Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 21/2002 du 23 janvier 2002 Numéro du rôle : 2051 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posées par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitrag composée du président M. Melchior, des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et A(...)"
Extrait de l'arrêt n° 21/2002 du 23 janvier 2002 Numéro du rôle : 2051 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posées par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitrag composée du président M. Melchior, des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et A(...) Uittreksel uit arrest nr. 21/2002 van 23 januari 2002 Rolnummer 2051 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen Bij arrest nr.
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 21/2002 du 23 janvier 2002 Uittreksel uit arrest nr. 21/2002 van 23 januari 2002
Numéro du rôle : 2051 Rolnummer 2051
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 21, In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 21, tweede lid,
alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posées par le van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de
Conseil d'Etat. Raad van State.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée du président M. Melchior, des juges P. Martens, R. Henneuse, samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters P. Martens, R.
E. De Groot, L. Lavrysen et A. Alen, et, conformément à l'article Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en A. Alen, en, overeenkomstig
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
président émérite H. Boel, assistée du greffier L. Potoms, présidée Arbitragehof, emeritus voorzitter H. Boel, bijgestaan door de griffier
par le président M. Melchior, L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles I. Onderwerp van de prejudiciële vragen
Par arrêt n° 89.734 du 20 septembre 2000 en cause de P. Beelen contre Bij arrest nr. 89.734 van 20 september 2000 in zake P. Beelen tegen
het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV),
l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI), dont waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 10 10 oktober 2000, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële
octobre 2000, le Conseil d'Etat a posé les questions préjudicielles
suivantes : vragen gesteld :
« 1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil « 1. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de
d'Etat n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Raad van State niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de
Constitution, combinés avec l'article 6, § 1er, de la Convention Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, van het Europees
européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
fondamentales, en ce qu'il prévoit que lorsque la partie requérante ne vrijheden, doordat het bepaalt dat wanneer de verzoekende partij de
respecte pas les délais prévus pour l'envoi des mémoires, le Conseil termijnen voor het neerleggen van memories niet in acht neemt, de Raad
d'Etat constate l'absence d'intérêt requis, et ce alors même que - van State vaststelt dat het vereiste belang niet aanwezig is, en zulks
contrairement à ce qui est prévu dans la procédure devant les zelfs wanneer - in tegenstelling met wat is voorgeschreven in de
juridictions de l'ordre judiciaire - l'avocat, conseil du requérant, procedure voor de gewone rechtscolleges - de advocaat, raadsman van de
n'a pas été informé de la notification à son client du mémoire en verzoeker, niet op de hoogte is gebracht van de kennisgeving aan zijn
réponse, point de départ du délai pour déposer un mémoire en réplique cliënt van de memorie van antwoord, vertrekpunt voor de termijn voor
? het neerleggen van een memorie van wederantwoord ?
2. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat 2. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad
n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, van State niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in
combinés avec l'article 6, § 1er, de la Convention européenne de samenhang gelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag tot
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
que sa sanction s'applique indifféremment à la partie qui a fait doordat de sanctie ervan zonder onderscheid van toepassing is op de
partij die woonplaats heeft gekozen ten kantore van haar raadsman (en
élection de domicile au cabinet de son conseil (et dont le conseil van wie de raadsman dus een kopie van de memorie van antwoord
reçoit donc une copie du mémoire en réponse) et à celle qui n'a pas ontvangt) en de partij die niet een dergelijke keuze van woonplaats
heeft gemaakt (en van wie de raadsman geen kopie van de memorie
procédé à une telle élection de domicile (et dont le conseil ne reçoit ontvangt, en door de griffie zelfs niet op de hoogte wordt gebracht
pas copie du mémoire, ni même n'est informé par le greffe du dépôt) ? van het neerleggen ervan) ?
3. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat 3. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad
n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, van State niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in
combinés avec l'article 6, § 1er, de la Convention européenne de samenhang gelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag tot
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
doordat de sanctie ervan zonder onderscheid van toepassing is op de
que sa sanction s'applique indifféremment à la partie qui bénéficie partij die het voordeel geniet van een arrest waarin de schorsing van
d'un arrêt prononçant la suspension de l'acte administratif dont de administratieve handeling waarvan de vernietiging wordt gevorderd,
l'annulation est poursuivie, et à celle qui ne bénéficierait pas d'un wordt uitgesproken, en op de partij die het voordeel van een dergelijk
tel arrêt ? » arrest niet zou hebben ? »
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
Quant à la disposition en cause Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling
B.1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil B.1. Artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad
d'Etat, tel qu'il était en vigueur à la date à laquelle les questions van State, zoals het van kracht was op de datum waarop de prejudiciële
préjudicielles ont été posées, disposait : vragen zijn gesteld, bepaalde :
« Lorsque la partie requérante ne respecte pas les délais prévus pour « Wanneer de verzoekende partij de termijnen voor het toesturen van de
memorie van wederantwoord of van de aanvullende memorie niet
l'envoi du mémoire en réplique ou du mémoire ampliatif, la section eerbiedigt, doet de afdeling, nadat de partijen die daarom verzocht
statue sans délai, les parties entendues à leur demande, en constatant hebben gehoord zijn, zonder verwijl uitspraak, waarbij het ontbreken
l'absence de l'intérêt requis. » van het vereiste belang wordt vastgesteld. »
B.2.1. La règle en cause a été insérée dans les lois coordonnées sur B.2.1. De in het geding zijnde regel is bij artikel 1 van de wet van
le Conseil d'Etat par l'article 1er de la loi du 17 octobre 1990. Elle 17 oktober 1990 ingevoegd in de gecoördineerde wetten op de Raad van
fait partie d'une série de mesures par lesquelles le législateur State. Hij maakt deel uit van een reeks maatregelen waarmee de
entendait réduire la durée de la procédure devant la section wetgever beoogde de duur van de rechtspleging voor de afdeling
d'administration du Conseil d'Etat et en résorber l'arriéré (Doc. administratie van de Raad van State te beperken en de ontstane
parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-1, p. 1, et n° 984-2, p. 2, et Ann., achterstand weg te werken (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984-1, p.
Sénat, 12 juillet 1990, pp. 2640 et s.). 1, en nr. 984-2, p. 2, en Hand., Senaat, 12 juli 1990, pp. 2640 en
Les travaux préparatoires de cette disposition précisaient que « volgende). De parlementaire voorbereiding omtrent die bepaling preciseerde dat «
l'intention [...] est de remédier à la longueur voulue ou non par les het [...] de bedoeling [is] te verhelpen aan de al dan niet door
parties en cause dans les recours introduits devant le Conseil d'Etat. sommige gedingvoerende partijen gewilde langdurigheid van de
Le non-respect des délais pour l'envoi des mémoires sera assimilé, procedures die voor de Raad van State worden aangespannen. Het niet
d'office, à l'absence de justification de l'intérêt requis à l'article respecteren van de termijnen voor het toesturen van de memories zal
van rechtswege geacht worden gelijk te staan met het niet meer doen
19 » (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-1, p. 3). blijken van het in artikel 19 vereiste belang » (Parl. St., Senaat,
1989-1990, nr. 984-1, p. 3).
Dans l'arrêt n° 48.624 du 13 juillet 1994, le Conseil d'Etat, après In het arrest nr. 48.624 van 13 juli 1994 kwam de Raad van State, na
une analyse des travaux préparatoires et en particulier après een analyse van de parlementaire voorbereiding en inzonderheid de
constatation du rejet d'un amendement prévoyant un traitement plus vaststelling dat een amendement dat een meer soepele behandeling
souple (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-5, et Ann., Sénat, 12 voorstelde werd verworpen (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984-5, en
juillet 1990, pp. 2646, 2648, 2650 et 2651), a abouti à la conclusion Hand., Senaat, 12 juli 1990, pp. 2646, 2648, 2650 en 2651), tot de
que « le législateur a entendu qu'il ne soit, à aucune condition, conclusie « dat de wetgever heeft gewild dat onder geen beding een
accepté d'excuse pour la non-transmission ou la transmission tardive excuus voor het niet of het niet tijdig insturen van een memorie
d'un mémoire; en définissant la sanction qu'il inflige comme aanvaard zou worden; door de door hem opgelegde sanctie te omschrijven
'l'absence de l'intérêt requis ', il a indiqué qu'il regardait le als het ' ontbreken van het vereiste belang ' heeft hij te kennen
dépôt d'un mémoire comme la manifestation formelle de la persistance gegeven dat hij het indienen van een memorie zag als een formele blijk
de l'intérêt ». van gebleven belangstelling ».
B.2.2. L'article 21, alinéa 2, fait ainsi du dépôt d'un mémoire en B.2.2. Het indienen van een memorie van wederantwoord of van een
réplique ou d'un mémoire ampliatif une obligation pour la partie aanvullende memorie is aldus door artikel 21, tweede lid, tot een
requérante si elle veut éviter que l'absence de l'intérêt requis soit verplichting gemaakt voor de verzoekende partij, indien ze wil
vermijden dat de afwezigheid van het vereiste belang zou worden
constatée. vastgesteld.
Dès lors que cette obligation résulte de la loi, les articles 7 et 8 Nu die verplichting uit de wet voortspruit, dienen de artikelen 7 en 8
de l'arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section d'administration du Conseil d'Etat doivent être lus en ce sens que le greffier, à défaut du dépôt du dossier administratif ou d'un mémoire en réponse dans le délai prescrit, est tenu d'en aviser la partie requérante en faisant mention, conformément à l'article 14bis, § 2, de cet arrêté, de l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat. En outre, il ressort des travaux préparatoires que le législateur avait l'intention d'attacher des conséquences sévères au non-respect des délais et qu'il entendait que le Conseil d'Etat, dans les notifications du greffier, rappelle à la partie requérante les effets légaux de son absence de réponse ou de la tardiveté de celle-ci (Doc. van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State ook zo te worden gelezen dat de griffier, bij gebrek aan tijdige neerlegging van het administratief dossier of van een memorie van antwoord, gehouden is de verzoekende partij hiervan in kennis te stellen, onder vermelding, overeenkomstig artikel 14bis, § 2, van dat besluit, van artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt bovendien dat de wetgever de bedoeling had strenge gevolgen te verbinden aan het niet respecteren van de termijnen en dat hij ervan uitging dat de Raad van State, bij de kennisgevingen van de griffier, de verzoekende partij zou herinneren aan de wettelijke gevolgen van de afwezigheid of de laattijdigheid van antwoord (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984-1,
parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-1, pp. 4 et 43). pp. 4 en 43).
Quant à la première question préjudicielle Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag
B.3. La première question préjudicielle invite la Cour à comparer la B.3. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de
situation du requérant qui, n'ayant pas respecté les délais situatie van de verzoeker die de termijnen voor het indienen van
d'introduction pour l'envoi des mémoires parce que son conseil n'a pas memories niet in acht heeft genomen omdat zijn advocaat niet werd
été informé de la notification qui lui a été faite du mémoire en ingelicht over de kennisgeving van de memorie van antwoord die aan hem
réponse, se voit appliquer la sanction de l'article 21, alinéa 2, et is gedaan, en op wie derhalve de sanctie van artikel 21, tweede lid,
celle de la partie à une procédure devant une juridiction de l'ordre judiciaire, qui ne se voit pas appliquer la même sanction. B.4. Le Conseil d'Etat connaît de recours ayant la spécificité d'être des procès faits à des actes administratifs qui peuvent être, soit des actes individuels, soit des actes réglementaires intéressant un nombre indéterminé de personnes. La procédure qu'il applique doit tenir compte de l'exigence de stabilité qui est particulièrement importante en droit public pour les rapports entre l'autorité et les particuliers ainsi qu'entre les diverses autorités. Cette procédure est de type wordt toegepast, te vergelijken met de situatie van de partij bij een procedure voor een gewoon rechtscollege, waarop dezelfde sanctie niet wordt toegepast. B.4. De Raad van State neemt kennis van beroepen die het specifieke karakter hebben dat zij processen zijn tegen administratieve handelingen die zowel individuele akten kunnen zijn als verordeningen die op een onbepaald aantal personen van toepassing zijn. De procedure die hij toepast moet rekening houden met de eis van stabiliteit die van bijzonder belang is in het publiek recht voor de verhoudingen tussen de overheid en de particulieren en tussen de verschillende overheden onderling. Die procedure heeft een inquisitoriaal karakter
inquisitoire et elle échappe à la volonté des parties : la fixation en ontsnapt aan de wil van de partijen : de vaststelling van een zaak
d'une affaire y est décidée d'autorité par le Conseil, tandis que les wordt ambtshalve door de Raad beslist, terwijl de regels van het
règles du Code judiciaire supposent qu'au moins l'une des parties à la Gerechtelijk Wetboek ervan uitgaan dat minstens één van de partijen
cause l'ait demandée, manifestant ainsi la persistance de son intérêt bij de zaak erom heeft gevraagd en aldus uiting geeft aan het
à l'action. Enfin, les arrêts par lesquels le Conseil prononce une voortbestaan van haar belang bij de vordering. Ten slotte hebben de
annulation ont une autorité absolue de chose jugée. Ces caractéristiques, propres au contentieux de l'annulation confié au Conseil d'Etat, indiquent qu'en prenant des mesures qui dispensent cette juridiction d'examiner des affaires pour lesquelles le requérant ne manifeste plus d'intérêt, le législateur s'est fondé sur un critère objectif et pertinent puisqu'elles permettront au Conseil, d'une part, de mettre fin sans retard à l'incertitude sur la légalité d'un acte administratif attaqué devant lui, d'autre part, de se consacrer à l'examen des recours qui présentent encore un intérêt actuel et certain pour le requérant. B.5. Il reste à examiner si, en créant une cause d'irrecevabilité applicable aux seuls requérants devant le Conseil d'Etat et en la rendant applicable alors même qu'ils auraient obtenu la suspension de l'acte qu'ils attaquent, le législateur ne prive pas de manière injustifiée cette catégorie de justiciables du droit, qui doit être offert à toute personne, de pouvoir s'adresser à un juge. B.6. Quelque lourde que soit pour la partie requérante la conséquence du non-respect des délais fixés pour l'introduction des mémoires, une telle mesure n'est pas manifestement disproportionnée au regard de l'objectif poursuivi par le législateur. En effet, la rigueur de la loi peut être tempérée en cas de force majeure, principe duquel le législateur n'a pas entendu s'écarter, bien qu'il ait envisagé de le arresten waarmee de Raad een vernietiging uitspreekt een absoluut gezag van gewijsde. Die kenmerken, die eigen zijn aan het annulatiecontentieux dat aan de Raad van State is toevertrouwd, geven aan dat de wetgever, door maatregelen te nemen die dat rechtscollege ervan ontslaan zaken te onderzoeken waarvoor de verzoeker geen belangstelling meer toont, zich op een objectief en pertinent criterium heeft gebaseerd vermits zij de Raad in staat zullen stellen, enerzijds, zonder verwijl een einde te maken aan de onzekerheid over de wettigheid van een voor hem bestreden administratieve handeling, en, anderzijds, zich te wijden aan het onderzoek van beroepen die voor de verzoeker nog een actueel en zeker belang vertonen. B.5. Er moet nog worden onderzocht of de wetgever, door een grond van niet-ontvankelijkheid te creëren die enkel van toepassing is op de verzoekers voor de Raad van State en door die toepasselijk te maken terwijl zij de schorsing van de akte die zij aanvechten zouden hebben verkregen, die categorie van rechtzoekenden niet op een onverantwoorde manier het recht ontneemt, dat aan eenieder moet worden geboden, om zich tot een rechter te wenden. B.6. Hoe zwaar het gevolg van de niet-naleving van de termijnen die voor de indiening van de memories zijn vastgesteld, voor de verzoekende partij moge zijn, een dergelijke maatregel is niet kennelijk onevenredig ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling. De strengheid van de wet kan immers in geval van overmacht worden gemilderd, een beginsel waarvan de wetgever niet is willen afwijken alhoewel zulks werd overwogen, vermits vereist is dat
faire, puisqu'il impose d'entendre les parties qui le demandent. de partijen die erom verzoeken worden gehoord. De verplichting om
L'obligation de transmettre dans les délais un mémoire, dont le binnen de termijn een memorie in te dienen, waarvan de inhoud zich kan
contenu peut se limiter à la simple confirmation de ce que la partie beperken tot de loutere bevestiging dat de verzoekende partij in haar
requérante persiste dans sa requête, est une exigence de forme qui vordering volhardt, is een vormvoorschrift dat, ten aanzien van de
n'entraîne pas une charge disproportionnée au regard dudit objectif. voormelde doelstelling, geen onevenredige last teweegbrengt.
