← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 2/2001 du 10 janvier 2001 Numéro du rôle : 1783 En cause : les
questions préjudicielles concernant l'article 50 du décret de la Communauté française du 4 mars 1991
relatif à l'aide à la jeunesse, posées par le Tribunal d La Cour
d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, P(...)"
Extrait de l'arrêt n° 2/2001 du 10 janvier 2001 Numéro du rôle : 1783 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 50 du décret de la Communauté française du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la jeunesse, posées par le Tribunal d La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, P(...) | Uittreksel uit arrest nr. 2/2001 van 10 januari 2001 Rolnummer 1783 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 50 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, gesteld door de Rechtban Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 2/2001 du 10 janvier 2001 | Uittreksel uit arrest nr. 2/2001 van 10 januari 2001 |
Numéro du rôle : 1783 | Rolnummer 1783 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 50 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 50 van het |
décret de la Communauté française du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la | decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake |
jeunesse, posées par le Tribunal de première instance de Mons. | hulpverlening aan de jeugd, gesteld door de Rechtbank van eerste |
aanleg te Bergen. | |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de |
Boel, P. Martens, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée du | rechters H. Boel, P. Martens, J. Delruelle, R. Henneuse en M. Bossuyt, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par ordonnance du 13 octobre 1999 en cause du ministère public contre | Bij beschikking van 13 oktober 1999 in zake het openbaar ministerie |
M. Fevry, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | tegen M. Fevry, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
d'arbitrage le 14 octobre 1999, le Tribunal de première instance de | is ingekomen op 14 oktober 1999, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
Mons a posé les questions préjudicielles suivantes : | te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 50 du décret du 4 mars 1991 de la Communauté française | « 1. Schendt artikel 50 van het decreet van 4 maart 1991 van de Franse |
de Belgique, relatif à la Jeunesse, en ce qu'il autorise l'agrément | Gemeenschap van België inzake hulpverlening aan de jeugd, in zoverre |
pour la seule personne morale de droit public ou une personne de droit | het de erkenning toestaat voor de enkele publiekrechtelijke |
rechtspersoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon opgericht in de | |
privé constituée en a.s.b.l., viole-t-il les articles 10 et 11 de la | vorm van een v.z.w., de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het |
Constitution en ne permettant pas à une personne physique de solliciter l'agrément ? | een natuurlijke persoon niet toestaat de erkenning aan te vragen ? |
2. L'article 50, § 1er, du même décret du 4 mars 1991 relatif à la | 2. Schendt artikel 50, § 1, van hetzelfde decreet van 4 maart 1991 |
inzake hulpverlening aan de jeugd, in zoverre het de Executieve | |
Jeunesse en ce qu'il autorise l'Exécutif à fixer d'autres conditions | toestaat andere voorwaarden vast te stellen dan diegene die met naam |
que celles nommément définies et en ce qu'il fixe comme activité des | worden gedefinieerd en in zoverre het bepaalt dat de activiteit van de |
centres d'agrément, études médico-socio-psychologiques des candidats | erkenningscentra het medisch-sociaal-psychologisch onderzoek van de |
adoptants et de l'enfant, viole-t-il l'article 5, § 1er, II, 6°, de la | kandidaat-adoptanten en van het kind omvat, artikel 5, § 1, II, 6°, |
loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles ? » | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen ? » | |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Les questions préjudicielles concernent l'article 50, § 1er, du | B.1.1. De prejudiciële vragen betreffen artikel 50, § 1, van het |
décret de la Communauté française du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la | decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake |
jeunesse, modifié par l'article 8 du décret du 6 avril 1998. La | hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij artikel 8 van het decreet |
