← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 64/2001 du 8 mai 2001 Numéro du rôle : 1887 En cause : la question
préjudicielle concernant la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant
des accidents du travail, des accidents surve La Cour d'arbitrage, composée
des présidents H. Boel et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 64/2001 du 8 mai 2001 Numéro du rôle : 1887 En cause : la question préjudicielle concernant la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents surve La Cour d'arbitrage, composée des présidents H. Boel et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 64/2001 van 8 mei 2001 Rolnummer 1887 In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters H. Boel en M. Melchior, de rechters P. Martens(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 64/2001 du 8 mai 2001 | Uittreksel uit arrest nr. 64/2001 van 8 mei 2001 |
Numéro du rôle : 1887 | Rolnummer 1887 |
En cause : la question préjudicielle concernant la loi du 3 juillet | In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 3 juli 1967 |
1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des | betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor |
accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail | arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en |
et des maladies professionnelles dans le secteur public, posée par le | voor beroepsziekten in de overheidssector, gesteld door de |
Tribunal du travail de Bruges. | Arbeidsrechtbank te Brugge. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents H. Boel et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters H. Boel en M. Melchior, de rechters P. |
Martens, R. Henneuse et M. Bossuyt, et, conformément à l'article 60bis | Martens, R. Henneuse en M. Bossuyt, en, overeenkomstig artikel 60bis |
de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, emeritus |
président émérite G. De Baets et du juge honoraire J. Delruelle, | voorzitter G. De Baets en ererechter J. Delruelle, bijgestaan door de |
assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président émérite G. | griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter G. |
De Baets, | De Baets, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par jugement du 11 février 2000 en cause de R. De Ruytere contre la | Bij vonnis van 11 februari 2000 in zake R. De Ruytere tegen de stad |
ville de Bruges, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Brugge, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 17 février 2000, le Tribunal du travail de Bruges a | ingekomen op 17 februari 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Brugge de |
posé la question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« La loi du 3 juillet 1967 sur la réparation des dommages résultant | « Schendt de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor |
des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du | arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en |
travail et des maladies professionnelles dans le secteur public, telle | |
qu'elle était en vigueur avant le 25 novembre 1998, viole-t-elle les | voor beroepsziekten in de overheidssector, zoals van kracht vóór 25 |
articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon | november 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de lezing dat |
laquelle la victime d'un accident du travail, si l'incapacité de | het slachtoffer van een arbeidsongeval, indien de blijvende |
travail permanente s'aggrave à un tel point qu'elle ne puisse | arbeidsongeschiktheid zodanig verergert dat hij de functie, waarin hij |
temporairement plus exercer la fonction dans laquelle elle a été | gereclasseerd werd, tijdelijk niet meer kan uitoefenen, geen recht |
reclassée, n'a pas droit à une indemnité pareille à celle qui était | heeft op een vergoeding zoals vóór die blijvende arbeidsongeschiktheid |
prévue pour cette incapacité de travail permanente à l'article 3bis de | in artikel 3bis van die wet bepaald, terwijl in gelijke omstandigheden |
cette loi, alors que, dans des conditions égales, la victime qui | |
relève du champ d'application de la loi sur les accidents du travail | het slachtoffer dat onder toepassing valt van de arbeidsongevallenwet |
