Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 72/2001 du 30 mai 2001 Numéro du rôle : 1935 En cause : la question préjudicielle relative au décret du Conseil culturel de la Communauté culturelle néerlandaise du 13 juillet 1972 modifiant la loi du 7 août 1931 sur la La Cour d'arbitrage, composée des présidents H. Boel et M. Melchior, des juges P. Martens, R. He(...)"
Extrait de l'arrêt n° 72/2001 du 30 mai 2001 Numéro du rôle : 1935 En cause : la question préjudicielle relative au décret du Conseil culturel de la Communauté culturelle néerlandaise du 13 juillet 1972 modifiant la loi du 7 août 1931 sur la La Cour d'arbitrage, composée des présidents H. Boel et M. Melchior, des juges P. Martens, R. He(...) Uittreksel uit arrest nr. 72/2001 van 30 mei 2001 Rolnummer 1935 In zake : de prejudiciële vraag betreffende het decreet van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 13 juli 1972 tot wijziging van de wet van 7 augustus 1931 o Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters H. Boel en M. Melchior, de rechters P. Martens(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 72/2001 du 30 mai 2001 Uittreksel uit arrest nr. 72/2001 van 30 mei 2001
Numéro du rôle : 1935 Rolnummer 1935
En cause : la question préjudicielle relative au décret du Conseil In zake : de prejudiciële vraag betreffende het decreet van de
culturel de la Communauté culturelle néerlandaise du 13 juillet 1972 Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 13 juli 1972
modifiant la loi du 7 août 1931 sur la conservation des monuments et tot wijziging van de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van
des sites, posée par le Conseil d'Etat. monumenten en landschappen, gesteld door de Raad van State.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents H. Boel et M. Melchior, des juges P. Martens, samengesteld uit de voorzitters H. Boel en M. Melchior, de rechters P.
R. Henneuse, E. De Groot et L. Lavrysen, et, conformément à l'article Martens, R. Henneuse, E. De Groot en L. Lavrysen, en, overeenkomstig
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
juge émérite E. Cerexhe, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, Arbitragehof, emeritus rechter E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier
présidée par le président H. Boel, P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter H. Boel,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par arrêt n° 85.596 du 23 février 2000 en cause de L. Van Winsen et Bij arrest nr. 85.596 van 23 februari 2000 in zake L. Van Winsen en
autres contre la Communauté flamande, dont l'expédition est parvenue anderen tegen de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie
au greffe de la Cour d'arbitrage le 3 avril 2000, le Conseil d'Etat a van het Arbitragehof is ingekomen op 3 april 2000, heeft de Raad van
posé la question préjudicielle suivante : State de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Le décret du 13 juillet 1972 du conseil culturel de la Communauté « Schendt het decreet van 13 juli 1972 van de cultuurraad voor de
culturelle néerlandaise (portant) modification de la loi du 7 août Nederlandse cultuurgemeenschap tot wijziging van de wet van 7 augustus
1931 sur la conservation des monuments et des sites viole-t-il les 1931 op het behoud van monumenten en landschappen de regels die door
règles établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour of krachtens de grondwet waren vastgesteld voor het bepalen van de
déterminer les compétences respectives de l'Etat, des communautés et onderscheiden bevoegdheden van de staat, de gemeenschappen en de
des régions ? » gewesten ? »
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle demande à la Cour si le décret du 13 B.1. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of het
juillet 1972 modifiant la loi du 7 août 1931 sur la conservation des decreet van 13 juli 1972 tot wijziging van de wet van 7 augustus 1931
op het behoud van monumenten en landschappen de regels schendt die
monuments et des sites viole les règles établies par la Constitution door of krachtens de Grondwet waren vastgesteld voor het bepalen van
ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de de onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten.
l'Etat, des communautés et des régions. Uit de motieven van het verwijzingsarrest en uit de gegevens van het
Il peut se déduire des motifs de l'arrêt de renvoi et des éléments du dossier kan worden afgeleid dat inzonderheid de vraag aan de orde is
dossier qu'est posée en particulier la question de savoir si le of de decreetgever de waarborgen vermocht te wijzigen waarmee het
législateur décrétal pouvait modifier les garanties dont la loi eigendomsrecht door de voormelde wet was omringd.