disposition en cause est ainsi rédigée : | van 6 april 1998. De in het geding zijnde bepaling luidt : |
« Seule une personne morale de droit public ou privé, constituée dans ce dernier cas en association sans but lucratif, peut servir d'intermédiaire pour l'adoption d'un enfant. Elle doit avoir été préalablement agréée à cette fin. L'Exécutif arrête les conditions et procédures d'agrément. Pour obtenir et conserver l'agrément, le service d'adoption doit notamment remplir les conditions suivantes : 1° l'objet social de l'organisme doit consister principalement dans l'activité d'intermédiaire pour l'adoption d'enfants; 2° il est composé ou encadré d'une équipe pluridisciplinaire dont l'Exécutif détermine la composition; | « Alleen een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon, indien deze laatste een vereniging zonder winstoogmerk is, kan als tussenpersoon dienen voor de adoptie van een kind. Ze moet daartoe vooraf zijn erkend. De Executieve stelt de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedures vast. Om de erkenning te bekomen en te behouden, moet de adoptiedienst inzonderheid aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° het maatschappelijk doel van de instelling moet hoofdzakelijk gericht zijn naar de activiteit van tussenpersoon voor de adoptie van kinderen; 2° hij bestaat in of is begeleid door een pluridisciplinaire ploeg waarvan de Executieve de samenstelling bepaalt; |
3° ses activités doivent comprendre : | 3° zijn activiteiten moeten de volgende punten omvatten : |
a) l'information des parents d'origine s'ils résident en Belgique et | a) informatie aan de oorspronkelijke ouders, indien ze in België |
celle des candidats adoptants quant aux conditions et aux effets | verblijven, en aan de kandidaat-adoptanten, over de voorwaarden en de |
juridiques de l'adoption, à ses implications psychologiques, et quant | rechtsgevolgen van adoptie, over de psychologische implicaties, en |
à la durée et au coût de la procédure d'adoption; | over de duur en de kosten van de adoptieprocedure; |
b) l'étude médico-socio-psychologique de l'enfant, des parents | b) het medisch-sociaal-psychologisch onderzoek van het kind, van de |
d'origine s'ils résident en Belgique, et des candidats adoptants; | oorspronkelijke ouders, indien ze in België verblijven, en van de |
kandidaat-adoptanten; | |
c) la préparation et le suivi des candidats adoptants, de l'enfant et | c) de voorbereiding en de begeleiding van de kandidaat-adoptanten, van |
des parents d'origine s'ils résident en Belgique; | het kind en van de oorspronkelijke ouders, indien ze in België |
d) en cas d'adoption internationale, la collaboration obligatoire avec | verblijven; d) in geval van internationale adoptie, de verplichte medewerking met |
les organismes étrangers agréés à cet effet par l'Etat d'origine de l'enfant, pour autant qu'une procédure d'agrément soit prévue et requise dans ledit pays et que ces organismes étrangers effectuent leurs missions dans le respect des droits fondamentaux garantis dans la Convention relative aux Droits de l'Enfant; e) la remise périodique d'un rapport circonstancié sur ces différentes activités à l'administration compétente; f) la formation continuée des membres de l'équipe pluridisciplinaire. L'Exécutif statue sur les demandes d'agrément par décision motivée, après avis de la commission d'agrément visée à l'article 46. Lorsqu'il est constaté qu'un organisme d'adoption ne satisfait plus aux conditions d'agrément, le Gouvernement peut, soit le mettre en demeure de se conformer à ces conditions dans un délai de huit jours à six mois, selon le cas, soit, après avis de la commission prévue à | de buitenlandse instellingen die daartoe door de Staat van afkomst van het kind zijn erkend, voor zover een erkenningsprocedure in dat land bestaat en vereist is, en voor zover die buitenlandse instellingen hun opdrachten vervullen met inachtneming van de grondrechten die worden gewaarborgd dor het Verdrag inzake de Rechten van het Kind; e) het periodiek uitbrengen van een omstandig verslag over deze verschillende activiteiten aan de bevoegde administratie; f) de voortgezette opleiding van de leden van de pluridisciplinaire ploeg. Nadat de Executieve het advies van de in artikel 46 bedoelde erkenningscommissie heeft ingewonnen, beslist ze bij een met redenen omklede beslissing over de erkenningsaanvragen. Wanneer vastgesteld wordt dat een adoptie-instelling niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, kan de Regering ofwel die instelling aanmanen zich naar deze voorwaarden te schikken binnen een termijn van acht dagen tot zes maanden, naar gelang van het geval ofwel, na advies |
