Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 124/2001 du 16 octobre 2001 Numéro du rôle : 1959 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 26 de la loi du 22 décembre 1986 relative aux intercommunales, posée par la Cour d'appel de Mons. La Cour d'a composée du président M. Melchior, des juges L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 124/2001 du 16 octobre 2001 Numéro du rôle : 1959 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 26 de la loi du 22 décembre 1986 relative aux intercommunales, posée par la Cour d'appel de Mons. La Cour d'a composée du président M. Melchior, des juges L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P.(...) Uittreksel uit arrest nr. 124/2001 van 16 oktober 2001 Rolnummer 1959 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 26 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. Het Arbitrageh samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt, A. Alen (...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 124/2001 du 16 octobre 2001 Uittreksel uit arrest nr. 124/2001 van 16 oktober 2001
Numéro du rôle : 1959 Rolnummer 1959
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 26 de la loi In zake : de prejudiciële vraag over artikel 26 van de wet van 22
du 22 décembre 1986 relative aux intercommunales, posée par la Cour december 1986 betreffende de intercommunales, gesteld door het Hof van
d'appel de Mons. Beroep te Bergen.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée du président M. Melchior, des juges L. François, R. Henneuse, samengesteld uit voorzitter M. Melchior, de rechters L. François, R.
M. Bossuyt, A. Alen et J.-P. Moerman, et, conformément à l'article Henneuse, M. Bossuyt, A. Alen en J.-P. Moerman, en, overeenkomstig
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
président émérite H. Boel, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, Arbitragehof, emeritus voorzitter H. Boel, bijgestaan door de griffier
présidée par le président M. Melchior, P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp de prejudiciële vraag
Par arrêt du 13 avril 2000 en cause de la s.c. I.D.E.A. contre la Bij arrest van 13 april 2000 in zake de c.v. I.D.E.A. tegen het Waalse
Région wallonne, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
d'arbitrage le 28 avril 2000, la Cour d'appel de Mons a posé la ingekomen op 28 april 2000, heeft het Hof van Beroep te Bergen de
question préjudicielle suivante : volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 26 de la loi du 22 décembre 1986 relative aux « Schendt artikel 26 van de wet van 22 december 1986 betreffende de
intercommunales, interprété en ce qu'il exempte les intercommunales de intercommunales, in die zin geïnterpreteerd dat het de intercommunales
toutes contributions ou de toutes impositions établies par les vrijstelt van alle belastingen of van alle door de gewesten ingevoerde
Régions, viole-t-il les règles établies par la Constitution ou en belastingen, de door of krachtens de Grondwet vastgestelde regels, van
vertu de celle-ci, en vigueur en 1992, pour déterminer les compétences kracht in 1992, voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van
respectives de l'Etat, des Communautés et des Régions, et plus de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, en meer bepaald artikel
particulièrement l'article 110 [désormais l'article 170], §§ 1er et 2, 110 [thans artikel 170], §§ 1 en 2, eerste lid, van de Grondwet ? »
alinéa 1er, de la Constitution ? »
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 26 de la loi du 22 B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 26 van de wet van 22
décembre 1986 relative aux intercommunales, qui énonce : december 1986 betreffende de intercommunales, dat luidt :
« Sans préjudice des dispositions légales existantes, les « Onverminderd de bestaande wetsbepalingen zijn de intercommunales
intercommunales sont exemptes de toutes contributions au profit de vrijgesteld van alle belastingen van de Staat, evenals van alle
l'Etat ainsi que de toutes impositions établies par les provinces, les belastingen ingevoerd door de provincies, de gemeenten of enig andere
communes ou toute autre personne de droit public. » publiekrechtelijke persoon. »
Cette disposition remplace l'article 17 de la loi du 1er mars 1922 Die bepaling vervangt artikel 17 van de wet van 1 maart 1922 « omtrent
relative à l'association de communes dans un but d'utilité publique, de vereeniging van gemeenten tot nut van 't algemeen », met dien
en y ajoutant les mots « ou toute autre personne de droit public ». verstande dat de woorden « of enig andere publiekrechtelijke persoon »
zijn toegevoegd.
