2002. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 6 november 2002.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^