Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 118/2002 du 3 juillet 2002 Numéro du rôle : 2138 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 115bis du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, tel qu'il a été inséré par la loi du 30 ma La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, L.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 118/2002 du 3 juillet 2002 Numéro du rôle : 2138 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 115bis du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, tel qu'il a été inséré par la loi du 30 ma La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, L.(...) Uittreksel uit arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 Rolnummer 2138 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, zoals ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994, gesteld door d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 118/2002 du 3 juillet 2002 Uittreksel uit arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002
Numéro du rôle : 2138 Rolnummer 2138
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 115bis du In zake : de prejudiciële vraag over artikel 115bis van het Wetboek
Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, tel qu'il van registratie-, hypotheek- en griffierechten, zoals ingevoegd bij de
a été inséré par la loi du 30 mars 1994, posée par le Tribunal de wet van 30 maart 1994, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te
première instance de Charleroi. Charleroi.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters
Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe et E. Derycke, assistée du P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe en E. Derycke,
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par jugement du 1er mars 2001 en cause de la s.a. Résidence Le Bon Bij vonnis van 1 maart 2001 in zake de n.v. Résidence Le Bon Séjour
Séjour contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het
de la Cour d'arbitrage le 6 mars 2001, le Tribunal de première Arbitragehof is ingekomen op 6 maart 2001, heeft de Rechtbank van
instance de Charleroi a posé la question préjudicielle suivante : eerste aanleg te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 115bis de l'arrêté royal n° 64 du 30 novembre 1939 « Is artikel 115bis van het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november
contenant le Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de 1939 houdende het Wetboek van registratie-, hypotheek- en
greffe, inséré par l'article 45 de la loi du 30 mars 1994, est-il griffierechten, ingevoegd bij artikel 45 van de wet van 30 maart 1994,
conforme aux articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il soumet in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in
au taux de 12,5 % l'apport à une société d'un immeuble affecté à des zoverre het het tarief van 12,5 pct. toepast op de inbreng, in een
fins professionnelles dès lors que cette activité professionnelle vennootschap, van een onroerend goed aangewend voor beroepsdoeleinden
consiste dans l'hébergement durable de personnes âgées et soumet au wanneer die beroepsactiviteit bestaat in het duurzaam huisvesten van
taux de 0,5 % l'apport d'un immeuble affecté à des fins bejaarden, en het tarief van 0,5 pct. toepast op de inbreng van een
professionnelles autres que cette activité ? » onroerend goed aangewend voor andere beroepsdoeleinden dan die activiteit ? »
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1.1. Les actes contenant apport de biens à des sociétés possédant la B.1.1. De akten houdende inbreng van goederen in vennootschappen met
personnalité juridique doivent être enregistrés dans les quatre mois rechtspersoonlijkheid moeten binnen vier maanden worden geregistreerd
(articles 19 et 32 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque (artikelen 19 en 32 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en
et de greffe). griffierechten).
De overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen zijn in
Les transmissions à titre onéreux de biens immeubles sont en principe beginsel onderworpen aan een registratierecht van 12,5 pct. (artikel
soumises à un droit d'enregistrement de 12,5 p.c. (article 44 du même 44 van hetzelfde Wetboek).
Code). Toutefois, afin d'encourager la création de sociétés et de contribuer Evenwel, om de oprichting van vennootschappen aan te moedigen en aldus
ainsi au développement économique, l'apport de biens immobiliers dans bij te dragen tot de economische ontwikkeling, is de inbreng van
des sociétés civiles ou commerciales a toujours été soumis à un droit onroerende goederen in burgerlijke of handelsvennootschappen steeds
d'enregistrement réduit qui s'élève actuellement à 0,5 p.c. (article onderworpen geweest aan een verlaagd registratierecht dat thans 0,5
115 du même Code). pct. bedraagt (artikel 115 van hetzelfde Wetboek).
B.1.2. La loi du 30 mars 1994 portant exécution du plan global en B.1.2. De wet van 30 maart 1994 tot uitvoering van het globaal plan op
matière de fiscalité a inséré un article 115bis dans le Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, qui dispose : « Sont assujettis au droit de 0,50 p.c., les apports à des sociétés civiles ou commerciales ayant soit leur siège de direction effective en Belgique, soit leur siège statutaire en Belgique et leur siège de direction effective hors du territoire des Etats membres de la Communauté européenne de biens immeubles autres que ceux affectés ou destinés partiellement ou totalement à l'habitation et apportés par une personne physique. het stuk van de fiscaliteit heeft in het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten een artikel 115bis ingevoegd, dat bepaalt : « De inbrengen van onroerende goederen, andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden of bestemd zijn en door een natuurlijk persoon ingebracht worden, in burgerlijke vennootschappen of handelsvennootschappen waarvan de zetel van werkelijke leiding in België gevestigd is, of de statutaire zetel in België en de zetel van werkelijke leiding buiten het grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap gevestigd is, worden aan het recht van 0,5 % onderworpen.
