← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002 Numéros du rôle : 2072 et 2193 En cause
: les questions préjudicielles relatives à l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées
par le Tribunal de commerce de Nivelles et le Tri La Cour
d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, L.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002 Numéros du rôle : 2072 et 2193 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par le Tribunal de commerce de Nivelles et le Tri La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, L.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002 Rolnummers 2072 en 2193 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Nijvel en de Rechtba Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002 |
Numéros du rôle : 2072 et 2193 | Rolnummers 2072 en 2193 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 82 de la | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 82 van de |
loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par le Tribunal de | faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van |
commerce de Nivelles et le Tribunal de première instance de Namur. | Koophandel te Nijvel en de Rechtbank van eerste aanleg te Namen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée | P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman en E. Derycke, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
a) Par jugement du 30 octobre 2000 en cause de C. Milhoux, la s.a. | a) Bij vonnis van 30 oktober 2000 in zake C. Milhoux, de n.v. K.B.C. |
K.B.C. Bank, P. Lefevere et F. Lefevere, dont l'expédition est | Bank, P. Lefevere en F. Lefevere, waarvan de expeditie ter griffie van |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 8 novembre 2000, le | het Arbitragehof is ingekomen op 8 november 2000, heeft de Rechtbank |
Tribunal de commerce de Nivelles a posé la question préjudicielle | van Koophandel te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
suivante : « L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites viole-t-il | « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 de |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il octroie au failli | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de gefailleerde het |
recht toekent de verschoonbaarheid te vragen, terwijl het de | |
le droit de solliciter l'excusabilité, tandis qu'il prive le conjoint | hoofdelijk verbonden echtgenoot van de gefailleerde het genot van |
solidairement tenu du failli de bénéficier du même droit ? » | hetzelfde recht ontzegt ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2072 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2072 van de rol van het Hof. |
b) Par jugement du 25 mai 2001 en cause de P. Roggemans et autres | b) Bij vonnis van 25 mei 2001 in zake P. Roggemans en anderen tegen de |
contre la S.A. Axa Bank Belgium, dont l'expédition est parvenue au | N.V. Axa Bank Belgium, waarvan de expeditie ter griffie van het |
greffe de la Cour d'arbitrage le 5 juin 2001, le Tribunal de première | Arbitragehof is ingekomen op 5 juni 2001, heeft de Rechtbank van |
instance de Namur a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 82 de la loi sur les faillites viole-t-il les articles 10 | « Schendt artikel 82 van de faillissementswet de artikelen 10 en 11 |
et 11 de la Constitution et introduit-il en particulier une | van de Grondwet en roept het in het bijzonder een discriminatie in het |
discrimination en tant qu'il autorise le tribunal de commerce de | leven, in zoverre het de rechtbank van koophandel toestaat de |
déclarer excusable le débiteur principal failli en sorte que toute | gefailleerde hoofdschuldenaar verschoonbaar te verklaren zodat elke |
poursuite des créanciers exercée sur les biens de celui-ci est | vervolging vanwege de schuldeisers ten aanzien van zijn goederen |
définitivement exclue, alors que les cautions du débiteur principal, | definitief uitgesloten is, terwijl de borgen van de hoofdschuldenaar, |
die in de wettekst uitgesloten worden van het voordeel dat aan | |
exclues par le texte légal de l'avantage concédé à ce dernier, doivent | laatstgenoemde wordt toegekend, de uitvoeringsmaatregelen die door de |
répondre sur leurs propres biens des mesures d'exécution que dirigent | schuldeisers tegen hen worden genomen op hun eigen goederen moeten |
les créanciers à leur égard ? » | ondergaan ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2193 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2193 van de rol van het Hof. |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites dispose : | B.1. Artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 bepaalt : |
« Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus être poursuivi | « Wanneer de gefailleerde verschoonbaar is verklaard, kan hij niet |
par ses créanciers. | meer worden vervolgd door zijn schuldeisers. |
