← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 85/2001 du 21 juin 2001 Numéros du rôle : 1915 et 1980 En cause
: les questions préjudicielles concernant l'article 1 er de la loi du 6 février 1970
relative à la prescription des créances à charge ou au profit La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et H. Boel, des juges P. Martens, R. He(...)"
Extrait de l'arrêt n° 85/2001 du 21 juin 2001 Numéros du rôle : 1915 et 1980 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 1 er de la loi du 6 février 1970 relative à la prescription des créances à charge ou au profit La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et H. Boel, des juges P. Martens, R. He(...) | Uittreksel uit arrest nr. 85/2001 van 21 juni 2001 Rolnummers 1915 en 1980 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, de rechters P. Martens(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 85/2001 du 21 juin 2001 | Uittreksel uit arrest nr. 85/2001 van 21 juni 2001 |
Numéros du rôle : 1915 et 1980 | Rolnummers 1915 en 1980 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 1er de la | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 1 van de wet van 6 |
loi du 6 février 1970 relative à la prescription des créances à charge | februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste |
ou au profit de l'Etat et des provinces, posées par le Tribunal de | of ten voordele van de Staat en de provinciën, gesteld door de |
première instance de Bruxelles et par le Tribunal de première instance | Rechtbank van eerste aanleg te Brussel en de Rechtbank van eerste |
de Neufchâteau. | aanleg te Neufchâteau. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et H. Boel, des juges P. Martens, | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, de rechters P. |
R. Henneuse, E. De Groot et L. Lavrysen, et, conformément à l'article | Martens, R. Henneuse, E. De Groot en L. Lavrysen, en, overeenkomstig |
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
juge émérite E. Cerexhe, assistée du greffier L. Potoms, présidée par | Arbitragehof, emeritus rechter E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier |
le président M. Melchior, | L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
a. Par jugement du 14 mars 2000 en cause de C.G. contre la Communauté | a. Bij vonnis van 14 maart 2000 in zake C.G. tegen de Franse |
française, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 22 mars 2000, le Tribunal de première instance de | ingekomen op 22 maart 2000, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative à la | 1. « Schendt artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de |
prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat |
provinces viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution | en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet |
coordonnée en ce que cette disposition prévoit un délai de | |
prescription spécial pour les particuliers titulaires par application | doordat die bepaling voorziet in een bijzondere verjaringstermijn ten |
de l'article 1382 du Code civil d'une créance de dommages-intérêts | aanzien van de particulieren die met toepassing van artikel 1382 van |
het Burgerlijk Wetboek houder zijn van een schuldvordering tot | |
suite à une faute de l'Etat ou de la Communauté lui succédant par | schadevergoeding ten gevolge van een fout van de Staat of van de |
Gemeenschap die hem is opgevolgd, ten opzichte van de particulieren | |
rapport aux particuliers titulaires d'une créance similaire suite à | die houder zijn van een soortgelijke schuldvordering ten gevolge van |
une faute d'un autre particulier ? » | een fout van een andere particulier ? » |
2. « L'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative à la | 2. « Schendt artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de |
prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat |
provinces viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution | en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet |
coordonnée en ce que cette disposition prévoit un délai de | |
prescription différent pour les administrés titulaires par application | doordat die bepaling voorziet in een verschillende verjaringstermijn |
de l'article 1382 du Code civil d'une créance de dommages-intérêts | voor de bestuurden die met toepassing van artikel 1382 van het |