l'article 46, retirer l'agrément. » | van de bij artikel 46 bedoelde commissie, de erkenning intrekken. » |
B.1.2. L'examen de la conformité d'une disposition aux règles de | B.1.2. Het onderzoek van de overeenstemming van een bepaling met de |
compétence précède l'examen de sa compatibilité avec les articles 10 | bevoegdheidsregels gaat het onderzoek van de bestaanbaarheid ervan met |
et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vooraf. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Wat de tweede prejudiciële vraag betreft |
B.2. La seconde question préjudicielle porte sur la violation | B.2. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de eventuele |
éventuelle de l'article 5, § 1er, II, 6°, de la loi spéciale du 8 août | schending van artikel 5, § 1, II, 6°, van de bijzondere wet van 8 |
1980 de réformes institutionnelles par la disposition en cause, en ce | augustus 1980 tot hervorming der instellingen door de in het geding |
que celle-ci prévoit, d'une part, que les organismes d'adoption agréés | zijnde bepaling, in zoverre laatstgenoemde bepaalt, enerzijds, dat de |
doivent procéder à une étude « médico-socio-psychologique » des | erkende adoptie-instellingen moeten overgaan tot een « |
candidats adoptants et de l'enfant, et, d'autre part, que le | medisch-sociaal-psychologisch » onderzoek van de kandidaat-adoptanten |
Gouvernement de la Communauté française est autorisé à fixer d'autres | en van het kind, en, anderzijds, dat de Franse Gemeenschapsregering |
gemachtigd is tot het bepalen van andere erkenningsvoorwaarden dan die | |
conditions d'agrément que celles qu'elle établit. Il ressort du | welke zijn vastgesteld. Uit de memorie neergelegd door de voor het |
mémoire déposé par la personne poursuivie devant la juridiction a quo | verwijzende rechtscollege vervolgde persoon blijkt dat zij ervan |
qu'elle considère que la Communauté porterait ainsi atteinte aux | uitgaat dat de Gemeenschap aldus zou raken aan de bevoegdheden van de |
compétences du législateur fédéral en « fixant de droit et | federale wetgever door « rechtens en potentieel nieuwe regels inzake |
potentiellement des règles nouvelles en matière d'adoption ». | adoptie te bepalen ». |
B.3.1. Au moment où le décret litigieux a été adopté - c'est-à-dire | B.3.1. Op het ogenblik waarop het betwiste decreet werd aangenomen - |
avant l'adoption du décret du 19 juillet 1993 attribuant l'exercice de | dat wil zeggen vóór de aanneming van het decreet van 19 juli 1993 tot |
certaines compétences de la Communauté française à la Région wallonne | toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse |
et à la Commission communautaire française -, la Communauté française | Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie - |
était compétente pour la politique familiale, en vertu de l'article 5, | was de Franse Gemeenschap bevoegd voor het gezinsbeleid, krachtens |
§ 1er, II, 1°, de la loi spéciale du 8 août 1980. Cette compétence | artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Die |
comprend un ensemble d'initiatives et de mesures qui tendent à | bevoegdheid omvat een reeks initiatieven en maatregelen strekkende tot |
apporter une assistance et une aide matérielle, sociale, psychologique | het verlenen van bijstand en van een materiele, sociale, |
et éducative aux familles. Par ailleurs, la Communauté française est | psychologische en opvoedkundige hulp aan gezinnen. Krachtens artikel |
compétente, en vertu de l'article 5, § 1er, II, 6°, de la même loi, en | 5, § 1, II, 6°, van dezelfde wet is de Franse Gemeenschap overigens |
matière de protection de la jeunesse. En réglant l'agrément des | bevoegd inzake jeugdbescherming. Door de erkenning van de |
organismes d'adoption, qui accomplissent leurs missions tant vis-à-vis | adoptie-instellingen te regelen, die hun taken vervullen zowel ten |
des familles en procédure d'adoption ou ayant adopté un ou plusieurs | opzichte van de gezinnen wier adoptieprocedure hangende is of die een |
enfants que des enfants adoptables et adoptés, la Communauté française | of meer kinderen hebben geadopteerd als ten opzichte van te adopteren |
n'a pas excédé le domaine de ses compétences. | en geadopteerde kinderen, heeft de Franse Gemeenschap haar |
B.3.2. La compétence des communautés en matière de protection de la | bevoegdheden niet overschreden. B.3.2. Op de bevoegdheid van de gemeenschappen inzake de |