du 10 avril 1971 dans le secteur privé a, quant à elle, droit à une | van 10 april 1971 in de particuliere sector wel recht heeft op een |
telle indemnité prévue par l'article 25 de cette loi ?" | dergelijke, in artikel 25 van die wet bepaalde, vergoeding ?" |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle porte sur la violation éventuelle des | B.1. De prejudiciële vraag betreft de eventuele schending van de |
articles 10 et 11 de la Constitution par la loi du 3 juillet 1967 sur | artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de wet van 3 juli 1967 |
la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du | betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor |
travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des | arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en |
maladies professionnelles dans le secteur public, si cette loi, telle | voor beroepsziekten in de overheidssector, indien die wet, zoals van |
qu'elle était en vigueur avant le 25 novembre 1998, est interprétée en | kracht vóór 25 november 1998, zo wordt gelezen dat het slachtoffer van |
ce sens que la victime d'un accident du travail n'a pas droit à une | een arbeidsongeval geen recht heeft op aanpassing van zijn vergoeding |
adaptation de son indemnité lorsque l'incapacité de travail permanente | wanneer de blijvende arbeidsongeschiktheid zodanig verergert dat hij |
s'aggrave à un point tel que la victime ne peut temporairement plus | de functie waarin hij gereclasseerd werd, tijdelijk niet meer kan |
exercer la fonction dans laquelle elle a été reclassée. Selon la | |
décision de renvoi, dans les mêmes circonstances, la victime qui tombe | uitoefenen. In soortgelijke omstandigheden heeft het slachtoffer dat |
sous l'application de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du | onder toepassing valt van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
travail a droit, quant à elle, à une telle indemnité, fixée par | volgens de verwijzingsbeslissing wel recht op dergelijke vergoeding, |
l'article 25 de cette loi. | vastgesteld bij artikel 25 van die wet. |
B.2. L'article 25, alinéa 1er, de la loi du 10 avril 1971 sur les | B.2. Artikel 25, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april |
accidents du travail dispose : | 1971 bepaalt : |
« Si l'incapacité permanente causée par un accident du travail | « Indien de blijvende arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door het |
s'aggrave à un point tel que la victime ne peut plus exercer | arbeidsongeval zodanig verergert dat de getroffene het beroep, waarin |
temporairement la profession dans laquelle elle a été reclassée, elle | hij gereclasseerd werd, tijdelijk niet meer kan uitoefenen, heeft hij |
peut prétendre, durant cette période, aux indemnités prévues aux | gedurende deze periode recht op de vergoedingen zoals bepaald in de |
articles 22, 23 et 23bis". | artikelen 22, 23 en 23bis. » |
B.3. La question préjudicielle porte sur la loi du 3 juillet 1967 | B.3. De prejudiciële vraag betreft de wet van 3 juli 1967 zoals van |
telle qu'elle était applicable avant le 25 novembre 1998, c'est-à-dire | toepassing vóór 25 november 1998, dus vóór de inwerkingtreding van |
avant l'entrée en vigueur de l'article 10 de la loi du 19 octobre 1998 | artikel 10 van de wet van 19 oktober 1998 tot wijziging van de wet van |
modifiant la loi du 3 juillet 1967 sur la réparation des dommages | 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor |
résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le | |
chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur | arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en |
public (Moniteur belge du 25 novembre 1998). L'article 10 précité | voor beroepsziekten in de overheidssector (Belgisch Staatsblad, 25 |
complète l'article 6 de la loi du 3 juillet 1967 par un paragraphe 3 | november 1998). Het voormelde artikel 10 vult artikel 6 van de wet van |
qui est libellé comme suit : | 3 juli 1967 aan met een paragraaf 3, die luidt : |
« § 3. Si l'incapacité de travail permanente reconnue à la victime | « § 3. Indien de blijvende arbeidsongeschiktheid die in hoofde van het |
s'aggrave au point qu'elle ne puisse plus exercer temporairement son | slachtoffer erkend wordt, dusdanig verergert dat het zijn nieuwe |
nouvel emploi, elle a droit pendant cette période d'absence à | betrekking tijdelijk niet meer kan uitoefenen, heeft het tijdens deze |