Burgerlijk Wetboek houder zijn van een schuldvordering tot | |
schadevergoeding ten gevolge van een foutieve handeling die bij een | |
suite à un acte fautif annulé par un arrêt du Conseil d'Etat suivant | arrest van de Raad van State nietig werd verklaard, naargelang de |
que l'acte annulé émane, d'une part, de l'Etat ou de la Communauté lui | nietig verklaarde handeling uitgaat, enerzijds, van de Staat of van de |
succédant ou, d'autre part, d'une autre autorité administrative ? » | Gemeenschap die hem is opgevolgd of, anderzijds, van een andere administratieve overheid ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1915 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1915 van de rol van het Hof. |
b. Par jugement du 7 juin 2000 en cause de l'Union nationale des | b. Bij vonnis van 7 juni 2000 in zake het Nationaal Verbond van |
mutualités socialistes contre la ville de Saint-Hubert et autres, dont | Socialistische Mutualiteiten tegen de stad Saint-Hubert en anderen, |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 20 juin | 20 juni 2000, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Neufchâteau de |
2000, le Tribunal de première instance de Neufchâteau a posé la | |
question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1er de la loi du 6 février 1970 sur la prescription des | « Schenden artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de |
créances à charge ou au profit de l'Etat et des provinces et l'article | verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat |
34 de la loi du 15 mai 1846 sur la comptabilité de l'Etat violent-ils | en de provinciën en artikel 34 van de wet van 15 mei 1846 op de |
les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée en ce que ces | Rijkscomptabiliteit de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde |
dispositions soumettent à la prescription quinquennale les créances | Grondwet, doordat die bepalingen de schuldvorderingen voortvloeiende |
résultant d'un dommage subi par un particulier à la suite d'une faute | uit schade geleden door een particulier ten gevolge van een fout |
begaan door het Waalse Gewest in het kader van zijn opdracht ten | |
commise par la Région wallonne dans le cadre de sa mission à l'égard | aanzien van de gemeentebossen, aan de vijfjarige verjaring |
des bois communaux, alors que ces mêmes créances échappent à cette | onderwerpen, terwijl diezelfde schuldvorderingen aan die verjaring |
prescription lorsque le préjudice est imputable à un particulier ou à | ontsnappen indien het nadeel kan worden toegerekend aan een |
une commune ? » | particulier of aan een gemeente ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1980 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1980 van de rol van het Hof. |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (..) |
B.1. L'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative à la | B.1. Artikel 1 van de wet van 6 januari 1970 betreffende de verjaring |
prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de |
provinces forme désormais l'article 100 des lois sur la comptabilité | provinciën vormt thans artikel 100 van de wetten op de |
de l'Etat, coordonnées par l'arrêté royal du 17 juillet 1991, qui | Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 |
dispose : | juli 1991, dat bepaalt : |
« Sont prescrites et définitivement éteintes au profit de l'Etat, sans | « Verjaard en voorgoed ten voordele van de Staat vervallen zijn, |
préjudice des déchéances prononcées par d'autres dispositions légales, | onverminderd de vervallenverklaringen ten gevolge van andere |
réglementaires ou conventionnelles sur la matière : | wettelijke, reglementaire of ter zake overeengekomen bepalingen : |
1° les créances qui, devant être produites selon les modalités fixées | 1° de schuldvorderingen, waarvan de op wettelijke of reglementaire |
par la loi ou le règlement, ne l'ont pas été dans le délai de cinq ans | wijze bepaalde overlegging niet geschied is binnen een termijn van |
à partir du premier janvier de l'année budgétaire au cours de laquelle | vijf jaar te rekenen vanaf de eerste januari van het begrotingsjaar in |
elles sont nées; | de loop waarvan zij zijn ontstaan; |
