Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 1/2002 du 9 janvier 2002 Numéro du rôle : 2026 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er bis, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, posée La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, des juges L. François, M. B(...)"
Extrait de l'arrêt n° 1/2002 du 9 janvier 2002 Numéro du rôle : 2026 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er bis, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, posée La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, des juges L. François, M. B(...) Uittreksel uit arrest nr. 1/2002 van 9 januari 2002 Rolnummer 2026 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1bis, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gesteld door de vrederechter van het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, de rechters L. Françoi(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 1/2002 du 9 janvier 2002 Uittreksel uit arrest nr. 1/2002 van 9 januari 2002
Numéro du rôle : 2026 Rolnummer 2026
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1erbis, In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1bis, van de
de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
judiciaire, posée par le juge de paix du deuxième canton de Courtrai. gesteld door de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, des juges L. François, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, de rechters L.
M. Bossuyt, J.-P. Snappe et J.-P. Moerman, et, conformément à François, M. Bossuyt, J.-P. Snappe en J.-P. Moerman, en,
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989
d'arbitrage, du président émérite H. Boel, assistée du greffier L. op het Arbitragehof, emeritus voorzitter H. Boel, bijgestaan door de
Potoms, présidée par le président émérite H. Boel, griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter H.
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : Boel, wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par jugement du 8 août 2000 en cause de la s.a. Molecule contre A. Bij vonnis van 8 augustus 2000 in zake de n.v. Molecule tegen A.
Demeyere, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour Demeyere, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
d'arbitrage le 17 août 2000, le juge de paix du deuxième canton de ingekomen op 17 augustus 2000, heeft de vrederechter van het tweede
Courtrai a posé une question préjudicielle visant à savoir kanton Kortrijk de prejudiciële vraag gesteld
« si l'article 10 de la Constitution coordonnée le 17 février 1994 est « of artikel 10 van de op 17 februari 1994 gecoördineerde grondwet al
ou non violé par l'article 7, § 1erbis, de la loi du 15 juin 1935 dan niet geschonden wordt door artikel 7 § 1bis van de wet van 15 juni
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, dans la mesure 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in zoverre door dit
où cet article de loi confère aux habitants des communes des cantons wetsartikel aan de inwoners van de gemeenten van de kantons Moeskroen,
de Mouscron, de Comines et de Fouron-Saint-Martin le droit de mener, Komen en Sint-Martens-Voeren het recht wordt verleend om als
en tant que défendeurs, devant toutes les justices de paix de la verweerders voor alle vredegerechten in het Nederlands taalgebied de
région de langue néerlandaise, la procédure en langue française ». rechtspleging in het Frans te voeren ».
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur le premier membre de phrase B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het eerste zinsdeel van
de l'article 7, § 1erbis, de la loi du 15 juin 1935 concernant artikel 7, § 1bis, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der
l'emploi des langues en matière judiciaire, qui énonce : talen in gerechtszaken, dat bepaalt :
« Lorsque le défendeur demeurant dans une des communes des cantons de « Wanneer de verweerder, wonende in één van de gemeenten van de
kantons Moeskroen en Komen of in een van de gemeenten van het kanton
Mouscron et de Comines ou dans une des communes du canton de Sint-Martens-Voeren, vraagt dat de rechtspleging in het Nederlands
Fouron-Saint-Martin demande que la procédure soit poursuivie en wordt voortgezet voor de in het eerste artikel aangeduide
néerlandais devant les juridictions indiquées à l'article premier ou rechtsmachten, of in het Frans voor de in artikel 2 aangeduide
en français devant les juridictions indiquées à l'article 2, la rechtsmachten, wordt de rechtspleging in die taal voortgezet voor de
procédure est poursuivie en cette langue devant le juge de paix; ». vrederechter; ».
B.2. Le juge a quo demande si la disposition précitée est ou non B.2. De verwijzende rechter vraagt of voormelde bepaling al dan niet
conforme à l'article 10 de la Constitution « dans la mesure où cet in overeenstemming is met artikel 10 van de Grondwet « in zoverre door
article de loi confère aux habitants des communes des cantons de dit wetsartikel aan de inwoners van de gemeenten van de kantons
Mouscron, de Comines et de Fouron-Saint-Martin le droit de mener, en Moeskroen, Komen en Sint-Martens-Voeren het recht wordt verleend om
tant que défendeurs, devant toutes les justices de paix de la région als verweerders voor alle vredegerechten in het Nederlands taalgebied
de langue néerlandaise, la procédure en langue française ». de rechtspleging in het Frans te voeren ».
B.3. Le Conseil des ministres fait valoir que le juge a quo fait une B.3. De Ministerraad voert aan dat de verwijzende rechter is uitgegaan
lecture erronée de la disposition en cause, et il propose de van een verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling en stelt
reformuler la question. een herformulering van de vraag voor.
