← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 42/2002 du 20 février 2002 Numéro du rôle : 2062 En cause :
la question préjudicielle concernant l'article 1 er , alinéa 1 er , a)(...)"
Extrait de l'arrêt n° 42/2002 du 20 février 2002 Numéro du rôle : 2062 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1 er , alinéa 1 er , a)(...) | Uittreksel uit arrest nr. 42/2002 van 20 februari 2002 Rolnummer 2062 Inzake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 42/2002 du 20 février 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 42/2002 van 20 februari 2002 |
Numéro du rôle : 2062 | Rolnummer 2062 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1er, alinéa | Inzake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de |
1er, a), de la loi du 6 février 1970 relative à la prescription des | wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen |
créances à charge ou au profit de l'Etat et des provinces et l'article | ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën en artikel |
100, alinéa 1er, 1°, des lois sur la comptabilité de l'Etat | 100, eerste lid, 1°, van de bij koninklijk besluit van 17 juli 1991 |
coordonnées par l'arrêté royal du 17 juillet 1991, posée par la Cour | gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, gesteld door het Hof |
d'appel d'Anvers. | van Beroep te Antwerpen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Martens, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée du | P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman en E. Derycke, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 16 octobre 2000 en cause de M. Van Hove et autres contre | Bij arrest van 16 oktober 2000 in zake M. Van Hove en anderen tegen de |
la commune de Bonheiden et autres, dont l'expédition est parvenue au | gemeente Bonheiden en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour d'arbitrage le 25 octobre 2000, la Cour d'appel | het Arbitragehof is ingekomen op 25 oktober 2000, heeft het Hof van |
d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : | Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 1er, alinéa 1er, a, de la loi du 6 février 1970 | « Schenden de artikelen 1, eerste lid, a, van de wet van 6 februari |
relative à la prescription des créances à charge ou au profit de | 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten |
l'Etat et des provinces et 100, alinéa 1er, 1°, des lois sur la | voordele van de Staat en de provinciën, en artikel 100, eerste lid, |
comptabilité de l'Etat, coordonnées par arrêté royal du 17 juillet | 1°, van de bij koninklijk besluit van 17 juli 1991 gecoördineerde |
1991, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en tant | wetten op de Rijkscomptabiliteit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
qu'en vertu de ces dispositions une créance à charge de l'Etat, | in zoverre krachtens die bepalingen een schuldvordering ten laste van |
consistant en une action en dommages-intérêts sur la base d'une | de Staat, bestaande uit een vordering tot schadeloosstelling op grond |
responsabilité extracontractuelle (article 1382 du Code civil), se | van buitencontractuele aansprakelijkheid (artikel 1382 van het |
prescrit après cinq ans et non pas, selon le droit commun en vigueur | Burgerlijk Wetboek), verjaart na verloop van vijf jaar en niet, |
au cours de la période pertinente en l'espèce, après trente ans | volgens het in de te dezen relevante periode geldende gemeen recht na |
(article 2262 - ancien - du Code civil) ? » | verloop van 30 jaar (artikel 2262 - oud - van het Burgerlijk Wetboek) ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative à la | B.1. Artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring |
prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de |
provinces forme désormais l'article 100 des lois sur la comptabilité | provinciën vormt thans artikel 100 van de wetten op de |
de l'Etat, coordonnées par l'arrêté royal du 17 juillet 1991, qui | Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 |
dispose : | juli 1991, dat bepaalt : |
« Sont prescrites et définitivement éteintes au profit de l'Etat, sans | « Verjaard en voorgoed ten voordele van de Staat vervallen zijn, |
préjudice des déchéances prononcées par d'autres dispositions légales, | onverminderd de vervallenverklaringen ten gevolge van andere |
réglementaires ou conventionnelles sur la matière : | wettelijke, reglementaire of ter zake overeengekomen bepalingen : |
1° les créances qui, devant être produites selon les modalités fixées | 1° de schuldvorderingen, waarvan de op wettelijke of reglementaire |
