Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 27/2002 du 30 janvier 2002 Numéros du rôle : 2031 et 2145 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 128, alinéa 1 er , 2°, et alinéa 2, et l'article 394, § 1 er , du Code des imp La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 27/2002 du 30 janvier 2002 Numéros du rôle : 2031 et 2145 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 128, alinéa 1 er , 2°, et alinéa 2, et l'article 394, § 1 er , du Code des imp La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) Uittreksel uit arrest nr. 27/2002 van 30 januari 2002 Rolnummers 2031 en 2145 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 128, eerste lid, 2°, en tweede lid, en artikel 394, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 27/2002 du 30 janvier 2002 Uittreksel uit arrest nr. 27/2002 van 30 januari 2002
Numéros du rôle : 2031 et 2145 Rolnummers 2031 en 2145
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 128, In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 128, eerste lid,
alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, et l'article 394, § 1er, du Code des 2°, en tweede lid, en artikel 394, § 1, van het Wetboek van de
impôts sur les revenus 1992, posées par la Cour d'appel de Bruxelles inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel
et par le Tribunal de première instance de Bruxelles. en door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et A. Alen, assistée du P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en A. Alen,
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles I. Onderwerp van de prejudiciële vragen
a. Par arrêt du 18 septembre 2000 en cause de l'Etat belge contre F. a. Bij arrest van 18 september 2000 in zake de Belgische Staat tegen
Van Billoen, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour F. Van Billoen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof
d'arbitrage le 21 septembre 2000, la Cour d'appel de Bruxelles a posé is ingekomen op 21 september 2000, heeft het Hof van Beroep te Brussel
la question préjudicielle suivante : de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« A la lumière du traitement fiscal des conjoints séparés de fait, « Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk
prévu par l'article 128, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, du Code des gescheiden echtgenoten zoals bepaald in artikel 128, eerste lid, 2°,
impôts sur les revenus 1992, faut-il considérer comme une violation du en tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als
principe d'égalité contenu aux articles 10 et 11 de la Constitution een schending van het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11
van de gecoördineerde Grondwet beschouwd te worden : het bepaalde in
coordonnée : le prescrit de l'article 394, § 1er, alinéa 1er, du Code artikel 394, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de
des impôts sur les revenus 1992, en ce que cette disposition inkomstenbelastingen 1992, waar deze wetsbepaling voorschrijft dat elk
législative énonce que chacune des quotités de l'impôt afférentes aux gedeelte van de belasting in verband met de onderscheiden inkomsten
revenus respectifs des conjoints peut, quel que soit le régime van de echtgenoten mag worden vervolgd op al de eigen en de
matrimonial, être recouvrée sur tous les biens propres et sur les gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten, ongeacht het
biens communs des deux conjoints, alors que ce régime de recouvrement aangenomen huwelijksvermogensstelsel, dan wanneer dit stelsel van
est lié à l'impôt calculé pour les personnes mariées, cependant que invordering is verbonden aan de belasting berekend voor gehuwden,
pour le calcul et l'établissement de l'impôt les conjoints séparés de terwijl de feitelijk gescheiden echtgenoten voor de berekening en
fait sont traités comme des isolés et que ces derniers ne sont vestiging van de belasting worden behandeld als alleenstaanden en
individuellement tenus, sur le plan fiscal, qu'au paiement des impôts terwijl deze laatsten fiscaal uitsluitend individueel kunnen gehouden
établis à leur nom ? » zijn voor de belastingen die op hun naam werden gevestigd ? »
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2031 du rôle de la Cour. Die zaak is ingeschreven onder nummer 2031 van de rol van het Hof.