B.7. Pour le surplus, la circonstance que l'avocat de la partie B.7. De omstandigheid dat de advocaat van de verzoekende partij bij
requérante chez qui celle-ci n'a pas élu domicile n'est pas informé wie deze geen woonplaats heeft gekozen niet door de griffie wordt
par le greffe de la notification du mémoire en réponse qui a été faite ingelicht over de kennisgeving van de memorie van antwoord die aan
à son client - alors que ce serait le cas, ainsi que le soutient la zijn cliënt is gedaan - terwijl zulks in een gerechtelijke procedure
partie requérante devant le Conseil d'Etat, dans une procédure het geval zou zijn, zoals de verzoekende partij voor de Raad van State
judiciaire - ne résulte pas de l'application de l'article 21, alinéa staande houdt - vloeit bovendien niet voort uit de toepassing van
2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, mais bien de artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
l'application de l'article 7 de l'arrêté du Régent du 23 août 1948 State, maar wel uit de toepassing van artikel 7 van het besluit van de
déterminant la procédure devant la section d'administration du Conseil Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de
d'Etat, qui, fixant la procédure de transmission du mémoire en réponse afdeling administratie van de Raad van State, dat, hoewel het de
au requérant et le délai d'introduction du mémoire en réplique, ne procedure vaststelt voor het overzenden van de memorie van antwoord
prévoit pas que l'avocat de celui-ci en soit informé par le greffe. aan de verzoeker en de termijn bepaalt voor het indienen van de
C'est au Conseil d'Etat qu'il appartient d'apprécier la memorie van wederantwoord, niet bepaalt dat de advocaat van de
constitutionnalité de cette disposition, ainsi que le suggère le verzoeker daarvan door de griffie op de hoogte wordt gebracht. Het
Conseil des ministres, en vertu de l'article 159 de la Constitution. Quant à la deuxième question préjudicielle B.8. La discrimination dénoncée par la deuxième question préjudicielle proviendrait de ce que la sanction portée par l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat s'applique de la même manière à la partie requérante qui a fait élection de domicile chez son avocat et à la partie requérante qui ne l'a pas fait, alors qu'elles se trouveraient dans des situations essentiellement différentes. komt de Raad van State toe om op grond van artikel 159 van de Grondwet te oordelen over de grondwettigheid van die bepaling, zoals de Ministerraad suggereert. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.8. De in de tweede prejudiciële vraag aangeklaagde discriminatie zou voortvloeien uit het feit dat de sanctie bepaald in artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State op dezelfde manier van toepassing is op de verzoekende partij die woonplaats heeft gekozen bij haar advocaat als op de verzoekende partij die zulks niet heeft gedaan, terwijl ze zich in wezenlijk verschillende situaties zouden bevinden.
B.9. La différence entre ces deux situations provient, non de la loi, B.9. Het verschil tussen die twee situaties spruit niet voort uit de
mais de la décision qu'ont prise le requérant et son avocat de permettre au greffier du Conseil d'Etat de faire les notifications chez l'un ou chez l'autre. C'est à celui qui reçoit la notification qu'il appartient d'informer celui qui ne la reçoit pas. Les deux catégories de requérants ne se trouvent pas dans une situation essentiellement différente quant à l'appréciation de leur intérêt au recours : dans les deux cas, l'absence du mémoire exigé par la disposition en cause peut faire présumer une perte d'intérêt au recours. Quant à la troisième question préjudicielle B.10. La troisième question préjudicielle invite la Cour à comparer la wet, maar uit de beslissing die de verzoeker en zijn advocaat hebben genomen om de griffier van de Raad van State ertoe in staat te stellen de kennisgevingen bij één van beiden te doen. Degene die de kennisgeving ontvangt, dient de andere daarvan op de hoogte te brengen. De twee categorieën van verzoekers bevinden zich niet in een wezenlijk verschillende situatie wat de beoordeling van hun belang bij het beroep betreft : in beide gevallen kan het ontbreken van de memorie die door de in het geding zijnde bepaling wordt geëist, een verlies van belang bij het beroep doen vermoeden. Ten aanzien van de derde prejudiciële vraag B.10. In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de