par la loi ou le règlement, ne l'ont pas été dans le délai de cinq ans | wijze bepaalde overlegging niet geschied is binnen een termijn van |
à partir du premier janvier de l'année budgétaire au cours de laquelle | vijf jaar te rekenen vanaf de eerste januari van het begrotingsjaar in |
elles sont nées; | de loop waarvan zij zijn ontstaan; |
2° les créances qui, ayant été produites dans le délai visé au 1°, | 2° de schuldvorderingen, die, hoewel ze zijn overgelegd binnen de |
n'ont pas été ordonnancées par les Ministres dans le délai de cinq ans | onder 1° bedoelde termijn, door de ministers niet zijn geordonnanceerd |
à partir du premier janvier de l'année pendant laquelle elles ont été | binnen een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de eerste januari |
produites; | van het jaar gedurende hetwelk ze werden overgelegd; |
3° toutes autres créances qui n'ont pas été ordonnancées dans le délai | 3° alle andere schuldvorderingen, die niet zijn geordonnanceerd binnen |
de dix ans à partir du premier janvier de l'année pendant laquelle | een termijn van tien jaar te rekenen vanaf de eerste januari van het |
elles sont nées. | jaar van hun ontstaan. |
Toutefois, les créances résultant de jugements restent soumises à la | Voor de schuldvorderingen die voortkomen uit vonnissen blijft evenwel |
prescription décennale; elles doivent être payées à l'intervention de | de tienjarige verjaring gelden; zij dienen te worden uitbetaald door |
la Caisse des dépôts et consignations. » | de zorg van de Deposito- en Consignatiekas. » |
B.2. Les appelants devant le juge a quo contestent que les | B.2. De appellanten voor de verwijzende rechter betwisten dat de in |
dispositions en cause soient applicables aux créances qui, comme en | het geding zijnde bepalingen toepasselijk zouden zijn op de |
l'espèce, naissent d'un acte illicite de l'autorité. Le délai de | schuldvorderingen die, zoals te dezen, ontstaan uit een onrechtmatige |
prescription serait dès lors de trente ans, d'où il découlerait que la | overheidsdaad. De verjaringstermijn zou bijgevolg dertig jaar |
demande a été introduite dans les délais, en sorte que la question | bedragen, waaruit volgt dat de vordering tijdig werd ingesteld, zodat |
préjudicielle posée serait superflue. | de gestelde prejudiciële vraag overbodig is. |
C'est au juge a quo qu'il appartient de déterminer la ou les normes | Het staat aan de verwijzende rechter de norm of normen vast te stellen |
applicables au litige qui lui est soumis. Les parties ne peuvent | die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil. De partijen |
modifier ou faire modifier le contenu de la question posée. Il appert | mogen de inhoud van de gestelde vraag niet wijzigen of laten wijzigen. |
de la motivation de la décision de renvoi que le juge a quo a | Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de |
expressément considéré que les dispositions au sujet desquelles il | verwijzende rechter uitdrukkelijk heeft geoordeeld dat de bepalingen |
pose une question préjudicielle sont applicables au litige qui lui | waarover hij een prejudiciële vraag stelt, van toepassing zijn op het |
était soumis. La Cour limite donc son examen à la question | hem voorgelegde geschil. Het Hof beperkt bijgevolg zijn onderzoek tot |
préjudicielle telle qu'elle est posée. | de prejudiciële vraag zoals gesteld. |
B.3. Avant l'entrée en vigueur de la loi du 10 juin 1998 modifiant | B.3. Vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 tot |
certaines dispositions en matière de prescription, le délai de | wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring bedroeg de |
prescription de droit commun était de trente ans. Le nouvel article | gemeenrechtelijke verjaringstermijn dertig jaar. Het nieuwe artikel |
2262bis, § 1er, du Code civil, inséré par la loi susdite, énonce que | 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd door voormelde |
les actions personnelles sont prescrites par dix ans à l'exception des | wet, bepaalt dat de persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door |
actions en réparation d'un dommage fondées sur une responsabilité | verloop van tien jaar, met uitzondering van de rechtsvorderingen tot |
extracontractuelle qui se prescrivent par cinq ans à partir du jour | vergoeding van schade op grond van buitencontractuele |
qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de | aansprakelijkheid, die verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de |
son aggravation et de l'identité de la personne responsable, ces | dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de |
