← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 149/2002 du 15 octobre 2002 Numéro du rôle : 2267 En cause
: la question préjudicielle concernant l'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée
par le juge des saisies du Tribunal de première instance de La Cour d'arbitrage, composée
des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, (...)"
Extrait de l'arrêt n° 149/2002 du 15 octobre 2002 Numéro du rôle : 2267 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le juge des saisies du Tribunal de première instance de La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 149/2002 van 15 oktober 2002 Rolnummer 2267 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fra(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 149/2002 du 15 octobre 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 149/2002 van 15 oktober 2002 |
Numéro du rôle : 2267 | Rolnummer 2267 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 409 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 409 van het |
des impôts sur les revenus 1992, posée par le juge des saisies du | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de |
Tribunal de première instance de Gand. | beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Gent. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
François, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée | L. François, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par jugement du 24 octobre 2000 en cause de la société de droit | Bij vonnis van 24 oktober 2000 in zake de vennootschap naar Libanees |
libanais Aram A. Khatchadourian Group contre l'Etat belge, dont | recht Aram A. Khatchadourian Group tegen de Belgische Staat, waarvan |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 9 | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 |
octobre 2001, le juge des saisies du Tribunal de première instance de | oktober 2001, heeft de beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg |
Gand a posé la question préjudicielle suivante : | te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992 - interprété | « Schendt artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 |
comme privant le juge des saisies, saisi d'une opposition contre une | - indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat het aan de beslagrechter |
saisie conservatoire opérée par l'administration fiscale, de la | die is gevat van een verzet tegen een door de fiscale administratie |
possibilité de contrôler le caractère certain, liquide et exigible de | gelegd bewarend beslag, de mogelijkheid ontzegt om het zeker, |
la dette d'impôt et limitant sa possibilité de contrôle à vérifier si | vaststaand en opeisbaar karakter van de belastingsschuld te |
controleren en zijn controlemogelijkheid ertoe zou beperken na te gaan | |
l'impôt a été correctement enrôlé du point de vue formel et technique | of de belasting vormtechnisch correct werd ingekohierd - de artikelen |
- viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant que, | 10 en 11 van de Grondwet inzoverre het, in die interpretatie, een niet |
dans cette interprétation, il instaurerait une inégalité de traitement | redelijk verantwoorde ongelijke behandeling zou invoeren tussen de |
non raisonnablement justifiée entre le débiteur d'une dette d'impôt | schuldenaar van een (inkomsten)belastingsschuld enerzijds en een |
(sur les revenus), d'une part, et le débiteur d'une autre dette, | schuldenaar van een andere schuld anderzijds, welke laatste in het |
d'autre part, ce dernier pouvant soumettre à un contrôle | kader van een gemeenrechtelijke beslagprocedure het zeker, vaststaand |
juridictionnel effectif, dans le cadre d'une procédure de saisie de | en opeisbaar karakter van de schuldvordering wel aan een daadwerkelijk |
droit commun, le caractère certain, liquide et exigible de la créance ? » | jurisdictioneel toezicht kan onderwerpen ? » |
(...) | (...) |
V. En droit | V. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la recevabilité | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
B.1.1. Le Conseil des ministres et le Gouvernement flamand estiment | B.1.1. De Ministerraad en de Vlaamse Regering zijn van oordeel dat de |