jeunesse est toutefois assortie d'exceptions. La question | jeugdbescherming bestaan echter uitzonderingen. De prejudiciële vraag |
préjudicielle vise l'article 5, § 1er, II, 6°, a), de la loi spéciale | beoogt artikel 5, § 1, II, 6°, a), van de bijzondere wet van 8 |
du 8 août 1980 qui cite parmi ces exceptions « les règles de droit | augustus 1980 die bij die uitzonderingen vermeldt : « de |
civil relatives au statut des mineurs et de la famille, telles | burgerrechtelijke regels met betrekking tot het statuut van de |
qu'elles sont établies par le Code civil et les lois qui le complètent | minderjarigen en van de familie, zoals die vastgesteld zijn door het |
». | Burgerlijke Wetboek en de wetten tot aanvulling ervan ». |
B.4.1. L'article 50, § 1er, du décret du 4 mars 1991 établit les conditions d'agrément des organismes d'adoption et interdit qu'une personne physique ou un organisme non agréé serve d'intermédiaire pour la réalisation d'adoptions. Il ne met pas d'obligation à charge des candidats adoptants, qui demeurent libres de faire appel aux services d'un intermédiaire. L'effet de la disposition en cause est limité au fait que, s'ils choisissent de faire appel à un intermédiaire, ils ne peuvent s'adresser qu'à un service agréé puisque seuls ceux-ci sont autorisés à jouer ce rôle pour la réalisation d'adoptions. Il est exact que, dans l'hypothèse où les candidats adoptants font ce choix, | B.4.1. Artikel 50, § 1, van het decreet van 4 maart 1991 bepaalt de erkenningsvoorwaarden voor de adoptie-instellingen en verbiedt dat een natuurlijke persoon of een niet-erkende instelling als tussenpersoon zou optreden bij adopties. Het legt geen verplichtingen op aan de kandidaat-adoptanten, die vrij blijven een beroep te doen op de diensten van een tussenpersoon. Het gevolg van de in het geding zijnde bepaling is beperkt tot het feit dat, als ze ervoor kiezen een beroep te doen op een tussenpersoon, zij zich slechts kunnen richten tot een erkende dienst, aangezien enkel die ertoe zijn gemachtigd een rol te spelen in de adopties. Het is juist dat, in het geval waarin de kandidaat-adoptanten die keuze maken, zij zich moeten onderwerpen aan |
ils doivent se soumettre à un examen « médico-socio-psychologique », | een « medisch-sociaal-psychologisch » onderzoek, maar dat onderzoek |
mais cet examen ne saurait constituer une condition supplémentaire à | zou geen bijkomende voorwaarde voor adoptie kunnen vormen, aangezien |
l'adoption, étant donné que l'intervention de l'intermédiaire demeure | het optreden van de bemiddelaar facultatief blijft. Artikel 50, § 1, |
facultative. L'article 50, § 1er, du décret du 4 mars 1991 n'ajoute | van het decreet van 4 maart 1991 voegt geen enkele voorwaarde aan de |
aucune condition à l'adoption d'enfants en Communauté française et n'a | adoptie van kinderen in de Franse Gemeenschap toe en heeft dan ook |
dès lors ni pour objet, ni pour effet, d'établir des règles de droit | noch tot doel, noch tot gevolg, dat burgerrechtelijke regels met |
civil relatives au statut des mineurs et de la famille. | betrekking tot het statuut van de minderjarigen en van de familie |
B.4.2. Pour les mêmes motifs, le législateur décrétal n'a pas ajouté | worden bepaald. B.4.2. Om dezelfde redenen heeft de decreetgever geen |
de condition à l'adoption en disposant que le Gouvernement arrête les | adoptievoorwaarden toegevoegd, door te bepalen dat de Regering de |
conditions et les procédures d'agrément des organismes servant | voorwaarden en de procedures voor erkenning van instellingen die als |
d'intermédiaires pour l'adoption d'enfants. | bemiddelaar optreden in de adoptie van kinderen vaststelt. |
B.5. La question appelle une réponse négative. | B.5. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la première question préjudicielle | Wat de eerste prejudiciële vraag betreft |
B.6. La première question préjudicielle porte sur la violation | B.6. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de eventuele |
éventuelle des articles 10 et 11 de la Constitution par la disposition | schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de in het |
en cause, en ce qu'elle ne permet d'agréer que les seules personnes | geding zijnde bepaling, in zoverre ze enkel toestaat |
morales de droit public ou de droit privé constituées en association | publiekrechtelijke rechtspersonen of privaatrechtelijke rechtspersonen |
sans but lucratif, à l'exclusion des personnes physiques. | opgericht als vereniging zonder winstoogmerk te erkennen, met |