actions se prescrivant en tout état de cause par vingt ans à partir du | schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor |
jour qui suit celui où s'est produit le fait qui a provoqué le | aansprakelijke persoon, waarbij die vorderingen in ieder geval |
dommage. Lorsque l'action a pris naissance avant l'entrée en vigueur | verjaren door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die |
de la loi du 10 juin 1998, l'article 10 de cette loi dispose, à titre | waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft |
de mesure transitoire, que les nouveaux délais de prescription qu'elle | voorgedaan. Wanneer de rechtsvordering vóór de inwerkingtreding van de |
wet van 10 juni 1998 is ontstaan, bepaalt artikel 10 van die wet bij | |
institue ne commencent à courir qu'à partir de son entrée en vigueur. | wijze van overgangsmaatregel dat de nieuwe verjaringstermijnen waarin |
zij voorziet pas beginnen te lopen vanaf haar inwerkingtreding. | |
B.4. Il appert des faits qui sont à l'origine de la question | B.4. Uit de feiten die aan de oorsprong van de prejudiciële vraag |
préjudicielle que la Cour est interrogée sur la compatibilité avec les | liggen, blijkt dat het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, |
articles 10 et 11 de la Constitution de la prescription quinquennale | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de verjaring na vijf |
jaar in zoverre zij van toepassing is op vorderingen tot | |
en ce qu'elle s'applique à des demandes d'indemnisation fondées sur | schadevergoeding gegrond op een fout, een nalatigheid of een |
une faute, une négligence ou une imprudence (article 1382 du Code | onvoorzichtigheid (artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek). |
civil). B.5. Dans les arrêts nos 32/96, 75/97, 5/99 et 85/2001, la Cour a | B.5. In de arresten nrs. 32/96, 75/97, 5/99 en 85/2001 heeft het Hof |
estimé qu'en soumettant à la prescription quinquennale les actions | geoordeeld dat de wetgever, door de vorderingen gericht tegen de Staat |
dirigées contre l'Etat, le législateur a pris une mesure en rapport | aan de vijfjarige verjaring te onderwerpen, een maatregel heeft |
genomen die in verband staat met het nagestreefde doel dat erin | |
avec le but poursuivi qui est de permettre de clôturer les comptes de | bestaat de rekeningen van de Staat binnen een redelijke termijn af te |
l'Etat dans un délai raisonnable. Il a en effet considéré qu'une telle | sluiten. Er werd immers geoordeeld dat een dergelijke maatregel |
mesure était indispensable, parce qu'il faut que l'Etat puisse, à une | noodzakelijk was omdat de Staat op een bepaald ogenblik zijn |
époque déterminée, arrêter ses comptes : c'est une prescription | rekeningen moet kunnen afsluiten : het is een verjaring van openbare |
d'ordre public et nécessaire au point de vue d'une bonne comptabilité | orde, die noodzakelijk is in het licht van een goede comptabiliteit |
(Pasin. 1846, p. 287). | (Pasin. 1846, p. 287). |
Lors des travaux préparatoires de la loi du 6 février 1970, il fut | Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 6 februari 1970 |
rappelé que, « faisant pour plus de 150 milliards de dépenses par an, | werd herbevestigd dat « de Staat, die jaarlijks meer dan 150 miljard |
manoeuvrant un appareil administratif lourd et compliqué, submergé de | uitgeeft en met het bestuursapparaat werkt dat log, ingewikkeld, en |
documents et d'archives, l'Etat est un débiteur de nature particulière | dan nog overstelpt is met documenten en archiefstukken, [..] wel een |
» et que « des raisons d'ordre imposent que l'on mette fin aussitôt | debiteur van gans bijzondere aard » is en dat « het wegens orderedenen |
que possible aux revendications tirant leur origine d'affaires | geboden [is] zo spoedig mogelijk een einde te maken aan eisen die hun |
arriérées » (Doc. parl., Chambre, 1964-1965, n° 971/1, p. 2; Doc. | oorsprong vinden in achterstallige zaken » (Parl. St., Kamer, |
parl., Sénat, 1966-1967, n° 126, p. 4). B.6. Dans l'arrêt n° 32/96, la Cour a toutefois constaté que le délai de prescription quinquennal n'est pas raisonnablement justifié en tant qu'il s'applique à des demandes d'indemnisation du préjudice causé à des propriétés par des travaux exécutés par l'Etat. Dans ce cas, il s'agit en effet de créances nées d'un préjudice qui peut n'apparaître que plusieurs années après que les travaux ont été exécutés. Les réclamations tardives s'expliquent, le plus souvent, non par la négligence du créancier mais par l'apparition tardive du dommage. B.7. Dans l'arrêt n° 75/97, la Cour a décidé que ce raisonnement n'est pas pertinent à l'égard des actions qui opposent l'Etat à ses cocontractants en matière de marchés publics. En effet, de tels litiges naissent de l'inexécution ou de la mauvaise exécution de conventions librement conclues avec l'Etat et dont les clauses renseignent les parties sur la nature, la portée et l'ampleur de leurs obligations. | 1964-1965, nr. 971/1, p. 2; Parl. St., Senaat, 1966-1967, nr. 126, p. 4). B.6. In het arrest nr. 32/96 kwam het Hof evenwel tot de vaststelling dat de vijfjarige verjaringstermijn niet redelijk verantwoord is in zoverre hij van toepassing is op vorderingen tot schadevergoeding voor het nadeel dat aan eigendommen werd berokkend door werken die door de Staat werden uitgevoerd. In dat geval gaat het immers om schuldvorderingen die zijn ontstaan uit een nadeel dat pas aan de oppervlakte kan komen talrijke jaren nadat de werken werden uitgevoerd. De laattijdige klachten vinden hun verklaring meestal niet in de nalatigheid van de schuldeiser, maar in het feit dat de schade zich laattijdig manifesteert. B.7. In het arrest nr. 75/97 besliste het Hof dat die redenering niet relevant is ten aanzien van de vorderingen waarin de Staat tegenover zijn medecontractanten is geplaatst inzake overheidsopdrachten. Dergelijke geschillen ontstaan immers uit de niet-uitvoering of de slechte uitvoering van overeenkomsten die de medecontractanten uit vrije wil hebben afgesloten met de Staat en waarvan de clausules de partijen inlichten over de aard, de draagwijdte en de omvang van hun verplichtingen. |
B.8. Dans l'arrêt n° 5/99, la Cour a décidé que le raisonnement de | B.8. In het arrest nr. 5/99 besliste het Hof dat de redenering van het |
l'arrêt n° 32/96 ne peut davantage être appliqué à des créances ayant | arrest nr. 32/96 evenmin kan worden doorgetrokken tot |
pour objet de réparer un préjudice qui est causé par la décision, | schuldvorderingen die tot doel hebben een nadeel te herstellen dat |
wordt veroorzaakt door een als foutief gekwalificeerde beslissing om | |
qualifiée de fautive, de rémunérer inégalement des travailleurs. | werknemers ongelijk te verlonen. De voorliggende hypothese betrof |
L'hypothèse examinée concerne des actions qui résultent d'une relation | vorderingen die voortvloeien uit een bestaande arbeidsverhouding |
de travail existant entre la province et des membres de son personnel | tussen de provincie en leden van haar personeel wier rechten en |
dont les droits et obligations sont fixés préalablement dans un ensemble de règles statutaires ayant fait l'objet d'une publicité et dont chacun est censé connaître la portée. B.9. Dans l'arrêt n° 85/2001, la Cour a décidé que le raisonnement de l'arrêt n° 32/96 ne peut s'appliquer lorsque la personne préjudiciée pouvait agir immédiatement contre l'autorité susceptible d'être déclarée responsable, sans qu'elle dût attendre que le Conseil d'Etat ait statué sur le recours qu'elle avait introduit contre la décision du ministre lui retirant sa fonction. Dans le même arrêt n° 85/2001, en réponse à une autre question, la Cour a décidé qu'il en va de même lorsque l'assureur « soins de santé » de la victime pouvait apprécier s'il convenait d'agir contre la Région wallonne, gestionnaire du bois dans lequel se trouvait l'arbre qui avait causé l'accident. B.10. Dans la présente affaire, la question est de savoir si le délai de prescription quinquennal pour des actions dirigées contre les autorités peut se justifier en tant qu'il s'applique à une action en réparation fondée sur une responsabilité extracontractuelle. Etant donné que, dans l'arrêt n° 32/96, la Cour s'est explicitement limitée à un examen des actions en réparation du préjudice causé à des propriétés par des travaux exécutés par l'Etat, elle ne s'est pas prononcée sur les actions en responsabilité en général. B.11. En l'espèce, les personnes préjudiciées pouvaient intenter leur action en dédommagement immédiatement, sans devoir attendre la décision du Conseil d'Etat sur leur recours en annulation. C'est en effet au moment où l'arrêté du 14 février 1983 a été pris que le préjudice s'est clairement manifesté. B.12. Ces personnes ne se trouvent pas dans une situation essentiellement différente de tout demandeur en réparation qui doit agir, dans le délai légal, contre l'autorité dont la responsabilité quasi-délictuelle peut être engagée, même s'il a des doutes sur l'identité de l'autorité responsable ou sur la règle de droit applicable au litige. Leur situation n'est pas comparable à celle des personnes qui se trouvent dans l'impossibilité d'agir dans le délai légal parce que leur dommage ne s'est manifesté qu'après son expiration. B.13. Le raisonnement de l'arrêt n° 32/96 ne peut donc leur être appliqué. En soumettant à la prescription quinquennale de telles actions, le législateur a pris une mesure qui n'est pas disproportionnée au but poursuivi. B.14. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | verplichtingen voorafgaandelijk zijn vastgelegd in een geheel van statutaire regelen die zijn bekendgemaakt en waarvan een ieder geacht kan worden de draagwijdte te kennen. B.9. In het arrest nr. 85/2001 besliste het Hof dat de redenering van het arrest nr. 32/96 niet kan worden toegepast wanneer de benadeelde persoon onmiddellijk in rechte kon treden tegen de overheid die aansprakelijk zou kunnen worden verklaard, zonder dat hij diende te wachten tot de Raad van State uitspraak zou hebben gedaan over het beroep dat hij had ingesteld tegen de beslissing van de minister waarbij hem zijn functie werd ontnomen. In antwoord op een andere vraag besliste het Hof in hetzelfde arrest nr. 85/2001 dat hetzelfde geldt wanneer de verzekeraar « gezondheidszorg » van het slachtoffer kon nagaan of in rechte diende te worden getreden tegen het Waalse Gewest, beheerder van het bos waarin de boom die het ongeval had veroorzaakt zich bevond. B.10. In voorliggende zaak luidt de vraag of de vijfjarige verjaringstermijn voor rechtsvorderingen tegen de overheid kan worden verantwoord in zoverre hij van toepassing is op een rechtsvordering tot schadevergoeding op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid. Aangezien het Hof zich in het arrest nr. 32/96 uitdrukkelijk heeft beperkt tot een onderzoek van de vorderingen tot schadevergoeding voor het nadeel dat aan eigendommen werd berokkend door werken die door de Staat werden uitgevoerd, heeft het zich niet over de aansprakelijkheidsvorderingen in het algemeen uitgesproken. B.11. Te dezen konden de benadeelde personen onmiddellijk hun vordering tot schadevergoeding instellen zonder dat zij dienden te wachten op de uitspraak van de Raad van State over hun beroep tot vernietiging. Het is immers op het ogenblik dat het besluit van 14 februari 1983 is genomen dat het nadeel zich duidelijk manifesteerde. B.12. Die personen bevinden zich niet in een situatie die essentieel verschillend is van die van elke aanvrager van schadevergoeding die, binnen de wettelijke termijn, in rechte dient te treden tegen de overheid die aansprakelijk kan worden gesteld voor een oneigenlijk misdrijf, zelfs al heeft hij twijfels over de identiteit van de aansprakelijke overheid of over de rechtsregel die op het geschil van toepassing is. Hun situatie is niet vergelijkbaar met die van personen die zich in de onmogelijkheid bevinden om binnen de wettelijke termijn in rechte te treden omdat hun schade pas na het verstrijken van de termijn tot uiting is gekomen. B.13. De redenering gevolgd in het arrest nr. 32/96 kan dus niet op hen worden toegepast. Door dergelijke vorderingen aan de vijfjarige verjaring te onderwerpen, heeft de wetgever een maatregel genomen die niet onevenredig is met het nagestreefde doel. B.14. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1er, alinéa 1er, a), de la loi du 6 février 1970 relative à | Artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende |
la prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de |
provinces et l'article 100, alinéa 1er, 1°, des lois sur la | Staat en de provinciën en artikel 100, eerste lid, 1°, van de bij |
comptabilité de l'Etat coordonnées par l'arrêté royal du 17 juillet | koninklijk besluit van 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de |
1991 ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en tant | Rijkscomptabiliteit, schenden niet de artikelen 10 en 11 van de |
qu'en vertu de ces dispositions, une créance à charge de l'Etat, | Grondwet in zoverre krachtens die bepalingen een schuldvordering ten |
consistant en une action en dommages-intérêts fondée sur la | laste van de Staat, bestaande in een vordering tot schadeloosstelling |
responsabilité extracontractuelle (article 1382 du Code civil) se | op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid (artikel 1382 van |
prescrit par cinq ans. | het Burgerlijk Wetboek), verjaart na verloop van vijf jaar. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 20 février 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 februari 2002. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux A. Arts | P.-Y. Dutilleux A. Arts |