situation du requérant qui bénéficie d'un arrêt de suspension de l'acte dont il poursuit l'annulation et celle du requérant qui ne bénéficie pas d'un tel arrêt. Le requérant devant le Conseil d'Etat soutient que le traitement identique de ces deux catégories de requérants serait discriminatoire, étant donné qu'ils se trouveraient dans des situations essentiellement différentes. B.11. Si les deux situations sont différentes, l'obtention d'un arrêt de suspension n'implique pas nécessairement le maintien de l'intérêt au recours. La suspension peut inciter l'autorité à retirer l'acte attaqué, à le modifier ou à prendre une mesure qui donne satisfaction au requérant. Le requérant lui-même peut s'être trouvé, entre-temps, dans une situation qui n'est plus affectée par la norme qu'il a fait suspendre. Le législateur a pu présumer que l'inaction du requérant s'expliquait par l'une ou l'autre de ces circonstances. La mesure serait excessive si elle surprenait le requérant en donnant à son inaction une interprétation qu'il n'a pu prévoir. Tel n'est pas le cas de la disposition en cause : elle lui est rappelée par le greffier lorsqu'il lui notifie le mémoire en réponse ou lorsqu'il l'avertit que la partie adverse n'en a pas déposé, attirant ainsi son attention sur la perte d'intérêt qui sera déduite de son inaction. Compte tenu des objectifs qu'il poursuivait, le législateur pouvait dès lors raisonnablement prévoir que la sanction de l'article 21, alinéa 2, s'appliquerait à tous les requérants, qu'ils aient ou non préalablement obtenu la suspension de l'acte qu'ils attaquent. B.12. Les trois questions préjudicielles appellent une réponse négative. Par ces motifs, la Cour situatie van de verzoeker die een arrest tot schorsing van de akte waarvan hij de vernietiging vordert, heeft verkregen, te vergelijken met de situatie van de verzoeker die niet een dergelijk arrest heeft verkregen. De verzoeker voor de Raad van State beweert dat de identieke behandeling van die twee categorieën van verzoekers discriminerend zou zijn, aangezien zij zich in wezenlijk verschillende situaties zouden bevinden. B.11. Hoewel de twee situaties verschillend zijn, houdt het verkrijgen van een schorsingsarrest niet noodzakelijk het behoud van het belang bij het beroep in. De schorsing kan de overheid ertoe aanzetten de bestreden akte in te trekken, te wijzigen of een maatregel te nemen die de verzoeker voldoening schenkt. Ondertussen kan de verzoeker zelf zich in een situatie bevinden die niet meer wordt geraakt door de norm die hij heeft doen schorsen. De wetgever vermocht ervan uit te gaan dat het stilzitten van de verzoeker te verklaren was door één van die omstandigheden. De maatregel zou overdreven zijn indien hij de verzoeker zou verrassen door aan zijn stilzitten een interpretatie te geven die hij niet kon voorzien. Zulks is niet het geval voor de in het geding zijnde bepaling : zij wordt hem door de griffier in herinnering gebracht wanneer hij hem kennis geeft van de memorie van antwoord of hem ervan verwittigt dat de tegenpartij geen memorie heeft ingediend, zodat aldus zijn aandacht wordt gevestigd op het verlies van zijn belang dat uit zijn stilzitten zal worden afgeleid. Rekening houdend met de doelstellingen die hij nastreefde, kon de wetgever derhalve redelijkerwijze bepalen dat de sanctie van artikel 21, tweede lid, van toepassing zou zijn op alle verzoekers, ongeacht of zij al dan niet vooraf de schorsing van de akte die zij aanvechten zouden hebben verkregen. B.12. De drie prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat ne Artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit State schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre
het bepaalt dat het ontbreken van het vereiste belang wordt
que l'absence de l'intérêt requis est constatée dans le chef de la vastgesteld ten aanzien van de verzoekende partij die de termijn
partie requérante qui ne respecte pas le délai prévu pour introduire voorgeschreven voor het indienen van een memorie van wederantwoord of
un mémoire en réplique ou un mémoire ampliatif, même si cette partie van een aanvullende memorie niet in acht neemt, zelfs indien die
n'a pas fait élection de domicile chez son avocat, et même lorsqu'elle partij geen woonplaats heeft gekozen bij haar advocaat en zelfs
a obtenu la suspension de l'acte dont elle poursuit l'annulation. wanneer zij de schorsing heeft verkregen van de akte waarvan zij de
vernietiging vordert.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 23 janvier 2002. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 23 januari 2002.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
L. Potoms. M. Melchior. L. Potoms. M. Melchior.
^