Il ressort clairement des travaux préparatoires que cet ajout vise Uit de parlementaire voorbereiding blijkt ondubbelzinnig dat die
aussi les communautés et les régions (Doc. parl., Chambre, 1985-1986, toevoeging ook de gemeenschappen en de gewesten beoogt (Parl. St.,
n° 125/11, p. 82). Kamer, 1985-1986, nr. 125/11, p. 82).
La disposition en cause commande d'exempter les intercommunales non De in het geding zijnde bepaling gebiedt dat de intercommunales niet
seulement d'impositions fédérales et locales mais également alleen worden vrijgesteld van federale en lokale belastingen maar ook
d'impositions communautaires et régionales. van gemeenschaps- en gewestbelastingen.
B.2. La question revient donc à savoir si la disposition en cause, B.2. De vraag komt bijgevolg erop neer, of de in het geding zijnde
dans la mesure où elle dispose de manière générale que les bepaling, in zoverre zij op algemene wijze bepaalt dat intercommunales
intercommunales sont exemptes de toutes impositions, en ce compris les worden vrijgesteld van alle belastingen, met inbegrip van toekomstige
impositions futures, est contraire à l'article 170, § 2, alinéa 2, de belastingen, in strijd is met artikel 170, § 2, tweede lid, van de
la Constitution. Grondwet.
La question préjudicielle se réfère à l'année 1992, exercice In de prejudiciële vraag wordt verwezen naar het aanslagjaar 1992,
d'imposition auquel se rattache la taxe en cause devant le juge a quo. waarop de voor de verwijzende rechter in het geding zijnde belasting
Cette référence n'implique pas que la Cour ne doive exercer son betrekking heeft. Die verwijzing houdt niet in dat het Hof zijn
contrôle de constitutionnalité qu'au regard des normes de référence en grondwettigheidstoetsing zou moeten beperken tot de referentienormen
vigueur à cette date. die op dat ogenblik van kracht waren.
B.3. L'article 170, § 2, de la Constitution dispose : B.3. Artikel 170, § 2, van de Grondwet bepaalt :
« Aucun impôt au profit de la communauté ou de la région ne peut être « Geen belasting ten behoeve van de gemeenschap of het gewest kan
établi que par un décret ou une règle visée à l'article 134. worden ingevoerd dan door een decreet of een in artikel 134 bedoelde
La loi détermine, relativement aux impositions visées à l'alinéa 1er, regel. De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde
les exceptions dont la nécessité est démontrée. » belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt. »
En vertu de cette disposition, les communautés et les régions Krachtens die bepaling beschikken de gemeenschappen en de gewesten
disposent d'une compétence fiscale propre, sauf quand la loi a over een eigen fiscale bevoegdheid, behalve wanneer de wet de
déterminé ou détermine ultérieurement des exceptions dont la nécessité uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt heeft bepaald of
est démontrée. nadien bepaalt.