[...] ». [...] »
B.2.1. Tant l'Administration de l'enregistrement que le juge a quo B.2.1. Zowel de Administratie van de registratie als de verwijzende
ont, dans l'affaire soumise à la Cour, estimé qu'un immeuble abritant rechter hebben in de zaak die aan het Hof is voorgelegd, geoordeeld
une maison de repos au moment de son apport à une société anonyme dat een onroerend goed dat op het ogenblik van de inbreng ervan in een
devait être considéré comme une habitation, de sorte que le droit naamloze vennootschap een rusthuis is, als een woning moest worden
d'enregistrement à percevoir s'élevait à 12,5 p.c. de la valeur de beschouwd zodat het te innen registratierecht 12,5 pct. van de waarde
l'immeuble. van het onroerend goed bedroeg.
B.2.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 115bis du Code des B.2.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 115bis van het
droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe viole les articles Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten de artikelen 10
10 et 11 de la Constitution en tant qu'il a pour effet que l'apport en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het ertoe leidt dat de
d'un immeuble utilisé comme home pour personnes âgées est exclu du inbreng van een onroerend goed aangewend als bejaardentehuis wordt
tarif avantageux de 0,5 p.c. uitgesloten van het voordelig tarief van 0,5 pct.
La question invite donc à comparer deux catégories de sociétés dans lesquelles un bien immobilier est apporté, selon que le bien est apporté à une société ayant pour objet social le logement durable de personnes âgées ou à une société ayant un autre objet social. La Cour limite son examen à cet aspect de la disposition en cause. Elle ne peut étendre la portée de la question préjudicielle, comme le souhaite la partie demanderesse devant le juge a quo, à l'apport de biens immobiliers dans d'autres sociétés ayant pour objet de fournir un logement. B.3. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. De vraag noopt derhalve tot de vergelijking van twee categorieën van vennootschappen waarin een onroerend goed wordt ingebracht, naargelang het gaat om de inbreng in een vennootschap die het duurzaam huisvesten van bejaarden tot doel heeft, of om de inbreng in een vennootschap met een ander doel. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat aspect van de in het geding zijnde bepaling. Het vermag de draagwijdte van de prejudiciële vraag niet te verruimen, zoals de eisende partij voor de verwijzende rechter wenst, tot de inbreng van onroerende goederen in andere vennootschappen die als doel hebben bewoning te verschaffen. B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.
B.4. Interrogé au cours des travaux préparatoires sur les raisons de B.4. Tijdens de parlementaire voorbereiding ondervraagd over de
la différence envisagée entre les droits d'enregistrement perçus sur redenen van het verschil dat men van plan was in te voeren tussen de
l'apport de biens immeubles affectés totalement ou partiellement à une registratierechten op de inbreng van onroerende goederen die geheel of
gedeeltelijk voor bewoning worden aangewend (die onderworpen zijn aan
habitation (soumis à un droit de 12,5 p.c.) et ceux perçus sur les een recht van 12,5 pct.) en de registratierechten op de andere
autres biens immeubles (soumis à un droit de 0,5 p.c.), le ministre onroerende goederen (die aan een recht van 0,5 pct. onderworpen zijn),
des Finances a répondu que « la modification proposée vise à heeft de Minister van Financiën geantwoord dat « de voorgestelde
décourager l'apport en société de l'habitation personnelle en mettant wijziging ertoe strekt de inbreng in vennootschap van de eigen woning
sur pied d'égalité l'apport en nature et l'acquisition ultérieure du te ontmoedigen door de inbreng in natura en de aankoop achteraf van
bien par utilisation des capitaux récoltés » (Doc. parl., Chambre, het goed met het bijeengebrachte kapitaal op voet van gelijkheid te
1993-1994, n° 1290/1, pp. 36-37). Pendant la discussion en commission, plaatsen » (Parl. St., Kamer, 1993-1994, nr. 1290/1, pp. 36-37).
il a précisé que « la ratio legis de la disposition nouvelle consiste Tijdens het debat in de commissie heeft hij gepreciseerd dat « de
par ailleurs à pénaliser la création de sociétés de patrimoine par ratio legis anderzijds [...] het penaliseren [is] van de oprichting
l'apport, par une personne physique, de sa maison d'habitation dans van patrimoniumvennootschappen, via de inbreng door een natuurlijk
une société : cet apport sera en effet soumis au droit de mutation persoon van zijn woonhuis in een vennootschap : voor deze inbreng
applicable aux transactions à titre onéreux » (ibid., pp. 99-100). geldt het overdrachtsrecht dat geldt voor overdrachten onder bezwarende titel » (ibid., pp. 99-100).
B.5. Le critère de distinction que le législateur a utilisé a pour effet, dans l'interprétation du juge a quo, que les biens immobiliers qui sont destinés au logement et qui sont apportés dans une société ayant pour objet, comme en l'espèce, d'exploiter une maison de repos pour personnes âgées sont soumis au droit d'enregistrement de 12,5 p.c. Le critère n'est pas pertinent en tant qu'il exclut du taux avantageux l'apport d'un immeuble dont la destination est un home pour personnes âgées. L'affectation comme logement du bien immobilier n'est en effet pas liée à l'objet susmentionné de la mesure lorsque ce logement est indissociablement lié à l'activité économique de la société. B.6. Il faut encore examiner si la disposition en cause n'est pas susceptible d'une autre interprétation la rendant compatible avec les B.5. Het criterium van onderscheid dat de wetgever heeft aangewend, heeft in de interpretatie van de verwijzende rechter tot gevolg dat onroerende goederen die voor bewoning bestemd zijn en die worden ingebracht in een vennootschap die, zoals te dezen, als doel heeft een bejaardentehuis te exploiteren, aan het registratierecht van 12,5 pct. worden onderworpen. Het criterium is niet pertinent in zoverre het de inbreng van onroerende goederen aangewend als bejaardentehuis uitsluit van het voordelig tarief. De bestemming als bewoning van het onroerend goed staat immers niet in verband met het bovenvermelde doel van de maatregel wanneer die bewoning op onlosmakelijke wijze is verbonden met de economische activiteit van de vennootschap. B.6. Onderzocht moet nog worden of de in het geding zijnde bepaling niet voor een andere interpretatie vatbaar is die haar bestaanbaar
articles 10 et 11 de la Constitution. La Cour remarque à cet égard que maakt met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. In dit verband merkt
le ministre des Finances a répondu à une question parlementaire « que het Hof op dat de Minister van Financiën op een parlementaire vraag
l'apport d'une maison de repos n'est en principe pas soumis au droit heeft geantwoord « dat de inbreng van een rusthuis in principe niet
proportionnel du 12,5 p.c. au titre d'apport d'une habitation quand il onderworpen is aan het evenredig recht van 12,5 pct. als inbreng van
s'agit de l'immeuble abritant une institution qui accueille des een woning, wanneer het gaat om de woning waar een instelling is
personnes âgées nécessitant des soins » (Questions et réponses, Sénat, ondergebracht die onderdak verschaft aan hulpbehoevende bejaarden »
1995-1996, 26 mars 1996, n° 1-13, pp. 641-642). (Vr. en Antw., Senaat, 1995-1996, 26 maart 1996, nr. 1-13, pp.
641-642). In die interpretatie, die in overeenstemming is met de voormelde
Dans cette interprétation, qui est conforme aux objectifs précités doelstellingen om de oprichting van vennootschappen aan te moedigen
consistant à encourager la création de sociétés (B.1.1), mais à (B.1.1), doch de oprichting van patrimoniumvennootschappen daarentegen
décourager en revanche la création de sociétés de patrimoine (B.4), il te ontmoedigen (B.4), is er geen verschil in behandeling en zijn de
n'y a pas de différence de traitement et les articles 10 et 11 de la artikelen 10 en 11 van de Grondwet derhalve niet geschonden.
Constitution ne sont dès lors pas violés.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
- L'article 115bis du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque - Artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en
et de greffe, interprété comme excluant du droit d'enregistrement griffierechten, in de interpretatie dat het de inbreng van een
onroerend goed aangewend als bejaardentehuis in een vennootschap
avantageux de 0,5 p.c. l'apport d'un immeuble utilisé comme maison de waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het duurzaam huisvesten
repos à une société dont l'objet social consiste en l'hébergement van bejaarden uitsluit van het voordelig registratierecht van 0,5
durable de personnes âgées, viole les articles 10 et 11 de la pct., schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Constitution.
- L'article 115bis du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque - Artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en
et de greffe, interprété comme n'excluant pas du droit griffierechten, in de interpretatie dat het de inbreng van een
d'enregistrement avantageux de 0,5 p.c. l'apport d'un immeuble utilisé onroerend goed aangewend als bejaardentehuis in een vennootschap
comme maison de repos à une société dont l'objet social consiste en waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het duurzaam huisvesten
l'hébergement durable de personnes âgées, ne viole pas les articles 10 van bejaarden niet uitsluit van het voordelig registratierecht van 0,5
et 11 de la Constitution. pct., schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 3 juillet 2002. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 3 juli 2002.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
Le président, De voorzitter,
M. Melchior M. Melchior
^
Etaamb.be utilise des cookies
Etaamb.be utilise les cookies pour retenir votre préférence linguistique et pour mieux comprendre comment etaamb.be est utilisé.
ContinuerPlus de details
x