Si le failli n'est pas déclaré excusable, les créanciers recouvrent le | Wanneer de gefailleerde niet verschoonbaar is verklaard, verkrijgen de |
schuldeisers opnieuw het recht om ieder afzonderlijk hun | |
droit d'exercer individuellement leur action sur ses biens. » | rechtsvordering tegen zijn goederen uit te oefenen. » |
B.2. Les questions préjudicielles interrogent la Cour sur la | B.2. De prejudiciële vragen die aan het Hof zijn gesteld, hebben |
compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la | betrekking op de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 |
Constitution, d'une part en ce qu'elle octroie au failli le droit de | en 11 van de Grondwet doordat zij, enerzijds, de gefailleerde het |
solliciter l'excusabilité, tandis qu'elle prive le conjoint | recht toekent om de verschoonbaarheid te vragen, terwijl ze de |
solidairement tenu du failli du bénéfice du même droit et d'autre | hoofdelijk verbonden echtgenoot van de gefailleerde het genot van |
hetzelfde recht ontzegt en, anderzijds, de rechtbank van koophandel | |
part, en ce qu'elle autorise le tribunal de commerce à déclarer | toestaat de gefailleerde hoofdschuldenaar verschoonbaar te verklaren |
excusable le débiteur principal failli, en sorte que toute poursuite | zodat elke vervolging vanwege de schuldeisers ten aanzien van zijn |
des créanciers exercée sur les biens de celui-ci est définitivement | goederen definitief uitgesloten is, terwijl de borgen van de |
exclue, alors que les cautions du débiteur principal, exclues par le | hoofdschuldenaar, die in de wettekst worden uitgesloten van het |
texte légal de l'avantage concédé à ce dernier, doivent répondre sur leurs propres biens des mesures d'exécution que dirigent les créanciers à leur égard. B.3. En attachant à la déclaration d'excusabilité l'impossibilité pour le failli d'être poursuivi par ses créanciers, le législateur entendait octroyer à celui-ci une mesure « de faveur » lui permettant de reprendre ses activités sur une base assainie, et ceci non seulement dans son intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne ses activités sur une telle base (Doc. parl., | voordeel dat aan laatstgenoemde wordt toegekend, de uitvoeringsmaatregelen die de schuldeisers tegen hen nemen op hun eigen goederen moeten ondergaan. B.3. Doordat de wetgever aan de verklaring van verschoonbaarheid het gevolg verbindt dat de gefailleerde onmogelijk door zijn schuldeisers kan worden vervolgd, wilde hij aan laatstgenoemde een « gunstmaatregel » toekennen die hem in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op een dergelijke basis hervat (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, |
Chambre, 1991-1992, n° 631/1, p. 35). « L'excusabilité reste une | p. 35). « Verschoonbaarheid is een gunst die aan de handelspartner |
mesure de faveur accordée au débiteur qui, nonobstant sa faillite peut | wordt gegeven inzoverre hij, naar redelijke verwachtingen, een |
être un partenaire commercial fiable dont le maintien en activité | betrouwbare tegenpartij zal zijn wiens handels- of industriële |
commerciale ou industrielle sert l'intérêt général » (ibid., p. 36). | activiteit het algemeen belang zal dienen » (ibid., p. 36). |
Il ressort des travaux parlementaires que le législateur s'est soucié | Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een |
de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts combinés de la | evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde |
personne du failli, des créanciers, des travailleurs et de l'économie | belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers |
dans son ensemble » et d'assurer un règlement humain qui respecte les | en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft |
droits de toutes les parties intéressées (Doc. parl., Chambre, | willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt |
1991-1992, n° 631/13, p. 29). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 29). |
B.4. Concernant les conséquences de l'excusabilité à l'égard de la | B.4. Wat de gevolgen van verschoonbaarheid voor de borg betreft, |
caution, il ressort des travaux préparatoires que le législateur s'est | blijkt uit de parlementaire voorbereiding dat de wetgever is uitgegaan |
fondé sur l'idée selon laquelle : « la caution n'est redevable que de | van de volgende opvatting : « De borg is slechts verschuldigd wat de |
ce [dont] le débiteur est redevable (cf. l'article 2013 du Code | schuldenaar verschuldigd is (cf. artikel 2013 van het Burgerlijk |
civil). Du fait de l'extinction de l'obligation principale, résultant | Wetboek). Door het tenietgaan van de hoofdverbintenis, hier ingevolge |
en l'occurrence de l'excusabilité, la caution se trouve également | de verschoonbaarheid, is ook de borg bevrijd » (Parl. St., Kamer, |
libérée » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 329/17, p. 152). | 1996-1997, nr. 329/17, p. 152). |