uitsluiting van natuurlijke personen. | |
B.7. En organisant l'agrément des services d'adoption, le législateur | B.7. Door de erkenning van de adoptiediensten te organiseren, wilde de |
décrétal entendait faciliter le travail de ces organismes, tout en | decreetgever het werk van die instellingen vergemakkelijken, waarbij |
éliminant ceux qui, « souvent par manque de compétence, discréditent | zij die « vaak bij gebrek aan competentie het gehele systeem in |
l'ensemble du système » (Doc., Parlement de la Communauté française, | diskrediet brengen » (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, |
1990-1991, n° 165/1, p. 33), et ceci dans l'intérêt des enfants, des | 1990-1991, nr. 165/1, p. 33) worden uitgesloten, en dit in het belang |
familles d'origine et des candidats adoptants. Il a estimé qu'en | van de kinderen, de families van herkomst en de kandidaat-adoptanten. |
raison de ce que « les tâches multiples à remplir par les organismes | Hij heeft geoordeeld dat, vanwege het feit dat « de vele door de |
adoptie-instellingen te vervullen taken een competent en opgeleid | |
d'adoption nécessitent un personnel compétent et formé », il n'était | personeel noodzakelijk maken », het niet « gepast [was], in die |
pas « opportun, dans ces conditions, de permettre l'agrément de | omstandigheden, om de erkenning van natuurlijke personen toe te staan |
personnes physiques » (ibid., pp. 33-34). | » (ibid., pp. 33 en 34). |
B.8. La distinction établie par l'article 50 du décret du 4 mars 1991 | B.8. Het bij artikel 50 van het decreet van 4 maart 1991 ingevoerde |
entre les personnes morales de droit public et les associations sans | onderscheid tussen de publiekrechtelijke rechtspersonen en de |
but lucratif, d'une part, et les personnes physiques, d'autre part, | verenigingen zonder winstoogmerk, enerzijds, en de natuurlijke |
repose sur un critère objectif et est pertinente par rapport au but | personen, anderzijds, berust op een objectief criterium en is relevant |
poursuivi par le législateur. Celui-ci a en effet raisonnablement pu | in verhouding tot het door de wetgever beoogde doel. Hij kon immers |
estimer que seules les personnes morales de droit public et les | redelijkerwijs van mening zijn dat enkel de publiekrechtelijke |
associations sans but lucratif constituées à cet effet étaient | rechtspersonen en de verenigingen zonder winstoogmerk opgericht met |
susceptibles de présenter les garanties indispensables quant au | dat doel de noodzakelijke waarborgen konden bieden inzake de |
désintéressement de leurs mobiles et aux compétences diverses | belangeloze beweegredenen en de diverse vaardigheden noodzakelijk voor |
nécessaires à l'accomplissement de la mission d'intermédiaire à | het vervullen van de taak van tussenpersoon in de adoptie van |
l'adoption d'enfants. | kinderen. |
B.9. Par ailleurs, la mesure ne porte pas une atteinte | B.9. De maatregel doet overigens niet op onevenredige wijze afbreuk |
disproportionnée à la faculté, pour les personnes physiques, de se | aan de mogelijkheid voor natuurlijke personen om zich bezig te houden |
consacrer à l'activité d'intermédiaire pour l'adoption d'enfants, | met de activiteit van tussenpersoon voor de adoptie van kinderen, |
puisque rien ne les empêche de travailler au sein d'un organisme agréé | aangezien niets hen verhindert te werken binnen een erkende |
ou de créer une association sans but lucratif répondant aux conditions | instelling, of een vereniging zonder winstoogmerk op te richten die |
fixées par le décret et pour laquelle elles peuvent solliciter | aan de bij het decreet bepaalde voorwaarden voldoet en waarvoor zij de |
l'agrément de la Communauté française. | erkenning kunnen aanvragen bij de Franse Gemeenschap. |
B.10. La question appelle une réponse négative. | B.10. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 50 du décret de la Communauté française du 4 mars 1991 | Artikel 50 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 |
relatif à l'aide à la jeunesse ne viole ni l'article 5, § 1er, II, 6°, | inzake hulpverlening aan de jeugd schendt noch artikel 5, § 1, II, 6°, |
de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles ni les | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
articles 10 et 11 de la Constitution. | instellingen, noch de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 10 janvier 2001. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 10 januari 2001. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |