Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 76/2002 du 23 avril 2002 Numéro du rôle : 2330 En cause : la question préjudicielle concernant l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie publique, posée par la Cour d'appel de Gan La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs (...)"
Extrait de l'arrêt n° 76/2002 du 23 avril 2002 Numéro du rôle : 2330 En cause : la question préjudicielle concernant l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie publique, posée par la Cour d'appel de Gan La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs (...) Uittreksel uit arrest nr. 76/2002 van 23 april 2002 Rolnummer 2330 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de besluitwet van 29 december 1945 « houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op den openbaren weg », gesteld door het Ho Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggeve(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 76/2002 du 23 avril 2002 Uittreksel uit arrest nr. 76/2002 van 23 april 2002
Numéro du rôle : 2330 Rolnummer 2330
En cause : la question préjudicielle concernant l'arrêté-loi du 29 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de besluitwet van 29
décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie december 1945 « houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op
publique, posée par la Cour d'appel de Gand. den openbaren weg », gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, Het Arbitragehof, beperkte kamer,
composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs E. Derycke et samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggevers E.
R. Henneuse, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, Derycke en R. Henneuse, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par arrêt du 26 décembre 2001 en cause du ministère public contre X. Bij arrest van 26 december 2001 in zake het openbaar ministerie tegen
Depourcq, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour X. Depourcq, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
d'arbitrage le 25 janvier 2002, la Cour d'appel de Gand a posé la ingekomen op 25 januari 2002, heeft het Hof van Beroep te Gent de
question préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'arrêté-loi du 29 décembre 1945, publié au Moniteur belge du 4 « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het
janvier 1946, eu égard à son objectif défini dans 'le rapport au Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling
Régent' préalable et eu égard au principe de proportionnalité, ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au Régent '
notamment en ce que sont visées toutes sortes d'affichages sans en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle
soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig
distinction, est-il contraire aux articles 10 et/ou 11, et/ou 21 de la met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in
Constitution, lus en combinaison avec le droit à la liberté samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in
d'expression défini, entre autres mais pas exclusivement, à l'article o.a. doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het
19 de la Constitution, à l'article 10 de la Convention européenne des artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het
droits de l'homme et à l'article 19 du Pacte international du 19 artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake
décembre 1966 relatif aux droits civils et politiques ? burgerrechten en politieke rechten ?
Au cas où plusieurs interprétations du susdit arrêté-loi seraient Indien er meerdere interpretaties van de vermelde besluitwet mogelijk
possibles, quelle est l'interprétation qui est conforme aux zouden zijn, welke is dan de interpretatie die conform is met de
dispositions constitutionnelles mentionnées et quelle est vermelde grondwettelijke bepalingen en welke de interpretatie die
l'interprétation qui leur est contraire ? » ermee in strijd is ? »
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1. Il ressort de la décision de renvoi que la question préjudicielle B.1. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de prejudiciële vraag
porte uniquement sur l'article 1er de l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie publique, qui énonce : « Il est interdit d'apposer des inscriptions, des affiches, des reproductions picturales et photographiques, des tracts et des papillons sur la voie publique et sur les arbres, plantations, panneaux, pignons, façades, murs, clôtures, supports, poteaux, bornes, ouvrages d'art, monuments et autres objets qui la bordent ou sont situés à proximité immédiate de la voie publique à des endroits autres que ceux déterminés pour les affichages par les autorités communales ou autorisés, au préalable et par écrit, par le propriétaire ou par celui qui en a la jouissance, pour autant que le propriétaire ait enkel betrekking heeft op artikel 1 van de besluitwet van 29 december 1945 « houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op den openbaren weg », dat luidt : « Is verboden het aanbrengen van opschriften, affiches, beeld- en photographische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes op den openbaren weg en op de boomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs den openbaren weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden, op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden tot aanplakking zijn bestemd of vooraf en schriftelijk werden vergund door den eigenaar of door den gebruiksgerechtigde voor zoover de eigenaar insgelijks zijn
également marqué son accord préalable et écrit. » akkoordbevinding vooraf en schriftelijk heeft betuigd. »
B.2.1. La première branche de la question préjudicielle interroge la B.2.1. In het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag wordt het Hof
Cour quant à la compatibilité de cet article avec les articles 10 et ondervraagd over de bestaanbaarheid van dat artikel met de artikelen
11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 19 de 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel
la Constitution, avec l'article 10 de la Convention européenne des 19 van de Grondwet, artikel 10 van het Europees Verdrag voor de
droits de l'homme et avec l'article 19 du Pacte international relatif Rechten van de Mens en artikel 19 van het Internationaal Verdrag
aux droits civils et politiques, qui garantissent la liberté inzake burgerrechten en politieke rechten, waarin het recht op vrije
d'expression. meningsuiting wordt gewaarborgd.
B.2.2. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée B.2.2. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene
générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong
l'origine : les règles constitutionnelles de l'égalité et de la ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de
non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en
toutes les libertés, en ce compris ceux résultant des conventions alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit
internationales liant la Belgique, rendues applicables dans l'ordre internationale verdragen die België binden, die door een
juridique interne par un acte d'assentiment et ayant effet direct. instemmingsakte in de interne rechtsorde toepasselijk zijn gemaakt en
die directe werking hebben.