B.5. Comme le relèvent cependant les juges qui ont saisi la Cour d'une | B.5. Zoals echter de rechters die bij het Hof een prejudiciële vraag |
aanhangig hebben gemaakt opmerken, doet de | |
question préjudicielle, la dette n'est pas éteinte par l'excusabilité | verschoonbaarheidsmaatregel, die enkel tot doel heeft de gefailleerde |
van zijn passief te bevrijden, de schuld niet vervallen. Daaruit volgt | |
qui a uniquement pour effet de décharger le failli de son passif. Il | dat de echtgenoot van de gefailleerde nog kan worden vervolgd door de |
s'ensuit que le conjoint du failli peut encore être poursuivi par les | schuldeisers van deze laatste, wanneer er gemeenschappelijke goederen |
créanciers de celui-ci, s'il est commun en biens ou s'il s'est | zijn of wanneer hij zich persoonlijk voor de gefailleerde heeft |
personnellement engagé en sa faveur et que, contrairement à ce qui a | verbonden, en dat, in tegenstelling tot hetgeen bij de totstandkoming |
été dit lors de l'élaboration de la loi, les cautions ne sont pas | van de wet werd aangenomen, de borgen niet worden bevrijd door de |
libérées par l'excusabilité, ainsi que l'a jugé la Cour de cassation | verschoonbaarheidsmaatregel, zoals het Hof van Cassatie bij een arrest |
par un arrêt du 16 novembre 2001. | van 16 november 2001 heeft beslist. |
B.6. En permettant au tribunal de déclarer le failli excusable, le | B.6. Door de rechtbank de mogelijkheid te geven de gefailleerde |
législateur a pris une mesure qui est conforme aux objectifs | verschoonbaar te verklaren, heeft de wetgever een maatregel genomen |
mentionnés au B.3, ainsi que la Cour l'a constaté dans son arrêt n° | die in overeenstemming is met de in B.3 vermelde doelstellingen, zoals |
132/2000. Elle a également estimé qu'il n'y avait pas de | het Hof heeft vastgesteld in zijn arrest nr. 132/2000. Het Hof heeft |
discrimination entre débiteurs selon qu'ils sont ou ne sont pas | ook geoordeeld dat er geen discriminatie was tussen de schuldenaars |
commerçants puisque la loi du 5 juillet 1998, qui est relative au règlement collectif de dettes, a organisé pour les non-commerçants une procédure différente qui peut aboutir à une remise de dettes. Toutefois, lorsque le législateur introduit dans la loi sur les faillites une possibilité de déclarer le failli excusable et que cette mesure ne profite ni à son conjoint ni à sa caution, il traite différemment des personnes tenues au règlement de mêmes dettes. La Cour doit examiner, ainsi que l'y invitent les questions préjudicielles, si cette mesure ne peut avoir des effets discriminatoires à l'égard des personnes tenues d'acquitter certaines dettes du failli. B.7. En ce qui concerne le conjoint, commun en biens, du failli, les poursuites exercées sur ses biens par les créanciers du failli pourraient atteindre les revenus procurés par la nouvelle activité de celui-ci, ce qui serait contraire à l'objectif poursuivi. B.8. Quant au conjoint qui s'est engagé en faveur de son époux failli, il ne bénéficiera en rien des effets de l'excusabilité et il restera tenu d'apurer, sur ses biens actuels et futurs, une dette pour laquelle son conjoint ne peut plus être poursuivi. B.9. En ce qui concerne la caution, elle restera également tenue. Même si le failli revenait à meilleure fortune, elle ne pourra inviter le créancier à le discuter préalablement sur ses biens, ce que permet en | naargelang zij al dan niet handelaars zijn vermits de wet van 5 juli 1998, die betrekking heeft op de collectieve schuldenregeling, voor de niet-handelaars een verschillende procedure heeft georganiseerd die kan leiden tot een kwijtschelding van de schulden. Wanneer de wetgever in de faillissementswet een mogelijkheid invoert om de gefailleerde verschoonbaar te verklaren en wanneer die maatregel noch aan de echtgenoot, noch aan de borg ten goede komt, behandelt hij evenwel op een verschillende manier personen die gehouden zijn tot de regeling van dezelfde schulden. Het Hof dient te onderzoeken, zoals het in de prejudiciële vragen erom wordt verzocht, of die maatregel geen discriminatoire gevolgen kan hebben ten aanzien van de personen die ertoe gehouden zijn sommige schulden van de gefailleerde te vereffenen. B.7. Wat de echtgenoot van de gefailleerde met gemeenschap van goederen betreft, zouden de vervolgingen op diens goederen ingesteld door de schuldeisers van de gefailleerde de inkomens van de gefailleerde uit zijn nieuwe activiteiten kunnen raken, wat strijdig zou zijn met het nagestreefde doel. B.8. De echtgenoot die een verbintenis heeft aangegaan ten gunste van zijn gefailleerde echtgenoot zal geenszins de gevolgen van de verschoonbaarheid genieten en hij zal ertoe gehouden blijven, op zijn huidige en toekomstige goederen, een schuld te vereffenen waarvoor zijn echtgenoot niet meer kan worden vervolgd. B.9. De borg zal eveneens gehouden blijven. Zelfs indien de gefailleerde in een betere materiële situatie zou terechtkomen, zal de borg de schuldeiser niet kunnen verzoeken de goederen van de gefailleerde vooraf uit te winnen, mogelijkheid waarin in beginsel is |