l'indemnisation prévue à l'article 3bis". | afwezigheidsperiode recht op de in artikel 3bis vastgestelde |
schadeloosstelling. » | |
B.4. La Cour limite son examen à la question de droit telle qu'elle | B.4. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de rechtsvraag zoals die |
ressort de la formulation de la question préjudicielle. Les parties | blijkt uit de formulering van de prejudiciële vraag. De partijen voor |
devant la Cour ne peuvent modifier ou faire modifier le contenu d'une | het Hof vermogen niet de inhoud van een prejudiciële vraag te wijzigen |
question préjudicielle. | of te laten wijzigen. |
Le point de vue du Conseil des ministres selon lequel, pour autant | De zienswijze van de Ministerraad dat wanneer er al van een |
qu'il puisse être question d'une discrimination, celle-ci résulterait | discriminatie sprake zou kunnen zijn, deze veeleer zou voortvloeien |
plutôt de l'absence dans la loi du 19 octobre 1998 d'une disposition | uit het ontbreken, in de wet van 19 oktober 1998, van een |
transitoire en vertu de laquelle le nouveau paragraphe 3 de l'article | overgangsbepaling volgens welke de nieuwe paragraaf 3 van artikel 6 |
6 de la loi du 3 juillet 1967 serait rendu applicable aux situations | van de wet van 3 juli 1967 van toepassing zou zijn gemaakt op |
d'aggravation du passé, ne peut par conséquent être accueilli. | situaties van verergering uit het verleden, kan bijgevolg niet worden aangenomen. |
B.5. La question préjudicielle invite à vérifier le caractère | B.5. De prejudiciële vraag noopt tot een onderzoek van het mogelijk |
éventuellement discriminatoire de la loi du 3 juillet 1967 en tant que | discriminerend karakter van de wet van 3 juli 1967 doordat die wet tot |
celle-ci, jusqu'au 25 novembre 1998, ne prévoyait pas un régime | 25 november 1998 niet voorzag in een regeling, analoog aan die van |
analogue à celui de l'article 25 de la loi du 10 avril 1971 sur les | artikel 25 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. |
accidents du travail. | |
B.6. Selon le Conseil des ministres, les travailleurs auxquels | B.6. Volgens de Ministerraad zijn de werknemers die onder het |
s'applique la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail ne | toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 vallen |
sont pas comparables, sur le plan de l'incapacité permanente | op het vlak van blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid niet |
partielle, aux membres du personnel des services publics auxquels | vergelijkbaar met de personeelsleden in overheidsdienst op wie de wet |
s'applique la loi du 3 juillet 1967, compte tenu en particulier de la | van 3 juli 1967 van toepassing is, inzonderheid gelet op de |
nature différente de l'emploi : la situation juridique des | verschillende aard van de tewerkstelling : over het algemeen is de |
fonctionnaires est, en général, de nature réglementaire alors que | rechtstoestand van ambtenaren reglementair van aard, terwijl de |
l'occupation dans le secteur privé est de nature contractuelle. | tewerkstelling in de privé-sector contractueel van aard is. |
B.7. Il ressort des travaux préparatoires que la loi du 3 juillet 1967 | B.7. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wet van 3 juli |
a été adoptée en faveur du personnel des services publics : | 1967 werd aangenomen : |
« [...] en vue d'assurer celui-ci contre les conséquences des | « [...] om het [personeel van de overheidsdiensten] te verzekeren |
accidents sur le chemin ou sur le lieu du travail et des maladies professionnelles. L'objectif poursuivi est de leur donner le bénéfice d'un régime comparable à celui qui est déjà applicable dans le secteur privé. Le Gouvernement n'a pas jugé possible ni souhaitable de soumettre les agents des services publics aux mêmes dispositions que les ouvriers et les employés du secteur privé. Le statut des fonctionnaires comporte des particularités dont il convient de tenir compte et qui justifient, dans certains cas, l'adoption de règles propres. Le but visé reste cependant le même : donner à la victime une réparation appropriée du préjudice subi à la suite d'un accident" | tegen de gevolgen van de ongevallen op de weg of de plaats van het werk en de beroepsziekten. Het nagestreefde doel