B.4. Les travaux préparatoires font apparaître que l'article 170, § 2, B.4. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat artikel 170, § 2,
de la Constitution doit être considéré comme « une sorte de mécanisme van de Grondwet moet worden beschouwd als « een soort
de défense [de l'Etat] à l'égard des autres niveaux de pouvoir, de verdedigingsmechanisme [van de Staat] [...] t.o.v. de verschillende
manière à se réserver une matière fiscale propre » (Doc. parl., andere bestuurslagen, om een eigen fiscale materie te behouden. »
Chambre, S.E., 1979, 10, n° 8/4°, p. 4). Des amendements proposant (Parl. St., Kamer, B.Z., 1979, 10, nr. 8/4°, p. 4). Amendementen
d'établir une liste des matières pouvant faire l'objet d'une waarbij een lijst van belastbare materies voor de gemeenschappen en de
imposition par les communautés et les régions ont été rejetés (Ann., gewesten werd voorgesteld, werden verworpen (Hand., Kamer, 1979-1980,
Chambre, 1979-1980, séance du 22 juillet 1980, pp. 2705-2713). Il a zitting van 22 juli 1980, p. 2705-2713). Verschillende malen werd
été souligné à plusieurs reprises que l'article 170, § 2, alinéa 2, de beklemtoond dat artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet, moest
la Constitution devait être considéré comme « un mécanisme régulateur. worden beschouwd als een « regulerend mechanisme. [...] Het is een
[...] C'est un instrument indispensable. La loi doit être ce mécanisme noodzakelijk instrument. De wet moet dat regulerend mechanisme zijn en
régulateur et doit pouvoir déterminer quelle matière imposable est moet kunnen zeggen welke belastbare materie wordt voorbehouden aan de
réservée à l'Etat. Si on ne le faisait pas, ce serait le chaos et cet Staat. Indien men dat niet zou doen komt men in een chaos en in alle
imbroglio n'aurait plus aucun rapport avec un Etat fédéral bien mogelijke verwikkelingen terecht, die niets meer te maken hebben met
organisé ou avec un Etat bien organisé tout court. » (Ann., Chambre, een goed georganiseerde federale Staat of een goed georganiseerde
1979-1980, séance du 22 juillet 1980, p. 2707; voy. également Ann., Staat » (Hand., Kamer, 1979-1980, zitting van 22 juli 1980, p. 2707;
Sénat, 1979-1980, séance du 28 juillet 1980, pp. 2650-2651). zie ook Hand., Senaat, 1979-1980, zitting van 28 juli 1980, pp.
Par l'article 170, § 2, alinéa 2, de la Constitution, le Constituant a 2650-2651). Met artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet heeft de
dès lors entendu établir la primauté de la loi fiscale sur le décret Grondwetgever derhalve de voorrang van de fiscale wet op het fiscale
fiscal et permettre des exceptions à la compétence fiscale des decreet willen vestigen en uitzonderingen op de belastingbevoegdheid
communautés et des régions, laquelle est consacrée par l'alinéa 1er de van de gemeenschappen en de gewesten verwoord in het eerste lid van
l'article 170, § 2. Dès lors, le législateur fédéral peut non artikel 170, § 2, mogelijk willen maken. De federale wetgever kan
seulement excepter certaines matières fiscales de la fiscalité propre bijgevolg niet alleen bepaalde belastingmateries onttrekken aan de
des communautés et des régions, mais il peut en outre prévoir que eigen fiscaliteit van de gemeenschappen en de gewesten maar kan tevens
cette fiscalité ne s'applique pas à certaines catégories de bepalen dat die fiscaliteit niet geldt ten aanzien van bepaalde
contribuables. De surcroît, le législateur peut tant interdire la categorieën van belastingplichtigen. Bovendien kan de wetgever zowel
perception d'une imposition régionale a priori que prévoir des de vestiging van een gewestelijke belasting a priori verbieden, als
exceptions aux impositions régionales déjà établies. uitzonderingen bepalen op reeds gevestigde gewestelijke belastingen.
B.5.1. Aux termes de la Constitution, l'exercice de cette compétence B.5.1. Luidens de Grondwet is de uitoefening van die bevoegdheid
est toutefois lié à la condition que la « nécessité » en soit evenwel verbonden aan de voorwaarde dat van « noodzakelijkheid » blijk
démontrée. moet worden gegeven.
Un amendement visant à ajouter que la loi visée à l'article 170, § 2, Weliswaar is een amendement waarbij de wet, bepaald in artikel 170, §
alinéa 2, de la Constitution est une loi adoptée à la majorité 2, tweede lid, van de Grondwet, een wet met een bijzondere meerderheid
spéciale a, certes, été rejeté (Doc. parl., Chambre, S.E., 1979, 10, zou zijn, verworpen (Parl. St., Kamer, B.Z., 1979, 10, nr. 8/20, p. 1;
n° 8/2°, p. 1; Ann., Chambre, 22 juillet 1980, p. 2706), mais, au Hand., Kamer, 22 juli 1980, p. 2706); toch werd in de parlementaire
cours des travaux préparatoires, il a été souligné que « la loi qui voorbereiding beklemtoond dat « de wet, die in artikel 110, § 2, 2e
est visée à l'article 110, § 2, alinéa 2, est une loi organique et lid, bedoeld wordt, [...] een organieke wet [is] en het [...] niet
[qu'] il ne sera pas facile pour le législateur d'imposer des gemakkelijk [zal] zijn voor de wetgever om gemeenschappen en gewesten
restrictions aux communautés et aux régions » (Doc. parl., Chambre, beperkingen op te leggen » (Parl. St., Kamer, B.Z., 1979, 10, nr.