que la question préjudicielle est irrecevable, parce qu'il n'est pas | prejudiciële vraag onontvankelijk is, omdat geen twee duidelijk |
possible de discerner deux catégories de personnes clairement distinctes. | onderscheiden categorieën van personen kunnen worden vastgesteld. |
B.1.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de | B.1.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de |
l'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992 avec les | bestaanbaarheid van artikel 409 van het Wetboek van de |
articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il instaurerait une différence ne pouvant être raisonnablement justifiée entre le débiteur d'une dette d'impôt (sur les revenus), d'une part, et le débiteur d'une autre dette, d'autre part, parce qu'en cas de saisie conservatoire, le premier, contrairement au second, ne pourrait soumettre à un contrôle juridictionnel effectif le caractère certain, liquide et exigible de la créance. La Cour est par conséquent interrogée sur une différence de traitement entre les débiteurs, selon que la dette est de droit commun ou une dette d'impôt sur les revenus. B.1.3. L'exception est rejetée. Quant au fond | inkomstenbelastingen 1992 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk te verantwoorden verschil zou invoeren tussen de schuldenaar van een (inkomsten)belastingschuld, enerzijds, en de schuldenaar van een andere schuld, anderzijds, omdat de eerstgenoemde, in tegenstelling tot de laatstgenoemde, in geval van bewarend beslag, het zekere, vaststaande en opeisbare karakter van de schuld niet aan een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht zou kunnen onderwerpen. Aldus wordt het Hof ondervraagd over een verschil in behandeling tussen de schuldenaars naargelang de schuld een gemeenrechtelijke dan wel een inkomstenbelastingschuld is. B.1.3. De exceptie wordt verworpen. Ten gronde |
B.2. Le juge a quo estime que l'article 1415 du Code judiciaire n'est | B.2. De verwijzende rechter is van oordeel dat artikel 1415 van het |
pas applicable lorsque l'est l'article 409 du Code des impôts sur les | Gerechtelijk Wetboek niet van toepassing is op artikel 409 van het |
revenus 1992, de sorte que ce dernier article permettrait seulement au | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, waardoor dit laatste artikel |
juge des saisies d'exercer un contrôle formel. | slechts een formele toetsing door de beslagrechter mogelijk zou maken. |
La Cour doit vérifier si cette dérogation au droit commun des saisies | Het Hof moet nagaan of die afwijking van het gemeen beslagrecht niet |
n'a pas pour effet de priver les contribuables concernés de la | tot gevolg heeft dat aan de betrokken belastingplichtige de essentiële |
garantie essentielle que constitue le contrôle juridictionnel effectif | waarborg wordt ontzegd die bestaat in de daadwerkelijke |
portant sur la régularité et la validité de la saisie conservatoire. | jurisdictionele controle betreffende de regelmatigheid en de |
geldigheid van het bewarend beslag. | |
B.3.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 28 mars 1955 | B.3.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 28 maart 1955 |
qui a inséré la disposition en cause dans les lois relatives aux | die de in het geding zijnde bepaling in de wetten betreffende de |
impôts sur les revenus, coordonnées le 15 janvier 1948, que le législateur s'est soucié de protéger les intérêts du Trésor. « Une récente jurisprudence, basée sur l'article 68, alinéa 2, [...] , dénie au receveur le droit de procéder ou de faire procéder à une mesure quelconque d'exécution, telle la saisie, sans distinguer si ces mesures tendent à la vente des biens saisis et au recouvrement immédiat d'un impôt contesté par le contribuable ou à la simple garantie du recouvrement futur d'un tel impôt.