bestaat erin hun een stelsel te bezorgen dat kan vergeleken worden met het stelsel dat reeds toegepast wordt in de privé-sector. De Regering oordeelde het noch mogelijk noch wenselijk de personeelsleden van de overheidsdiensten te onderwerpen aan dezelfde bepalingen als de arbeiders en de bedienden uit de privé-sector. Het statuut der ambtenaren bevat particulariteiten waarmee rekening dient gehouden en die in zekere gevallen, het aanvaarden van eigen regelen rechtvaardigen. Het doel blijkt [lees : blijft] evenwel hetzelfde : aan het slachtoffer een vergoeding verzekeren welke aangepast is aan het nadeel opgelopen tengevolge van een ongeval" (Parl. St., Kamer, |
(Doc. parl., Chambre, 1964-1965, n° 1023/1, pp. 3 et 4; Doc. parl., | 1964-1965, nr. 1023/1, pp. 3 en 4; Parl. St., Senaat, 1966-1967, nr. |
Sénat, 1966-1967, n° 242, pp. 2-3). | 242, pp. 2-3). |
« Il n'est donc nullement question d'une extension pure et simple du | « Van een eenvoudige uitbreiding van het stelsel van de privé-sector |
régime du secteur privé au secteur public. » (Doc. parl., Chambre, | tot de openbare sector is er dus geenszins sprake. » (Parl. St., |
1966-1967, n° 339/6, Rapport, p. 2) | Kamer, 1966-1967, nr. 339/6, Verslag, p. 2) |
B.8.1. Il résulte des travaux préparatoires précités que le | B.8.1. Uit de voormelde parlementaire voorbereiding volgt dat de |
législateur a entendu établir un régime comparable pour les | wetgever voor de werknemers van de privé-sector en die van de openbare |
travailleurs du secteur privé et ceux du secteur public en ce qui | sector een vergelijkbaar stelsel heeft willen vaststellen op het vlak |
concerne le régime d'indemnisation des victimes d'un accident du | van de regeling van schadeloosstelling van slachtoffers van een |
travail. | arbeidsongeval. |
B.8.2. Le point de vue du Conseil des ministres selon lequel les deux | B.8.2. De zienswijze van de Ministerraad dat beide categorieën van |
catégories de travailleurs ne seraient pas comparables ne peut être | werknemers op dat vlak niet vergelijkbaar zouden zijn, kan niet worden |
admis. | aangenomen. |
B.9. Les réglementations relatives aux accidents du travail fixées, | B.9. De regelgevingen inzake arbeidsongevallen, vastgesteld, |
d'une part, dans la loi du 3 juillet 1967 et, d'autre part, dans la | enerzijds, in de wet van 3 juli 1967 en, anderzijds, in de |
loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, tendent à se | arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, groeien naar elkaar toe en |
rapprocher et contiennent même des dispositions analogues. Toutefois, | bevatten zelfs analoge bepalingen. Uit de voormelde parlementaire |
il ressort des travaux préparatoires précités que le législateur a | voorbereiding blijkt echter dat de wetgever een eenvoudige uitbreiding |
rejeté l'idée d'une extension pure et simple du régime du secteur | van het stelsel van de privé-sector tot de openbare sector heeft |
privé au secteur public eu égard aux caractéristiques particulières | afgewezen, gelet op de eigen kenmerken van elke sector, in het |
propres à chaque secteur, en particulier, d'une part, le fait que la | bijzonder, enerzijds, het feit dat de rechtspositie van ambtenaren |
situation juridique des fonctionnaires est généralement de nature | over het algemeen reglementair van aard is, terwijl de tewerkstelling |
réglementaire, alors que l'emploi dans le secteur privé est de nature contractuelle, et, d'autre part, la circonstance que les fonctionnaires sont chargés de tâches d'intérêt général, ce qui n'est pas le cas des travailleurs du secteur privé. B.10. Dès lors que les différences objectives entre les deux catégories de travailleurs justifient qu'ils soient soumis à des systèmes différents, il est admissible que la comparaison trait pour trait des deux systèmes fasse apparaître des différences de traitement, tantôt dans un sens, tantôt dans l'autre, sous la réserve que chaque règle doit être conforme à la logique du système auquel elle appartient. B.11. La logique propre des deux systèmes justifie que des différences existent, notamment en ce qui concerne les règles de procédure, le niveau et les modalités d'indemnisation. C'est au législateur qu'il appartient de décider si une plus grande équivalence est souhaitable et de déterminer à quel moment et de quelle