principe l'article 2021 du Code civil, et elle ne pourrait exercer | voorzien bij artikel 2021 van het Burgerlijk Wetboek, en de borg zou |
tegen de gefailleerde, na te hebben betaald, het verhaal waarin de | |
contre lui, après avoir payé, les recours prévus par les articles 2028 | artikelen 2028 en 2032 van het Burgerlijk Wetboek voorzien, slechts |
et 2032 du Code civil que dans la mesure où l'on estimerait que | kunnen uitoefenen in zoverre de verschoonbaarheid daarvoor geen |
l'excusabilité n'y fait pas obstacle. Elle risque ainsi d'être traitée | hinderpaal zou vormen. Aldus loopt hij het risico ongunstiger te |
plus défavorablement que la caution qui peut se prévaloir des articles | worden behandeld dan de borg die zich kan beroepen op de artikelen |
2021, 2028 et 2032 du Code civil. | 2021, 2028 en 2032 van het Burgerlijk Wetboek. |
B.10. S'il peut se concevoir que le législateur n'ait pas | B.10. Ook al is het aannemelijk dat de wetgever de gevolgen van de |
automatiquement étendu les effets de l'excusabilité au conjoint du | verschoonbaarheid niet automatisch tot de echtgenoot van de |
failli, il n'est pas raisonnablement justifié, alors que le tribunal a estimé que le failli pouvait être déclaré excusable, de ne permettre en aucune manière qu'un juge puisse apprécier s'il ne convient pas d'étendre la mesure à son conjoint. B.11. De même, si l'institution de la caution implique qu'elle reste, en règle, tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il n'est pas davantage justifié de ne permettre en aucune manière qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement. | gefailleerde heeft uitgebreid, toch is het niet redelijk verantwoord dat, terwijl de rechtbank heeft geoordeeld dat de gefailleerde verschoonbaar kon worden verklaard, een rechter op geen enkele wijze de mogelijkheid wordt geboden te beoordelen of de maatregel niet beter tot zijn echtgenoot zou worden uitgebreid. B.11. Ook al impliceert de regeling van de borg dat hij in principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, is het eveneens onverantwoord dat een rechter op geen enkele wijze wordt toegestaan te beoordelen of er geen aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn verbintenis van belangeloze aard is. |
B.12. Il découle de ce qui précède que l'article 82 de la loi du 8 | B.12. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat artikel 82 van de |
août 1997 sur les faillites établit une différence de traitement | faillissementswet van 8 augustus 1997 een onverantwoord verschil in |
injustifiée entre le failli, d'une part, le conjoint de celui-ci et la | behandeling instelt tussen de gefailleerde, enerzijds, en zijn |
caution, d'autre part : en permettant au tribunal d'excuser le failli, | echtgenoot en de borg, anderzijds : door de rechtbank toe te staan de |
gefailleerde te verschonen, zonder te voorzien in enige mogelijkheid | |
sans prévoir aucune possibilité de décharger de leurs obligations le | om de echtgenoot of borg van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde |
conjoint ou la caution du failli déclaré excusable, le législateur a | van hun verplichtingen vrij te stellen, heeft de wetgever een |
pris une mesure qui n'est pas raisonnablement proportionnée par | maatregel genomen die niet redelijk evenredig is met het doel ervan, |
rapport à son objectif qui est de tenir compte de manière équilibrée | dat erin bestaat op evenwichtige wijze rekening te houden met de |
des intérêts en présence lorsqu'il y a faillite et d'assurer un | verschillende belangen in geval van faillissement en te zorgen voor |
règlement humain qui prenne en considération la situation de toutes | een menselijke regeling waarbij de situatie van alle betrokken |
les parties intéressées. | partijen in aanmerking wordt genomen. |
Dans cette mesure, la question préjudicielle appelle une réponse | In die mate dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden |
affirmative. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
En ce qu'il ne permet en aucune manière qu'un juge puisse décharger de | In zoverre het op geen enkele wijze een rechter toestaat de echtgenoot |
leur engagement le conjoint ou la caution du failli déclaré excusable, | of de borg van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van hun |
l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites viole les | verbintenis te bevrijden, schendt artikel 82 van de faillissementswet |
articles 10 et 11 de la Constitution. | van 8 augustus 1997 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 mars 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 maart 2002. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. | P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. |