b. Par jugement du 9 mars 2001 en cause de B. Thys contre l'Etat b. Bij vonnis van 9 maart 2001 in zake B. Thys tegen de Belgische
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
le 16 mars 2001, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé ingekomen op 16 maart 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te
la question préjudicielle suivante : Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Faut-il, à la lumière du traitement fiscal des conjoints séparés de « Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk
fait tel qu'il est prévu à l'article 128, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, gescheiden echtgenoten zoals bepaald in artikel 128, eerste lid, 2° en
du Code des impôts sur les revenus 1992 et de l'article 394, § 1er, de tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van
artikel 394, § 1, van dat Wetboek, waarin wordt voorgeschreven dat elk
ce Code, qui prévoit que chacune des quotités de l'impôt afférentes gedeelte van belasting in verband met de onderscheiden inkomsten van
aux revenus respectifs des conjoints peut être recouvrée sur tous les de echtgenoten mag worden verhaald op al de eigen en de
biens propres et sur les biens communs des deux conjoints, considérer gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten als een schending
que le principe d'égalité inscrit aux articles 10 et 11 de la van het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
Constitution est violé par la disposition contenue in fine de cet beschouwd te worden : het bepaalde in fine van dat artikel, alwaar bij
article, insérée par l'article 3 de la loi du 4 mai 1999, (Moniteur invoeging van artikel 3 van de wet van 4 mei 1999, (Belgisch
belge , 4 juin 1999, première édition), qui énonce : Toutefois, dans Staatsblad , 4 juni 1999, eerste uitgave) wordt gesteld : 'Deze twee
le cas visé à l'alinéa 1er, 2°, les deux impositions distinctes sont afzonderlijke aanslagen worden evenwel, in het geval beoogd in het
portées au rôle au nom des deux conjoints ', ce qui crée un titre eerste lid, 2°, ingekohierd op naam van beide echtgenoten ', waardoor
exécutoire vis-à-vis du conjoint séparé de fait qui est totalement een uitvoerbare titel wordt gecreëerd opzichtens de feitelijk
étranger à la dette sous-jacente et aux revenus qui en forment la gescheiden echtgenoot die totaal geen uitstaans heeft met de
onderliggende schuld noch met de inkomsten die hieraan ten grondslag
base, alors qu'un tel titre n'est pas créé vis-à-vis d'un isolé ou liggen terwijl dergelijke titel niet wordt gecreëerd opzichtens een
d'un cohabitant non marié, qui est également étranger à la dette alleenstaande of een ongehuwd samenwonende, die evenmin uitstaans
sous-jacente ou aux revenus d'une autre personne ? » heeft met de onderliggende schuld of de inkomsten van een ander ? »
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2145 du rôle de la Cour. Die zaak is ingeschreven onder nummer 2145 van de rol van het Hof.
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1.1. Les questions préjudicielles concernent les articles 128, B.1.1. De prejudiciële vragen betreffen de artikelen 128, eerste lid,
alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, et 394, § 1er, du Code des impôts sur les 2°, en tweede lid, en 394, § 1, van het Wetboek van de
revenus 1992 (ci-après : C.I.R. 1992). inkomstenbelastingen 1992 (hierna afgekort : W.I.B. 1992).
L'article 128, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, du C.I.R. 1992 énonce : Artikel 128, eerste lid, 2°, en tweede lid, W.I.B. 1992 luidt :
« Pour l'application de la présente section et le calcul de l'impôt, « Voor de toepassing van deze afdeling en voor de berekening van de
les personnes mariées sont considérées non comme des conjoints mais belasting worden gehuwde personen niet als echtgenoten maar als
comme des isolés : alleenstaanden aangemerkt :
[...] [...]
2° à partir de l'année qui suit celle au cours de laquelle une 2° vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft
séparation de fait est intervenue, pour autant que cette séparation plaatsgevonden, voor zover die scheiding in het belastbare tijdperk
soit effective durant toute la période imposable; niet ongedaan is gemaakt;
[...] [...]