manière une plus grande uniformité entre les deux réglementations doit se traduire par des mesures concrètes. B.12. Lorsque l'incapacité d'un travailleur vient à s'aggraver, alors qu'il se trouve dans la situation décrite dans la question préjudicielle, la Cour n'aperçoit cependant pas en quoi la logique respective des deux systèmes commanderait d'indemniser ce préjudice du travailleur lorsqu'il appartient au secteur privé et d'en refuser l'indemnisation lorsqu'il relève du secteur public. Ni la nature généralement statutaire du lien qui l'unit à son employeur, ni la circonstance qu'il effectue des tâches d'intérêt général ne sont de nature à expliquer cette différence de traitement. B.13. Il s'ensuit que, dans l'interprétation selon laquelle la victime | in de privé-sector contractueel van aard is en, anderzijds, de omstandigheid dat ambtenaren belast zijn met taken van algemeen belang, wat niet het geval is met werknemers uit de privé-sector. B.10. Aangezien het door de objectieve verschillen tussen beide categorieën van werknemers verantwoord is dat zij aan verschillende systemen onderworpen zijn, kan worden aanvaard dat bij een nadere vergelijking van beide systemen verschillen in behandeling aan het licht komen, nu eens in de ene zin, dan weer in de andere, onder voorbehoud dat elke regel dient overeen te stemmen met de logica van het systeem waarvan die regel deel uitmaakt. B.11. Door de eigen logica van elk systeem zijn verschillen verantwoord, meer bepaald wat de procedureregels, het bedrag en de uitvoeringsbepalingen van de vergoeding betreft. Het behoort tot de bevoegdheid van de wetgever te beoordelen of een grotere gelijkschakeling wenselijk is en te bepalen op welk tijdstip en op welke wijze via concrete maatregelen vorm moet worden gegeven aan een grotere eenvormigheid tussen beide regelgevingen. B.12. Wanneer de arbeidsongeschiktheid van een werknemer verergert terwijl hij zich in een situatie bevindt die in de prejudiciële vraag is beschreven, ziet het Hof echter niet in hoeverre, door de respectieve logica van beide systemen, die schade van de werknemer zou moeten worden vergoed wanneer hij in de privé-sector werkt terwijl die schade niet wordt vergoed wanneer hij in overheidsdienst werkt. Die verschillende behandeling kan niet worden verklaard door de over het algemeen statutaire aard van de band die hem met zijn werkgever bindt, noch door het feit dat die werknemer met taken van algemeen belang belast is. B.13. Hieruit volgt dat, in de interpretatie dat het slachtoffer van |
d'un accident du travail, si son incapacité de travail permanente | een arbeidsongeval, indien de blijvende arbeidsongeschiktheid zodanig |
s'aggrave à un point tel qu'elle ne puisse temporairement plus exercer | verergert dat het de functie waarin het gereclasseerd werd, tijdelijk |
la fonction dans laquelle elle a été reclassée, n'a pas droit à une | niet meer kan uitoefenen, geen recht heeft op een vergoeding die |
indemnité comparable à celle qui est prévue par l'article 3bis, la loi | vergelijkbaar is met de vergoeding waarin artikel 3bis voorziet, de |
du 3 juillet 1967 viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | wet van 3 juli 1967 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. |
B.14. La Cour constate toutefois que la disposition en cause a parfois | B.14. Het Hof stelt echter vast dat aan de in het geding zijnde |
reçu une interprétation qui exclut la différence de traitement | bepaling soms een interpretatie is gegeven waarbij de bestreden |
litigieuse et que l'article 3bis peut servir de base à l'indemnisation | verschillende behandeling werd uitgesloten en dat artikel 3bis de |
d'une aggravation de l'incapacité de travail même après la | grondslag kan vormen voor het vergoeden van verergerde |
consolidation. La Cour observe d'ailleurs que lorsque la loi du 19 | arbeidsongeschiktheid, zelfs na consolidatie. Het Hof stelt overigens |
octobre 1998 a inséré, dans l'article 6 de la loi du 3 juillet 1967, | vast dat de wetgever, bij het invoegen door de wet van 19 oktober 1998 |
le paragraphe 3 cité en B.3, le législateur a déclaré vouloir "régler | van de in B.3 geciteerde paragraaf 3 in artikel 6 van de wet van 3 |
de manière indiscutable la situation de l'agent qui s'est vu | juli 1967, expliciet de bedoeling had om "op onbetwistbare wijze de |