2° les créances qui, ayant été produites dans le délai visé au 1°, n'ont pas été ordonnancées par les Ministres dans le délai de cinq ans à partir du premier janvier de l'année pendant laquelle elles ont été produites; 3° toutes autres créances qui n'ont pas été ordonnancées dans le délai de dix ans à partir du premier janvier de l'année pendant laquelle elles sont nées. Toutefois, les créances résultant de jugements restent soumises à la prescription décennale; elles doivent être payées à l'intervention de la Caisse des dépôts et consignations. » | 2° de schuldvorderingen, die, hoewel ze zijn overgelegd binnen de onder 1° bedoelde termijn, door de ministers niet zijn geordonnanceerd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de eerste januari van het jaar gedurende hetwelk ze werden overgelegd; 3° alle andere schuldvorderingen, die niet zijn geordonnanceerd binnen een termijn van tien jaar te rekenen vanaf de eerste januari van het jaar van hun ontstaan. Voor de schuldvorderingen die voortkomen uit vonnissen blijft evenwel de tienjarige verjaring gelden; zij dienen te worden uitbetaald door |
En vertu de l'article 71, § 1er, de la loi spéciale de financement du | de zorg van de Deposito- en Consignatiekas. » |
16 janvier 1989, cette disposition est applicable aux communautés et | Krachtens artikel 71, § 1, van de bijzondere financieringswet van 16 |
januari 1989 is die bepaling van overeenkomstige toepassing op de | |
aux régions. | gemeenschappen en de gewesten. |
B.2. Avant l'entrée en vigueur de la loi du 10 juin 1998 modifiant | B.2. Vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 tot |
certaines dispositions en matière de prescription, le délai de | wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring bedroeg de |
prescription de droit commun était de trente ans. Le nouvel article | gemeenrechtelijke verjaringstermijn dertig jaar. Het nieuwe artikel |
2262bis, § 1er, du Code civil, inséré par la loi susdite, énonce que | 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd door voormelde |
les actions personnelles sont prescrites par dix ans à l'exception des | wet, bepaalt dat de persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door |
actions en réparation d'un dommage fondées sur une responsabilité | verloop van tien jaar, met uitzondering van de rechtsvorderingen tot |
extra-contractuelle qui se prescrivent par cinq ans à partir du jour | vergoeding van schade op grond van buitencontractuele |
qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de | aansprakelijkheid, die verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de |
son aggravation et de l'identité de la personne responsable, ces | dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de |
actions se prescrivant en tout état de cause par vingt ans à partir du | schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor |
jour qui suit celui où s'est produit le fait qui a provoqué le | aansprakelijke persoon, waarbij die vorderingen in ieder geval |
dommage. Lorsque l'action a pris naissance avant l'entrée en vigueur | verjaren door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die |
de la loi du 10 juin 1998, l'article 10 de cette loi dispose, à titre | waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft |
de mesure transitoire, que les nouveaux délais de prescription qu'elle | voorgedaan. Wanneer de rechtsvordering vóór de inwerkingtreding van de |
wet van 10 juni 1998 is ontstaan, bepaalt artikel 10 van die wet bij | |
institue ne commencent à courir qu'à partir de son entrée en vigueur. | wijze van overgangsmaatregel dat de nieuwe verjaringstermijnen waarin |
zij voorziet pas beginnen te lopen vanaf haar inwerkingtreding. | |
B.3. Il se déduit des faits qui sont à l'origine des questions | B.3. Uit de feiten die aan de oorsprong van de prejudiciële vragen |
préjudicielles que la Cour est interrogée sur la compatibilité avec | liggen, kan worden afgeleid dat het Hof wordt ondervraagd over de |
les articles 10 et 11 de la Constitution de la prescription | bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de |
quinquennale en ce qu'elle s'applique à des demandes d'indemnisation | verjaring na vijf jaar in zoverre zij van toepassing is op vorderingen |
fondées sur une faute, une négligence ou une imprudence (articles | tot schadevergoeding gegrond op een fout, een nalatigheid of een |
1382, 1383 et 1384, alinéa 1er, du Code civil). La Cour examine la | onvoorzichtigheid (artikelen 1382, 1383 en 1384, eerste lid, van het |