Dans ces cas, deux impositions distinctes sont établies et l'impôt est In deze gevallen worden twee afzonderlijke aanslagen gevestigd en
déterminé, pour chacun des intéressés, sur la base de ses propres wordt de belasting voor elke betrokkene bepaald naar zijn eigen
revenus et de ceux de ses enfants dont il a la jouissance légale. » inkomsten en die van zijn kinderen waarvan hij het wettelijk genot
L'article 3 de la loi du 4 mai 1999 a complété cette disposition comme heeft. » Artikel 3 van de wet van 4 mei 1999 heeft die bepaling als volgt
suit : vervolledigd :
« Toutefois, dans le cas visé à l'alinéa 1er, 2°, les deux impositions « Deze twee afzonderlijke aanslagen worden evenwel, in het geval
distinctes sont portées au rôle au nom des deux conjoints ». beoogd onder het eerste lid, 2°, ingekohierd op naam van de beide echtgenoten ».
L'article 394, § 1er, du même Code, avant sa modification par Artikel 394, § 1, van hetzelfde Wetboek, vóór de wijziging ervan bij
l'article 7 de la loi du 4 mai 1999, était libellé comme suit : artikel 7 van de wet van 4 mei 1999, luidt :
« Chacune des quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs « Elk gedeelte van de belasting in verband met de onderscheiden
des conjoints ainsi que le précompte enrôlé au nom de l'un d'eux inkomsten van de echtgenoten alsook de voorheffing ingekohierd op naam
peuvent, quel que soit le régime matrimonial, être recouvrés sur tous van één van hen, mag ongeacht het aangenomen huwelijksvermogensstelsel
les biens propres et sur les biens communs des deux conjoints. worden vervolgd op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van
beide echtgenoten.
Toutefois, la quotité de l'impôt afférente aux revenus de l'un des Het gedeelte van de belasting in verband met de inkomsten van één van
de echtgenoten, die hem eigen zijn op grond van zijn
conjoints qui lui sont propres en vertu de son régime matrimonial huwelijksvermogensstelsel, alsook de roerende voorheffing en de
ainsi que le précompte mobilier et le précompte professionnel enrôlés bedrijfsvoorheffing, ingekohierd op naam van één van hen, mogen
au nom de l'un d'eux ne peuvent être recouvrés sur les biens propres evenwel niet worden vervolgd op de eigen goederen van de andere
de l'autre conjoint lorsque celui-ci peut établir : echtgenoot wanneer deze aantoont :
1° qu'il les possédait avant le mariage; 1° dat hij ze bezat vóór het huwelijk;
2° ou qu'ils proviennent d'une succession ou d'une donation faite par 2° of dat zij voortkomen van een erfenis of van een schenking door een
une personne autre que son conjoint; andere persoon dan zijn echtgenoot;
3° ou qu'il les a acquis au moyen de fonds provenant de la réalisation 3° of dat hij ze heeft verworven door middel van fondsen die
de semblables biens; voortkomen van de realisatie van dergelijke goederen;
4° ou qu'il les a acquis au moyen de revenus qui lui sont propres en 4° of dat hij ze heeft verkregen met inkomsten die eigen zijn op grond
vertu de son régime matrimonial. » van zijn huwelijksvermogensstelsel. »
B.1.2. La question posée dans l'affaire n° 2145 porte sur le dernier B.1.2. De in de zaak nr. 2145 gestelde vraag betreft het laatste lid
alinéa de l'article 128 C.I.R. 1992, tel qu'il a été introduit dans van artikel 128 van het W.I.B. 1992, zoals het in die bepaling is
cette disposition par la loi du 4 mai 1999. Le Conseil des ministres toegevoegd bij de wet van 4 mei 1999. De Ministerraad is van oordeel
estime que la question n'est pas pertinente pour la solution du litige dat de vraag niet ter zake dienend is voor de beslechting van het
pendant devant le juge a quo , cette disposition n'étant applicable geschil dat voor de verwijzende rechter hangende is, aangezien die
qu'à partir de l'exercice d'imposition 2000, alors que le litige porte bepaling pas vanaf het aanslagjaar 2000 van toepassing is, terwijl het
sur l'exercice d'imposition 1999. geschil handelt over het aanslagjaar 1999.
B.1.3. C'est au juge a quo qu'il appartient de déterminer la B.1.3. Het staat aan de verwijzende rechter vast te stellen welke
disposition applicable au litige qui lui est soumis. Il n'appartient bepaling van toepassing is op het aan hem voorgelegde geschil. Het Hof
pas à la Cour de censurer cette appréciation. vermag die beoordeling niet te bekritiseren.
B.1.4. Il ressort des questions préjudicielles que la Cour est B.1.4. Uit de prejudiciële vragen blijkt dat het Hof wordt
interrogée, d'une part, sur le traitement égal des conjoints vivant ondervraagd, enerzijds, over de gelijke behandeling van samenwonende
ensemble et des conjoints séparés de fait, et d'autre part, sur le en feitelijk gescheiden echtgenoten, en, anderzijds, over de
traitement différent des conjoints séparés de fait et des personnes verschillende behandeling van feitelijk gescheiden echtgenoten en
isolées, cohabitantes ou non, quant aux règles relatives au alleenstaanden, al dan niet samenwonend, met betrekking tot de regels
recouvrement de l'impôt. En vertu des dispositions précitées, betreffende de invordering van de belasting. Krachtens de voormelde
l'administration fiscale a la faculté de recouvrer la dette d'impôt bepalingen beschikt de belastingadministratie over de mogelijkheid de
d'un des conjoints sur les biens communs et sur les biens propres de belastingschuld van één van de echtgenoten in te vorderen op de
l'autre conjoint, sans égard au régime matrimonial, sauf si le gemeenschappelijke goederen en op de goederen die eigen zijn aan de
conjoint concerné prouve qu'il s'agit de biens énumérés à l'article andere echtgenoot, ongeacht het huwelijksvermogensstelsel, tenzij de
betrokken echtgenoot bewijst dat het gaat om goederen opgesomd in
394, § 1er, alinéa 2, du C.I.R. 1992. Cette possibilité existe aussi à artikel 394, § 1, tweede lid, van het W.I.B. 1992. Die mogelijkheid
l'égard des conjoints séparés de fait qui sont dès lors traités, en ce bestaat tevens ten aanzien van feitelijk gescheiden echtgenoten, die
qui concerne le recouvrement de l'impôt, comme les conjoints vivant alsdan, wat de invordering van de belasting betreft, worden behandeld
ensemble, et différemment des personnes isolées. als samenwonende echtgenoten, en verschillend van alleenstaanden.
Quant au traitement égal des conjoints vivant ensemble et des Ten aanzien van de gelijke behandeling van samenwonende en feitelijk
conjoints séparés de fait gescheiden echtgenoten
B.2.1. La Cour doit tout d'abord contrôler, au regard des articles 10 B.2.1. Het Hof dient allereerst de gelijke behandeling van
et 11 de la Constitution, le traitement égal qui est réservé aux samenwonende en feitelijk gescheiden echtgenoten, met betrekking tot
conjoints vivant ensemble et aux conjoints séparés de fait, en ce qui de invordering van de verschuldigde belasting, te toetsen aan de
concerne le recouvrement de la dette fiscale, compte tenu en artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzonderheid rekening houdend met
particulier de la constatation que ces deux catégories de conjoints de vaststelling dat beide categorieën van echtgenoten, wat de
sont traitées différemment en ce qui concerne l'établissement de vestiging van de belasting op de eigen inkomsten voor elk van beide
l'impôt sur les revenus propres de chacune des deux catégories. categorieën betreft, verschillend worden behandeld.