S.E., 1979, 10, n° 8/4°, p. 4). Au cours des travaux préparatoires de 8/4°, p. 4). Bij de parlementaire bespreking van de bijzondere wet van
la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en
communautés et des régions, le ministre a relevé que « le deuxième de gewesten verklaarde de Minister dat « op grond van het tweede lid
alinéa, article 110, § 2, de la Constitution permet cependant au van artikel 110, § 2, van de Grondwet [...] evenwel aan de nationale
wetgever de mogelijkheid [wordt] geboden om op deze algemene en
législateur national de déterminer des exceptions à cette compétence volledige belastingbevoegdheid van de Gemeenschappen en de Gewesten
générale et complète [des communautés et des régions]. Cette uitzonderingen te maken. Die mogelijkheid is voor de nationale
possibilité pour le législateur national est néanmoins limitée : il wetgever evenwel beperkt : hij moet de noodzaak van de uitzonderingen
doit pouvoir démontrer la nécessité de ces exceptions. En outre, il kunnen aantonen. Bovendien zij hierbij beklemtoond dat volgens de
faut souligner que les exceptions doivent être interprétées algemeen aanvaarde interpretatieregels uitzonderingen restrictief
restrictivement selon les règles d'interprétation généralement moeten worden geïnterpreteerd » (Parl. St., Kamer, 1988-1989, nr.
acceptées » (Doc. parl., Chambre, 1988-1989, n° 635/17, p. 175). 635/17, p. 175).
B.5.2. En adoptant l'article 26 de la loi du 22 décembre 1986, le B.5.2. De federale wetgever heeft, doordat hij artikel 26 van de wet
législateur fédéral a fait usage du pouvoir que lui donne l'article van 22 december 1986 heeft aangenomen, gebruik gemaakt van de
170, § 2, alinéa 2, de la Constitution pour éviter que le statut bevoegdheid die hem wordt verleend in artikel 170, § 2, tweede lid,
favorable qu'il avait accordé aux intercommunales par la loi du 1er van de Grondwet om te vermijden dat het gunstige statuut dat hij aan
mars 1922 ne soit compromis par les impôts dus à d'autres pouvoirs de intercommunales had toegekend door de wet van 1 maart 1922 op de
taxateurs. Il a pu considérer, en 1986, que, comme en 1922, la helling zou worden gezet door de belastingen die aan andere
belastingheffende overheden verschuldigd zijn. Hij vermocht in 1986 te
nécessité de maintenir cette exemption était démontrée. oordelen dat de noodzakelijkheid om die vrijstelling te handhaven
B.6. En ce que la question préjudicielle vise l'exemption, au bénéfice aangetoond was zoals in 1922. B.6. Doordat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de
des intercommunales, de « toutes contributions ou de toutes vrijstelling, ten voordele van de intercommunales, van « alle
impositions établies par les régions », elle soumet également à la belastingen of van alle door de gewesten ingevoerde belastingen »,
wordt het Hof tegelijkertijd de vraag gesteld naar de grondwettigheid
Cour la constitutionnalité de l'article 26 en cause en ce qu'il van het in het geding zijnde artikel 26 voor zover het van toepassing
s'applique aux nouveaux impôts instaurés par les régions is op de nieuwe belastingen die door de gewesten zijn ingevoerd na de
postérieurement à l'entrée en vigueur de la loi du 22 décembre 1986. inwerkingtreding van de wet van 22 december 1986.
Cet aspect de la question invite la Cour à examiner si, en adoptant Dat aspect brengt het Hof ertoe te onderzoeken of de federale
ultérieurement des lois qui traitent de la fiscalité des régions, le wetgever, doordat hij nadien wetten heeft aangenomen waarin de
législateur fédéral n'a pas lui-même estimé, de manière implicite mais fiscaliteit van de gewesten wordt behandeld, niet zelf, op impliciete
certaine, que, dans des matières déterminées, la nécessité de cette maar zekere wijze, heeft geoordeeld dat, in bepaalde aangelegenheden,
exemption n'était plus démontrée. de noodzakelijkheid van die vrijstelling niet langer was aangetoond.
B.7. La loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever la structure B.7. De gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale
fédérale de l'Etat modifie l'intitulé de la loi du 23 janvier 1989 « staatsstructuur wijzigt het opschrift van de wet van 23 januari 1989 «
portant application de l'article 110, § 2, alinéa 2, de la houdende uitvoering van artikel 110, § 2, tweede lid, van de Grondwet
Constitution » en « loi relative à la compétence fiscale visée à
l'article 110 [actuellement 170], §§ 1er et 2, de la Constitution ». » in « wet betreffende de in artikel 110 [thans 170], §§ 1 en 2, van
Elle ajoute un article 2 qui dispose que l'Etat et les communautés ne de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid ». Zij voegt een artikel 2
sont pas autorisés à lever des impôts « en matière d'eau ni de eraan toe, dat bepaalt dat de Staat en de gemeenschappen niet
gemachtigd zijn om belastingen te heffen « op de [...] materies water
déchets, à percevoir des centimes additionnels aux impôts et en afval, noch opcentiemen te heffen op belastingen en heffingen op
perceptions sur ces matières, à accorder des remises sur ceux-ci ». deze materies, noch kortingen hierop toe te staan ».
Il s'ensuit que, depuis l'entrée en vigueur de la loi du 16 juillet Daaruit volgt dat, sinds de inwerkingtreding van de wet van 16 juli
1993, le législateur fédéral, en renonçant à toute compétence fiscale 1993, de federale wetgever, door te verzaken aan elke fiscale
dans ces matières, renonçait implicitement à juger cette exemption bevoegdheid in die materies, impliciet heeft verzaakt te oordelen of
nécessaire. die vrijstelling noodzakelijk is.
B.8. En ce que l'article 26 de la loi du 22 décembre 1986 exempte les B.8. Voor zover artikel 26 van de wet van 22 december 1986 de
intercommunales, pour la période postérieure à l'entrée en vigueur de intercommunales, voor de periode na de inwerkingtreding van artikel
l'article 356 de la loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever 356 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de
la structure fédérale de l'Etat, des impositions régionales en matière federale staatsstructuur, vrijstelt van de gewestbelastingen op water
d'eau et de déchets, il viole l'article 170, § 2, alinéa 2, de la Constitution. en afval, schendt het artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet.
Dans cette mesure, la question appelle une réponse positive. In die mate dient de vraag bevestigend te worden beantwoord.
Elle appelle une réponse négative pour le surplus. Voor het overige dient zij ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
1. En ce que l'article 26 de la loi du 22 décembre 1986 exempte les 1. Voor zover artikel 26 van de wet van 22 december 1986 de
intercommunales, pour la période postérieure à l'entrée en vigueur de intercommunales, voor de periode na de inwerkingtreding van artikel
l'article 356 de la loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever 356 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de
la structure fédérale de l'Etat, des impositions régionales en matière federale staatsstructuur, vrijstelt van de gewestbelastingen op water
d'eau et de déchets, il viole l'article 170, § 2, alinéa 2, de la Constitution. en afval, schendt het artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet.
2. Pour le surplus, l'article 26 précité ne viole pas l'article 170, § 2. Voor het overige schendt het voormelde artikel 26 artikel 170, § 2,
2, alinéa 2, de la Constitution. tweede lid, van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 16 octobre 2001. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 16 oktober 2001.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
^