précitée entourait le droit de propriété. B.2. Vóór de wijziging door het decreet van 13 juli 1972 tot wijziging
B.2. Antérieurement à la modification de la loi du 7 août 1931 sur la van de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en
conservation des monuments et des sites par le décret du 13 juillet landschappen werd, op grond van artikel 1, tweede lid, van de genoemde
1972, une proposition de classement à laquelle le Gouvernement wet, een voorstel tot rangschikking waaraan door de Regering gunstig
décidait de donner suite était, en vertu de l'article 1er, alinéa 2, gevolg werd gegeven, betekend « aan de eigenaars, aan de titularissen
de la loi précitée, signifiée « aux propriétaires, aux titulaires de van ingeschreven zakelijke rechten of van rechten voortspruitende uit
droits réels inscrits ou résultant d'actes transcrits ». overgeschreven akten ».
Après la modification de la loi par le décret du 13 juillet 1972, une Na de wijziging door het decreet van 13 juli 1972 werd, op grond van
proposition de classement à laquelle le ministre décidait de donner het nieuwe - inmiddels door het decreet van 16 april 1996 houdende
une suite favorable était, sur la base du nouvel article 1er, alinéa bescherming van landschappen opgeheven - artikel 1, tweede lid, van de
2, de la loi du 7 août 1931 - abrogé dans l'intervalle par le décret wet van 7 augustus 1931, een voorstel tot rangschikking, waaraan door
du 16 avril 1996 portant la protection des sites -, signifiée aux « de minister gunstig gevolg werd gegeven, betekend « aan de eigenaars,
propriétaires, au collège des bourgmestre et échevins, au collège de aan het college van burgemeester en schepenen, aan het federatie- of
fédération ou d'agglomération ou à la députation permanente ». agglomeratiecollege en aan de bestendige deputatie ».
B.3. Au moment où fut adopté l'article 1er du décret du Conseil B.3. Toen artikel 1 van het decreet van de Cultuurraad voor de
culturel de la Communauté culturelle néerlandaise du 13 juillet 1972 Nederlandse Cultuurgemeenschap van 13 juli 1972 tot wijziging van de
modifiant la loi du 7 août 1931 sur la conservation des monuments et wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen
des sites, les conseils culturels étaient compétents, en vertu de werd aangenomen, waren de Cultuurraden op grond van het toenmalige
l'article 59bis, § 2, alinéa 1er, 1°, de la Constitution, en vigueur à artikel 59bis, § 2, eerste lid, 1°, van de Grondwet bevoegd om, ieder
cette époque, pour régler par décret, chacun pour ce qui le concerne, wat hem betreft, bij decreet de culturele aangelegenheden te regelen
les matières culturelles qui étaient arrêtées, conformément à die overeenkomstig artikel 59bis, § 2, tweede lid, van de Grondwet
l'article 59bis, § 2, alinéa 2, de la Constitution, par une loi werden vastgesteld bij een wet, aangenomen met de in § 1, tweede lid,
adoptée à la majorité prévue au paragraphe 1er, alinéa 2, dudit van dat artikel bepaalde meerderheid.
article. En exécution de ces dispositions constitutionnelles, la loi du 21 Ter uitvoering van die grondwetsbepalingen werd de wet van 21 juli
juillet 1971 relative à la compétence et au fonctionnement des 1971 betreffende de bevoegdheid en de werking van de Cultuurraden voor
Conseils culturels pour la Communauté culturelle française et pour la de Nederlandse Cultuurgemeenschap en voor de Franse Cultuurgemeenschap
Communauté culturelle néerlandaise fut adoptée, dont l'article 2, 4°, aangenomen, waarvan artikel 2, 4°, luidde :
énonçait : « Les matières culturelles visées à l'article 59bis, § 2, 1°, de la « De culturele aangelegenheden, bedoeld in artikel 59bis, § 2, 1°, van
Constitution sont : de Grondwet, zijn de volgende :
[...] [...]
4. le patrimoine culturel, les musées et les autres institutions 4. cultureel patrimonium, musea en andere wetenschappelijk-culturele
scientifiques culturelles; instellingen;
[...] ». [...] ».