constitutionnalité de la norme litigieuse uniquement en ce qu'elle | Burgerlijk Wetboek). Het Hof onderzoekt de grondwettigheid van de |
betwiste norm enkel in zoverre die van toepassing is op die categorie | |
s'applique à cette catégorie d'actions en indemnisation et en ce que, | van schadevergoedingsvorderingen en in zoverre, op het ogenblik waarop |
au moment où ont été introduites les actions, le délai de prescription | de vorderingen werden ingesteld, de verjaringstermijn vijf jaar |
était de cinq ans pour un dommage causé par une communauté (affaire n° | bedroeg voor een schade veroorzaakt door een gemeenschap (zaak nr. |
1915) ou par une région (affaire n° 1980) et de trente ans pour un | 1915) of door een gewest (zaak nr. 1980) en dertig jaar voor een |
dommage causé par des particuliers ou par une autre autorité | schade veroorzaakt door particulieren of door een andere |
administrative (affaire n° 1915), en particulier une commune (affaire | administratieve overheid (zaak nr. 1915), inzonderheid een gemeente |
n° 1980). | (zaak nr. 1980). |
B.4. S'il est vrai que les autorités concernées doivent servir | B.4. Al moeten de betrokken overheden weliswaar het algemeen belang |
l'intérêt général alors que les particuliers peuvent se laisser guider | dienen, terwijl de particulieren zich mogen laten leiden door hun |
par leur intérêt personnel, l'Etat, les communautés et les régions | persoonlijke belangen, niettemin kunnen de Staat, de gemeenschappen en |
débiteurs, dans leurs relations extra-contractuelles, n'en peuvent pas | de gewesten als schuldenaar in hun buitencontractuele betrekkingen |
moins être comparés avec les particuliers. | worden vergeleken met de particulieren. |
B.5. Dans les arrêts nos 32/96, 75/97 et 5/99, la Cour a estimé qu'en | B.5. In de arresten nrs. 32/96, 75/97 en 5/99 heeft het Hof geoordeeld |
soumettant à la prescription quinquennale les actions dirigées contre | dat de wetgever, door de vorderingen gericht tegen de Staat aan de |
l'Etat, le législateur a pris une mesure en rapport avec le but | vijfjarige verjaring te onderwerpen, een maatregel heeft genomen die |
poursuivi qui est de permettre de clôturer les comptes de l'Etat dans | in verband staat met het nagestreefde doel dat erin bestaat de |
un délai raisonnable. Il a en effet considéré qu'une telle mesure | rekeningen van de Staat binnen een redelijke termijn af te sluiten. Er |
était indispensable, parce qu'il faut que l'Etat puisse, à une époque | werd immers geoordeeld dat een dergelijke maatregel noodzakelijk was |
déterminée, arrêter ses comptes : c'est une prescription d'ordre | omdat de Staat op een bepaald ogenblik zijn rekeningen moet kunnen |
public et nécessaire au point de vue d'une bonne comptabilité (Pasin. | afsluiten : het is een verjaring van openbare orde, die noodzakelijk |
1846, p. 287). | is in het licht van een goede comptabiliteit (Pasin. 1846, p. 287). |
Lors des travaux préparatoires de la loi du 6 février 1970, il fut | Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 6 februari 1970 |
rappelé que, « faisant pour plus de 150 milliards de dépenses par an, | werd herbevestigd dat « de Staat, die jaarlijks meer dan 150 miljard |
manoeuvrant un appareil administratif lourd et compliqué, submergé de | uitgeeft en met het bestuursapparaat werkt dat log, ingewikkeld, en |
documents et d'archives, l'Etat est un débiteur de nature particulière | dan nog overstelpt is met documenten en archiefstukken, [...] wel een |
» et que « des raisons d'ordre imposent que l'on mette fin aussitôt | debiteur van gans bijzondere aard » is en dat « het wegens orderedenen |
que possible aux revendications tirant leur origine d'affaires | geboden [is] zo spoedig mogelijk een einde te maken aan eisen die hun |
arriérées » (Doc. parl., Chambre, 1964-1965, n° 971/1, p. 2; Doc. | oorsprong vinden in achterstallige zaken » (Parl. St., Kamer, |
