← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 53/2001 du 18 avril 2001 Numéro du rôle : 2014 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 62 du Code d'instruction criminelle, posée par un juge d'instruction
du Tribunal de première instance de Bruxelles. La Cour d'arbitrage, composée des présidents
M. Melchior et H. Boel, et des juges L. François, P(...)"
Extrait de l'arrêt n° 53/2001 du 18 avril 2001 Numéro du rôle : 2014 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 62 du Code d'instruction criminelle, posée par un juge d'instruction du Tribunal de première instance de Bruxelles. La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et H. Boel, et des juges L. François, P(...) | Uittreksel uit arrest nr. 53/2001 van 18 april 2001 Rolnummer 2014 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 62 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door een onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, en de rechters L. François, P. Martens, J. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 53/2001 du 18 avril 2001 | Uittreksel uit arrest nr. 53/2001 van 18 april 2001 |
Numéro du rôle : 2014 | Rolnummer 2014 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 62 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 62 van het Wetboek |
d'instruction criminelle, posée par un juge d'instruction du Tribunal | van Strafvordering, gesteld door een onderzoeksrechter in de Rechtbank |
de première instance de Bruxelles. | van eerste aanleg te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et H. Boel, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, en de rechters |
François, P. Martens, J. Delruelle, L. Lavrysen et A. Alen, assistée | L. François, P. Martens, J. Delruelle, L. Lavrysen en A. Alen, |
du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par décision du 13 juillet 2000 en cause de D.C. et autres, dont | Bij beslissing van 13 juli 2000 in zake D.C. en anderen, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 17 | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 juli |
juillet 2000, un juge d'instruction du Tribunal de première instance | 2000, heeft een onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te |
de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 62 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les règles | « Schendt artikel 62 van het Wetboek van Strafvordering de regels van |
d'égalité des articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit | gelijkheid van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het |
que, lorsque le juge d'instruction se transportera sur les lieux, il | bepaalt dat, wanneer de onderzoeksrechter zich ter plaatse begeeft, |
sera toujours accompagné du procureur du Roi et du greffier du | hij altijd vergezeld wordt door de procureur des Konings en door de |
tribunal, sans prévoir le même accompagnement par le ou les inculpés, | griffier van de rechtbank, zonder erin te voorzien dat hij vergezeld |
la ou les parties civiles, et leurs conseils respectifs ? » | wordt door de verdachte(n), de burgerlijke partij(en) en hun respectieve raadslieden ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 62 du Code d'instruction criminelle dispose : | B.1. Artikel 62 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt : |
« Lorsque le juge d'instruction se transportera sur les lieux, il sera toujours accompagné du procureur du Roi et du greffier du tribunal ». B.2. Cette disposition concerne différentes hypothèses. Elle vise toute descente sur les lieux, qu'il s'agisse d'un déplacement à but technique ou en vue de saisir une pièce, ou d'une reconstitution des faits. Les déplacements peuvent avoir lieu à divers moments de l'instruction de l'affaire, et être multiples au cours de l'instruction. La présence du procureur du Roi n'est pas requise à peine de nullité, il suffit qu'il ait été informé du déplacement du juge d'instruction, afin qu'il puisse prendre les réquisitions qu'il estime opportunes. B.3. La question préjudicielle invite la Cour à comparer la situation du procureur du Roi d'une part, et de l'inculpé, de la partie civile et de leurs avocats d'autre part, en ce que le magistrat instructeur, lorsqu'il se déplace, doit inviter le premier à l'accompagner, alors qu'il n'est pas tenu du même devoir d'information et d'invitation à l'égard des seconds. B.4. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.5. La descente sur les lieux se situe à un moment où, selon la | « Wanneer de onderzoeksrechter zich ter plaatse begeeft, wordt hij altijd vergezeld door de procureur des Konings en door de griffier van de rechtbank ». B.2. Die bepaling slaat op verschillende gevallen. Zij heeft betrekking op iedere plaatsopneming, of het nu gaat om een verplaatsing met een technisch doel of om documenten in beslag te nemen, dan wel om een reconstructie van de feiten. De verplaatsingen kunnen worden uitgevoerd op verscheidene tijdstippen in het onderzoek van de zaak, en er kan, in de loop van het onderzoek, tot meerdere verplaatsingen worden overgegaan. De aanwezigheid van de procureur des Konings is niet vereist op straffe van nietigheid; het is voldoende dat hij op de hoogte werd gesteld van de verplaatsing van de onderzoeksrechter, opdat hij de vorderingen kan doen die hij nodig acht. B.3. In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de situatie van, enerzijds, de procureur des Konings en, anderzijds, de verdachte, de burgerlijke partij en hun advocaten te vergelijken, in zoverre de onderzoeksmagistraat, wanneer hij zich verplaatst, de eerstgenoemde moet verzoeken om hem te vergezellen, terwijl hij ten opzichte van de laatstgenoemden niet diezelfde informatie- en verzoekplicht heeft. B.4. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.5. De plaatsopneming wordt uitgevoerd op een ogenblik dat, volgens |
