← Retour vers  "Extrait de l'arrêt n° 157/2001 du 4 décembre 2001 Numéro du rôle : 2270 En cause : 
la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er , de l'arrêté royal du 
21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension d La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée 
du président M. Melchior et des juges-rapporte(...)"
                    
                        
                        
                
              | Extrait de l'arrêt n° 157/2001 du 4 décembre 2001 Numéro du rôle : 2270 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er , de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension d La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président M. Melchior et des juges-rapporte(...) | Uittreksel uit arrest nr. 157/2001 van 4 december 2001 Rolnummer 2270 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...) | 
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF | 
| Extrait de l'arrêt n° 157/2001 du 4 décembre 2001 | Uittreksel uit arrest nr. 157/2001 van 4 december 2001 | 
| Numéro du rôle : 2270 | Rolnummer 2270 | 
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1er, de | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 7, § 1, van het | 
| l'arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime | koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het | 
| de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, posée | algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor | 
| par le Tribunal du travail de Bruxelles. | werknemers, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. | 
| La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, | 
| composée du président M. Melchior et des juges-rapporteurs R. Henneuse | samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers | 
| et E. Derycke, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | R. Henneuse en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. | 
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : | 
| I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | 
| Par jugement du 2 octobre 2001 en cause de P. Loir contre l'Office | Bij vonnis van 2 oktober 2001 in zake P. Loir tegen de Rijksdienst | 
| national des pensions, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | voor Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | 
| Cour d'arbitrage le 11 octobre 2001, le Tribunal du travail de | is ingekomen op 11 oktober 2001, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel | 
| Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : | 
| « L'article 7, § 1er, de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 viole-t-il | « Schendt artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december | 
| le prescrit constitutionnel des articles 10 et 11 dans la mesure où le | 1967 het grondwettelijk voorschrift van de artikelen 10 en 11 in | 
| fait de ne pas suivre physiquement des cours du jour à cycle complet | zoverre het feit door een geval van overmacht (ziekenhuisopname) niet | 
| suite à un cas de force majeure (hospitalisation), tout en ayant | fysiek aanwezig te zijn geweest tijdens de daglessen die een volledige | 
| réussi les examens, ce qui vaudrait [lire :, équivaudrait] à ne pas | cyclus omvatten, terwijl men toch voor de examens is geslaagd, erop | 
| avoir suivi les cours ? » | zou neerkomen die lessen niet te hebben gevolgd ? » | 
| (...) | (...) | 
| III. En droit | III. In rechte | 
| (...) | (...) | 
| B.1. Par jugement du 2 octobre 2001, le Tribunal du travail de | B.1. Bij vonnis van 2 oktober 2001 stelt de Arbeidsrechtbank te | 
| Bruxelles pose à la Cour la question préjudicielle suivante : | Brussel aan het Hof de volgende prejudiciële vraag : | 
| « L'article 7, § 1er, de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 viole-t-il | « Schendt artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december | 
| le prescrit constitutionnel des articles 10 et 11 dans la mesure où le | 1967 het grondwettelijk voorschrift van de artikelen 10 en 11 in | 
| fait de ne pas suivre physiquement des cours du jour à cycle complet | zoverre het feit door een geval van overmacht (ziekenhuisopname) niet | 
| suite à un cas de force majeure (hospitalisation), tout en ayant | fysiek aanwezig te zijn geweest tijdens de daglessen die een volledige | 
| réussi les examens, ce qui vaudrait [lire :, équivaudrait] à ne pas | cyclus omvatten, terwijl men toch voor de examens is geslaagd, erop | 
| avoir suivi les cours ? » | zou neerkomen die lessen niet te hebben gevolgd ? » | 
| B.2. Ni l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 ni | B.2. Noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, | 
| aucune autre disposition constitutionnelle ou législative ne confère à | noch enige andere grondwettelijke of wettelijke bepaling kent het Hof | 
| la Cour le pouvoir de statuer, à titre préjudiciel, sur la question de | de bevoegdheid toe om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak | 
| savoir si un arrêté royal est contraire ou non aux articles 10 et 11 de la Constitution. | te doen over de vraag of een koninklijk besluit al dan niet strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | 
| Le fait que l'article 7, § 1er, de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 | Het feit dat artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 21 | 
| fasse référence, notamment, à l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 | december 1967 onder andere verwijst naar het koninklijk besluit nr. 50 | 
| et que ce dernier arrêté ait été pris sur la base de la loi de | van 24 oktober 1967 en dat dit laatste besluit genomen is op grond van | 
| pouvoirs spéciaux du 31 mars 1967 n'a nullement pour effet de modifier | de bijzonderemachtenwet van 31 maart 1967, verandert niets aan de - | 
| la nature, réglementaire, dudit article 7. | verordenende - aard van dat artikel 7. | 
| B.3. La question préjudicielle ne relève dès lors manifestement pas de | B.3. De prejudiciële vraag behoort dan ook klaarblijkelijk niet tot de | 
| la compétence de la Cour. | bevoegdheid van het Hof. | 
| Par ces motifs, | Om die redenen, | 
| la Cour, chambre restreinte, | het Hof, beperkte kamer, | 
| statuant à l'unanimité des voix, | met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, | 
| se déclare incompétente pour répondre à la question préjudicielle | verklaart zich onbevoegd om op de prejudiciële vraag te antwoorden. | 
| posée. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | 
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | 
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 4 décembre 2001. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 4 december 2001. | 
| Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, | 
| P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. | P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. |