reconnaître une incapacité de travail permanente et qui ne peut plus | toestand te regelen van de ambtenaar in hoofde van wie een blijvende |
exercer ses fonctions du tout pendant une période temporaire après sa | arbeidsongeschiktheid werd erkend en die gedurende een tijdelijke |
periode na zijn tewerkstelling in zijn nieuwe betrekking, zijn | |
réaffectation dans son nouvel emploi" (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, | functies helemaal niet meer kan uitoefenen" (Parl. St., Kamer, |
n° 1534/1, p. 5). Les termes utilisés indiquent que c'est parce que | 1997-1998, nr. 1534/1, p. 5). Uit die formulering blijkt dat precies |
l'article 3bis était sujet à discussion qu'il convenait de préciser sa | omdat artikel 3bis aanleiding gaf tot discussie, de draagwijdte ervan |
portée. | moest worden gepreciseerd. |
B.15. Dans l'interprétation selon laquelle, même avant la loi du 19 | B.15. In de interpretatie dat het zelfs vóór de wet van 19 oktober |
octobre 1998, l'article 3bis permettait d'indemniser le travailleur | 1998 op grond van artikel 3bis mogelijk was het slachtoffer van een |
arbeidsongeval dat zich in de situatie bevindt die in de prejudiciële | |
accidenté qui se trouve dans la situation décrite dans la question | vraag is beschreven, te vergoeden, schendt die bepaling de artikelen |
préjudicielle, cette disposition ne viole pas les articles 10 et 11 de | 10 en 11 van de Grondwet niet. |
la Constitution. | |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. La loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des | 1. De wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de |
dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus | schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg |
sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le | |
secteur public, telle qu'elle était en vigueur avant le 25 novembre | naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, |
1998, viole les articles 10 et 11 de la Constitution dans | zoals van kracht vóór 25 november 1998, schendt de artikelen 10 en 11 |
l'interprétation selon laquelle la victime d'un accident du travail, | van de Grondwet, in de interpretatie dat het slachtoffer van een |
si l'incapacité permanente de travail s'aggrave à un point tel que la | arbeidsongeval, indien de blijvende arbeidsongeschiktheid zodanig |
victime ne puisse temporairement plus exercer la fonction dans | verergert dat hij de functie waarin hij gereclasseerd werd, tijdelijk |
laquelle elle a été reclassée, n'a pas droit à une indemnité pareille | niet meer kan uitoefenen, geen recht heeft op een vergoeding zoals |
à celle qui était prévue pour cette incapacité de travail à l'article 3bis de cette loi. | voor die arbeidsongeschiktheid is bepaald in artikel 3bis van die wet. |
2. La loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des | 2. De wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de |
dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus | schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg |
sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le | |
secteur public, telle qu'elle était en vigueur avant le 25 novembre | naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, |
1998, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution dans | zoals van kracht vóór 25 november 1998, schendt de artikelen 10 en 11 |
l'interprétation selon laquelle la victime d'un accident du travail, | van de Grondwet niet, in de interpretatie dat het slachtoffer van een |
si l'incapacité permanente de travail s'aggrave à un point tel que la | arbeidsongeval, indien de blijvende arbeidsongeschiktheid zodanig |
victime ne puisse temporairement plus exercer la fonction dans | verergert dat hij de functie waarin hij gereclasseerd werd, tijdelijk |
laquelle elle a été reclassée, a droit à une indemnité pareille à | niet meer kan uitoefenen, recht heeft op een vergoeding zoals voor die |
celle qui était prévue pour cette incapacité de travail à l'article | arbeidsongeschiktheid is bepaald in artikel 3bis van die wet. |
3bis de cette loi. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 mai 2001. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 mei 2001. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
G. De Baets | G. De Baets |