B.2.2. En vertu de l'article 126 du C.I.R. 1992, la cotisation est B.2.2. Krachtens artikel 126 van het W.I.B. 1992 wordt de aanslag van
établie au nom des deux conjoints. Conformément à l'article 128, echtgenoten gevestigd op naam van beide echtgenoten. Op grond van
alinéa 1er, 2°, du C.I.R. 1992, les personnes mariées sont considérées artikel 128, eerste lid, 2°, van het W.I.B. 1992, worden gehuwde
non comme des conjoints mais comme des isolés, à partir de l'année qui personen vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding
suit celle au cours de laquelle une séparation de fait est intervenue, plaatsgreep, evenwel niet als echtgenoten maar als alleenstaanden
pour autant que cette séparation soit effective durant toute la beschouwd voor zover de scheiding in het belastbare tijdperk niet
période imposable, et deux impositions distinctes sont établies dans ongedaan is gemaakt, en worden dan twee afzonderlijke aanslagen
ce cas. gevestigd.
B.2.3. Bien que des impositions distinctes soient établies, les B.2.3. Ondanks de afzonderlijk gevestigde aanslag blijven de feitelijk
conjoints séparés de fait demeurent tenus solidairement au paiement de gescheiden echtgenoten, zoals samenwonende echtgenoten, samen instaan
la dette fiscale, comme les conjoints vivant ensemble. En effet, aux voor de belastingschuld. Luidens artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992
termes de l'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992, chacune des quotités mag immers elk gedeelte van de belasting in verband met de
de l'impôt afférentes aux revenus respectifs des conjoints peut être onderscheiden inkomsten van de echtgenoten, ongeacht niet alleen het
recouvrée sur tous les biens propres et sur les biens communs des deux aangenomen huwelijksvermogensstelsel, maar ook de feitelijke toestand
conjoints, non seulement quel que soit le régime matrimonial mais van samenwoning of feitelijke scheiding, worden vervolgd op al de
également quelle que soit la situation effective de cohabitation ou de eigen en de gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten,
séparation de fait, sauf les cas définis dans cet article. uitgenomen in de gevallen in dat artikel bepaald.
B.3.1. L'article 128 du C.I.R. 1992 déroge au principe de l'enrôlement commun au nom des deux conjoints que contient l'article 126 dudit Code. La différence de traitement des deux catégories de conjoints repose sur une donnée objective, à savoir l'existence ou non d'une détérioration grave de la relation conjugale, pour autant que cette détérioration grave présente un caractère durable. En ce qui concerne les conjoints séparés de fait, la dérogation au principe de l'enrôlement commun au nom des deux conjoints peut se justifier, ainsi que la Cour l'a constaté dans son arrêt n° 39/96 (B.3.3), par la considération que l'on ne peut obliger les conjoints séparés de fait à B.3.1. Artikel 128 van het W.I.B. 1992 wijkt af van het in artikel 126 van dat Wetboek vervatte beginsel van de gezamenlijke inkohiering op naam van beide echtgenoten. Het verschil in behandeling van beide categorieën van echtgenoten berust op een objectief gegeven, namelijk het al dan niet ernstig verstoord zijn van de echtelijke relatie, voor zover de ernstige verstoring een duurzaam karakter vertoont. De afwijking van het beginsel van de gezamenlijke inkohiering op naam van beide echtgenoten kan, ten aanzien van de feitelijk gescheiden echtgenoten, worden gewettigd, zoals het Hof in zijn arrest nr. 39/96 (B.3.3) heeft vastgesteld, op grond van de overweging dat men feitelijk gescheiden
se communiquer chaque année tous les éléments de leurs revenus echtgenoten niet kan verplichten elkaar jaarlijks alle bestanddelen
personnels. van hun persoonlijk inkomen mede te delen.