[...] Il est donc indispensable d'adapter le texte de la loi en précisant sans ambiguïté que l'introduction d'une réclamation ou d'un recours ne fait pas obstacle à la mise en oeuvre [...] des mesures propres à garantir le | inkomstenbelastingen, gecoördineerd op 15 januari 1948, heeft ingevoegd, blijkt dat de wetgever ernaar heeft gestreefd de belangen van de Schatkist te vrijwaren. « Een recente rechtspraak welke steunt op artikel 68, lid 2, [...], [ontzegt] aan de ontvanger het recht enige uitvoeringsmaatregel te treffen of te doen treffen, zoals het beslag, zonder dat deze rechtspraak enig onderscheid maakt tussen maatregelen welke tot de verkoop van de in beslag genomen goederen strekken en tot de onmiddellijke invordering van een door de belastingplichtige betwiste belasting en tussen maatregelen die alleen de waarborging van de latere invordering van een dergelijke belasting tot doel hebben [...]. Het is derhalve onontbeerlijk de tekst van de wet aan te passen met ondubbelzinnig te preciseren dat het indienen van een reclamatie of van beroep geen hinderpaal is voor het treffen [...] van gepaste maatregelen om de latere invordering van het volle |
recouvrement ultérieur de l'intégralité de l'impôt enrôlé » (Doc. | bedrag van de ingekohierde belasting te waarborgen » (Parl. St. , |
parl. , Chambre, 1954-1955, n° 160/1, p. 10). | Kamer, 1954-1955, nr. 160/1, p. 10). |
B.3.2. La différence de traitement entre le débiteur d'une dette | B.3.2. Het verschil in behandeling tussen de schuldenaar van een |
d'impôt sur les revenus et le débiteur d'une dette de droit commun | inkomstenbelastingschuld en de schuldenaar van een gemeenrechtelijke |
repose sur un critère objectif de distinction : la nature de la | schuld, berust op een objectief criterium van onderscheid : het |
créance. | karakter van de schuldvordering. |
B.3.3. Dès lors que le produit de l'impôt ne peut être affecté qu'à la | B.3.3. Aangezien de opbrengst van de belasting enkel mag worden |
satisfaction de l'intérêt général et à la mise en oeuvre, par les | aangewend voor de behartiging van het algemeen belang en voor de |
inwerkingstelling door de overheid van haar verbintenissen ten aanzien | |
pouvoirs publics, de leurs engagements vis-à-vis de la collectivité, | van de collectiviteit, moet worden aangenomen dat de bewarende |
il doit être admis que les mesures conservatoires des intérêts de | maatregelen ten gunste van de Staat mogen afwijken van sommige regels |
l'Etat puissent déroger à certaines règles de droit commun. Le | van het gemeen recht. De fiscale wetgever vermag dus van de bepalingen |
législateur fiscal peut donc déroger à des dispositions du Code | van het Gerechtelijk Wetboek af te wijken zonder daarom |
judiciaire sans pour autant méconnaître nécessairement les règles | noodzakelijkerwijze de regels van de gelijkheid en niet-discriminatie te miskennen. |
d'égalité et de non-discrimination. | B.3.4. Het Hof moet evenwel nagaan of, rekening houdend met de |
B.3.4. La Cour doit cependant vérifier si, compte tenu de ses effets, | gevolgen ervan, de in het geding zijnde bepaling niet onevenredig is |
la mesure en cause n'est pas disproportionnée à l'objectif poursuivi. | ten opzichte van het nagestreefde doel. De door het Hof uitgeoefende |
Le contrôle de la Cour est plus strict si, comme en l'espèce, un | toetsing is strikter wanneer, zoals te dezen, een fundamenteel |
principe fondamental est en cause. | beginsel in het geding is. |
Conformément à l'article 1420 du Code judiciaire, la partie saisie | Overeenkomstig artikel 1420 van het Gerechtelijk Wetboek kan de |
peut citer le saisissant devant le juge des saisies, aux fins de faire | beslagene de beslaglegger dagvaarden voor de beslagrechter, teneinde |
ordonner la levée de la saisie. Selon l'interprétation donnée par le | de opheffing van het beslag te doen gelasten. Volgens de interpretatie |
juge a quo , le juge des saisies ne pourrait, en l'espèce, contrôler | van de verwijzende rechter zou de beslagrechter te dezen enkel de |
que les aspects formels de l'enrôlement, sans pouvoir exercer un | bevoegdheid hebben om de vormtechnische aspecten van de inkohiering te |
contrôle même marginal sur les conditions auxquelles doit satisfaire | controleren, zonder zelfs een marginaal toezicht te kunnen uitoefenen |
une saisie conservatoire, tels notamment l'urgence et le caractère | op de voorwaarden waaraan een bewarend beslag dient te voldoen, zoals |
onder meer de dringende noodzakelijkheid en het zekere, vaststaande en | |
certain, liquide et exigible de la créance. | opeisbare karakter van de schuldvordering. |
Interprété ainsi, l'article 409 du Code des impôts sur les revenus | In die zin geïnterpreteerd, leidt artikel 409 van het Wetboek van de |
1992 entraîne des effets excessifs pour le débiteur d'une dette | inkomstenbelastingen 1992 tot een onevenredig gevolg voor de |
d'impôt sur les revenus en le privant du droit à un contrôle | schuldenaar van een inkomstenbelastingschuld door hem het recht op een |
juridictionnel effectif de la saisie conservatoire. | daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht op het bewarend beslag te |
B.4. La Cour constate cependant que l'article 409 du Code des impôts | ontzeggen. B.4. Het Hof stelt evenwel vast dat artikel 409 van het Wetboek van de |
sur les revenus 1992 se borne à poser que « l'introduction d'une | inkomstenbelastingen 1992 zich ertoe beperkt te stellen dat « het |
réclamation ou d'un recours ne fait [pas] obstacle [...] à la saisie | indienen van bezwaar of van beroep geen hinderpaal [vormt] voor het |
». | beslag ». |
La disposition en cause peut aussi être interprétée comme n'autorisant | De in het geding zijnde bepaling kan ook in die zin worden |
pas le receveur à déroger au droit commun en matière de saisie | geïnterpreteerd dat zij de ontvanger niet toestaat dermate van het |
conservatoire au point de priver les personnes qui font l'objet d'une | gemeen recht inzake bewarend beslag af te wijken dat zij de personen |
die het voorwerp uitmaken van een bewarend beslag ieder daadwerkelijk | |
telle saisie de tout contrôle juridictionnel effectif quant à la | jurisdictioneel toezicht op de regelmatigheid en de geldigheid van dat |
régularité et à la validité de celle-ci. | beslag zou vermogen te ontzeggen. |
Il s'ensuit que l'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992, | Daaruit volgt dat artikel 409 van het Wetboek van de |
compte tenu de l'article 1415 du Code judiciaire, autorise le juge des | inkomstenbelastingen 1992, rekening houdend met artikel 1415 van het |
saisies à exercer un contrôle juridictionnel effectif sur la saisie | Gerechtelijk Wetboek, de beslagrechter toestaat een daadwerkelijk |
conservatoire. | jurisdictioneel toezicht op het bewarend beslag uit te oefenen. |
Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle une | In die interpretatie dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden |
réponse négative. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit: | zegt voor recht : |
- L'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992, interprété en | - In zoverre artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
ce sens qu'il prive le débiteur d'une dette d'impôt sur les revenus du | 1992 zo wordt geïnterpreteerd dat het de schuldenaar van een |
droit à un contrôle juridictionnel effectif de la saisie | inkomstenbelastingschuld het recht op een daadwerkelijk |
conservatoire, viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | jurisdictioneel toezicht op het bewarend beslag ontzegt, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
- L'article 409 du Code des impôts sur les revenus 1992, interprété en | - In zoverre artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
ce sens qu'il ne prive pas le débiteur d'une dette d'impôt sur les | 1992 zo wordt geïnterpreteerd dat het de schuldenaar van een |
inkomstenbelastingschuld het recht op een daadwerkelijk | |
revenus du droit à un contrôle juridictionnel effectif de la saisie | jurisdictioneel toezicht op het bewarend beslag niet ontzegt, schendt |
conservatoire, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van het bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 octobre 2002, par le | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 oktober 2002, door |
siège précité, dans lequel le juge J.-P. Moerman est remplacé, pour le | de voormelde zetel, waarin rechter J.-P. Moerman voor de uitspraak is |
prononcé, par le juge R. Henneuse, conformément à l'article 110 de la | vervangen door rechter R. Henneuse, overeenkomstig artikel 110 van |
même loi. | dezelfde wet. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts | A. Arts |