volonté du législateur, la procédure pénale est inquisitoire, afin, | de wil van de wetgever, de strafrechtspleging inquisitoriaal is, om, |
d'une part, compte tenu de la présomption d'innocence, d'éviter de | enerzijds, rekening houdend met het vermoeden van onschuld, te |
jeter inutilement le discrédit sur les personnes, d'autre part, dans | vermijden dat personen onnodig in diskrediet worden gebracht en, |
un souci d'efficacité, d'être en mesure d'agir vite, sans alerter les coupables. | anderzijds, met het oog op doeltreffendheid, snel te kunnen handelen, |
B.6.1. L'importance de ces objectifs est de nature à justifier que le | zonder de schuldigen op de hoogte te brengen. |
législateur ait pu traiter différemment le procureur du Roi et les | B.6.1. Die doelstellingen zijn dermate belangrijk dat kan worden |
autres parties en ce qui concerne les descentes sur les lieux. La | verantwoord dat de wetgever de procureur des Konings en de andere |
possibilité donnée au juge d'instruction de se déplacer, voire | partijen verschillend kon behandelen wat de plaatsopneming betreft. De |
d'organiser une reconstitution des faits hors la présence de | mogelijkheid voor de onderzoeksrechter om zich te verplaatsen of zelfs |
l'inculpé, de la partie civile et de leurs conseils respectifs ne | een reconstructie van de feiten te organiseren zonder dat de |
porte pas, en soi, une atteinte disproportionnée à leurs droits de | verdachte, de burgerlijke partij en hun respectieve raadslieden |
aanwezig zijn, houdt op zich geen onevenredige schending in van hun | |
défense, compte tenu des garanties dont ils disposent dès cette phase | rechten van verdediging, rekening houdend met de garanties waarover |
de la procédure. | zij beschikken vanaf die fase van de strafrechtspleging. |
B.6.2. En effet, l'inculpé non détenu et la partie civile peuvent | B.6.2. De niet aangehouden verdachte en de burgerlijke partij kunnen |
demander au juge d'instruction de pouvoir consulter la partie du | de onderzoeksrechter immers verzoeken om inzage van het deel van het |
dossier concernant les faits ayant conduit à l'inculpation ou à la | dossier betreffende de feiten die tot de inverdenkingstelling of tot |
constitution de partie civile (article 61ter du Code d'instruction | de burgerlijke partijstelling hebben geleid (artikel 61ter van het |
criminelle); l'inculpé détenu et son conseil disposent du droit de | Wetboek van Strafvordering); de aangehouden verdachte en zijn advocaat |
consulter le dossier en vertu de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive; l'article 61quinquies du Code d'instruction criminelle permet à l'inculpé et à la partie civile de demander l'accomplissement d'actes complémentaires au juge d'instruction qui statue par des ordonnances susceptibles de recours. Le Code garantit de la sorte à l'inculpé et à la partie civile la possibilité, d'une part, d'être informés des déplacements du juge d'instruction et d'en contrôler la régularité, d'autre part, de pouvoir demander que le juge se déplace ou qu'il organise une reconstitution des faits s'ils | hebben, krachtens de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, het recht om het dossier te raadplegen; op grond van artikel 61quinquies van het Wetboek van Strafvordering kunnen de verdachte en de burgerlijke partij de onderzoeksrechter verzoeken bijkomende onderzoekshandelingen te verrichten, waarbij die laatste uitspraak doet bij beschikkingen waartegen hoger beroep kan worden ingesteld. Op die manier waarborgt het Wetboek voor de verdachte en de burgerlijke partij de mogelijkheid om, enerzijds, op de hoogte te worden gesteld van de verplaatsingen van de onderzoeksrechter en de regelmatigheid ervan na te gaan en, anderzijds, een verplaatsing van de rechter of een reconstructie van de feiten te vragen indien zij dat |
l'estiment utile. | nuttig achten. |
B.7. La Cour constate par ailleurs que la loi n'interdit pas au juge | B.7. Het Hof stelt overigens vast dat de wet de onderzoeksrechter niet |
d'instruction de se faire accompagner par l'inculpé, par la partie | verbiedt zich te laten vergezellen door de verdachte, de burgerlijke |
civile ainsi que par leurs avocats s'il l'estime indiqué, et s'il juge | partij en hun advocaten, indien hij dat aangewezen acht en indien hij |
que leur présence n'est pas de nature à porter atteinte aux objectifs | oordeelt dat door hun aanwezigheid de doelstellingen vermeld in B.5 |
mentionnés en B.5. | niet in het gedrang komen. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 62 du Code d'instruction criminelle ne viole pas les | Artikel 62 van het Wetboek van Strafvordering schendt de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit que lorsque | en 11 van de Grondwet niet doordat het bepaalt dat, wanneer de |
le juge d'instruction se transportera sur les lieux, il sera toujours | onderzoeksrechter zich ter plaatse begeeft, hij altijd vergezeld wordt |
accompagné du procureur du Roi et du greffier du tribunal, sans | door de procureur des Konings en door de griffier van de rechtbank, |
prévoir le même accompagnement par le ou les inculpés, la ou les | zonder erin te voorzien dat hij vergezeld wordt door de verdachte of |
parties civiles et leurs conseils respectifs. | verdachten, de burgerlijke partij of burgerlijke partijen en hun |
respectieve raadslieden. | |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 18 avril 2001. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 april 2001. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |