← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 131/2002 du 18 septembre 2002 Numéro du rôle : 2213 En cause
: la question préjudicielle relative aux articles 181 et 182 du Code wallon de l'aménagement du territoire,
de l'urbanisme et du patrimoine, modifié par le dé La Cour d'arbitrage, composée des
présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 131/2002 du 18 septembre 2002 Numéro du rôle : 2213 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 181 et 182 du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine, modifié par le dé La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 131/2002 van 18 september 2002 Rolnummer 2213 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 181 en 182 van het Waalse Wetboek van ruimtelijke ordening, stedebouw en patrimonium, zoals gewijzigd bij het dec Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 131/2002 du 18 septembre 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 131/2002 van 18 september 2002 |
| Numéro du rôle : 2213 | Rolnummer 2213 |
| En cause : la question préjudicielle relative aux articles 181 et 182 | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 181 en 182 |
| van het Waalse Wetboek van ruimtelijke ordening, stedebouw en | |
| du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du | patrimonium, zoals gewijzigd bij het decreet van het Waalse Gewest van |
| patrimoine, modifié par le décret de la Région wallonne du 27 novembre | 27 november 1997, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te |
| 1997, posée par le Tribunal de première instance de Charleroi. | Charleroi. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen et E. Derycke, assistée | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen en E. Derycke, |
| du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
| Par jugement du 26 juin 2001 en cause de la Région wallonne contre la | Bij vonnis van 26 juni 2001 in zake het Waalse Gewest tegen de n.v. |
| s.a. Hermans et la s.a. Loman, dont l'expédition est parvenue au | Hermans en de n.v. Loman, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| greffe de la Cour d'arbitrage le 3 juillet 2001, le Tribunal de | Arbitragehof is ingekomen op 3 juli 2001, heeft de Rechtbank van |
| première instance de Charleroi a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 181 et 182 du Code wallon de l'Aménagement du | « Schenden de artikelen 181 en 182 van het Waalse Wetboek van |
| Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, in zoverre | |
| Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine, interprétés comme | geïnterpreteerd als een verplichting voor de Waalse Regering om een |
| imposant au Gouvernement wallon d'avoir recours à la procédure | beroep te doen op de bij de wet van 26 juli 1962 voorgeschreven |
| d'expropriation d'extrême urgence établie par la loi du 26 juillet | rechtspleging inzake onteigening bij hoogdringende omstandigheden, met |
| 1962, pour exproprier les sites d'activités économiques désaffectés | het oog op de onteigening van van gewestelijk belang verklaarde |
| reconnus d'intérêt régional, à l'exclusion des procédures établies par | afgedankte bedrijfsruimten, met uitsluiting van de procedures |
| la loi du 17 avril 1935 [lire : 1835] sur l'expropriation pour cause | voorgeschreven bij de wet van 17 april 1935 [lees : 1835] op de |
| d'utilité publique, la loi du 10 mai 1926 instituant une procédure | onteigening ten algemene nutte, de wet van 10 mei 1926 tot instelling |
| van een rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening | |
| d'urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité publique et | ten algemeenen nutte, en als een vermoeden van hoogdringende |
| comme présumant l'extrême urgence dispensant le Gouvernement wallon de | omstandigheden waardoor de Waalse Regering is vrijgesteld van de |
| constater que la prise de possession immédiate du bien est | vaststelling dat de onmiddellijke inbezitneming van het goed |
| indispensable, violent-ils les règles répartitrices de compétence | onontbeerlijk is, de regels houdende verdeling van de bevoegdheid |
| entre l'Etat, les communautés et les régions et notamment l'article 16 | tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en inzonderheid |
| de la Constitution et l'article 79, § 1er, de la loi de réformes | artikel 16 van de Grondwet en artikel 79, § 1, van de wet van 8 |
| institutionnelles du 8 août 1980, lus isolément ou en combinaison avec | augustus 1980 tot hervorming der instellingen, afzonderlijk of in |
| l'article 1er de la loi relative à la procédure d'extrême urgence en | samenhang gelezen met artikel 1 van de wet betreffende de |
| matière d'expropriation pour cause d'utilité publique ? » | rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte ? » |
| (...) | (...) |
| IV. En droit | IV. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Les articles 181 et 182 du Code wallon de l'aménagement du | B.1. De artikelen 181 en 182 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
| territoire, de l'urbanisme et du patrimoine - ci-après C.W.A.T.U.P. - | Ordening, Stedebouw en Patrimonium - hierna W.W.R.O.S.P. - luiden : |
| disposent : « Art. 181.Le Gouvernement peut décréter d'utilité publique |
« Art. 181.De Regering kan besluiten tot de onteigening ten algemenen |
| l'expropriation de biens immobiliers compris dans le périmètre d'un | nutte van onroerende goederen die gelegen zijn binnen de omvang van |
| site d'activité économique désaffecté, un périmètre de revitalisation | een afgedankte bedrijfsruimte, een gebied van stadsheropleving of |
| urbaine ou un périmètre de rénovation urbaine. | -vernieuwing. |
| L'expropriation est poursuivie selon les règles prévues par la loi du | |
| 26 juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence en matière | Ze worden onteigend op de wijze bepaald bij de wet van 26 juli 1962 |
| d'expropriation pour cause d'utilité publique. | betreffende de rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake de |
| onteigening ten algemenen nutte. | |
Art. 182.§ 1er. Le Gouvernement peut reconnaître d'intérêt régional |
Art. 182.§ 1. De Regering kan besluiten tot het gewestelijk belang |
| l'assainissement de sites d'activité économique désaffectés dont il | van de sanering van afgedankte bedrijfsruimtes waarvan ze de lijst |
| fixe la liste. | opmaakt. |
| Par dérogation au chapitre premier du titre premier du présent livre | |
| et pour chacun de ces sites, le Gouvernement arrête qu'il est | In afwijking van hoofdstuk I van titel I van dit boek, bepaalt de |
| désaffecté et doit être assaini, en fixe le périmètre, en décrète | Regering wanneer een bedrijfsruimte afgedankt en gesaneerd moet |
| d'utilité publique l'expropriation visée à l'article 181 et prend à sa | worden. Ze legt er de omvang van vast, besluit tot het algemeen nut |
| charge son acquisition et les travaux d'assainissement qui comprennent | van de onteigening zoals bedoeld in artikel 181, en zorgt voor de |
| : [...]. » | aankoop ervan en voor de volgende saneringswerken : [...] . » |
| B.2. Le juge a quo croit pouvoir interpréter ces dispositions comme | B.2. De verwijzende rechter meent die bepalingen te kunnen |
| imposant au Gouvernement d'avoir recours à la procédure organisée par | interpreteren als een verplichting voor de Regering om een beroep te |
| la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence en | doen op de bij de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging |
| bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen | |
| matière d'expropriation pour cause d'utilité publique, à l'exclusion | nutte voorgeschreven rechtspleging, met uitsluiting van de procedures |
| des procédures établies par les lois du 17 avril 1835 et du 10 mai | voorgeschreven bij de wetten van 17 april 1835 en 10 mei 1926, en als |
| 1926, et comme « présumant l'extrême urgence, dispensant le | « een vermoeden van hoogdringende omstandigheden waardoor de Waalse |
| Gouvernement wallon de constater que la prise de possession immédiate | Regering is vrijgesteld van de vaststelling dat de onmiddellijke |
| du bien est indispensable ». Il se demande si, ainsi interprétés, les | inbezitneming van het goed onontbeerlijk is ». De verwijzende rechter |
| vraagt zich af of de voormelde artikelen, in die zin geïnterpreteerd, | |
| articles précités violent l'article 16 de la Constitution et l'article | in strijd zijn met artikel 16 van de Grondwet en artikel 79, § 1, van |
| 79, § 1er, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, |
| institutionnelles, lus isolément ou en combinaison avec l'article 1er | afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 1 van de voormelde |
| de la loi précitée du 26 juillet 1962. | wet van 26 juli 1962. |
| B.3. L'article 16 de la Constitution dispose : | B.3. Artikel 16 van de Grondwet luidt : |
| « Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité | « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, |
| publique, dans les cas et de la manière établis par la loi, et | in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en |
| moyennant une juste et préalable indemnité. » | voorafgaande schadeloosstelling. » |
| B.4. Aux termes de l'article 79, § 1er, de la loi spéciale du 8 août | B.4. Artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 |
| 1980 : | bepaalt : |
| « Sans préjudice du § 2, les Gouvernements peuvent poursuivre des | « Onverminderd § 2, kunnen de Regeringen overgaan tot onteigeningen |
| expropriations pour cause d'utilité publique dans les cas et selon les | ten algemenen nutte in de gevallen en volgens de modaliteiten bepaald |
| modalités fixés par décret, dans le respect des procédures judiciaires | bij decreet, met inachtneming van de bij de wet vastgestelde |
| fixées par la loi et du principe de la juste et préalable indemnité | gerechtelijke procedures en van het principe van de billijke en |
| visé à l'article 11 [actuellement 16] de la Constitution. » | voorafgaande schadeloosstelling bepaald bij artikel 11 [thans 16] van |
| B.5. L'article 1er de la loi du 26 juillet 1962 énonce : | de Grondwet. » B.5. Artikel 1 van de wet van 26 juli 1962 luidt : |
| « Lorsqu'il est constaté par le Roi que la prise de possession | « Wanneer de Koning vaststelt dat de onmiddellijke inbezitneming van |
| immédiate d'un ou plusieurs immeubles est indispensable pour cause | een of meer onroerende goederen ten algemenen nutte onontbeerlijk is, |
| d'utilité publique, l'expropriation de ces immeubles est poursuivie | geschiedt de onteigening van die onroerende goederen overeenkomstig de |
| conformément aux règles ci-après. » | navolgende regels. » |
| B.6. En vertu de l'article 6, § 1er, I, 5°, de la loi spéciale du 8 | B.6. Krachtens artikel 6, § 1, I, 5°, van de bijzondere wet van 8 |
| août 1980, les régions sont compétentes en matière d'aménagement du | augustus 1980 zijn de gewesten bevoegd inzake de ruimtelijke ordening, |
| territoire, notamment en ce qui concerne la rénovation des sites | inzonderheid wat de vernieuwing van afgedankte bedrijfsruimten |
| d'activité économique désaffectés. | betreft. |
| B.7. En disposant que l'expropriation est poursuivie selon les règles | |
| prévues par la loi du 26 juillet 1962, le législateur décrétal semble | B.7. Door te bepalen dat de onteigening volgens de bij de wet van 26 |
| empiéter sur les compétences fédérales puisqu'il écarte implicitement | juli 1962 vastgestelde regels geschiedt, lijkt de decreetgever inbreuk |
| te maken op de federale bevoegdheden, aangezien hij op impliciete | |
| l'application des règles prévues par d'autres lois relatives à | wijze de toepassing van de bij andere wetten inzake onteigening |
| l'expropriation : la loi du 17 avril 1835 sur l'expropriation pour | vastgestelde regels weert : de wet van 17 april 1835 op de onteigening |
| cause d'utilité publique et la loi du 10 mai 1926 instituant une | ten algemene nutte en de wet van 10 mei 1926 tot instelling van een |
| procédure d'urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité | |
| publique. Toutefois, la procédure d'extrême urgence organisée par la | rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening ten |
| loi du 26 juillet 1962 est devenue la seule procédure appliquée par | algemeenen nutte. De bij de wet van 26 juli 1962 geregelde |
| rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden is echter de enige | |
| rechtspleging geworden die elke onteigenende overheid toepast, behalve | |
| toute autorité expropriante, sauf dans les cas où une procédure | wanneer de federale wetgever een bijzondere rechtspleging heeft |
| particulière est organisée par le législateur fédéral. Il s'ensuit | ingevoerd. Hieruit volgt dat de gewestwetgever, door te verwijzen naar |
| qu'en renvoyant à la loi du 26 juillet 1962, le législateur régional | de wet van 26 juli 1962, zich naar de door de federale wetgever |
| s'est aligné sur les règles établies par le législateur fédéral et n'a | vastgestelde regels heeft gevoegd en hiervan niet heeft willen |
| pas entendu y déroger. | afwijken. |
| B.8. En ce qu'ils seraient interprétés comme établissant une | B.8. In zoverre de artikelen 181 en 182 van het W.W.R.O.S.P. in die |
| zin zouden worden geïnterpreteerd dat zij een vermoeden van | |
| présomption d'extrême urgence, dispensant l'autorité expropriante de | hoogdringende omstandigheden invoeren, waardoor de onteigenende |
| l'obligation de constater que la prise de possession immédiate du bien | overheid wordt vrijgesteld van de verplichting tot vaststelling dat de |
| est indispensable pour cause d'utilité publique et empêchant le juge | onmiddellijke inbezitneming van het goed onontbeerlijk is ten |
| de paix de vérifier la légalité de cette constatation, les articles | algemenen nutte en de vrederechter zou worden belet de wettigheid van |
| 181 et 182 du C.W.A.T.U.P. ne seraient pas conformes aux règles | die vaststelling na te gaan, zouden zij niet in overeenstemming zijn |
| répartitrices de compétences et plus particulièrement à l'article 16 | met de bevoegdheidverdelende regels, en meer bepaald met artikel 16 |
| de la Constitution et à l'article 79, § 1er, de la loi spéciale du 8 | van de Grondwet en artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 |
| août 1980. Il n'appartient pas en effet au législateur décrétal de | augustus 1980. Immers, de decreetgever vermag niet af te wijken van |
| déroger à une exigence formulée par le législateur fédéral à l'article | een voorwaarde die de federale wetgever in artikel 1 van de wet van 26 |
| 1er de la loi du 26 juillet 1962. | juli 1962 heeft opgelegd. |
| Dans cette interprétation, la question préjudicielle appellerait une | In die interpretatie zou de prejudiciële vraag bevestigend moeten |
| réponse affirmative. | worden beantwoord. |
| B.9. Il existe toutefois une autre interprétation des articles 181 et | B.9. Er bestaat echter een andere interpretatie van de artikelen 181 |
| 182 selon laquelle, en renvoyant à la loi du 26 juillet 1962, | en 182, volgens welke artikel 181, tweede lid, waarin naar de wet van |
| l'article 181, alinéa 2, ne déroge en rien aux dispositions de cette | 26 juli 1962 wordt verwezen, in geen enkel opzicht van de bepalingen |
| loi et ne dispense nullement l'autorité expropriante de constater, | van die wet afwijkt en de onteigenende overheid geenszins vrijstelt |
| sous le contrôle ultérieur du juge de paix, que la prise de possession | van de vaststelling, onder het latere toezicht van de vrederechter, |
| immédiate d'un ou de plusieurs immeubles est indispensable pour cause | dat de onmiddellijke inbezitneming van één of meer onroerende goederen |
| d'utilité publique. | ten algemenen nutte onontbeerlijk is. |
| B.10. Dans cette interprétation, qui est celle de la Région wallonne, | B.10. In die interpretatie, die de interpretatie van het Waalse Gewest |
| les articles 181 et 182 du C.W.A.T.U.P. sont conformes aux règles | is, zijn de artikelen 181 en 182 van het W.W.R.O.S.P. in |
| répartitrices de compétences, de telle sorte que la question | overeenstemming met de bevoegdheidverdelende regels, zodat de |
| préjudicielle appelle une réponse négative. | prejudiciële vraag ontkennend dient te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| Interprétés comme ne dispensant pas le Gouvernement wallon de | |
| constater que la prise de possession immédiate du bien exproprié est | |
| indispensable pour cause d'utilité publique, les articles 181 et 182 | De artikelen 181 en 182 van het Waalse Wetboek van ruimtelijke |
| ordening, stedebouw en patrimonium, in die zin geïnterpreteerd dat zij | |
| du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du | de Waalse Regering niet vrijstellen van de vaststelling dat de |
| onmiddellijke inbezitneming van het onteigende goed onontbeerlijk is | |
| patrimoine ne violent pas les articles 16 de la Constitution et 79, § | ten algemenen nutte, schenden niet de artikelen 16 van de Grondwet en |
| 1er, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles. | 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. |
| Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 18 septembre 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 september 2002. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| M. Melchior | M. Melchior |