parl., Sénat, 1966-1967, n° 126, p. 4). B.6. Dans l'arrêt n° 32/96, la Cour a toutefois constaté que le délai de prescription quinquennale n'est pas raisonnablement justifié en tant qu'il s'applique à des demandes d'indemnisation du préjudice causé à des propriétés par des travaux exécutés par l'Etat. Dans ce cas, il s'agit en effet de créances nées d'un préjudice qui peut n'apparaître que plusieurs années après que les travaux ont été exécutés. Les réclamations tardives s'expliquent, le plus souvent, non par la négligence du créancier mais par l'apparition tardive du dommage. B.7. Dans l'arrêt n° 75/97, la Cour a décidé que ce raisonnement n'est pas pertinent à l'égard des actions qui opposent l'Etat à ses cocontractants en matière de marchés publics. En effet, de tels litiges naissent de l'inexécution ou de la mauvaise exécution de conventions librement conclues avec l'Etat et dont les clauses renseignent les parties sur la nature, la portée et l'ampleur de leurs obligations. | 1964-1965, nr. 971/1, p. 2; Parl. St., Senaat, 1966-1967, nr. 126, p. 4). B.6. In het arrest nr. 32/96 kwam het Hof evenwel tot de vaststelling dat de vijfjarige verjaringstermijn niet redelijk verantwoord is in zoverre hij van toepassing is op vorderingen tot schadevergoeding voor het nadeel dat aan eigendommen werd berokkend door werken die door de Staat werden uitgevoerd. In dat geval gaat het immers om schuldvorderingen die zijn ontstaan uit een nadeel dat pas aan de oppervlakte kan komen talrijke jaren nadat de werken werden uitgevoerd. De laattijdige klachten vinden hun verklaring meestal niet in de nalatigheid van de schuldeiser, maar in het feit dat de schade zich laattijdig manifesteert. B.7. In het arrest nr. 75/97 besliste het Hof dat die redenering niet relevant is ten aanzien van de vorderingen waarin de Staat tegenover zijn medecontractanten is geplaatst inzake overheidsopdrachten. Dergelijke geschillen ontstaan immers uit de niet-uitvoering of de slechte uitvoering van overeenkomsten die de medecontractanten uit vrije wil hebben afgesloten met de Staat en waarvan de clausules de partijen inlichten over de aard, de draagwijdte en de omvang van hun verplichtingen. |
B.8. Dans l'arrêt n° 5/99, la Cour a décidé que le raisonnement de | B.8. In het arrest nr. 5/99 besliste het Hof dat de redenering van het |
l'arrêt n° 32/96 ne peut davantage être appliqué à des créances ayant | arrest nr. 32/96 evenmin kan worden doorgetrokken tot |
pour objet de réparer un préjudice qui est causé par la décision, | schuldvorderingen die tot doel hebben een nadeel te herstellen dat |
wordt veroorzaakt door een als foutief gekwalificeerde beslissing om | |
qualifiée de fautive, de rémunérer inégalement des travailleurs. | werknemers ongelijk te verlonen. De voorliggende hypothese betrof |
L'hypothèse examinée concerne des actions qui résultent d'une relation | vorderingen die voortvloeien uit een bestaande arbeidsverhouding |
de travail existant entre la province et des membres de son personnel | tussen de provincie en leden van haar personeel wier rechten en |
dont les droits et obligations sont fixés préalablement dans un | verplichtingen voorafgaandelijk zijn vastgelegd in een geheel van |
ensemble de règles statutaires ayant fait l'objet d'une publicité et dont chacun est censé connaître la portée. B.9. La question se pose en l'espèce de savoir si le délai de prescription quinquennale pour des actions publiques dirigées contre l'Etat peut se justifier en tant qu'il s'applique à une action en réparation fondée sur une responsabilité extra-contractuelle. Etant donné que, dans l'arrêt n° 32/96, la Cour s'est explicitement limitée à un examen des actions en réparation du préjudice causé à des propriétés par des travaux exécutés par l'Etat, elle ne s'est pas prononcée sur les actions en responsabilité en général. B.10.1. Dans l'affaire n° 1915, la personne préjudiciée pouvait agir immédiatement contre la ou les autorités susceptibles d'être déclarées responsables, sans qu'elle dût attendre que le Conseil d'Etat ait statué sur le recours qu'elle avait introduit contre la décision du ministre lui retirant sa fonction. B.10.2. Dans l'affaire n° 1980, l'assureur « soins de santé » de la victime pouvait apprécier si elle devait agir contre la Région wallonne, gestionnaire du bois dans lequel se trouvait l'arbre qui a causé l'accident. B.10.3. Ces personnes ne se trouvent pas dans une situation essentiellement différente de tout demandeur en réparation qui doit agir, dans le délai légal, contre l'autorité dont la responsabilité quasi-délictuelle peut être engagée, même s'il a des doutes sur l'identité de l'autorité responsable ou sur la règle de droit applicable au litige. Leur situation n'est pas comparable à celle des personnes qui se trouvent dans l'impossibilité d'agir dans le délai légal parce que leur dommage ne s'est manifesté qu'après son expiration. B.11. Le raisonnement de l'arrêt n° 32/96 ne peut donc leur être appliqué. En soumettant à la prescription quinquennale de telles actions, le législateur a pris une mesure qui n'est pas disproportionnée au but poursuivi. B.12. Les mêmes créances à l'égard d'autorités autres que l'Etat, les communautés, les régions et les provinces pourraient sans doute être soumises au délai de prescription quinquennale pour les motifs cités au B.5, mais cette considération n'est pas de nature à porter atteinte à la constitutionnalité constatée des dispositions en cause. B.13. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | statutaire regelen die zijn bekendgemaakt en waarvan een ieder geacht kan worden de draagwijdte te kennen. B.9. Te dezen luidt de vraag of de vijfjarige verjaringstermijn voor rechtsvorderingen tegen de Staat kan worden verantwoord in zoverre hij van toepassing is op een rechtsvordering tot schadevergoeding op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid. Aangezien het Hof zich in het arrest nr. 32/96 uitdrukkelijk heeft beperkt tot een onderzoek van de vorderingen tot schadevergoeding voor het nadeel dat aan eigendommen werd berokkend door werken die door de Staat werden uitgevoerd, heeft het zich niet over de aansprakelijkheidsvorderingen in het algemeen uitgesproken. B.10.1. In de zaak nr. 1915 kon de benadeelde persoon onmiddellijk in rechte treden tegen de overheid of overheden die aansprakelijk zouden kunnen worden verklaard, zonder dat hij diende te wachten tot de Raad van State uitspraak zou hebben gedaan over het beroep dat hij had ingesteld tegen de beslissing van de minister waarbij hem zijn functie werd ontnomen. B.10.2. In de zaak nr. 1980 kon de verzekeraar « gezondheidszorg » van het slachtoffer nagaan of laatstgenoemde in rechte diende te treden tegen het Waalse Gewest, beheerder van het bos waarin de boom die het ongeval heeft veroorzaakt zich bevond. B.10.3. Die personen bevinden zich niet in een situatie die essentieel verschillend is van die van elke aanvrager van schadevergoeding die, binnen de wettelijke termijn, in rechte dient te treden tegen de overheid die aansprakelijk kan worden gesteld voor een oneigenlijk misdrijf, zelfs al heeft hij twijfels over de identiteit van de aansprakelijke overheid of over de rechtsregel die op het geschil van toepassing is. Hun situatie is niet vergelijkbaar met die van personen die zich in de onmogelijkheid bevinden om binnen de wettelijke termijn in rechte te treden omdat hun schade pas na het verstrijken van de termijn tot uiting is gekomen. B.11. De redenering gevolgd in het arrest nr. 32/96 kan dus niet op hen worden toegepast. Door dergelijke vorderingen aan de vijfjarige verjaring te onderwerpen, heeft de wetgever een maatregel genomen die niet onevenredig is met het nagestreefde doel. B.12. Weliswaar zouden dezelfde schuldvorderingen ten aanzien van andere overheden dan de Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de provincies om de in B.5 aangehaalde redenen eveneens aan de vijfjarige verjaringstermijn kunnen worden onderworpen, doch die overweging is niet van die aard dat zij afbreuk zou kunnen doen aan de vastgestelde grondwettigheid van de in het geding zijnde bepalingen. B.13. De prejudiciële vragen moeten ontkennend worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 100 des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées par | Artikel 100 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij |
arrêté royal du 17 juillet 1991, ne viole pas les articles 10 et 11 de | het koninklijk besluit van 17 juli 1991, schendt niet de artikelen 10 |
la Constitution en tant qu'il prévoit un délai de prescription | en 11 van de Grondwet in zoverre het in een vijfjarige |
quinquennale pour les actions en indemnisation fondées sur la | verjaringstermijn voorziet voor vorderingen tot schadevergoeding op |
responsabilité extra-contractuelle des pouvoirs publics lorsque le | grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid |
préjudice et l'identité du responsable peuvent être immédiatement | wanneer het nadeel en de identiteit van de daarvoor aansprakelijke |
constatés. | onmiddellijk kunnen worden vastgesteld. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 juin 2001. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 juni 2001. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior | M. Melchior |