B.3.2. Par ailleurs, dans son arrêt n° 51/99 (B.4), la Cour a B.3.2. Overigens is het Hof in zijn arrest nr. 51/99 (B.4) ervan
considéré que le produit de l'impôt étant affecté à des dépenses uitgegaan dat, aangezien de opbrengst van de belasting wordt aangewend
publiques qui visent à la satisfaction de l'intérêt général, il doit voor overheidsuitgaven die gericht zijn op het algemeen belang, moet
être admis que la procédure de recouvrement puisse déroger aux règles worden aangenomen dat de procedure van invordering mag afwijken van de
regels van het gemeen recht, en het Hof was van oordeel dat artikel
du droit commun et elle a estimé que l'article 394, § 1er, du C.I.R. 394, § 1, van het W.I.B. 1992 wat dat betreft bestaanbaar is met de
1992 était, à cet égard, compatible avec les articles 10 et 11 de la artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Constitution. B.4.1. Het Hof dient te dezen evenwel na te gaan of de gelijke
B.4.1. La Cour doit toutefois vérifier en l'espèce si le traitement behandeling van beide categorieën van echtgenoten - samenwonende en
égal des deux catégories de conjoints - vivant ensemble et séparés - feitelijk gescheiden echtgenoten - ten aanzien van de invordering van
en ce qui concerne le recouvrement des dettes fiscales résiste au de verschuldigde belastingen, gelet op bovenstaande regeling
contrôle de constitutionnalité au regard des articles 10 et 11, compte betreffende de inkohiering, de toetsing aan de artikelen 10 en 11 van
tenu du régime d'enrôlement prédécrit. de Grondwet kan doorstaan.
B.4.2. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la B.4.2. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de
non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling
tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat
établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord
sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Les is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat categorieën
mêmes règles s'opposent, par ailleurs, à ce que soient traitées de van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten maatregel in
manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden
des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat.
regard de la mesure considérée, sont essentiellement différentes. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het
nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen
lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende
proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. middelen en het beoogde doel.
B.5.1. Il ressort des travaux préparatoires de l'article 394 du C.I.R. B.5.1. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 394 van het
1992 que le législateur a voulu maintenir une disposition, dérogatoire W.I.B. 1992 blijkt dat de wetgever een bepaling heeft willen
au droit commun, dont le but est « d'écarter une fraude facilement handhaven, die afwijkt van het gemeen recht, met de bedoeling « een
réalisable en matière de recouvrement de l'impôt » (Doc. parl., gemakkelijk realiseerbare fraude inzake invordering van belastingen te
Chambre, 1980-1981, n° 716/8, p. 57). Le législateur voulait plus beletten » (Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 716/8, p. 57). De
wetgever heeft in het bijzonder elke mogelijkheid tot heimelijke
particulièrement éviter toute possibilité de collusion entre les époux verstandhouding tussen de echtgenoten ten nadele van de Schatkist
au détriment du Trésor. Il résulte également des travaux préparatoires willen vermijden. Uit de parlementaire voorbereiding vloeit tevens
que le législateur voulait, par cette mesure, que les droits du Trésor voort dat de wetgever met die maatregel wilde dat de rechten van de
soient garantis de la même manière à l'égard des époux, que leur Schatkist op dezelfde wijze gegarandeerd zouden worden ten aanzien van
régime matrimonial soit un régime de communauté ou un régime de de echtgenoten, ongeacht of hun huwelijksstelsel een stelsel van
séparation de biens (ibid.). gemeenschap of van scheiding van goederen is (ibid.).
B.5.2. L'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992, qui permet le recouvrement de chacune des quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs des conjoints sur les biens propres des deux conjoints, est une mesure pertinente au regard du but poursuivi par le législateur : éviter toute possibilité de collusion entre époux, qui peut exister même en cas de séparation de fait. La séparation de fait des époux n'affecte en rien les effets de leur régime matrimonial : les mesures qu'ils auraient prises pour mettre le patrimoine de l'un d'eux à B.5.2. Artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992, dat de invordering toestaat van elk gedeelte van de belasting met betrekking tot de onderscheiden inkomsten van de echtgenoten op de eigen goederen van de beide echtgenoten, is een relevante maatregel ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling : de mogelijkheid vermijden van een heimelijke verstandhouding tussen echtgenoten, die ook aanwezig kan zijn wanneer zij feitelijk gescheiden zijn. De feitelijke scheiding van echtgenoten heeft in geen enkel opzicht een weerslag op de gevolgen van hun huwelijksvermogensstelsel : de maatregelen die zij zouden hebben genomen om het vermogen van één van hen tegen vervolgingen veilig te stellen, zouden aan de fiscus kunnen worden
l'abri des poursuites pourraient être opposées au fisc. Le législateur tegengeworpen. De wetgever heeft dus, zonder het gelijkheidsbeginsel
a donc pu, sans violer le principe d'égalité, s'abstenir de déroger à te schenden, zich ervan kunnen onthouden af te wijken van de regel van
la règle de l'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992 au profit des artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992 ten voordele van feitelijk
conjoints séparés de fait puisque cette séparation ne modifie pas la gescheiden echtgenoten, omdat een dergelijke scheiding de
rechtstoestand van hun goederen niet wijzigt.
situation juridique de leurs biens. B.5.3. Overigens is het aangewende middel om de doelstelling te
B.5.3. Par ailleurs, le moyen utilisé pour atteindre l'objectif n'est bereiken niet onevenredig, aangezien het voor de echtgenoot van de
pas disproportionné, l'alinéa 2 de l'article 394, § 1er, du C.I.R. belastingschuldige overeenkomstig artikel 394, § 1, tweede lid, van
1992 permettant au conjoint du redevable d'échapper à un recouvrement het W.I.B. 1992 mogelijk was te ontsnappen aan een invordering van de
de l'impôt sur ses biens propres s'il démontre qu'il se trouve dans belasting op de eigen goederen, indien hij aantoont dat hij zich in
une des quatre hypothèses énumérées par cette disposition. En outre, één van de vier in die bepaling opgesomde gevallen bevindt. Bovendien,
si la séparation de fait aboutit à un divorce, il peut, en règle, être indien de feitelijke scheiding uitloopt op een echtscheiding, kan in
tenu compte de la dette d'impôt acquittée par le conjoint du redevable de regel rekening worden gehouden met de door de echtgenoot van de
lors de la liquidation du régime matrimonial. belastingschuldige betaalde belastingschuld bij de vereffening van het
B.6. L'article 128 du C.I.R. 1992, en tant qu'il prévoit un traitement huwelijksvermogensstelsel. B.6. In zoverre artikel 128 van het W.I.B. 1992 voorziet in een
différent des conjoints vivant ensemble et des conjoints séparés de fait, en ce qui concerne l'enrôlement de l'impôt, et l'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992, en tant qu'il prévoit un traitement égal de ces deux catégories de conjoints en ce qui concerne le recouvrement de la dette fiscale, ne sont pas discriminatoires. En ce qu'elles dénoncent ce traitement identique, les questions préjudicielles appellent une réponse négative. En ce qui concerne le traitement différent des conjoints séparés de fait, d'une part, et des isolés et des cohabitants non mariés, d'autre part B.7. Les deux questions préjudicielles portent également sur le contrôle, au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, de la verschillende behandeling van de samenwonende en feitelijk gescheiden echtgenoten, wat betreft de inkohiering van de belasting, en in zoverre artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992 voorziet in een gelijke behandeling van die beide categorieën van echtgenoten, wat betreft de invordering van de verschuldigde belasting, zijn die bepalingen niet discriminerend. In zoverre zij die identieke behandeling aanklagen, dienen de prejudiciële vragen ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de verschillende behandeling van feitelijk gescheiden echtgenoten, enerzijds, en de alleenstaanden en ongehuwd samenwonenden, anderzijds B.7. In de beide prejudiciële vragen gaat het eveneens erom het verschil in behandeling, inzake de invordering van de verschuldigde