B.4. Il pouvait déjà se déduire des travaux préparatoires de cette B.4. Uit de parlementaire voorbereiding van die bepaling kon reeds
disposition que l'attribution de compétence en matière de patrimoine worden afgeleid dat de bevoegdheidstoewijzing inzake het cultureel
culturel comprenait la réglementation relative à la conservation des patrimonium de regelgeving betreffende het behoud van monumenten en
monuments et des sites (Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 400, pp. 4-5, landschappen omvatte (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 400, pp. 4-5,
et n° 497, p. 6). en nr. 497, p. 6).
Ultérieurement, le législateur, par la loi spéciale du 8 août 1988, a Nadien is ook door de wetgever bij de bijzondere wet van 8 augustus
lui aussi confirmé que la conservation des monuments et des sites 1988 bevestigd dat het behoud van monumenten en landschappen steeds
avait toujours été considérée comme une matière culturelle. En effet, als culturele aangelegenheid was beschouwd. Immers, de bijzondere
le législateur spécial a transféré aux régions les compétences en wetgever heeft de bevoegdheden inzake monumenten en landschappen aan
matière de monuments et de sites en raison de leur connexité avec de gewesten overgedragen wegens hun verwantschap met de stedenbouw en
l'urbanisme et l'aménagement du territoire, tout en les excluant
expressément de la compétence communautaire en matière de patrimoine de ruimtelijke ordening, waarbij zij uitdrukkelijk werden uitgesloten
culturel, telle qu'elle est visée à l'article 4, 4°, de la loi van de gemeenschapsbevoegdheid inzake het cultureel patrimonium als
spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles. bedoeld in artikel 4, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
tot hervorming der instellingen.
Aux termes de l'exposé des motifs du projet qui est devenu la loi Luidens de memorie van toelichting bij het ontwerp van wat de
spéciale du 8 août 1988, la compétence en matière de monuments et de bijzondere wet van 8 augustus 1988 is geworden, slaat de bevoegdheid
sites vise « l'ensemble des mesures visant à l'identification, la inzake monumenten en landschappen « op het geheel van de maatregelen
sauvegarde, le classement, l'entretien, la restauration, la die de identificatie, het behoud, de classering, het onderhoud, de
consolidation, la mise en valeur, la gestion et la promotion, et le restauratie, de instandhouding, de valorisatie, het beheer, de
subventionnement des monuments, ensembles architecturaux et sites » promotie en de subsidiëring van monumenten, architecturale gehelen en
(Doc. parl., Chambre, S.E. 1988, n° 516/1, p. 6). B.5. Le Constituant et le législateur, dans la mesure où ils n'en ont pas disposé autrement, ont attribué aux communautés culturelles toute la compétence d'édicter les règles propres aux matières qui leur ont été transférées. Les communautés culturelles étaient compétentes pour apporter des limitations au droit de propriété dès lors que ces limitations intervenaient dans le cadre d'une matière qui leur avait été transférée. Les communautés culturelles étaient également compétentes pour confier certaines missions à des autorités administratives et pour régler la manière dont ces missions devaient être accomplies. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour landschappen beogen » (Parl. St., Kamer, B.Z. 1988, nr. 516/1, p. 6). B.5. Voor zover zij er niet anders over hebben beschikt, hebben de Grondwetgever en de wetgever aan de cultuurgemeenschappen de volledige bevoegdheid toegekend tot het uitvaardigen van de regels die eigen zijn aan de hun toegewezen aangelegenheden. De cultuurgemeenschappen waren bevoegd om beperkingen aan te brengen op het eigendomsrecht wanneer die beperkingen pasten in het kader van een aangelegenheid die naar hen werd overgeheveld. De cultuurgemeenschappen waren eveneens bevoegd om bepaalde opdrachten toe te vertrouwen aan bestuurlijke overheden en de wijze te bepalen waarop die opdrachten moesten worden uitgevoerd. B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
Le décret du Conseil culturel de la Communauté culturelle néerlandaise Het decreet van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap
du 13 juillet 1972 modifiant la loi du 7 août 1931 sur la conservation van 13 juli 1972 tot wijziging van de wet van 7 augustus 1931 op het
des monuments et des sites ne viole pas les règles établies par la behoud van monumenten en landschappen schendt niet de regels die door
Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences of krachtens de Grondwet waren vastgesteld voor het bepalen van de
respectives de l'Etat, des communautés et des régions. onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, gewesten. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 mai 2001. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 mei 2001.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux. H. Boel. P.-Y. Dutilleux. H. Boel.
^