Comme le soutient à juste titre le mémoire justificatif, la Cour est Zoals in de memorie met verantwoording terecht wordt betoogd, is het
compétente pour examiner si la disposition litigieuse est compatible Hof bevoegd om te onderzoeken of de in het geding zijnde bepaling
avec les articles 10 et 11 de la Constitution lorsqu'est invoquée une violation de ces dispositions constitutionnelles en combinaison avec les dispositions constitutionnelles ou internationales garantissant la liberté d'expression citées dans la question préjudicielle. B.2.3. Le contrôle des normes législatives au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec les dispositions précitées, qui est confié à la Cour exige que la catégorie des personnes dont la discrimination éventuelle est alléguée fasse l'objet d'une comparaison pertinente avec une autre catégorie. bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer een schending van die grondwetsbepalingen wordt aangevoerd in samenhang met de in de prejudiciële vraag vermelde grondwettelijke of internationale verdragsbepalingen, waarin het recht op vrije meningsuiting wordt gewaarborgd. B.2.3. De aan het Hof toevertrouwde toetsing van wettelijke normen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de voormelde bepalingen, vereist dat de categorie van personen ten aanzien van wie een mogelijke discriminatie wordt aangevoerd, het voorwerp uitmaakt van een pertinente vergelijking met een andere categorie.
Dès lors que ni la question préjudicielle ni les motifs de l'arrêt de renvoi n'indiquent quelles catégories de personnes doivent être comparées, la Cour n'est pas en mesure d'examiner si les articles 10 et 11 de la Constitution sont violés. B.2.4. N'y change rien l'affirmation, dans le mémoire justificatif, que le juge a quo entendait, à tout le moins implicitement, soumettre à la Cour la différence de traitement entre, d'une part, les citoyens qui souhaitent diffuser leur opinion au moyen d'une affiche et, d'autre part, les citoyens qui souhaitent le faire par d'autres canaux. En effet, devant la Cour, les parties ne peuvent modifier ou faire modifier le contenu de la question préjudicielle. La Cour ne peut étendre son contrôle à une différence de traitement au sujet de laquelle le juge a quo ne l'a pas interrogée. B.2.5. La Cour est manifestement incompétente pour répondre à la Nu noch in de prejudiciële vraag, noch in de motivering van het verwijzingsarrest wordt aangegeven welke categorieën van personen moeten worden vergeleken, is het Hof niet in de gelegenheid gesteld te onderzoeken of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn geschonden. B.2.4. Dat wordt niet verholpen door de overweging in de memorie met verantwoording dat het de bedoeling was van de verwijzende rechter, minstens impliciet, om het verschil in behandeling voor te leggen tussen, enerzijds, burgers die hun mening wensen te verspreiden door middel van een affiche en, anderzijds, burgers die zulks door middel van andere kanalen wensen te doen. Voor het Hof vermogen de partijen de inhoud van een prejudiciële vraag immers niet te wijzigen of te laten wijzigen. Het Hof kan zijn toetsing niet uitbreiden tot een verschil in behandeling waarover de verwijzende rechter het Hof niet heeft ondervraagd. B.2.5. Het Hof is klaarblijkelijk niet bevoegd om het eerste onderdeel
première partie de la question préjudicielle. van de prejudiciële vraag te beantwoorden.
B.3.1. Dans la seconde partie de la question préjudicielle, le juge a B.3.1. In het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag verzoekt de
quo demande à la Cour de statuer, dans l'hypothèse où plusieurs verwijzende rechter het Hof uitspraak te doen over de vraag, in de
interprétations de l'arrêté-loi précité seraient possibles, sur la hypothese dat meerdere interpretaties van de voormelde besluitwet
question de savoir quelle interprétation est conforme à la Constitution et laquelle ne l'est pas. mogelijk zijn, welke interpretatie grondwetsconform is en welke niet.
B.3.2. La Cour est manifestement incompétente pour répondre à une B.3.2. Het Hof is klaarblijkelijk niet bevoegd om zulk een vraag te
telle question. En effet, il s'agit ici d'une question concernant des beantwoorden. Het betreft hier immers een vraag van mogelijke
interprétations possibles d'une norme qui peut être appliquée au interpretaties van een norm die kan worden toegepast op het geschil
litige soumis au juge a quo. La réponse à pareille question ne relève dat aan de verwijzende rechter is voorgelegd. De beantwoording van
pas de la compétence de la Cour. zulk een vraag behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof.
B.4. La question préjudicielle, en ses deux parties, ne relève B.4. De prejudiciële vraag kan, in haar beide onderdelen,
manifestement pas de la compétence de la Cour. klaarblijkelijk niet in de bevoegdheid van het Hof worden ingepast.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour, chambre restreinte, het Hof, beperkte kamer,
statuant à l'unanimité des voix, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende,
déclare que la Cour est incompétente pour répondre à la question verklaart dat het Hof niet bevoegd is om op de prejudiciële vraag te
préjudicielle. antwoorden.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 23 avril 2002. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 23 april 2002.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
P.- Y. Dutilleux. A. Arts. P.- Y. Dutilleux. A. Arts.
^