différence de traitement, en matière de recouvrement de la dette belasting, tussen de feitelijk gescheiden echtgenoten, enerzijds, en
fiscale, entre les conjoints séparés de fait, d'une part, et les de alleenstaanden en ongehuwd samenwonenden, anderzijds, zoals dat
isolés et les cohabitants non mariés, d'autre part, telle qu'elle résulte de l'article 394 du C.I.R. 1992. voortvloeit uit artikel 394 van het W.I.B. 1992, te toetsen aan de
La Cour ne tient pas compte en l'espèce de la situation juridique des artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
cohabitants non mariés qui ont fait une déclaration de cohabitation Het Hof houdt te dezen geen rekening met de rechtssituatie van de
ongehuwd samenwonenden die een verklaring van wettelijke samenwoning
légale, puisque les faits soumis au juge a quo sont antérieurs à hebben afgelegd vermits de aan de verwijzende rechter voorgelegde
l'entrée en vigueur du titre Vbis du Code civil, relatif à la feiten voorafgaan aan de inwerkingtreding van titel Vbis van het
cohabitation légale. Burgerlijk Wetboek betreffende de wettelijke samenwoning.
B.8. La différence de traitement entre conjoints séparés de fait, B.8. Het verschil in behandeling tussen feitelijk gescheiden
d'une part, et cohabitants non mariés, d'autre part, n'est pas echtgenoten, enerzijds, en ongehuwd samenwonenden, anderzijds, is niet
dépourvue de justification raisonnable lorsqu'il s'agit de fixer les zonder redelijke verantwoording wanneer het erom gaat de regels met
règles relatives au recouvrement de l'impôt exigible. Etant donné que, betrekking tot de invordering van de verschuldigde belasting vast te
comme l'a fait apparaître la réponse à la première question stellen. Aangezien, zoals in het antwoord op de eerste prejudiciële
préjudicielle, la justification pour l'article 394, § 1er, du C.I.R. vraag is gebleken, de verantwoording voor artikel 394, § 1, van het
1992 est liée à la spécificité de la situation patrimoniale des W.I.B. 1992 verband houdt met de eigenheid van de vermogensrechtelijke
personnes mariées et que la séparation de fait n'a aucune influence toestand van gehuwden en aangezien de feitelijke scheiding geen enkele
sur les effets du régime matrimonial, le législateur a pu décider, invloed heeft op de gevolgen van het huwelijksvermogensstelsel, kon de
pour les mêmes motifs que ceux mentionnés au B.5.2, sans violer le wetgever om dezelfde redenen als vermeld in B.5.2, zonder het
principe d'égalité, de ne pas étendre le régime de la dette d'impôt gelijkheidsbeginsel te schenden, besluiten het stelsel van de
des conjoints aux personnes n'ayant aucun lien juridique avec un belastingschuld van echtgenoten niet uit te breiden tot personen die
contribuable, même si elles cohabitent avec lui. met een belastingschuldige geen enkele juridische band hebben, zelfs
indien zij met hem samenwonen.
La même justification s'applique a fortiori à la différence de Dezelfde verantwoording geldt a fortiori voor het verschil in
traitement instaurée par rapport aux contribuables isolés. behandeling ten aanzien van de alleenstaande belastingplichtigen.
B.9. En ce qu'elles concernent cette différence de traitement, les B.9. In zoverre zij dat verschil in behandeling betreffen, dienen de
questions préjudicielles appellent une réponse négative. prejudiciële vragen ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die reden,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
Les articles 128, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, et 394, § 1er, du Code De artikelen 128, eerste lid, 2°, en tweede lid, en 394, § 1, van het
des impôts sur les revenus 1992 ne violent pas les articles 10 et 11 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schenden de artikelen 10 en
de la Constitution. 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 janvier 2002. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 januari 2002.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux A. Arts P.-Y. Dutilleux A. Arts
^