B.4. Les parties ne peuvent modifier ou faire modifier la portée de la question préjudicielle posée par la juridiction a quo. La Cour ne peut accéder à la demande de reformulation qui tend à modifier substantiellement la question posée. B.5. La disposition en cause entend faire en sorte que les habitants des communes qui relèvent des cantons judiciaires de Mouscron et de Comines (actuellement, depuis la réforme, le canton de Comines-Mouscron-Warneton) puissent, en tant que parties défenderesses dans la procédure menée en principe en langue française devant la justice de paix de ces cantons, demander avant toute défense et toute B.4. De partijen vermogen niet de draagwijdte van de prejudiciële vraag door het verwijzende rechtscollege gesteld te wijzigen of te laten wijzigen. Het Hof kan niet ingaan op het verzoek tot herformulering dat ertoe strekt de gestelde vraag wezenlijk te wijzigen. B.5. De in het geding zijnde bepaling beoogt aan de inwoners van de gemeenten die behoren tot de gerechtelijke kantons Moeskroen en Komen (thans hervormd tot het kanton Komen-Moeskroen-Waasten) als verweerders in de in beginsel Franstalige rechtspleging voor het vredegerecht van die kantons, de mogelijkheid te geven om vóór alle
exception de poursuivre la procédure en langue néerlandaise. Les verweer of excepties een voortzetting van de procedure in het
habitants des communes du canton de Fouron-Saint-Martin peuvent, quant Nederlands te vragen. De inwoners van de gemeenten van het kanton
à eux, en tant que défendeurs devant le juge de paix de ce canton, Sint-Martens-Voeren kunnen, wat hen betreft, als verweerders voor de
demander de poursuivre la procédure en langue française. vrederechter van dat kanton de voortzetting in het Frans vragen.
L'instance principale concerne un défendeur demeurant à Mouscron, qui De zaak ten gronde heeft betrekking op een verweerder woonachtig te
demande devant le juge de paix du second canton de Courtrai de Moeskroen, die voor de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk de
poursuivre la procédure en langue française. L'article 7, § 1erbis, voortzetting van de zaak in de Franse taal vraagt. Artikel 7, § 1bis,
première phrase, de la loi concernant l'emploi des langues en matière eerste zin, van de gerechtstaalwet biedt de mogelijkheid tot
judiciaire n'offre la possibilité de poursuivre la procédure en langue voortzetting van de rechtspleging in het Frans enkel aan inwoners van
française qu'aux habitants des communes du canton de de gemeenten van het kanton Sint-Martens-Voeren als verweerders voor
Fouron-Saint-Martin en tant que défendeurs devant la justice de paix het vredegerecht van dat kanton en niet aan de inwoners van Moeskroen
de ce canton et non aux habitants de Mouscron devant le juge de paix voor de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk, laat staan voor
du second canton de Courtrai, et encore moins devant toutes les
justices de paix situées en région de langue néerlandaise, hypothèse alle vredegerechten in het Nederlandse taalgebied zoals de vraag ten
sur laquelle la question se fonde erronément. onrechte ervan uitgaat.
B.6. L'article 46 de la loi concernant l'emploi des langues en matière B.6. Weliswaar bepaalt artikel 46 van de gerechtstaalwet dat de
judiciaire dispose certes que le juge de paix ou un des juges de paix vrederechter of een van de plaatsvervangende vrederechters van het
suppléants du second canton de Courtrai doivent justifier de la
connaissance de la langue française, mais cette disposition vise tweede kanton Kortrijk moeten bewijzen de Franse taal te kennen, maar
uniquement à garantir, en exécution de l'article 1er, 4°, des lois die bepaling beoogt enkel om ter uitvoering van artikel 1, 4°, van de
coordonnées sur l'emploi des langues en matière administrative, les
facilités existantes dans les communes de la frontière linguistique bestuurstaalwet de bestaande faciliteiten in de taalgrensgemeenten te
pour les cas dans lesquels les justices de paix accomplissent des waarborgen voor de gevallen waarin de vredegerechten administratieve
actes administratifs, et non pas à permettre une modification de la handelingen stellen en niet om een wijziging van de taal van de
langue de la procédure. rechtspleging mogelijk te maken.
B.7. Etant donné qu'elle repose sur une lecture erronée de la B.7. Nu de vraag berust op een verkeerde lezing van de in het geding
disposition en cause et que l'on n'aperçoit pas quelles catégories de zijnde bepaling en niet blijkt welke categorieën van personen te dezen
personnes peuvent, en l'espèce, être comparées de façon pertinente, la pertinent met elkaar kunnen worden vergeleken, behoeft zij niet te
question n'appelle pas de réponse. worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 janvier 2002. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 januari 2002.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
L. Potoms. H. Boel. L. Potoms. H. Boel.
^
Etaamb.be utilise des cookies
Etaamb.be utilise les cookies pour retenir votre préférence linguistique et pour mieux comprendre comment etaamb.be est utilisé.
ContinuerPlus de details
x